NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
ars te koop,
tatalts,
Ho. 277. 1907.
Maandag 26 Augustus
21e Jaargang,
CHRISTELIJK.
Tap 05 veeren,
9éi le loer,
HISTORISCH
MP
ge Weivaars
Dienst bode
OOP
Karnhond,
xSöp
htigT
en Kippen,
OOP
rsknecht
eïd.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
S„ l DE JQNGE-VERWEST te Goes
F. P. D'HUU, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
s
i
ÏELBVRG-
10 September,
Yz., G a p i n g e.
ISSE, Mariekerke.
d als nieuwe
oor bakker of mole-
EUSEVELDT,
Z i e r i k z e e.
nden aan
L. VOS, Koude-
p-
Domburg.
der vee, bij C. DE
g
clie Portierwagen,
hout en ijzer,
r-Breaks, k.o.d.k.,
clitwagentje,
Barouchet,
wagen voor paard
je voor ponny,
DRIAANSE Jz.,
1- en Rijtuighandel,
aat C 202, Goes.
t. a.s., bij CH. J.
schekade H 48/49,
orden gevraagd
er, tegen hoog loon,
luinberg bij Wesel
fober
SU, Nieuwland
1 November
Melksalon, Goes.
BOTTERDAM
ber.
onderd Zondsgs, van
an Middelburg 8,45
0.
jjdag 13 Sept. geen
eming ex'ra-reis op
Middelburg en Vlis-
m en Dordrecht naar
aarten a f5 bij de
ken, het gevaar is
becordeelen kunt",
ets lichtvaardigs te
Diet zien of ik denk
ijen. Zooveel kan
t na te zien of te
ij redt u er dcor".
tante Esther met
„ik hoor gaarne dat
t uwe vroolijkheid
gij met oude lieden
doelde niets oneer-
rles haastig en viel
Is en kuste haar.
terug?" vroeg hij,
leine spotternij door
n vergeten. „Het is
ij niet tehuis. Het
voor hem drukker
blijde zal zijn, als
id is, om hem een
en".
op schooi, mijn
Esther, „hard en
rirouw. De tijd van
en beslist voor het
verkrijg verstand,
digen, „maar", ging
heelt geen waarde
want de wijsheid
heid":
n woord van ant-
ber, (oen opeens
n staart heftig be-
ekeD, dat hij zijns
erte reeds ontdekte.
Wordt veuvolgdj.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers 0,025.
UITGAVE DER FIRMA
EM VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, ie'dere regel
meer 10 cent.
•SBSSBSKBSSSSm^i^SaiSmS^S^mS
24 Augustus 1907.
Provinciale Stoombootdienst op de Wes-
terschelde.
Staat van vertraging in den treinenloop
te Vlissingen van Vrijdag 16 Augustus tot
en .met Donderdag 22 Aug., waardoor
geheele of ged eel teiijkeaansluiting verloren
g»ng.
16 Aug. trein 11.44 aangekomen 12.10
17 Aug. 1144 12.03
316
17 Aug.
19 Aug.
19 Aug.
20 Aug.
21 Aug.
22 Aug.
11.44
3.16
3.16
3.16
3.16
3.35
12.07
3.40
3.33
3.28
3.30
Deze had geen aansluiting met Breskens
de overige misten aansluiting met Breskens en
Neuzen.
Eu de hoop beschaamt niet, omdat de
liefde Gods in onze harten is uitgestort.
Rom. 5 5.
In 1731 was graafZinzendorfnaarKopen
hagen gegaan om bij de kroning van den
Koning van Denemarken tegenwoordig te
zijn. Een van de edellieden aldaar had een
slaaf uit West-Indië in zijn dienst, Anton
genaamd. Van hem hoorde Zinzendorf van
den toestand der slaven in West-Indië,
vooral op St. Thomas, een Deenseh8 be
zitting. Hij ontmoette ook twee van de
bekeerlingen van den Deensohen zende
ling Egede, uit Groenland. Toen hij weder
keerde wekte zijne mededeeling omtrent
zijne ontmoeting met deze mannen uit de
heidenwereld de diepste belangstelling
onder de broederen. Twee van hun aantal
gevoelden zioh in hunne harten getroffen
en in den avond, terwijl de zingende
benden de woning voorbij gingen, en de
graaf tot een vriend zeide, dat hij geloofde
dat boodschappers naar West-Indië en
Groenland onder deze vrienden gevonden
werden, werden zij bemoedigd om zich
zeiven voor het werk in West-Icdië aan
te bieden. Toen dat bekend werd, kwamen
twee anderen voor Groenland voorwaaits.
Een bezoek van AntoD, den slaaf, maakte
den indruk dieper; en bet verhaal van
wat de slaven leden, hetgeen dezendelingen
ook misschien te lijden zouden hebben,
deed het vuur des te sterker branden. Het
was moeielijk toegang tot de plantages te
verkrijgen om de slaven te onderwijzen
zij waren bereid om zichzelven ais slaven
te verkoopen ten einde de zielen der arme
heidenen te bereiken.
Maar het duurde nog een jaar dat de
eerste twee zendelingen, in Augustus 1732,
vertrokken. De bevelen waarmede zij uit
gezonden werden waien allen te zamen
gevat in den eenen volzinToe te zien
dat zij in alle dingen door den Geest geleid
werden. Zij vertrokken te voet, met niets
anders dan eenige shillings in hnnne zak
ken, maar sterk in het geloof in God en
in Zijne zorg. In het volgend jaar ver
trokken twee voor Groenland. In 1734
gingen er weder aohttien naar Santa Cruz
in West-Indië en in het jaar daarna nog
twaalf, om te trachten, door kolonisatie
en door eene industrieele zending, denegers
te helpen. En ofschoon de proefneming
vele kostbare levens eisohte, en niet een
succes was, verloren de broederen geen
moed, maar, terwijl de tijdingen van dood
kwamen, zongen zij altijd den psalm van
met tranen te zaaien en van uit den dood
vau dat zaad een overvloedigen oogst in
te zamelen.
Ziet, Ik ben wet ulieden al de dagen tot
de voleinding der wereld.
Toen Zinzendorf in Maart 1742 van zijB
zendingsreis onder de wilde Indianen van
Noord-Amerika op een sohip, dat Garrison
naar Engeland bracht, terugkeerde, stak in
een zeer klipachtige streek midden op zee
een ontzettende storm op, zoodat de dap
perste matrozen aan bun reddingtwijfelden,
en de kapitein zelf knielend en biddend
zioh bereidde om te sterven. Na eeuigeu
trad Zinzendorf uit de kajuit op de misbaar
makende angstige lieden toe, en gaf den
kapitein te kennen, dat hij volkomen rustig
kon zijn, want er was geen doodsgevaar.
Deze echter lette niet op hetgeen Z. zeide,
maar bleef voortdurend bidden. Na een
poos, waarin het jammeren steeds meer
toenam, kwam Z. wederom naar boven en
verzekerde den kapitein, dat de storm bin
nen twee uur voorbij zou zijn. Toen deze
verloopen waren keek Garrison op zijn
uurwerk en ziet, op eens keerde de
wind, waarop het onweer ene! aftrob. Op
de verwonderde vraag, hoe bij dit zoo
nauwkeurig kon weten, antwoordde Z.
„Ik heb den Heiland lief, en Hij mij. Reeds
20 jaar geniet ik een hartelijken en ver-
trouwelijken omgang met mijnen dierbaren
Heiland. Wanneer ik nu in gevaarlijke
of zeldzame toestanden kot», dan is 't
eerste, wat ik doe, nauwkeurig te onder
zoeken of ik daaraan schuld heb, of niet.
Vind ik iets, waarmee Hij niet tevreden
is, dan val ik hem dadelijk te voet en bid
om vergeving. Dan vergeeft mijn Heiland
't mij, ea laat mij gewoonlijk weten, hoe
'tafloopen zal. Maar wil hij dat niet, dan
ben ik stil, en denk bet is 't best voor
mij, dat 't mij onbekend blijft. Nu echter
heeft Hij mij laten weten, dat de storm nog
twee uur duren zal." De kapitein ver
wonderde zioh over deze innige getneen-
sohap van -een menschenhart met den
verheven Koning van hemel en aarde,
en voegde zioh met zijn gaasche gezin bij
de broedergemeente.
Men most by da sociaal-democraten altijd
oppassen dat raen hun woorden niet al te
letterlijk neemt.
Hun pers houdt er een taaltje met eigen
uitlegging op na. Hebben zij zich dan, altijd
in uw oog. vergaloppeerd, dan zeggen zij
maar dat hun bedoeling niet begrijpt, en
't is klaar.
De heer v. d. Goes heeft er een zekere
vermaardheid door gekregen.
In 1903 bij de staking sprak hij in de
meetings zoo opruiend dat de strafrechter
hem aanpakken moesthy wekte de mili
ciens op om de wapenen tegen anderen te
keeren dan voor wie ze bestemd waren. En
toen 't er op aankwam zich Dader te ver
klaren, slikte hij zyn woorden al „toe
lichtend" in.
Op het socialisten-congres te Stuttgart
heeft ook iets dergelijks plaats gehad.
Wij lezen namelijk in Het Volk dat een
der Engelsche afgevaardigden Quelc'n
de afgevaardigden ter vredesconferentie
„dieven en roovers" had genoemd. De po
litie die den volgenden dag deze woorden
in 't verslag las, maakte captie op deze
woorden en dreigde het congres te sluiten.
Maar toen was Quelch er gauw bij om
deze woorden „toe te lichten", of te wel in
t9 trekken.
In do volgende zitting van het congres
verklaarde hij „ik heb dit nooit gezegd.
Ik heb de conferentie genoemd een thiefs-
supper; men kan dat vei talen door „een
avondgezelschap van dieven", maar wy in
Engeland bedoelen met die uitdrukking
niet acders dan een gezölschap dat kapita
listische belangen behartigt".
W ijl de man zyn woorden niet voldoende
terugnam, is hy door de politie het land
uitgewezen, zegt Het Volk.
De politie is dus niet tevreden geweest
met de uitvlucht wat zy „bedoelden".
Gezegd had de man „Ia de vredes con
ferentie iets anders dan een coDgres van
dieven en roovers, die beraadslagen hoe zij
hun rooftochten gosdkooper kunnen vol
brengen
Men moet wel heelemar.1 aan alle fatsoen
lijk taalgevoel gespeend zijn om hiervan
te kunnen maken „een gezelschap dat kapi
talistische belangen behartigt".
Terecht heeft 'n andere Engelsche afge
vaardigde (Macdonald) gezegd„Het is een
lafheid als een socialistisch congres zich
tevreden stelt met niets zeggende frasen".
v
In de volgende maand zal een nieuw,
splinternieuw stelsel van opvoeding en
onderwijs ook een plaatsje komen vragen
in Nederland.
Het komt van de zijde der Theosofen,
heelemaal uit Galifornië.
Da wegbereidster voor dit nieuwe stelsel
heet mevr. Katharina Tingley en de naam
harer scholen wordt geheeten B&ja-Yoga-
scholen. De bedoeling van het onderwijs
op die scholen is, een volkomen, verstande
lijk, lichaamlijk en.geestelijk ovenwicht in
da menschelijke natuur te verkrijgen.
Volgens het Rfija-Yoga stelsel moet men
vroeg met het onderwijs beginnen. Da op
voeding begint in enkele gevallen al als het
kind 6 weken oud is, de onderwijzers trach
ten zoo vroeg mogelijk te beginnen, opdat
zij het kind niets behoeven af te leeren en
geen verkeerde gedachten behoeven uit te
roeien en ook opdat de voeding zuiver en
gezond zij.
In den beginne zien de jonge kinderen de
ouders of althans de moeder iederen.dag,
tot zij ouder worden, dan wordt van liever
lede de tijd verlengd, tot de ouders de kin
deren slechts eens per week zien.
To Point-Loma, waar de eerste en meest
georganiseerde Raja-Yoga school bestaat,
kom*n de kinderen 18 maanden oud reads
op school. Hun lessen bestaan alleen in het
gadeslaan der anderen. Op 3-jarigen leef
tijd gaan zo naar een hoogere klasse waar
ze een half uur per dag les krijgen. De
verst gevorderde klasse heeft slechts 3 uur
les per dag.
Een zeker aantal kinderen groepsgewijze
gevormd, staan onder toezicht van een
onderwijzer of onderwijzeres, die in alle
opzichten zorg voor hen draagt. Zij wonen
te zamen, slapen te zameD, en hebben alle
dingen in gemeenschappelijk bszit.
Toch is hei communisme geen denkbeeld
dat deze instelling beheerseht. Versohil
van stand wordt niet uifgewisehf, maar
men wenscht de kinderen zelfzucht, egois
me af (e leeren.
Het sohoolgeld dat de drie leerlingen
betalen is genoeg om er nog de opvoeding
van een vierden behoeftigen leerling van
te bekostigen. De gewone sohoolstraffen
kent men er niet. Er moet zijn een atmosfeer
van liefdevolle vriendelijkheid en onder
ling vertrouwen. Er bestaat een hechte
band van Sympathie tusschen onderwijzer
en leerling. De resultaten worden sis
buifengewone eunsiig voorgesteld.
Ongeveer 500 leerlingen gaan op de
Californisohe school en 200 volwassenen
hebben daar hun te huis. Ieder werkt om
niet. Alle kosten worden door enkele mil
lionaire betaald.
Het is een praelisohe toepassing van de
iöeeële leer der Theosofen.
Men wil een gemeenschap stiehfen, niet
saarugebonden door religieuse-banden.
Wadt men is verdraagzaam jegens alle
godsdiensten, maar men onderwijst er geen
enkele, bebalve die van liefde en onbaat
zuchtigheid.
't I3 niet voor de eerste keer dat deze
theoriën verkondigd worden.
Namen wisselen, maar dwalingen blij
ven. "Want er is ook in dit opzio'at niets
nieuws onder de zon.
Een onbegrijpelijk man.
Toen Stanley "op zijne laatste reis in
Afrika eens ïaet eenige hoofden van neger
stammen, die met hem bevriend waren,
zat te pratea, vroeg een der negers hem,
hoeveel vrouwen hij wel had. Stanley
zeide van niet ééae. Dat konden ze geen
van allen gelooven en lachend riepen zenit;
„Wat een baas van een leugenaar is die
blanke."
Vooruitgang.
Honderd jaar geleden waren er te Mua-
ehen, Beieren, slechts drie Protestanten,
die als zoodanig bekend stonden. Tegen-
w oor dig is het getal zoo groot dat vierkerk
gebouwen hen nauwelijks kunnen bevatten.
v Ezelinnen melk.
gjgHet gebruik der ezelinnenmelk, hetwelk
thans zoo algemeen in Europa is en meer
malen door de geneesheeren aan verzwakte
cf aamborstige personeu aanbevolen wordt,
werd in Frankrijk door een Jood inge
voerd, en wel op de volgende wijze. Frans
I gevoelde zich een tijd lang zeer zwak
en afgematde vermoeienissen des oorlogs
en zijn buitensporigheden hadden hem in
een kwijnenden toesland doen vervallen,
die met eiken dag verergerde. Geen der
veelvuldige, hem toegediende geneesmid
delen konden iels baten. Men sprak toen
den koning van een Jood te Konstanti-
nopel, die algemeen vermaard was om
zijne kunde in het genezen van deze soort
van ziekten. Frans I beval zijn gezant in
Turkije dezen israelietisohen geneesheer,
het kostte wat bet wilde, Daar Parijs te
doen komen. De geneesheer liet zich dan
ook werkelijk overhalen den koning zjjn
diensten te wijden en sehreef slechts
ezelinnenmelk voor. Dit zoete geneesmiddel
werkte zoo gunstig op den ongesteldeu
vorst, dat bij spoedig zijne gewone gezond
heid en vroolijkheid terug kwam, en al
de hovelingen van beide geslachten haast
ten zioh om 's konings voorbeeld op te
volgen.
Abraham Lincoln.
Da beroemde president Abraham Lincoln
zei eens tot iemand, door een van de Sena-
teurs tot hem gezonden, en die onder het
gesprek vloekte „Ik daoht dat de Sena-
teur mij een „gentleman" gezonden had.
Ik zie dat ik mij vergist heb. Daar is de
deur, en ik wensch u goeden dag."
Strijd tegen de ontucht.
Eau poos geleden werd er in eDkela
steden van ons land een krachtige strijd
gevoerd tegen wat men „vuilhacdel"
noemde, en van verschillende zijden werd
die strijd warm toegejuicht.
Hoe noodig die strijd is, blijkt 0. a. uit
een woord van ds. H. Pierson, dat hij in
het maandblad Getuigen en Redden sohreef.
Ds. P. besprak eerst een artikel uit een
Franseh blad, l' Auto dat in hartige taal op
kwam tegen de schaamtelooze uitstalling
van al wat vuil en gemeen is in Frankrijk.
Na dit artikel in hoofdzaak aan de lezers
te hebben voorgelegd, zegt de Nederlsnd-
sohe kampioen tegen de ontucht het vol
gende
Tot zoover de Auto. Konden wij maar
onze handen wasschen in de overtuiging, dat
wij in Nederland den Franschen tot voorbeeld
mogen dienen.
Helaas I Wij doen er dapper aan mede en
vragen vergeefs bescherming voor onze zonen
en voor onbevangen dochters.
Wanneer zullen wij diep genoeg gezonken
zijn, om allerwege in de groote zoowel als in
de kleine pers een kreet te hooren opgaan
tegen de pornografie
Wanneer
We zouden willen antwoordennu.
Want wat er in onze omgeving valt waar te
nemen is waarlijk genoeg om ons te ovei tui
gen van het verderf, dat ook hier door de
onzedelijke lectuur, vuile briefkaarten, lieder
lijke prentjes enz. is gebracht.
In een zeker soort, boekwinkels, sigaren
winkels, kapperswinkels, weten onze jonge
lieden, voorgelicht door gewetenlooze bedien
den, maar al te goed te verkrijgen, wal de
zinnen prikkelt en het gemoed bederft.
Daarop de aandacht te vestigen en daar
tegen in 't geweer te roepen allen, die het
wel meenen met ons volk, in steden zoowel
als op het platte land, is dure plicht.
Men lette op de lectuur die onze jongelin
gen en ook onze jonge dochters zich ter lezing
kiezen uit zoogenaamde openbare bibliotheken,
men ga na welke prentjes onze jongens ont
vangen in hunne pakjes cigaretten, men zie
nauwlettend toe op de «ansichten", die ze
onder elkaar verhandelen.
Vooral buitenlieden, die gedwongen zijn
hunne kinderen de inrichtingen van onderwijs
te laten bezoeken in de stad, houden nauw
lettend toezicht.
Men bespiede wat onze miliciens in de
kazernes opdoen en vandaar uitsoms verspreiden
in hunne eigen omgeving.
En men waarschuwe openlijk tegen degenen
die in de verspreiding" van zooveel vuil gewin
zoeken.
Ook wil de schrijver, dat het publieke
geweten dringe tot maatregelen van
Overheidswege tegen dit kwaad. Hij zegt
hieromtrent
De vorige regeering had te dezen opzichte
uitmuntende plannen en de Min. van Justitie
had een ontwerp tot beteugeling van dit kwaad
gereed.
Helaas de tegenwoordige regeering trok het
in, en de minister schijnt de zaak niet ernstig
genoeg te vinden.
Als nu ieder hier zijne taak volbrengt en
oplettend toezie, zal er zeer zeker groot kwaad
voorkomen worde en aan de zonde, die in de
donkerheid wandelt, veel terrein worden ont
nomen.
Wellicht kan Nederland dan spoedig aan de
andere landen ten voorbeeld gesteld worden
om maatregelen dienaangaande te nemen.
Daarom roepe de politieke stem krachtig
om overheidssteun, opdat de schande van 't
verderf van zoovele argelooze jeugdige zielen
van ons volk worde afgewend.
Niet luide genoeg kan die slem in heel
ons land klinken hij worde gehoord en
verstaan.
Blijft de regeering weigerachtig om
pogingen te doen, die dit ontzettende kwaad
beteugeieD, dan worde ten minste van par
ticuliere zijde al gedaan wat mogelijk is,
zegt de Standaard.
Een onzer oudste vrienden ea abonné's
verzocht ons onderstaand Manifest uit den
jare 1853 en sedert dien tyd in zijn bezit,
voor onze lezers af te drukken. In onzen
tyd van alcoöiisme en bes try ding daarvan
zeker niet misplaatst.
G0EDK00PE EN PUIKE JENEVER,
Brandewijn, Rum, Cognac, Punch
en Likeuren.
DOOD JKW COMP
Handelaars in gedistilleerd, in 't groot
en klein,
hebben de eer, langs dezen weg aan hunne
talrijke vrienden en begunstiger en het be
langstellend publek bekend te maken, dat
zij steeds voortgaan dronkaards, bankroe
tiers, bedelaars, twistzoekers, Godlaste
raars, krankzinnigen, weduwen en weezen
te vormen, alle op de billy kste voorwaarden
en in zeer korten tijd.
Zy betuigen hunnen oprechtsten dank
aan hunne ontelbare vaste klanten en aan
de veelbelovende matige drinkers dezer ge
meente, voer de steeds toenemende en on
baatzuchtige bescherming, aan hunne firma
betoond, en zij hopen dat de b'jval, Welken
DOOD EN COMP. zoo hier als in alle
andere steden, dorpen, gehuchten en wyken
van Nederland in bovengemelde artikelen
mogen ondervinden, het aantal dronkaards,
borrelasrs .en proevers zoo zeer zal doen
toenemen, dat voor sltyd het zwijgen worde
opgelegd aan alle voorstanders der Matig
heids-genootschappen en aan alle Afschaf-
fiogsvrienden, de bitterste vijanden en be
lagers van der ondergeteekenden gevestig-
den naam en alom geacht,en handel.
DOOD EN COMP. verzekeren het
geëerd publiek, dat de artikelen waarin zij
handelen, zijn het baste en aangenaamste
vergif, dat nrg nooit heeft gefaald, zoo
elechis volhard werd in de wijze van ge
bruik, door DOOD EN COMP. voorge
schreven.
Zy zyn het aan de wetgeving des lands
verschuldigd, dat de hiudel in deze arti
kelen op de voor kn en hunne agenten
meest voordeelige wyze kan gedreven wor
den, daar laatstbedm lien, naar ieders
smaak en gading, de kracht en zamenstel-
licg der sterke dranken kunnen wijzigen
(eigenlijk vervalschen), ja, geheel naar hun
goedvinden, za met onschadelijke (of scha
delijke) bestanddeelen vermengen. DOOD
EN Cie. drukken het hunnen agenten bij
zonder op het hart om aan deeerstebezoekers
van kroegen, herbergen, koffijbuizen of
sociëteiten niet dadelyk van de sterkste
proef te schenken, maar met water aange
lengde, om dan allengs op te klimmen dat