No. 257. 1907.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Vrijdag 2 Augustus
21e Jaargang,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
„Politieke Dominees".
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. 5, X DE JONGE-VERWEST
te
F. P. D'HUU, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02E.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Erger dan 2000 socialisten
Me dunkt, het kan sohikken 'tls het
vonnis, door den heer Charles Boissevain,
direoteur-hoofdredaeteur van het Algemeen
Handelsblad gestreken over de verpolitiekte
predikanten il la dr. De Visser
Tweeduizend socialisten kunnen tamelijk
veel uitrichten. Als ze hun leven lang
ijverig propaganda maken, dan leiden ze,
dooreengenotnen, elk wel 2 liberalen tot
de alleengelukkigmakende S. D. A. P. En
als ik ze bovendien elk, hudje door mudje
3 kinderen toekeD, die in huns vaders
ongeloof opgroeien, dan worden de 2000
in één mensohengeslaoht al tot 10.000 wel-
gefondeerde, waeehechte sociaal-demo
craten
Maar dat alles is nog niet zoo erg als
één predikant, die zijn gewijden mond
bezoedelde aan het slobbernat der anti
these-politiek.
Over den „politieken dominee" is al heel
wat geschreven iu onze dagen.
Op het gladde ijs, waar men beraad
slaagt over de kwestie„dienstdoend
predikant-Kamerlid", waag ik me niet.
Maar ik wil eerlijk zeggen, dat een predi
kant, die nu totaal dood is voor de politiek
en zoo zijn er in tllle kerken de
beteekenis van zijn ambt niet verstaat en
zijn roeping niet kent.
Een politieken kemphaan wil ik niet
van hem maken men hoort tóch al teveel
gekraai op de politieke markt. Ook zijn
de gaven verschillend er zijn Petruseen
onder onze herders en leeraars, maar ook
vrouwelijk-zaohte Johannesnaturen wat
de een kan doen, zonder dat het zijn hart
krenkt en zijn ernst breekt, is den ander
niet mogelijk.
Maar tooh een predikant, die gewoon
doet, of er geen politiek vuiltje aan de
lucht is, terwijl zijn gansohe gemeente op
stelten staat vanwege de verkiezingskoorts,
zoo iemand is als de herder, die achter
een groen heuveltje 'n dutje doet, terwijl
schapen en rammen woest door elkander
vliegen.
Ik ken de gewone tegenwerping
„De predikant moet den mensehen den
■weg ter zaligheid verkondigen."
Volkomen wkkrEu wee hem, als hij
't niet doet
Hij moet „den vollen Raad Gods" pre
diken. En met het oog daarop durf ik
zeggen, dat de predikant, die zóó preekt
en zóó leeft, dat niemand kan zeggen, wat
hij op politiek terrein is of wat men aan
hem heeft bij de verkiezingen, zijn roeping
niet ten volle begrijpt.
Ik ken al het onaangename van som-
miger positie.
Mensehen van verschillende politieke
overtuiging hooren bij hun gemeente en
komen bij hen in de kerk. En nu geven
ze niet graag aanstoot. Ze preeken A.
noch B. graag uit de kerk. Daarbij kun
nen zelfs edele motieven in't spel wezen.
Ze willen de menscheD, tot hun eigen
heil, niet graag van den godsdienst ver
vreemden. Nu kunnen ze nog invloed op
hen uitoefenen en op hun kinderen, maar
hebben dergelijke menscheD, die meest
uit traditie nog kerken gaan, eetimaal in
grammen gemoede het bedehuis den rug
toegekeerd, dan komen ze daar niet zoo
gauw terug.
Daar is iets van waar.
Daar is véél van aan.
En ik wil niet beweren, dat een pre
dikant in zulk een geval niet de uiterste
voorzichtigheid moet in aoht nemen.
Maar tooh.
Met zijn zwijgen kan ik mij niet ver
eenigen. En, wat meer zegt, ook zijn eigen
christelijke consoienlie kan daar op den
duur geen vrede mee hebben.
De volle Raad Gods
De volheid der goddelijke ordinantiën.
Voor de zaligheid der zielen. Maar ook
voor het leven der menschen. Ook voor
de politieke verhoudingen. Want Christus is
alle macht gegeven in hemel en op aarde.
Terecht prediken onze leeraars een
„levend christendom." Met het zwaard des
Woords gaan ze alle valsohe lijdelijkheid
en antinomianisme tekeer.
Op grond van dat Woord leeren ze met
Paulus, dat de mensoh gerechtvaardigd
wordt door 't geloof en met Jaeobus, dat het
geloof zonder de werken dood is. Op die
„werken" dringen ze aan en trotseeren
het gevaar, dat ze door AI te eenzijdig
preeken gemoedelijke mensohen, die hen
te „werkheilig" vinden, uit de Kerk zouden
jagen.
Maar nu komt de stembus.
En de eenvoudige christen ziet op naar
zijn predikant met de vraag hoe hij nu
bij de stembus zijn geloof moet toonen
uit zijn werken.
En dominee weet het niet.
Of verwijst den vrager naar zijn oods-
eientie. Raadt hem aan, die consciëntie te
toetsen aan Gods Woord.
't Gaat tooh niet aan, met allen eerbied
en heiligen ernst zij het gezegd, op de
vraag, hoe men God verheerlijkend zijn
stem moet uitbrengen, eenvoudig te ant
woorden Geloof in den Heere Jezus
Christus en gij zult zalig worden
Trek die lijn eens dóór.
„Moet ik mijn kinderen zenden naar
een Christelijke of naar een openbare
school P" De predikant heeft voorstanders
van beide in de Kerk, en zwijgt.
„Moet ik mij, als werkman aansluiten
bij een neutrale vakvereeniging of bij een
christelijke De predikant verkondigt
den weg ter zaligheid en laat zich dus niet
uit over sociale vraagstukken.
Maar zoo komt hij geheel huiten het
leven te staan zoo handelt hij als een
kapiteÏD, dia zijn scheepsjongen wel een
kompas, een goed kompas in handen geeft,
maar hem daar niet op leert kijken.
Onze vaderen dachten er anders over.
O, ik ben niet vanzins het op te nemen
voor een Datheen of Modet, noeh 't goed
reoht te bepleiten van hen, die den kansel
misbruikten, om heeren burgemeesterenden
bal terug te kaatsen, op 't stadhuis omhoog
geworpeD.
Maar met onze vaderen ben ik 't van
harte eens, dat de ieeraar wel degelijk er
voor moet opkomen dat de ordinantiën
G ds ook in 't bestuur van Staat en Stad
zullen worden opgevolgd.
Toen de schrandere Huygens een predi
kant moest uitteekenen, begon hij zoo
»Hij is een Maeckelaer in ongesiene waren,
De oore noyt en hoord' in 't herte noyt en
[waeren
Een Koek van Hemel-kosteen korrel Wereld-
|sout
Een Christelijk Levyteen handgeleid' in
f't woud".
Maar om er straks óók op te laten volgen
»En daer hij 't los beleid der Koningen siet
[hellen
Tot Godsdienst ondergang en waerheits achter-
[stellen,
Daer roept hij brant, verraed, en, Vorsten,
ibelght u niet,
lek buyge voor een Wet van Hooger hands
[gebied".
Men ziet het dusHuygens was wars van
„politieke kemphanen", maar als de politici
afglibberen van 't rechte pad des Woords,
is het wel degelijk de plicht van den predi
kant zijn stem daartegen te verheffen.
Maar als nu een predikant optreedt
in dageD, wanneer de gewetens der men
sehen geslingerd worden en hij dan, zonder
zich nu juist te begeven in de politieke
„keuken", de beginselen tegenover elkaar
plaatst wat is dat anders dan als een
trouwe wachter op Sions muren, naar
Huygens' woord „brant" en „verraed"
roepen, ziende dat het gevaar dreigt?
Edoch, prinselijke geheimschrijver gij
wist het niet.
Zoo iemand is erger dan 2000
socialisten
Aob, ja, dio hebt gij gelukkignietgekend
Friesch Dagblad.
1 Augustus 1907.
Een drank-theorie.
Wij wezen onlangs op de theorie van
een der leiders vau de sooiaal-demoeraten
in ons land, den heer v. d. Goes, over de
verhouding der gemeente-werklieden en
-ambtenaren jegens de Overheid. Deze
theoreticus heeft voor enkele dagen ook
zijn licht laten schijnen over het drank-
vraagstuk. Hij bad den alkohol een levens
middel voor de arbeiders genoemd, maar
werd daarover door den redacteur van
de Blanwe Vaan ernstig gekapitteld. Deze
drankbestrijder wilde wel een enquête in
stellen onder de arbeiders naar den invloed
van het drankgebruik. De heer v. d. Goes
antwoordt hem daarop op zeer eigenaar
dige wijze.
'tls al meer dan eens opgemerkt, dat
vele zoogenaamde volksvrienden, revolu
tionaire democrafeD, den eenen keer het
volk vleien, maar zich een andermaal niet
ontzien, het volk ten diepste te grieven.
Zelfs hun compliment kan eene ernstige
beleediging zjjn. Men bemerkt dit weer
uit het schrijven van den heer v. d. Goes.
Zoo beweert hij, dat een arbeider niet
buiten den alkohol kan.
De alkohol is een middel, zullen de
arbeiders zeggen, dat afleiding en opwek
king verschaft. Dat ons het weinige ver
maak, dat wij kunnen genieten, aanmer
kelijk verhoogteen oogenblik met kame
raden doorgebracht na het werk, een par
tijtje met vrienden of familie, een vrij uur
op Zondag, de genoegens van een paar
kermisdagen cdz. zonder dat bij die
gelegenheiden een glas van 't een of'tauder
gedronken werd dat een vroolijke, onbe
zorgde stemming gaf; zou er voor ons aan
deze dingen weinig pleizier zijD.
"Wy moeten als met geweld ontrukt wor
den aan den druk en de nooden van ons
leven om iets te kunnen genieten, wat het
ook zij. Dat doet de drank het glas bier of
de borrel. Hij doet het goedkoop, zonder
mankeeren, is overal en altijd te krygen,
koud, warm, min of meer sterk, in allerlei
smaken
Verder betoogt hij, dat de alkohol een
middel is tot versterking der krachten voor
het verrichten van zwaren arbeid. Eu komt
dan weer tot het redmiddelde sociaal
democratie. Keuze is er niet de sterke
drank of het socialisme, dat immers het
eenige middel is om het alkoholisme te ver
slaan. De heer v. a. Goes krijgt over deze
theorie nog al wat te hooren. Een arbeider
stelt in de „Blauwe vaan" voor hem te be
noemen tot „volksverdommer". De heer
v. d. Goes zal zeker wel vreemd opzien, nu
dit scheldwoord, door hem zeker zoo vaak
anderen toegeroepen, ditmaalkem zelftreft.
De „Nederlander" wijst er zeer terecht
op, dat de heer v. d. Goes dan ook een stel
ling uit, die een kaakslag is voor duizenden
arbeiders. Immers te beweren, dat deze
slechts genieten kunnen, wanneer ze eerst
door bedwelming de zorgen van het leven
hebben weggegoocheld, is de grofst denk
bare beleediging, hun aangedaan. Een mis
kenning bovendien van de zedelijke krach
ten, die den mensch, ook den arbeider, op
deze aarde staande houden en hem ondanks
de nooden en zorgen van dit leven zjjn
evenwichtstoestand kunnen doen bewaren.
Die nooden en zorgen zjjn waarlijk niet
tot ééa maatschappelijke groep beperkt.
Evenmin het drankmisbruik, waarvau ook
zoovelen 't. offer worden, die althans boven
alle maatschappelijke zorgen verheven zijn.
De Nederlander schrijft
Velen, ook buiten den arboidskring gaan
er (n 1. onder de menigvuldige zorgen des
levens) voortdurend, zonder tussehenpoos,
onder gebukt. Dat ook dezen niettemin
vatbaar zijn voor rein genot, anders dan
het genot in kermisdagenvoor genot in
Gods vrije schepping, in de sympathieke
aanraking met vrienden of familie, in het
kennisnemen van een schoon kunstproduct,
in het met liefde werken cok aan de dag
taak, vindt zijn ooizaak niet in vooraf
gaande bedwelming, maar in de meneche-
lyke natuur, zooals God die gesohapen
en ondanks den zondeval veelszins gehand
haafd heeft. Het vindt zijn oorzaak bovenal
ook in de van Hem gekregen gewisheid,
dat de nooden en zorgen van dit leven niet
het waarachtig, essentieel deel van ons be
staan raken.
Pit geldt ook voor den arbeider. Wan
neer dhr. v. d Goes hem toeroeptbuiten
bedwelming hetzij dan door drank of
door socialisme is er voor u geen oogen
blik van vreugd mogelijk, dau antwoordt
de Christelijke arbeider Gij vergist u wij
kunnen de werkelijkheid scherp onder de
oogen zien en niettemin ons verheugen.
Want wij kennen een ondergrond van ge
luk, die ons de zorgen dezer tegenwoordige
wereld licht doet achteD, en die ons da
bloemen van dit leven op te hooger pry's
doet stellen, omdat wij weten dat ook deze
ons toekomen uit de hand van Hem die de
gelukszon over ons innerlijk bestsan heeft
doen opgaan.
De sociaal-dom. theoreticus heeft maar
éen geneesmiddel voor den arbeiderhst
socialisme of de drank de borrel of de
utopie.
Worden hier den mensch geen steenen
voor brooden geboden
In een later artikel verklaart do heerVan
der Goes, dat hij natuurlijk geen aanbeve
ling van den drank bedoelt, maar slechts
feiten constateerde. Ook geeft hij toe
Wij willnn niet zeggen dat het juist en
alle8u 't socialisme, of in 't algemeen deel
neming aan de arbeidersbeweging moet
zijn. die 't alkoholisme overwint. Alles wat
den geest van den werkman hernieuwt,
verheft, vult mot betere gedachten en wen-
schen, kan hem bevrijden van den drank.
Dat kan de godsdienst doen, een gelukkig
huwelijk, de omgang met verstandige
vrienden, enz. Voor lichtere gevallen, de
verandering van woonplaats of werking,
zelfs het beoefenen van een sport.
Propaganda voor geheel-onthouding is
een dergelijk geneesmiddel. Iemand kan
van den alkohol afkomen door de hoogere
wending aan zijn gedachten gegeven wan
neer hij, met een van die plotselinge over
gangen die niet alleen op dit gebied som
tijds voorkomen, van dronkaard ijverig
drankbestrijder wordt. Maar de ervaring
leert, dat tegenwoordig het socialisme, ge
lijk vroeger de godsdienst, het krachtigste
middel is tot de onmisbare wedergeboorte
die den arbeider doet triomfeeren én over
de verdrukking door het kapitaal, èa over
de verleiding van den alkohol.
Uit dit zeggen blijkt duidelijk, dat de
sociaal-democratie een levensbeschouwing
is, die in de plaats van den godsdienst
wil treden.
Ook bij deze „dranktheorie" komt het
gevaarlijke karakter vau deze booze leer
weer uit. N. Prov. Gron. Crt.
Het bericht van 't opzeggen der klandisie
door een antirevolutionair aan een petro-
leumventer in „een gemeente by Rotter
dam" doet in de vrijzinnige pers de ronde,
en terecht wordt de handelwijze van den
antirevolutionair, indien het feit werkelijk
aldus har ft plaats gehad, gewraakt.
Maar toen in December van 't vorige jaar
iets dergelijks, maar in omgekeerden zin,
zich te Weeep heeft voorgedaan, heeft men
van de publiceering er van, schoon man en
paard was genoemd, niet zoo reel werk ge
maakt.
Daar was by een vacature in den ge
meenteraad de katholiek Enkelstroth ge
kozen, en was de voorzitter der liberale
kiesvereeniging, tevens de gevallen eandi-
daat, de heer Bode, zoo ontstemd dat hij 't
melkmeisje dat hem dagelijks melk bracht
en Roomsch is, liet weten dat bij geen melk
meer vsn haar hebben moest, en aan den
bakker die hem brood bracht en ook
Roomsch is zijn klandisie liet opzeggen.
Toen het melkmeisje aan mevrouw, die
haar de boodschap overbracht, vroeg of de
melk somwijlen niet goed was, kwam
Mynheer uit de voorkamer loopeD, zeg
gende„de melk is goed, doch zie maar,
dat ge nu je melk verkoopt aan den heer
Rijke of Enkelstroth, dat zijn jullie candi-
daten".
Het feit is, voorzoover wy weten, niet
tegengesproken maar wij hebben ook niet
gehoord dat het, ia wat vorm ook, is veroor
deeld geworden.
Wy brengen 't slechts in herinnering op
dat onder alle partyen de tegenzin tegen
dergelijke gevallen van wraakneming alge
meen worde, en zy voortaan onder ons niet
meer mogelijk zjjn.
Getrouw tot den dood.
Toen Keizer Licinius da Christenen in
Armenië vervolgde, was het zoogonaamdo
bliksemlegio6n gelegerd in het veld van
Sebaste. Veertig soldaten van deze uitmun
tende krijgsbende verklaarden dat zij
christenen waren en werden veroordeeld
om den ganschen nacht naakt door te bron
gen op het ijs van een bevroren meer. Hot
was winter en de koude zeer streng.
Aan den oever van het meer werd in een
hut 'n groot vuur aangestoken, én voedsel
en wijn werden door de zorgen van den
hoofdman Sempronius gereed gemaakt en
tevens aangekondigd, dat hij, die deze
woning binnentrad, zou beschouwd worden
als Christus te hebben afgezworen.
De nacht brak aan. De Noordewind blies
met kracht van de toppen van de Kaukasus
en op het ijsveld bevonden zich de 40 sol
daten. Sommigen staande en biddende,
anderen reels ingeslapen in 'n slaap waar
uit zij niet zouden ontwaken. Eu steeds
herhaalden zij hua gebed„o Heer40
krijgslieden hebben hun legioen verlaten
om voor U ta sti ij den, verleen dan aan 40
krijgers de eer, om de kroon der overwin
ning te ontvangen I"
Een der 40 kon het echter niet langer
uithouden, en het meer verlatende, ijlde hy
naar de verleidelijke hut. Maar ondanks
alles, bleven de anderen met hetzelfde ver
trouwen en denzelfden ijver bidden „o
Heer», 40 soldaten hebben hunne gelederen
verlaten om voor U te strijden, verleen dan
aan 40 soldaten de eer om de kroon der
overwinning te ontvangen 1" En hun gebed
werd verhoord.
Want Sempronius zelf, bewogen door
den moed zijner krygskneehten, verklaarde
dat hy christen was en ging de plaats des
afvalligen op het ysmeer innemen.
Des anderen daags bleek het, dat de
koude haar werk volbracht had. Er lagen
40 lyken op het ijs uitgestrekt, masr ook
40 zegevierende zielen hadden zich aan
hun Koning voorgesteld.
Ten doode toe, wij blijven voor U strijden,
Ten doode toe zult Ge onze Koning zijn
Uw Kruisbanier blijft, Jezus ons verblijden,
Al dreigt ons ook de bangste stervenspijn.
Ten doode toe getrouw blijft onze leuze,
De vrijheidskreet van Uw verlosten, Heer
Ten doode toe getrouw blijft onze keuze.
Verwinnaar van den dood, zij al de eer 1
Middernachtzending.
In do N. Pr. Gr. Ct. worden af en toe
schetsjes opgenomen uit den arbeid der
Middernaehtzending, die iets doen zien van
de noodzakelijkheid en de goede vruohten
van dit werk. De laatst verschenen schets
geyen we hier een plaats
»Ghij denkt, o lieve deucht, dat uwe sinnen
a [dolen,
Ghij mist den reglen wegli, en treedt op
[heete kolen
Ghij snelt u tot het grafik segh 'et ander-
[werf,
Ghij spoet u tot de doot, en rent in uw
[bederf".
Cats.
„Goeden dag, heeren! Behoort u tot de
Middernaehlzending
Met deze woorden treedt een ongeveer
35-jarig man op ons toe, gekleed in liets-
cosiuum en raar zijn vooikomen te oor-
deelen behoorecde tot den gewonen bur
gerstand. Bij neemt zijn hoed af, maakt
éen buiging, die hem nog al ot handig af
gaat en ziet ons vragend aan.