losturaes,
traat 1 257,
-
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 256. 1907.
Donderdag 1 Augustus
21e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
KOOP
KOOP
Jitverkoop
SDEBEN,
)EDEN EN PETTEN,
iZ.,
)DELBURG.
>ehouders.
nalen en ongemalen
RTIKELEN.
GHT.END VOEDERS
ADEN voor Vogels.
RONDE MAIS.
SM f 5,50 en f 6,—
voor Varkens
per baal.
DEKKER.
Ituinpaard en
ngstveulen
ihapsjuffrouw,
(Huishoudster
en'
:bode,
ei
30
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed S. X DE JONGE VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ. te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Onderzoek naar het Vaderschap.
fi
BELBVBG: -
MING
RKoudekerkc (Ter
nieuwe Kam*
Karn- of Trek-
jJAARS, Aagtekerkc.
an stonden aan
de Knecht
kan omgaan, bij G.
Tolpliaartsdy)k.
r a a g d
ig kan verrichten bij
nder de letters J* V.)
ourant.
jrstond of met October
jshoudster,
lig kan optreden, bjj
|idbr., Arnemuiden.
met October
25 jaar.
SM AN, fort Midden-
[andEL, Rotterdam-
\lburg, vraagt met 1
e 11 e eenvoudige
Zich aan te melden
des avonds na 8 uur.
$6,
7.12
7.24
7-36
o
o u
rO
i*
cd
03 (L)
O
6.55
7-36
74
745
7.56
8.13
8.8
7.22
8.1
8.27
8.35
8.32
8.47
8.57
97
7-57
9.20
929
8.10
9.40
8.37
10.50
9.29
11.36
Hamburg, Z. Duitschl.
[l via RoosendaalLage
por meer dan 150 kilo-
10.38
n.28
11.40
12.38
12.54
I.IO
2.6
6.17
3-4;
3-5'
4.1*
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie -maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
.26 6.3
3.097.25
8.2
8.16
8.33
Gaarne vestigen wij de aandacht op on
derstaand aan het Maandblad „Getuigen en
Rodden" ontleende artikel van den direc
teur der Heldringgestichten, met welks
inhoud wij gaarne in hoofdzaak onze ia-
stemming betuigen. Slechts zij ons de op
merking veroorloofd, dat het opleggen door
den wetgever van eene handeling, die op
zich zelve wellicht een nobele daad is, zeer
wel een slechte en ongeoorloofde daad zijn
kan. Nobel is het, kan het althans zijn,
ai zijn goed aan de armen te geven, maar
do wetgever die ons dat voorschreef zou
een daad plegen van roof. Intusschen, ook
bij ons staat het vast, dat in geen geval
het verbod van het onderzoek naar het
vaderschap door den wetgever behoort te
worden gehandhaafd. (Nederlander.)
De Tweede Kamer kan waarlijk niet be
schuldigd worden van over één nacht ijs
te gaan met het wetsontwerp omtrent bet
onderzoek naar hot vaderschap. Trouwens
in den zomer is dat ook niet te verwachten,
maar de discussies waren veeleer ver
moeiend, en hadden wel wat bekort kunnen
worden. Meer dan ooit is gebleken, dat
men bij zoo uiteealoopende denkbeelden
alle kans heeft een produkt te krijgen, dat
niemand bevredigt en waarvan 't dan haast
goed is, dat het afgestemd wordt.
Het komt mij voor, dat de sprekers, die
aan dit ontwerp hun goedkeuring niet kon
den geven, maar toch alles behalve voor
standers waren vanNapolóon's verbod, ver
standiger hadden gedaan, als zij zich meer
meester gemaakt hadden van hot debat in
plaats van de achterhoede te vormen, van
hen, die óf te doordrijvend waren, óf het
huwelijk schenen aan te raden. Zji maakten
te veel den indruk van een conservatisme,
dat zij niet bedoelden, maar dat den voor
standers van Napoléon's verbod steun gaf
in hun oppositie.
Hoorde men de sprekers als om strijd
verklaren, dat zij iemand, die een onecht
kind verwekte, zedelijk gehouden achten
dit kind te onderhouden, waarom dan niet
allereerst de vraag op moreel gebied
gebracht, in plaats van re6ds bij de
algemeene besprekingen allerlei gevallen
te bedenken, waarin bet wetsontwerp scha
delijk zou werken. Niets is gemakkelijker
dan een beginsel, waaraan men zijn stem
niet wil geven, te bestrijden met dergelijke
argumenten.
Het onderzoek naar het vaderschap, al
heeft Napoléon er een streep door gehaald,
bestaat in ons land zoo stellig, dat ieder,
die er zich ooit mee inliet, daarvan de be
wijzen kan leveren. Er zijn plaatsen, waar
men met ketelmuziek een jongen man, die
niet trouwen wil met zijn misbruikte aan
staande, tot reden weet te brengen en al
gebruikt men zulke forsche middelen zel
den, de zekerheid van de algemeene afkeu
ring te ondervinden, wanneer men zijn
bruid in den steek laat, heeft meer huwe
lijken doen sluiten dan iemand statistisch
zou kunnen opmaken. Het zou wellicht de
moeite loonen na te gaan, lioeveel zoogen.
gedwongen huwelijken jaarlijks in ons
land worden gesloten, blijkens de te vroege
geboorte van het kind. Het cijfer zou waar
schijnlijk verbazing wekker. Wat heeft in
zulke gevallen tot herstel ran onrecht mee
gewerkt? Wat anders dan het onderzoek
naar 't vaderschap, door de publieke opinie
zonder getuigenverhoor en zonder recht
spraak in het werk gesteld en uitgemaakt.
Te beweren,dat de beweging om dat onder
zoek wettelijk to regelen, louter opzweeperjj
en overdrijving zou zijn, is in flagrante
tegenspraak met da algemeene opinie feite
lijk door al de sprekers zonder onderscheid*
gehuldigd. Napoleon's verbod heeft overal,
waar ds publieke opinie nog waarde toonde
te hechten aan het huwelijk, daarin niet de
minste verandering gebracht. De vraag dus
of een wet, die daaraan hare sanctie gaf,
berustte op de volksconcientie, behoeft niet
eens gesteld te worden. Juist daar waar het
huwelyk nog regel is en dus in eere, is die
actie 't sterkste en de bewering, dat Napo
léon's verbod het huwelijk meer zou eeren
dan zulk een publieke actie, weerlegt zich
zelve. De sympathie door het Magdalena-
huis te Zetten bjj honderden in ons vader
land gewekt, is mede een welsprekend be
wijs, dat juist zij, die het huwelijk heilig
achten, gaarne meewerken, om de onge
lukkige kinderen van onzedelijke mannen
aan een beter bestaan te helpen. Aaneen
autccraat als Napoléon een geniale daad toe
te kennen, omdat hij met één pennestreek
de zeden wilde veranderen, is voor 't minst
even onbekookt als die pennestreek zelf.
Niemand heeft zich ooit aan het verbod
gestoord, als hjj kans zag er tegen in te
gaan, allerminst hij die vasthield aan de
heiligheid des huwelijks. Neem aan, dat
velen, die voor de zoogenaamde vrije liefde
ijveren, ook met het doel van dit wetsont
werp meegingen, dat is hun zaak, maar
zeker is het, dat het degelijkste deel van
ons volk het Napoléontisch verbod nooit
heeft gehuldigd in de practjjk van 't leven.
Gaat iemand dus mede met deze actie om
onzuivers beweegredenen, is dat een reden
om hen, die juist om edele beweegredenen
daarop aandringen, niet te tellen Aan
dezen en niet aan de voorstanders der vrije
liefde heeft men het oor te leeneD, opdat
hun consciëntie niet beleedigd worde.
De vraag is dus allereerstwas dat ver
bod van Napoleon een moreels daad Het
beste, wat men er van zeggen kan is, dat
hy alle moeilijkheden, die uit 't onderzoek
naar het vaderschap konden voortspruiten,
eenvoudig zich van den hals schoof. Wie
zulk een handelwijze moreel noemt en daar
aan een moreelen invloed toeschrijft ten
aanzien van de heiligheid des huwelijks,
heeft een zonderlinge opvatting van de mo
raliteit. Het is niets anders dan de moraal
opofferen aan do utiliteit. Al wat recht is,
is nuttig en nietal wat nuttig is, is recht,
ziedaar toch wel een eerste eisch der mo
raal. Nu mag men gewis vragen, of die
eisch uitvoerbaar is, maar indien daar tal
van moeilijkheden uit voortspruiten, heeft
men deze natuurlijk onder de oogen te zien,
mits altijd vasthoudende aan de beginselen
van recht en billijkheid. Wie ernstig de
beginselen op den voorgrond stelt, vraagt
by elke moeilijkheid zich af, hoe die te
ondervangen is, maar grjipt die moeilijk
heden niet aan als middelen, om het recht
te ondermanen en als recht te loochenen.
Onrecht, dat men niet herstellen kan, mag
daarom nog niet als recht worden aange
prezen. Wanneer men de geestverwanten
van Napoleon hoort redeneeren, is het alsof
men geen grooter onrecht kon bedrijven,
dan onderzoek te doen naar het vaderschap,
terwijl zij toch erkennen, dat de natuur
lijke vader zedelijk verplicht is zijn kind te
onderhouden. Hoe kan het hu ooit onrecht
zijn onderzoek te doen naar iemands zede
lijke verplichting.
Noem het onuitvoerbaar, onpraktisch,
maar stel het toch niet voor, alsof zij,
die dit onderzoek voorstaan, onrecht pleeg
den en volgelingen van Napoléon recht
deden. Wanneer b.v. een gehuwd man zich
tegen zijn vrouw bezondigd heeft en één
of meer onechte kinderen heeft verwekt,
handelt hij dan slecht, als hij tot inkeer
gekomen aan zijn vrouw schuld belijdt
en haar medewerking inroept, om zijn
onwettige kinderen te helpen onderhouden?
Handelt de wettige vrouw slecht, als zij
hem zijn schuld vergeeft en zich bezuinigt,
om die ongerechtigheid te verzachten
Zal men haar beschuldigen haar eigen
kinderen te kort te doen? Wie zal baar
niet prijzen om haar zelfverloochenende
liefde, waardoor zij haar man doet breken
met zijn verkeerdheden en zijn hart op
nieuw verovert
Indien dat zoo is. hoe kan dan de hoogste
zedelijke daad van vergevende liefde ooit
als onrecht worden gebrandmerkt? Zeg,
dat de wet niet kan opleggen, wat een zede
lijke eisch wel vermag, dit geef ik toe
maar noem het geen onrecht,. Onderzoek
naar het vaderschap te verbieden, is toch
allerminst een meewerken in de richting
IV!ZESSS3E2K35HS£S®!i8^!E3rasaSSSH^3
van zulk een hoog moreele daad. Had b.v.
da wettige vrouw vermoedens van ontrouw
gekregen aangaande haar man en onder
zoek laten doen naar diens gedrag, zoo
zou do persooD, die dit bewerkstelligde,
volgens-Napoléon een onrechtmatige daad
hebben verricht, maar ieder rechtschapen
hart zou haar gelijk hebben gegeven,vooral
als het einde ware geweest, gelijk ik het
hierboven aangaf. Wat recht is voor de
hoogste zedewet kan door een wettelijk
verbod niet tot onrecht worden gemaakt.
De lagere orde van het gewone recht raag
niet de wet gaan stellen aan de hoogere
orde van de moraal en dat juist heeft
Napoléon gedaan met zijn zoogenaamden
genialen pennestreek. Welbeschouwd zou
de persoon, die op verzoek van de vrouw
dit onderzoek had ingesteld, krachtens
Napoléon's verbod wegens laster of eerroof
moeten vervolgd worden. Menigeen (ik
zelf) heeft zich tot zulk een onderzoek
geleend en met goed resultaat. Wegens
dia moreel volkomen zuivere daad zouden
wij dus ons aan die vervolging hebben
blootgesteld. Gaon mensch heeft er ons
lastig cm gevallen en ik ben niet van
plan mij aan Napoléon lo storen voor het
vervolg.
Indien dus het rnderzoek naar het va-
dersehap feitelijk bestaat, niet alleen bij
wijze van chantage, maar wel zeer stellig
om het huwelijk te bevorderen en in eere
te houden, wat kan er dan tegen zjjn, om
ook aan dat onderzoek een wettelijken
vorm te geven
Kan men dien vorm niet vinden, dat is
nog geen reden om het zoeken daarnaar
op te geven. De zaak is gewiohtig ge
noeg, om ook na herhaalde mislukte po
gingen nog eens van meet af te beginnen
en wanneer zij geregeld is eenige jaren
lang de werking daarvan Da te gaan. Elk
wetsontwerp zal zijn schaduwzijden hebben,
maar om te leeren zwemmen moet men
te water gaan en al zou ook eea of andere
bepaling geëxploiteerd kunnen worden ten
nadeele van het huwelijk, er zullen allicht
goede bepaliugen genoeg in overblijven,
om er in vele gevallen een gunstige uit
werking van te verwachten.
Het thans behandelde wetsontwerp sluit
zich in éóu opzicht althans bij de praktijk
des levens aan, dat aan de voogdijraden
invloed wordt toegekend. De voogdijraden
vormen reeds nu een sohakel, die de wer
king der kinderwetten in verband brengt
met de particuliere bemoeiingen. Tot nog
toe heeft men geen ernstige klachten ge
hoord over hun optreden. Zij zijn ofïieieele
lichamen, maar die iets van de bewege
lijkheid hebben, welke particuliere ver-
eenigingen voor zioh verlangen en hand
haven, Hun offioieuse bemiddeling kan in
de toekomst nog wijziging vereisehen, voor-
loopig is de proef aiftt sleoht uitgevallen
en samenwerking wordt door verreweg de
meesten begeerd. Er is vertrouwen ge
wekt en geschonken en in een zoo teedere
zaak als het onderzoek naar het vaderschap
zal men steeds meer inzien, dat door sa-
menweiking tussehen regeeiing en volk
alleen het doel kan worden bereikt. Men
ga daarbij uit van dit gronddenkbeeld
het onderzoek naar het vaderschap bestaat
sedert eeuwen en heef! zioh aan Napoleon's
verbod niet gestoord. De vraag is slechts
hoe het te regelen, zoodat het beslaande
onbeschreven reeht de vereischte vormen
verkrijgt. Te meer hoop i3 er voor de
toekomst nu verscheiden amendementen,
die het huwelijk konden schaden, zijn
verworpen. H. P.
31 Juli 1907.
IUt Zeeland (N-Amerika).
Wij ontvingen van een vriend te Goes
een door diens zoon den heer A. Hendrikse
hem uit Amerika gezonden Grand Rapids
Press van 13 Juli, waarin een belangrijke
bijdrage voorkomt uit de geschiedenis der
Zeeu wsohe nederzetting van 1817 te Zeeland
(Michigan) onder leiding van wijlen ds.
C. v. d. Meulen uit Goes.
Deze Zeeu wsohe kolonie viert 21 Augus
tus a.s. haar zestigjarig beslaan.
Op de le pagina van dit blad vindt men
onder 't opschrift„Zestig jaren sedert Van
Raalte s mannen kwamen in Michigande
portretten van ds. v. d. Meulen en dr. v.
Raalte, voorts die van de predikanten
welko ds. v. d. Meulen in den loop dezer
zestig jaien als predikant bij de Hollandseh
gereformeerde kerk te Zeeland hebben op
gevolgd. Onder hen zijn ds. Kremer (som
migen onzer lezers nog wel uit diens oude
standplaats Wanswerd in Friesland beker d
wij maakten keDDis met hem in 1873 te
Zierikzee) en ds. J. P. de JoDge, zoon van
een geborenGoesenaar. Voorlsdeportretten
van J. den Herder, insgelijks uit een be
kende Goesche familie, D. B. K. v. Raalte,
nog in leven, die als knaap met zijn vader
door de onoutgonnen bossehen en velden
van Holland (Michigan) zwierf, prof. J. M.
v. d. Meulen, kleinzoon van wijlc-.n ds. C.
v. d. Meulen, en dan nog een paar eigen
aardige groepjes. Een er van is een groep
van acht stoere mannen en twee vrouwen,
uit bet gezelschap dat metdr. v. Raalte uit
toog en in 1876 door den photograaf „ge
trokken" waren in humue eenvoudige
oud-Hollandsche kleeding in dien tijd.
Hunne namen: 0 a. Zagers, Keppel, Smit,
herinneren aan familie-verwantschap in
onze omgeving en hun geschiedenis getuigt
van grooten strijd en doorzettende wils
kracht om zich een positie te verworven in
't nieuwe vaderland, die hun in 't oude niet
gegund werdom niet te spreken van de
godsdienstvrijheid die hun hier onthouden
en ginds zoo gastvrij aangeboden werd.
Van de pioniers van v. Raalte, die, nu zestig
jaar geleden, om hun geloof vervolgd, onze
landpalen verlieten, zijn er nog twee in
leven. Het zijn de 83-jarige Joh. Huyser en
zijn 88-jarige vrouw. Ze zijn, vergissen wij
ons niet, afkomstig van Ouddorp op Flak-
kes. Ook van deze twee oudjes geeft boven
genoemde courant het portret. Rustig zijn
ze saam gezeten op een bank in den tuin
voor hunne woning Zjj leven „stil te zamen
alleen en gelukkig in bun klein Zeeland
homestead (woning).
De feestelijke bijeenkomst der nakome
lingen dezer eude nederzetters zal geschie
den ter plaatse waar v. d. Luijster leefde en
stierf. Onder de sprekers die zullen op
treden is de zoon van Van Raalte, straks
genoemd, en de kleinzoon vaa v. cl. Meulen,
thans professor en de zoon van v. d. Meu
len, ds. J. v. d. Meulen, vader van den pro
fessor. Volgens 't programma zullen ook
mannen uit Holland komen spreken, o.a.
Postmeester v. SchelveD, de „grootste his
toricus van West Michigan", en de bekende
congres-man Diskeina.
Het Engelsch-AmerikaaLseue blad geeft
een getrouw verhaal van de lotgevallen der
nederzetters hun ervaringen in 't vader
land, de vervolging der afgescheiden en en
de overtocht.
Ds. v. d. Meulen zoo verhaalt 't blad
is meermalen in de gevangenis gezet,
met vele zijner volgelingen do afgeschei
denen die met meer dan negentien per
sonen saamkwamen, om Gods Woord te
onderzoeken of te prediken. Dit deed hen
besluiten het land te verlaten. Maar waar
naar toe Er werd over West-Indië en
Zuid-Afrika gedacht; doch ds. v. d. Meulen
te Goes ontving een schrijven van dr. v.
Raalte om hierheen te komen. In een ver
gadering van 200 personen werd£$ door de
afgescheidenen van Goes en omstreken be
sloten naar Amerika te gaan, en een afdee-
ling van da gereformeerde kerk te stichten.
J. van der Luijster, Zeelands voornaamste
werkgever, J. Steketeo, de stamvader van
het in Amerika zoo aanzienlijk geslacht der
Stekoteo's, J. Boogesteger en A. Gigrum
werden tot diakenen (deakons) gekozen".
Van ds. v. d. Meulen zegt 't blad dat hij was
een krachtvol prediker cn een moedig voor
ganger. De gemeente (congregation) wier
nieuwe woonplaats was in 't onbebouwd
woud van Michigan, duizende mijlen van
het westen, zond een beroepsbrief aan ds.
V. d. Meulen, zeker wel den zonderlingste
welke ooit geschreven werd aan een pre
dikant. Hij nam 'taan. In drie schepen
zou men uitzeilen. Van der Meulen in het
eerste, Steketee in 't tweede, Van de Luijs
ter in het derde.
Omtrent Van de Lujjster zegt het blad
Hij werd niet gedreven door tegenslag in
zjin vaderland. Hjj was een welgesteld
landbouwer dia de gemakken aan zijn be
drijf en positie verbonden, prijs gaf, en 19
gezinnen op zijn kosten naar Amerika mee
nam. Bjj aankomst in „Zeeland", aldus door
hem gehoeten naar de provincie in het oude
vaderland door hem verlaten, (Zee-land
land bevrijd van de zes), kocht hij voor zjjn
volgelingen land dat hij in kavels verdeeld
aan hen ter leen gaf togen zeer lage rente
met terugbetaling in twintig éen-jaarlij k-
sche termijnen. Velen hebben hem nooit
betaald.
Het Grand-Rapidsehe blad verhaalt ver
der over de reis der drie schepen. Dat van
Steketee bleef 63, dat van v. d. Lujjster 54
dagen onderweg zjj voeren af van Rotter
dam dat van v. d. Meulen voer van Ant
werpen af, doch heel wat later, tengevolgo
van de tegenwerking der autoriteiten in
Nederland daardoor kwam het, niettegen
staande het slechts 45 dagen onder zeil was
toch nog veel later dan de beide anderen
aan. Zjj werden door Van Raalte aan het
Blackmeer met open armen ontvangen.
Qp de plaats waar deze eerste neder
zetters ruston (kerkhof) is thans een school
ven ezen, en is een park aangelegd waarop
een gedenkteeken met de namen der
Zeeuwen die daar rusten van hunnen
arbeid.
Onder de eerste overledenen treft men
de volgende namen aan
Cornelia Boone, Marinus van Djjke,
Adria&n Geluk, Johanna den Herder, Jan
Kamperman, Gerrit de Vries, Hendrik»
Anthonia Baert, Lydia Janna van Loo,
Dina Duinkerke, Anna v. d. Meulen, J.
SmallegaDge, Albert Verhuist, JanWest-
s'crate.
Van de nederzetters die als kind met
Van de Luyster meegingen, is nog in leven
de heer J. den Herder. Hij was jaren laDg
president van de Oud-Nederzettersver-
eeniging. Hjj is gekozen tot president van
het feest. Hjj is „Zeeland Banker", bankier
van Zeeland, Michigan.
Het Handelsblad verhaalt van „een olie
koopman in een kleine gemeente bjj Rotter
dam die altjjd werd gehouden voor erg
zuiver in de leer
De Goesche Crt. verhaalt van „een kiezer
in een gemeente nabjj Rotterdam die met
petroleum langs de huizen vent en steeds
bekend stond als anti-revolutionair"
Hier zal wel dezelfde man bedoeld zyn.
Volgens dat blsa staat derhalve „erg
zuiver in de leer" geljjk met „anti-revclu-
tionair". Zij het zoo Maar nu vertollen
beide vrjjzinnigo bladen dat dezen olie
venter, omdat hjj een liberaal gestemd had,
door een paar klanten de klandisie werd
opgezegd.
Iets dergeljjks, maar in omgekeerden
zin, verhaalden wij dezer dagen als te heb
ben plaats gehad in een Zuid-Bavelandsche
gemeente.
Tenminste daar zou, als 't waar is, op
geljjk motief, een overigens onberispelijk
werkgever een werkman hebben gedaan
gegeven. Althans dit wordt verondersteld
want in den regel wordt dit er niet bjj
gezegd.
De olie-verbruiker zei eenvoudig„wjj
stoken geen liberale olie".
Van geen van beide deze gemeenten
wordt de naam genoemd. Die zal wel onbe
kend bljjven, tenzjj de verdachte of ver
dacht gemaakte zelf meenendo dat hjj ban
bedoeld zijn, zich bekend maakt en het feit
komt weerspreken.
Wjj voor ons verfoeien elke praktjjk die
aan broodval doet denben cn hopen dan
ook gaarne dat de berichten te dien opziehte
onjuist zijn geweest.