wachte succes van hun kwajongensstreek.
Zou het geen tijd wordeD, dat men tegen
het gratis-vuurwerk op deD openbaren weg
eens doeltreffende maatregeb n g'ng nemen.
Bij de heden te Rotterdam gehouden
verkiezing voor den Gemeenteraad (voor 2
vacatures in district I) zyn de volgende
randidaten gesteldde heeren Jhr F. v.
(Jitters (lib.), J. Boost v. Limburg (libH.
Diemer (a.rMr A. L N. van den Clooster
baron Sloet tot Everlo (kath.), J. L. van der
Voordon (vrijz -dem ),P. J.Helsdingen (soc-
dam.)enL M Hermans (soc.-dem
De uitslag van de gemeenteraadsver
kiezing te Zwolle, ter voorziening in de
vacatures ontstaan door hot niet-aannemen
van hunne benoeming door de heeren mr.
E. E. van Kotwich Verschuur, v.d. (district
I), en mr. H. van der Vegte, a r. (district II)
is als volgt: DistrictI- Uitgebracht 1243
geldige stemmen; hiervan verwierf J. Ad
miraal (v.d) 239, mr. H. de Bie Jr. (c. h)
559 en E. Bredewout (v. d.) 445 stemmen,
zoodat herstemming moet plaats hebben
tusschen de heeren mr. H. de Ble Jr. en E.
Bredewout. Distriet II. Uitgebracht 712
geldige stemmen, waarvau op dr. H. Fran
sen (a. r.) 359 en op den heer D van der
Hurk (1353 stemmen, zoodat gekozen is
de heer dr. H. Franssen.
Simulatie? In het militair hospitaal
te Assen wordt verpleegd en geobserveerd
een milicien van het garnizoen, die, waa
neer er geen veinzerij plaats heeft, plotse
ling zijn spraak heeft verloren. Reeda een
10-tal dagen wordt door verschillende mid
delen getracht hem, wanneer hij werkelyk
mocht simuleeren, door de mand to doen
vallen. Dit is tot nu toe niet kunnen ge
lukken. Op verschillende hem gestelde
vragen wordt door hoofdbewegingen geant
woord, zoodat kan worden aangenomen dat
het gehoor goed is. De meening, dat in
deze simulatie nietbuitengeslotenis,grondt
zich op de omstandigheid, dat hij reeds da
delijk na zyne inly ving hij werd eerst
dezer dagen na ontslag uit de gevangenisiu
werkelyken dienst gesteld ter consta
teering in het hospitaal moest worden op
genomen wegens voorgewend slecht ge
zichtsvermogen. Na een 4-tal dagen bleek,
dat hier geenonvoldoendgezichtsvermogen
bestond en inderdaad getracht moet zyn
door bedrogsreden vrystelliDg van den mi
litairen dienst te erlangen. Ast. Grt.
Moeiélijk. In een der couranten wordt
per advertentie gevraagd „iemand volko
men op de hoogte van de Chineosche taal'',
't Is nogal lastig daaraan te voldoeD, omdat
er geen Chineesche taal bestaat. Men zou
evengoed kunnen vragen iemand volkomen
op de hoogte met de Europeesche taal.
China heeft niet één, maar een groot aantal
verschillende talen.
Veeziekten. Te Haarlemmermeer
woedt het mond- en klauwzeer nog steeds
voort, zoodat in die uitgebreide gemeente
het besmette gedeelte reeds een verbazen-
den omvang heeft gekregOD.
Da bewaking is nu opgeheven, dooh de
landbouwers bij wie de ziekte heersoht,
hebben van den burgemeester voorschriften
ontvangen, waarnaar zij te handelen heb
ben Bij den landbouwer S. heeft de ziekte
zich medegedeeld aan een groote koppel
jonge varkens, die vermoedelijk daarvan
niet zullen herstellen, wijl verscheidene
in hevige mate aangetast zijn.
Overigens is de ziekte tot heden nogal
niet kwaadaardig en heeft zij een gunstig
beloop.
In de gemeente llpendam en Lands
meer breidt het mond-en klauwzeer zich
snel uit. De ziekte heersoht daar thans
epidemisch, zoodat bijna elke kavel land
van een waarschuwingsbord is voorzien.
De bewaking van de besmette hoeven of
landerijen is thans opgeheven.
Te Buiksloot is deze week bij een
veehou ier genoemde ziekte voor het eerst
geconstateerd.
Een tweede moeder. Gistermiddag
moest de hulp van de politie te IJmuiden
worden ingeroepon om het gezin en het
huis van den beambte M. tegen het publiek
te beveiligen.
Men wist n.!., dat diens vrouw, die aan
drankzucht lijdt, haar stiefkinderen gruwe
lijk mishandelde, en inzonderheid een zieke
lijk, teer meisje. Toen verteld werd, dat
het kind sinds drie weken onverzorgd op
den zolder was opgesloten, begon men het
huis te steenigen. Ofichoon ook hier de
geruehten overdreven bleken, is toch de
behandeling van zulk 'n moeder wel reden
om te overwegeD, dat stumpenje aan haar
leiding te onttrekken.
Isalberti als menschenredder. Isalberti,
de beroemde tenor, die verleden Zater
dag iü den tuin van 't Coneertgebouw de
Amsterdammers weer van zijn kunst heeft
laten genieten, heeft naar iemand uit
zijn naaste omgeving mededeelde een
mensehenleven gered.
Hij was uitgenoodigd bij eene adellijke
familie te komen zingen, in een Geldersch
plaatsje. En de hooge gast werd per auto
van den trein gebaald. Daar gebeurde
eohter bij eene kromming van den weg
een ongeva'. Een jongen, die voor de auto
plots wilde uitwijken, viel in 't water.
Dadelijk stond het voertuig stil en vóór
men eigenlijk wist wat er gebeurde, was
Isalberti in het water gesprongen om den
knaap te redden. Wat hem ook gelukt is.
Dieuzelfden avond heeft hij nsar men
verder meedeelt prachtig gezongen.
En zijn heldendaad heeft voor den tenor
gelukkig geen nadeelige gevolgen gehad.
Afschaffing van nachtarbeid. De bak
kers te Heerenveen hebben den nacht
arbeid van Zaterdag op Zondag afgeschaft,
zoodat des Zondags geen versoh brood te
verkrijgen is. Geen enkele afnemer toont
zich daarover ontevreden.
Ia de gisteren te Groningen ge
houden vergadering van den Ned. Bond
van horlogemakers werd rapport uitge
bracht door de oommissie belast met het
beoordeelen der antwoorden op de uitge
schreven prijsvraag: «welke middelen
kunnen aangewend worden om de maat
schappelijke positie van den horlogemaker-
winkelier te verbeferen". De oommissie
rapporteerde bij monde van den heer Prins
van Apeldoorn dat de resultaten niet
schitterend zijn te noemen. Van de vijf
ingekomen antwoorden waren vier geen
bekroning waardig. De vijfde inzending
onder het motto «Ton Arbe" kon een
tweede prijs, een som iD geld en een diploma
worden toegekend. Bij opening van het
naambriefje bleek de inzender te zijn de
heer Frans Keulemans te Middelburg.
De vrijmetselarij en de politiek. Bij
de laatste raadsverkiezing te Winschoten
toen het stond tussohen twee vrijzinnigen,
Robertus (vrjjz.-dem.) en Kwant (lib.), is,
naar L. en V. naeededeelt, het volgende
strooibiljet verspreid
„Kiezers! Nog is het tijd een dreigend
gevaar te keereu Reeds jaren vermoed,
staat het nu vlak vóór de deur. Er bestaan
geheime genootschappen, in beginsel goed,
die herhaaldelijk goed kuDnen doen, maar
verkeerd weiken, zoodra persoonlijke eer
zucht haar invloed doet gelden. Er zijn
te Winschoten leden van zulk genoolsehap,
die sedert jaren door alle kringen van ons
maatschappelijk leven grijparmen naar
invloed, macht en aanzien. Roberlus, can-
didaat voor den Raad, is lid van zoo'n
genootschap. Niet tegen zijn persoon is de
strijd, maar tegen het genootschap, welks
geheimzinnig werkeD wij vreezen. Wordt
Robertus gekozen, dan behoort daartoe
schier de meerderheid iu den Raad. Kwant,
ook van dit gevaar overtuigd, heeft zich
ten slotte alleen daarom opnieuw voor een
eandidatuur beschikbaar gesteld. Reeds den
vorigen keer bijDa gekozeö, is hij nu de
aangewezen man. Kiezers, als ge niet wilt
gaan onder het juk van geheimzinnigen
dwang maar wilt blijven leven in het licht
der openbaarheid, stemt Woensdag dan op
onzen oandidaat E. Kwant. Het oomilé".
Een merkwaardig vonnis. Eenigen
lijd geleden is van socialistische zijde een
campagne gevoerd tegen een Fransoh
geestelijke, abbé Santol, die zich vooral
beijverde voor jongelui geschiklen arbeid
te vindeD. Ook in Maastricht had de abbé
eenige knapen onder zijn toezicht en leiding
en 'twerd voorgesteld alsof de jongens wer
den gevangengehoudenen«uitgebuit"op een
afschuwelijke manier. Een vieugdekreet
ging er op toen men vernam dat de abbé in
Frankrijk veroordeeld was tol 6 maanden
gevangenisstraf onder beschuldiging dat hij
teD eigen bate aan gegadigden goedkoope
werkkrachten leverde met bedriegelijke
middeleD, en dat zijn werkzaamheden verre
van een liefdadige strekking hadden. Men
heeft te vroeg gejuicht. De 9e Kamer der
Parijsohe rechtbank heeft deze week in
hooger beroep uitspraak gedaan, en heeft
den directeur van het «Oeuvre familial de
'Placement" ontslagen van rechtvervolging.
Het vonn'S constateert, dat de gebruik
making van een valseh oertilicaat vaslstaat
in één geval wat dan ook niet door be
klaagde wordt ontkend (het gold eenjongen
waarmede de moeder geen raad meer wist,
en die op deze wijze nog geholpen werd)
wel ontkende Santol medeplichtig te zijn
aan de gebruikmaking van een tweede
certificaat voor een ander dan deDgenevoor
wien het bestemd was. Art. 161 van den
Code Penal stelt echter alleen demaferieele
vervalsohing stralbaar en niet de gebruik
making van een certificaat dat voor een
ander bestemd is Er is dus, zegt het vonnis,
een leemte in de wet, waardoor de bestraf
fing van het bedriegelijk gebruikmaken
vau een dergelijk stuk niet mogelijk is.
Bovendien liet de rechtbank geldendeover
weging dat belangrijke getuigenissen de
honorabiliteit van den abbé Santol, dienstot
in 't onvoorzichtige gedreven ijver, zijn op
rechtheid en zijn belangeloosheid hebben
bevestigd. Zulk een uitspraak van een
Fransoh rechts-oollege over een Roomsch
geestelijke spreekt boekdeelen ter weer
legging van den ook in ons land ver
spreiden laster 1 (Eed.)
Waarom men de bandweer op schelt t
Als oorzaken van het alarmeeren der
brandweer noemt het Amsterdamsohe ge
meenteverslag o. m.
Verwijderen van een vrouw, die een
toeval had gekregen, uit een dakgoot
schreeuwen van een kind, dat gevallen
was
angstgeschreeuw bij het zien van een
rat
rookende schoorsteen
zien van brandend papier, strooi, vuil-
Dis enz
lekkage aan den schoorsteen
verwijderen van bij storm losgeraakte
voorwerpen aan gebouwen
vechtpartij of iwist
springen van een hoofdbuie der Ge-
meentewaterleiding
zien vallen van een man van een schoor
steen
brandgeroep van een in overspannen
toestand verkoerend persoon
omvallen van een bouwsohutüng door
den wind
het omslaan vsn een zolderschuit;
te water geraken van twee personen
onder water loopen van een kelder
zien werpen van brandende fuoifers in
een particuliere brievenbus
zien van een magnesiumlicht in een
photographisch atelier
uit den schoorsteen vallen ven een ka
chelpijp;
instorten van et n betonvloer.
Straat-dichterljke taal. Hoog boven
de ambtelijke taal die toch al zoo hoog
is, vooral wanneer ze van regeeringswege
gesproken wordt staat de taal der
diehters. Maar er is ook een diohterlijke
taal, die vaak een glimlach om de lippen
roept. Dat is die van de straat-diehters.
Tooh kan men dezen niet ontzeggen, dat
zij vaak zingen tengei olge van innerlijken
diaog. Zij zingen soms, omdat hun hart
vol is. Zij moeten zingen. En daar zij
niet altijd beschikken over de uoodige
wetenschappelijke kennis, die hen de taal
doel beheerschen, is het in woorden ge
brachte lied wel eens rijk aan ongedachte
verrassingen.
In de Haart. Ct. maakt «Valerius" een
onderscheid tusschen straatdiohters en ge
legenheidsdichters. Een dier dichters noemt
hij bij naamW. Bertram. Deze, de
dichter van het straatlied, is door den
droeven dood der vier knaapjes te IJmui
den gedreven tot diohten, zegt hij. Ver
beeldingskracht, stoute en ongehoorde
wendingen zijn niet buiten spel gebleven
bij zijn klaagzang: «Het noodlot te IJmui
den, waarbij vier weeskinderen het leven
verloren". Als de straatzangers het op den
Nieuwendijk zingen, staan hoopea volks
te luisteren en wordt het lied grif ver
kocht. De dichter vangt met groote ver
beeldingskracht en onbekende woordkop
pelingen echt in den volkstoon zijn lied aan:
Ziet gij daar ginds, het volk zich samen-
[snellen,
Het loopt in groepen op de haven aan,
Men roept om hulp, men hoort de noodklok
[bellen,
Een tal van kinderen zullen daar vergaan, enz.
Het gedicht bestaat uit drie coupletten.
In het twee.de wordt het droef geval bezon
gen. Het heet daar, van de weeskinderen
>Zij zouden voor pleizier eens uit gaan stoomen
Van Amsterdam al naar IJmuiden heen,
Men hoopte dat zij weder zouden komen,
Maar och, helaas, er kwam slechts diep
[geween.
Zij gingen nu de pieren eens bewand'len
En dachten aan geen ongeluk om hun heen,
Een stortzee die de pieren kwam aanranden,
Verjoeg de kind'ren nu opeens uiteen.
Het slotoouplet bezingt den treurigen
dood der kinderen, met regels tot troost
aan het einde.
Zulk een droef lied slaat steeds aan. De
reeks der straat- en volksliedjes, die het
best van de hand gaan zijn immer de
treurige, en de droefainoureuse. Een deel
van het volk houdt van het weemoedige
en koopt gaarne bij een koopman van
een boekenstalletje liederen en gedichten,
alsDe ledige stoel, Er waren twee
koningskinderen, Lieve schipper vaar
mij over, Colijn, een brave boerenzoon,
Het sterfbed in de hut, De zieke
jongeling, enz.
Voor schipbreuk.
«Promotor", weekblad, gewijd aan de
belangen van de zee-, Rijn- en binnenvaart,
enz. schrijft
«In verband met 't benoemen der com
missie, onder voorzitterschap van Z. K. II.
Prins Hendïik, naar aanleiding der ramp
van de «Berlin'' en ten doel hebbende
herzienining van het reddingsweze.D, als
mede het nemen van de meest doeltref
fende maatregelen, ten einde het verlies
van menBehenlevens bij of tengevolge van
stranding zooveel mogelijk te voorkomen
of te beperken, haasten we ons een uit
vinding bekend te maken van de heeren
Fr. Bredsiorff, waarmede op de reê van
Flensburg proef is genomen.
De uitvinding baseert op het onaan
tastbare beginsel dat aan boord van het
in nood verkeerende schip geen oogen-
blik radeloosheid mag heersehen, omtrent
hetgeen voor of tijdens de stranding, in
afwaohtiDg van de opdagende hulp of
pogingen tot redding, voor de opvarenden
te doen staat.
Hierin voorziet op enkele onderdeelen
na zoo niet volmaakt, dan tooh de door
den heer Fr. Bredsdorff uitgevonden red
dingsboei.
Deze brengt, vsn boord te water gelaten
of geworpen, in den korst mogelijken tijd
eene verbieding tot stand met het strand,
doordien zij eene dunne lijn overbrengt
aan welker eind een stevige tros be
vestigd is. De proefhoei is vervaardigd
van blik, plm. 80 e M. lang, bootvormmg
geballast, waardoor zij, indien ze omslaat,
dadelijk weder in haar goeden eland te
rugkeert. Zij heeft een vast roer, mast,
zeil en klok (bel), en lieht- en grijpringeu
haar diepgang is zeer gering en de zwaarte
plm. 12 Hg.; de waterdichte sluiting is
aan den bovenkant van eene opening
voorzien, waarin scheepspapieren, enz. ge
borgen kunnen worden.
Niet alleen bij stranding, doch ook bij
ongelukken op hooge zee is dit instrument
van onschatbare waarde, daar dit eea
veilig contaetmiddel tusschen hulpbehoe
vende en hulpverleenende vaartuigen is
en bovendien is de kostprijs zoo gering
dat do aanschaffing daarvan gerust ver
plichtend mag gesteld worden."
Van een sukkelend paard en een dron
ken student. «Henksie" schrijft:
Het is enkele weken geledeD, en het is
waar gebeurd. De gewone kalme rustige-
late-nazomerraiddag-rust in de omgeving
der Laan-van-Nieuw-Oost-Indië te 's-Gra-
venhage werd verstoord.
Het was een re'lefje, een relletje zooals
veel relletjes. Het ging om een paard, een
paard sukkelde erbarmelijk om vooruit te
krijgen een wagen om dien wagen, ook
om het paard raen'-ehen en nog eens
meusehen, die keken, redeneerden, zan k-
ten, kletsteD, hekelden, mierden, tobden
De koetsier had 't land, de koetsier trok
eens aan de teugels, de koetsier sprak het
paard eens bemoedigend toe, de koetsier
deed meer pogingen om het paard te be
wegen voort te gaan het paard schudde
eens met z'n kop, het paard sloeg eens
met z'n staart, het paard trapte 's, het paard
deed meer pogingen om te kennen te
geven dat ie niet wou. Het was zoo steeds
een getob met het paard, de mensehen-
massa groeide aan, toen ineens kwam door
de mensohen heen een student die een
beetje te druk gebitterd had; studentgirg
naar het paard, ging vlak voor het paard
slaan, beweerde toen, dat het paard niet
loopen kon, koetsier nog meer 't land dal
iedereen zich met z'n paard bemoeide en
verzocht (zich toch nog kalm houdend)
om van 't paard af te blijven.
De student stoorde zich aan niets, ne
geerde de heele bende, bleef lauw bij het
paard staan en keek de boel eens aan.
Over het algemeen was men het erover
eens, dat mijnheer zich niet met het paard
te bemoeien had en toen hij beweerde lid
van de dierenbescherming te zijn,
schreeuwde men van alle kanten om be
wijzen diverse loopjongens en knechten
van diverse winkels hadden lol, een rus
tige vent stond op tabak te kouwen en
schudde z'n hoofd eens, een late slagers
jongen zat op z'n mand de boel rustig op
te nemen, een knecht van Peek Clop-
penburg met een driewieler, die dat ding
overal doorsjouwde, die bovendien z'n tijd
te verhabbeiakken stond, bromde als een
beer, een hoogst eigenwijs man met een
brutaal eigenwijs pijpje beweerde tegen
een ander die volstrekt niet luisterde dat
ie van de tegenwoordige wereld niels be
greep, dat me daar zoo'n heertje zioh be
moeide met zoo'n paard.
De koetsier die eerst kalm was gebleven
die gehoopt had met bedaard praten, met
bedaard verzoeken alles weer in orde te
krijgen, was langzamerhand driftig ge
worden, had een rooien kop, beet nijdig
op z'n pruitn, sloeg met z'n zweep scheen
ook op aanraden vaa diverse knechten uit
diverse winkels er in toegestemd te hebben
om den student van z'n wagen te slaan
wanneer hij weer aan z'n paard kwam.
Het paard en de wagen waren zoo enkele
meters opgeschoten.
De mensohen liepen hst stel maar na,
de knecht van Peek Oloppenburg kwam
ook langzamerhand met z'n opinies te voor
schijn, ook ik, schrijver van dit geval, die
zich met alles bemoeit, die drukte heeft
voor zes, die altoos bij relletjes of ge-
vechtjes haantje de voorsle is, ook ik was
hier weer haantje de voorste. Ook was ik
erg blij dat er is wat voorviel in de nooit
verstoorde rust vaa de Laan-van Niéuw-
Oost. Indië-omgeving.
Toen kwam de reactiehet geklets, het
gekakel van nrenschen had opgehouden,
de koetsier was uit z'n wagen gesprongen
toen de student voor de zooveelsle maal
het paard bij z'n kop nam.
De student zoog al vechtend lauw op een
«gele rus", trappelde wat rond met deu
koetsier, bonsde tegen de ruit van den
winkel der Haagsohe broodfabriek waar
voor de bakker groote kerel, waarachter
ik heel wat kracht zoeht te beven stond,
smeet hem eindelijk tegen de vlaktede
eigenwijze man met brutaal eigenwijze
pijp, had rocdgeloopen als een idioot, de
slagersjongen had rustig zitten lachen, de
man met de fiets ik bedoel de knecht
van Peek bromde driemaal zoo hard.
Groote vent, knul met sjappet, die bar
op vechten verlustigd scheen, die z'n jasje
al een kwartier dichtgeknoopt had, hielp
natuurlijk den koetsier, stond met gebaren
van oerkracht te zwaaieD met z'n armen
en gooide den student een eind van den
koetsier af.
De student ging weg, beweerde zoo kalm
te zijn als kip, langzamerhand gingen toen
de mensohen uit elkaar, ook de knecht van
Peek besteeg z'n machine. Da koetsier be
weerde nog grappig op rijm, dat het alle
maal kuren waren van het paard en dat het
paard meer kuren had aan z'n staart.
Wij boomden nog lang over het lolletje,
dat er is was voorgevallen. Paard en wagen
sukkelden in de verte.
Overtreding van de kieswet.
De ambtenaar van het openbaar mini
sterie bij het kantongerecht te Enschedé
eisehte tegen het gemeenteraadslid van
Lonneker, den heer J. H. T., die bij de
herstemming ter verkiezing van leden voor
den gemeenteraad 16 minuien te laat
kwam op de zitling van het hoofdstem-
bureau, een boete van f5 of hechtenis
van 3 dageD, wegens overtreding van art.
155 der kieswet.
Eveneens werd een boete geëisoht tegen
eenige fabrikanten te Enschedé, die op
den dag der herstemming voor den ge
meenteraad van Lonneker in hun fabrieken
geen lijst hadden opgehangen, vermelden
de de uren, waarop gelegenheid werd
gegeven om te stemmen,
Avonturier. Op last van den com
missaris van politie te Harlingen is Hon
derdag naar Leeuwarden overgebracht en
ter beschikking van de justitie gesteld een
15-jarig jongmensch, die Woensdagavond
te ruim elf uur zich op een der te Harlingen
passeerende stoombooten van Leeuwarden
naar Amsterdam bevond, en het medelijden
van den kapitein der boot had opgewekt
door een onwaar verhaal. Door de politie te
Harlingen in verhoor genomeD, bleek 't een
bakkersknechtje te zijn uit een der dorpen
van Friesland, en heimelijk op avontuur te
zijn uitgetrokken met medeneming van
eenig geld, dat hy voor 2yn patroon had
ontvangeD, en een ry wiel, dat hy had ge
huurd De jongeling was op weg naar Zaan
dam, waar hy een plaats zou zoeken op oen
koekfabriek. (Lu\ Ct.)
Een adres aan de Tweede Kamer.
Door het hoofdbestuur der Unie van
Cbr. Onderwijzers en Onderwijzeressen in
Nederland is aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal een adres gezonden, waar
in wordt verzocht in bet ontwerp tot
wijziging van de wet op het lager onder
wijs zoodanige verandeiiugen te helpen
brengen, dat a het aanvangsminimum
verhoogd worde, b. de salarissen zoodanig
worden geregeld, dat de verschillende
verhoogiogen, bedoeld bij art. 26 eerste
lid, sub. 2, grooter worden en het wette
lijk maximum spoediger worde bereikt;
c. voor alle hoofdonderwijzers, bedoeld bij
art. 26 lid 1, sub 3, f200 worde toege
kend d. voor alle onderwijzers, die ge
acht worden aan het hoofd vaneengezffi
tc slaan, f 100 voor woninghuur worde
toegekend, ten laste van het Rijkje, een
extra-subsidie worde uitgekeerd voor die
onderwijzeressen, die buiten de schooluren
onderwijs geven in het vak bedoeld onder
letter k in art. 2 der wet.
De Duitsche socialisten. Onder de voor
stellen, welke de Berlijnsche socialisten
zullen doen aan het nationale socialisten
congres te Essen, verdienen deze beide
wellicht vermelding De eerste betreft het
ontnemen aan de „Vörwarts van het voor
recht, 't nationale orgaan der party te zijn.
Volgens deze motie zou het blad eenvoudig
eigendom wordeu van de Bsrlynsche socia
listen. Hot tweede voorstel is merkwaar
diger. Het wenscht den socialistischen
bladen te verbieden, doodsberichten op te
nemen. Volgens de voorstellende „Genos
sen" zijn dergelijke berichten van te bour-
geois-achtigen aard.
Te Landau is een Fransch jongmensch,
pas tosgelaten tot de militaire school van
St. Cyr, gevangen genomen, terwijl hy be
zig was oen battery te fotografeeren. De
Libertó geeft, naar aanleiding van dit be
richt, de volgende toelichting „Het is niet
juist, dat een leerling van St. Cyr voor ver
spieding i3 gevangen genomen waar is dat
de gevangen genomen jonge man een toe
komstig leerliDg van St. Cyr is. De feiten,
die hem door de Duitsche overheid ten
laste gelegd worden, zyn sterk overdreven.
Men heeft op hem Diets anders gevonden
dan onbelangrijke fotografiën van dorpen.
De joDgeman wordt te Leipzig gevaDgen
gehouden".
Vlaamsche humor.
Dorre Looten was naar Ryssel gegaan
en hij was nog geene halve ure in de stad,
of hij was vriend met eenen onbekenden
Franschman, den beleefdsten, den gedien
stigsten en den hertelyksten mensch van
dG wereld. Die vriendschap ging zoo verre
en was zoo welgemeend, dat Dorre getrac-
teerd werd in Pietje Parijs 'k wil zeggen
in Petit Paris mot al wat zyn hertje
lustte. Gij kunt peinzen dat Dorre, die er
van zyn eigen niet in spoog, daar een lek-
kingske deed. Ja maar, als zy daar veel
gelekt en gebekt hadden, Dorre's vriend
nioet consuis eene commissie gaan doen,
maar die Diet weer keerde was die vriend.
Dorre, die daar in 't eerste niet op lette,
werd op bet einde oDgerust en mistrouwig.
Bazin, zei hy, mijn vriend komt niet
weer, wie moet er bier het gelag betalen
't Is gij, vriendschap, zei de baziu al
lachend, men noemt dat hier un tour de
Fran 9 ais.
Ja, zei Dorre, 'kbsn blijde van dien
tour aan zulk 'n genadig pryzeke te leeren,
en 'k zal er bovendien nog een pimjeop
drinken.
De bezin pakt Dorre's glas en gaat er
mee naar den keldermaar zy was nog
geen vyf trappen diep, of Dorre trekt de
kelderdeur in slot.
Madame, riep hy, gezondheid en geëu
avond, en als ge 't niet en weet, men noemt
dat bij ons un tour de Flamand.
Een onaangename ontmoeting. Op het
station te Interlaken was Maandag een
reiziger zoekende naar een plaats iu den
trein naar Bern. Hij had een plaats-kaartje
tweede klasse.
«Vooraan is nog plaats," riep de con
ducteur.
De reiziger vond het echter onnoodig nog
verder te gaan en stapte een coupé eerste
klasse binnen. Een medereiziger Btapt hein
in den w§g'.
«Er zijn nog plaatsen open ia de tweede
klasse. Heeft u niet gehoord, dat de con
ducteur het zeide f
„Wat gaat u dat aan? Laat mij door
„Neen, u komt hier niet door."
„Dat zullen we zien. Weet u met wien
u te doen heeft? Ik ben de onderchef vau
't station le X".
„En ik ben Z., Directeur-generaal der
Maatschappij."
De souschef was plotseling verdwenen.
Een ontsnapte leeuw bracht groote
opschudding teweeg op het kermisveld te
Brussel. De knechts uit eea menagerie
hadden de kooien schoon gemaakt en die
van een der leeuwen niet goed gesloten.
Even later zagen zij t >t hun ontsteltenis,
dat de leeuw vrjj door de menagerie wan-