NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 261. 1907. Woensdag 7 Augustus 21e jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH Verleden en Meden» VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE VERWEST. te F. P. D'HUU, te Middelburg. Goes PRIJS DER ADVERTENTIËN Snippers uit de oude doos. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25, Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA m VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 218) TÏTXILLSTOïr. DOOR S C A L DIS. De beide Souburgen. I. Thans willen wij eene der mooiste streken van Walcheren bezoeken, de tus- sehen Middelburg en VUssmgen gelegen beide Souburgen, en nemen daartoe onzen weg van uit de hoofdstad. Wanneer wij aan dit plan gevolg hadden willen geven vóór dat spoor en kanaal aanwezig waren, dan zouden wij, om den straatweg te bereiken, die over O.-Souburg naar Vlissingen leidt, onze schreden hebben moetenrichtenover't Vlissingsch Wagenplein naar de oude poort. Volgen wij nu dien weg dan zien wij de poort verdwenen en zouden wij tegen het kanaal afstuiten. Neen, een anderen koers moeten wij uit; onze weg leidt nu den kant van 't station uit; door eene nieuwe wijk met moderne huizen, de kanaalbrug over en voorts door eene opening in den dijk. Dan komen wij een stuksken van deu ouden buiten singel over, en als wij nu eene kleine boóht maken, dan zijn wij op den Vlis- singschen weg, tussohen bosohjes en op gaande iepenboomen. Die oude weg was eertijds zeer vermaard. De landstreek waardoor hij leidde, gold voor de Walchersche lustwarande bij uit nemendheid. Door het druk verkeer over dezen weg, werd hij, vanaf Vlissingen tot den grooten Abeele, in 1540 bestraat vermoedelijk wel de oudste straatweg in Zeeland en voor het overige tot Middel burg tussohen 1643 en 1647. De opgaaf van den spoordienst komt in dit nommer voor op de ge bruikelijke plaats. Wij zuilen haar voortaan eiken Dinsdag opnemen. ln 'tVerleden ligt hst Heden; in'tNu wat worden zal. Zoo zong Ten Kate. En het is ook in onze Landsgeschiedenis, en in de geschiedenis onzer party in engeren zin bewezen. Van ouds hebben er in ons land standen bestaan. De poging om het standverschil weg te doezelen, heeft telkens weer schip breuk geleden. En dit kan ook niet anders. Slechts bij nomaden-volken geldt het „allen gelijk", niet in een georganiseerde natie. Het is een toestand van God gewild, dat inde maatschappij de grootste ongelijksoor tigheid bestaat, gelijk men die in 't rijk der natuur reeds waarneemt, waar zelfs geen enkel blad precies op het andere gelijkt. Dat verschil in stand laat zich in de Kerk des Heeren niet zoo gevoelen als in de bur gerlijke maatschappij, omdat dia Kerk op de eeuwigheid is aangelegd, waarin ook nog wel verschil zal bestaan doch waarin ieder schepsel, hij zy groot of klein, volmaakt van hetgeen hem gegeven is, zal genieten. De poging om het standverschil in onze maatschappij te verkleinen is al even zon dig revolutionair als het streven om het te vergrooten. Beide heeft plaats, al naar mate men het beziet van het standpunt van den nydof van het standpunt van het egoïsme. Het is de nijd die vraagtwaarom moet hij zooveel hooger staan dau ik Het is het egoïsme dat zich steeds hooger dan geoorloofd is boven den minder bedeelde plaatst of erger nog wat beneden zich is, tracht te drukken, teneinde zelf in eigenwaan hoog te staan. Tegen deze beide is gekeerd het stand punt van het Christelijk geloof, dal op maatschappelijk gebied het verschil in stand aanvaardt, het niet grooter maakt dan noodig is en tevens de eenheid in Christus tussohen hooger en lager staanden poneert. Dit alleszins gewenschte standpunt is in ons land niet altijd behouden. Vooral de hoogst geplaatsten hebben in dien zin de minderen in stand maar al te vaak droef teleurgesteld. In 't glorietijdperk onzer geschiedenis vinden wij Willem van Oranje, door Mar- nix van St. Aldegonde tot den einde ge steund, zich stellen aaa de spilse der „kleine luyden"; doch ook vele andere aanzienlijken zich in onverschilligheid van dat volk afwenden. Teen reeds vormde zich de regentenpartij, wier invloed reeds onder Maurits zulke afmetingen verkregen had dat zij zioh tegen Oranje en de kleyne luyden stelde onder leiding van den Lands Advocaateen strijd dia met de nederlaag der partij en den dood vau Oldenbarnevelt eindigde. Doch niet lang daarna zien wy de Mode raten weer het hoofd opsteken, de klove steeds dieper gapen, de vroedschappen steeds meer op het hooge voetstuk plaats nemen. En. toen ten slotte de laatsto stad houder van onze erve gebannen werd, en de Fransche „gelijkheid" haar beslag kreeg, stond het verdrukte volk hulpeloos alleen. Tot Bilderdyk kwam, om, zij het ook tevergeefs, de hoogere standen tot de eer biediging van den Koning der Koningen op te roepen. Na hem stond Da Costa op, en kwam de gezegende op waking als de Réveil bekend, welke vooral de hoogere standen aangreep, waarop de verbroedering tusschen rijk en arm een ongekenden bloei verkreeg. Doch niet Da Costa was de man om deze verbroedering als vrucht van den Réveil te bestendigen door organisatie. Die taak was voor Groen van Prinsterer weggelegd. Tot in zijn dagen ging de christelijke politieke aetie slechts uit van de aanzien lijken en bleef het volk er geheel buiten. Zelfs in de Tweede Kamer bestond een oogenblik het resultaat van deze actie bijna enkel uit millionaire. Maar bij, die zelf tot de hoogaanzienlijken en schatrijken behoorde, doorzag, dat men niet duurzaam op deze kleine groep in de Om de kosten van den laatsten aanleg te dekken werd den 6 Juni 1642 besloten dat door beide stedeD, elk voor de helft zouden worden verkochtlijfrenten tot last van de steden tegen den penning X, mits iedere wagen, den weg gebruikende, zou betalen drie grooten (7'/2 cent). Ook was, in 1540, aangelegd het thans nog bestaande voetpad vau den Abeele naar W.-Souburg, door het ophoogen van den grond met de aarde uit-de terwederzijdea uitgedolven slooten en het aanbrengen van het benoodigde zand, waarvoor, uit gelden, opgeschoten door Walcheren en de vijf Ambachten, betaald is 110 Pd. Vis. v Voor de vruchtbaarheid van den bodem hier getuigen niet alleen het dichte hout van het buitenverblijf Welgelegen en de prachtige bootnen van de Farel, maar ook de malsehe weilanden, 't Verwondert ons daarom niet, dat de rijke burgers der hoofd stad hier gaarne hunne buitens stichtten en hunne lusthoven aanlegden. In later tijden gaven eehter de gemakkelijker reis- gelegenheden aanleiding om verder van huis den zomer door te breDgen, 't welk krachtig medewerkte om het aantal Buitens aanmerkelijk te verminderen. 'tls ook vrij wat stiller op dezen weg gewordeD, sinds spoor en kanaal de beide naburige steden verbonden. Kalm en rustig is de straatweg nu. Toch heeft hij nog geenszins al z'n aantrekkelijkheid verloren. Nu wij in de buurt van den Abeele zijn gekomen, zien wij dat dit altijd nog een vriendelijk plekje bleef, al bracht de loop der tijden veel verandering. Wij kunnen daarom niet nalaten, hier een rustig zitje te nemen, een poosje van het prachtige natuurschoon te genieteD, en meteen een blik in bet verleden te slaan, om te zien hoe het hier in vroeger dagen wel uitzag. hoogere standen drijven kon. Groen van Prinsterer was man der historie. Niet voor niets had hij het Archief der Oranjes door- ploeterd. En door dat archief was hem het geheim ontdekt, hoe een eenigszins duurzame en beteekenende triomf van de „issns de Calvin" alleen mogelijk was, zoo de Christenen in do hoogere s'anden zich als de natuurlijke hoofden aan de luyden van kleine middelen aanboden. Die kleine luyden vermochten niets zon der hen, maar ook zij niets zonder die kleine luyden. Elk leger hoeft officieven noodigmaar ook officieren vinden alleen in het leger hun bestaansreden. Vandaar zijn tweeërlei poging. Eenerzijds, om het volk in de lagere klasse in actie te brengenen door een generale stichting als „Christelijk Natio naal" aan dat volk een zegen te brengen, waarvan bij de stembus de vrucht zou uitbotten. En anderzijds een poging, om een oorps officieren te vormen, door zijn lezingen die het Ongeloof en de Revolutie bestreden, en voorts door zijn rusteloos voortgaande gedachten ontleding, in de Nederlander eerst, toen in vlugschrift en in parlemen tair debat, en ten slotte in zijn Nederland- sclie Gedachten. In dit alles lag een stelsel, waarvoor de les der wijsheid uit de historie was geput, maar dat helaas, wel bij het volle, dooh min der bij onze aanzienlijken weerklank vond. Dezen begrepen deu „veldheer zonder leger" niet, werkten zyn plannen tegen, en zonken al meer in het slechtste conserva tisme, van het liberalisme den wegbereider, terug. Toen in 1871 sneed Groen van Prinsterer met hen den band door, en riep alle kiezers op om bij de stemming voor de Tweede Kamer hun stembiljet alleen in te vullen met Keuchenius, een broodeloos ge- maakten Indiechen advocaat, v. Otterloo, een openbaar onderwijzer en Kuyper een pas gepromoveerd predikant. Drie onaan- zienlijken, doch wier daden zoo pas open baar geworden, pleitten voor hetgeen de kleyne luyden, het christenvolk in engeren zin van hen te wachten hadden. Eerstge- De naam dezer buurt, thans onderschei den in den grooten en kleinen Abeele, is oud en van beteekenis.. Hij stamt kennelijk af van het nu verouderde woord Abel, d. i. geschikt, bekwaam Den Abeele (het habiele of goed bewoonbare) schijnt dus de eigenlijke Daam der gronden te zijn geweest op welke, meer zuidelijk da Sou- of Zubburg werd op getrokken, die weldra meer bekend werd. Vergeten werd evenwel de oude naam nooit geheel en al, ja hij werd zelfs altijd nevens Souburg genoemd, sedert een af stammeling uit het Henegouwsch geslacht van Hameide met do Graven uit dat gewest herwaarts gekomen, te dezer plaatse een bijzondere bezitting ontvangen en zich op dezelve een slot gebouwd had. Dit slot droeg den naam van het Huis den Abeele, sedert lang vervallen en gesloopt, zoodat zelfs niet meer de plaats is aan te wijzen. Op dit kasteel woonde in 1340 een ridder, Floris van den Abeele die een rijk man was. Een zoon van hem, Hendrik, gehuwd met Heilwich van Weldamme, een Zierikzeesche jonkvrouw, was daardoor in hot bezit van rijke bezittingen op Duineland gekomen. Hij liet aldaar het slot Oosterstein bouwen ons reeds bokend by ons bezoek aan Duiveland, als „'t ouwe slot", aan de Mare- vliet of Geule gelegen waaraan zyne na komelingen sedert, als meer gemakken aanbiedende, de voorkeur gaven zoodat van toen af, liat slot alhier al meer en meer verwaarloosd en ten laatste omvergehaald werd. Ook uit den Franschen tijd weet dit gehucht mede te sprekon. Op Dinsdag den 1 Aug. 1809 was het hier niet zoo rustig als tegenwoordig. De Fransche generaal Osten was, na te vergeefs gepoogd te hebben de landing der Engelschen te beletten, den 30 Juli tot achter Middelburg teruggeweken en had hier ter plaatse zyn hoofdkwartier ge noemde was door een forschen greep, door zyn bekende motie van 1866, ontkomen aan de omklemming van het egoïstisch conser vatisme, laatstgenoemde had zich pas ontworsteld aan de omarming van het ver leidelijk, schoon anti-nstionaal modernisme en de tweede van de drie had, schoon blij vend in de openbare school, fleren kloek teg6n het neutralisme van Staat en Staats school, gekozen voor de vrije christelijke volksschool onder den alleszins juister, veelzeggenden naam Christelijk,Nationaal. Geen dezer drie werd gekozen. Doch 't woord van Groen had weerklank ge vonden. Straks kwam De Standaard als 't eerste Chr.-hist. dagblad Groen te hulp. Uit 't Zuiden des lands kwam hulpe, in niet geringe mate, van den eerlijken, hoogst bekwamen De Savornin Lobman, die zich geheel wijdde aan de belangen des volks, 't pleit voeren ging voor de vrije school, iD den edeleten zin des woords naast en ODder dat volk zijn plaats koos en tot den einde handhaafde. En vele aanzienlijken en hooggeplaatste!) volgden zijn voorbeeld. Wij noemen sieohis de Van Wassenaers, de Schimmelpennincks, de Van Limburg Stirums, de Godin de Beaufjrfs, en vele anderen. Toen werd de Vrije Universiteit opgericht. Doch dit mocht Groen niet beleven. Tot tweemaal toe trad een Chr. kabinet op; de tijdelijke scheidingslijn tusschen de mannen met een en die met twee namen in 1894 te kwader oogenblik getrokkeD, viel spoedig weg. En thans ziet men met trots en ootmoedigen dank de saamwerking tussohen rijk en arm, aanzienlijken en onbemiddelden, groote „lui" en kleine luyden, bij de stembus onder de Chr. Historische vlag zij 't ook een Nederland- sohe driekleur aan den eenpn, een Trans- vaalsche vierkleur aan den anderen vleugel, optrekken tegen datzelfde Liberalisme, tegen diezelfde Ongeloof en Revolutie, waarop eens Da Costa en Groen van Prinsterer, met schijnbaar geringen, on- zekeren uitslag, hun scherpste pijlen hadden gericht. Een uitkomst, waarover zy, hadden zy dien mogen beleven, zich hartelyk zouden verblyd hebben. vestigd. Op genoemden Dinsdag,'s morgens ten 9 ure, werd hij evenwel èn hier én op verscheidene andere punten, door de Engel schen met overmacht, zoo hevig aangetast, dat bij verplicht werd terug te trekken op Oost-Souburg, vanwaar het weldra een ver ward vluchten werd naar Vlissingen, waar de generaal aankwam, nog by zich hebben de zeven man van verschillende corpsen en één drieponder stuk geschut. Uit diea tyd dagteekent ook een geschil wat wy mede niet onvermeld mogen laten. Het betrof de scheiding van 't grondgebied tusschen Souburg en Vlissingen, Bij de in lijving van Vlissingen bij het Fransche Keizerrijk heeft 't grondgebied dezer stad eene belangrijke uitbreiding ondergaan. Volgens het tractaat van Fontainebleau eischte en verkreeg Napoleon dat Vlissingen aan hem zou worden afgestaan met 'n kring van 1800 meter Na den val van dan Franschen gewelde naar bleef die omtrek tot hst grondgebied van Vlissingen behooren. Al spoedig daarop heeft de regeering van Wesl Souburg, die daarmede de meeste schade geleden had, een- en andermaal bij het Hoogere Bestuur aangedrongen om weder in het bezit te worden gesteld. Ofschoon het niet te ont kennen was dat de wijze waarop deze grond- aan de stad gekomen was, hoogst willekeu rig was, meende het stadsbestnur echter te kunnen vasthouden aan het beginsel, dat de vereeniging van den grond door den toenmaligan Souverein des lands was tot stand gebracht en daardoor kracht van wet Dat de militaire werken voor Vlissin gen en 't eiland Walcheren, nog al vrij wat te beduiden hadden,blijkt ons uit de desbetreffen de uitgaven, die te zamen beliepen 8.70O.000 frs. en de maritime werken te Vlissingen alleen 5.600,000 frs. Dr. Kuyper moest nog in 1891 klagen over den weinigen steun dien de aanzien lijken van Christelijken huize op ieder ge bied hem boden. En nog zijn wy wel niet waar wij wezen moeten. Doch wij gaan met rassche schredeD vooruit in onderling ver trouwen, in gemeenschappelijke oefening der krachten, in vrijmoedig belyden van donzelfden Heer in Wien wij gelooven. Vergeleken met veertig jaren terugbeeft God de Heere wonderen verricht. Wy zeg gen er Zijnen Naam dank voor. Hij beware ons nu verder voor insluime ren op de behaalde winst, en verlichte door zyn Geest het oog om de gevaren der Revo lutie te zien en 't wapen van Zijn Woord gereed te houden te barer afwendiDg. 6 Augustus 1907. Provinciale Stoombootdienst op de Wes- terschelde. Staat van vertraging in den treinenloop te Vlissingen van Vrijdag 26 Juli tot en met Donderdag 1 Aug., waardoor geheele o'gedeeltelijke aansluiting verloren ging- 26 Juli trein 3.16 aangekomen 3.32 3) 27 Juli 1144 12.3 2) 27 Juli 316 3 57 2) 29 Juli 29 Juli 30 Juli 80 Juli 31 Juli 1 Aug. I Aug. 1 Aug. 11.44 316 11.44 3.16 3.16 8.52 1144 3.16 12.5 3.45 2) 12.10 2) 3 30 3.40 2) 9.8 12.3 3) 3.30 Had geen aansluiting met Neuzen. 2) Geen aansluiting met Breskens en Neuzen. 3) Geen aansluiting met Breskens. Roode Tirannie. In het blad Patrimonium komt een as terisk voor die weer zoo keurig de roode tirannie bevestigt. Te Rieaw-Buinen waren de z.g. neutrale arbeiders jaren lang de menschen die het hoogste woord voerden. In hun organisatie „Werkmansbloei" geheel in overeenstemming met de soeia- bekomen had. De regeering van Souburg liet eehter niet af, hare bezwaren levendig te honden en te blijven aandringen, zoodat Ged. Staten der Provincie, zonder op het geschilpunt dadelijk te beslissen, een middenweg voor stelden, door aan de regeering van Vlis singen de voldoening eener schadeloos stelling, als het eenige aannemelijke middel om aan de zaak een einde te maken, waarin zoowel door Vlissingen als door Souburg bewilligd werd. Dientengevolge werd in 1823 door Vlissingen aan W. Souburg eene som van 4000 gld. uitbetaald Ier schade vergoeding. Daarop is door het stedelijk bestuur van Vlissingen het grondgebied van afstand tot afstand met arduicsteenen palen omzet en afgebakend. Na alzoo een blik in 't verleden van den Abeele geslagen te hebben, zien wij de werkelijkheid weer voor ons. Nog is het hier heerlijk in de natuur, zie hoe de hooge iepen hunne takken over den weg weiveD, hos de gr( ene hagen de breede heiibaan omzoomen. De. aanzienlijke hofstede de kleine Abeele blinkt nog met haar frisch geschilderde vensters. De nette hoofdbuurt met de ruime uitspanning straalt vanie r.heid en welvaart. De rijke velden, met 1 osobjes afgewisseld, dragon hun overvloedige vruchten. Eu tussohen do twee deelen van 'tge- hueht bleeft een der beide statige gebou wen uit de 18a eeuw gespaard. De lanen en dreven, de weiden en lindengroepeD van Poelwijk versierden nog steeds het oord. Tussohen welig houtgewas zien wij daar ginds het grijze buis op eenigen af stand van den weg. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1