NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND, No. 253. 1907. Maandag 29 juli. 21e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISeH ate Mfilfl en Mt bakkersknecht Van beide zijden. andknecht 11,- 12,—* VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK ÜITGAV-E yb FIRMA Wed, S. I DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN FEUILLETON. Eene historische novelle uit de jeugd van minister Guizot. IDDELB TJBO; - Met October ij P. KOOLE, Souburg. :rstond nog een IdersLcneoht t November vast werk, bij ER, schilder, Wissenkerke. raagd tegen 1 Augustus oménde A. DE JAGER te Waarde. Met October JANSE, Kleverskerkscbe e 1 b u r g. CHE HAVEN DIEN ST. en 6.—, 6.20, 7.—7.50, 8.20, 10.20,10.40 11.—11.80, 1.15, 1.30*, 2.40*, 3.—, 3.25, 0 5,20, 6.10, 6,55, 7,15, 7.35, itensluis 6.10, 6.30 7.20, 5, 9.50, 10.10, 10.30, 10.50, .10,12,45,1.20*, 1.40*, S.50*,a 0,4.40, 5.—, 5,80, 6.30,7.05, 0. aarten vallen Zondags uit. MIDDELB. BOTTERDAM o Augustus, uitgezonderd Zondags, van uur; van Middelburg 9,30; dam 8,45. Augustus van Vlissingen om iddelburg om 6 uur. tdienit „SCHELDE" Augustus 12,15 12,15 12,15 1,30 2,- 10,30 11,30 12,15 1- 12,15 12,15 12,15 12,15 12,15 ste getal achter een datum ia erikzee het tweede getal ia tterdam). DELBHBO—ZÏEBIKZES. Augustus. Zater.17 8,30 12,15 Zond. 18 6,— 12,— Maan. 19 8,30 12,15 Dins. 20 8,30 1,30 Woen 21 8,30 9,30 Dond.22 9,— 10,30 Vrijd. 2310,11, Zater. 2410,30 12, Zond. 25 6,— 1,— Maan. 26 7,— 12,15 Dins. 27 7,30 12,15 Woen.28 8,30 12,15 Dond. 29 8,30 12,15 Vrjjd.30 8,30 12,15 Zater. 31 8'30 12,1<5>'£" 4,30 5,30 4,30 6,— 4,- 4- 4- 4- 4,- 4,- 5,30 4,30 4,30 4,30 4,30 4,30 4,30 5,30 4,30 4,- 4,- 4- 4- 4- 5,30 4,30 4,S0 4,30 4,30 4- 4- Dond. Vrjjd. Zater. Zond. Maan. Dins. Woen Dond. Vrjjd. Zater. Zond. Maan. Dins. Woen Dond. Vrjjd. Zater. Zond. Maan. Dins. Woen Dond. Vrjjd. Zater. Zond. Maan. Dins. Woen, Dond. Vrijd. Zater. Zierikzee. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 6,30 6,15 7,30 6,15 7,30 7,30 7,30 6,30 7,30 7,30 6,30 7,30 7,30 7,30 6,30 7,30 7,30 6,15 7,30 7,30 7,30 6,30 7- 24 7,30 25 6,30 26 7,30 27 7,30 ,28 7,80 29 6.30 30 7,30 31 7,30 3- 2,30 3- 5,30 3- 3- 3,- 3- 3- 3- 5,30 3- 3- 3- 3- 3- 3- 5,30 3,_ 3- 3- 3- 3- 3- 5,80 3- 3- 3- 3- 3- 11,30 lX)ester-.öcliflt>£ uropeasohe of Spoortjjd. ,50a) i) nm. 3,23g) en 6,15c) ,15a) 3,50y) en 6,45 1,55a) en 4,45 8,23 en 6,150)/) minuten na het vertrek van x enskerke n. Neuzen vm. 8,30 Breskens, Borsselen en skens, Borsselen en Neozei an 16 April 31 Augustus oot van 10,25 uit Neuzen ten 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02s. EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Die aich aan anderen spiegelt, spiegelt zich zacht, is een bekend spreekwoord. Ba die spiegel is o. i. nu zeer gereedeljjk in Frankrijk te vinden. Frankrijk levert in den laatsten tijd, niet alleen door den opstand der wijnbouwers in het Zuiden, waarop we vroeger de aan dacht vestigden, en waar een schrille open baring werd geleverd van gemis aan gezag en onmacht tot het dragen van tegenspoed, maar ook door zijn politieken strijd die zich in de laatste jaren vooral groepeert om de kwestie tusschen Staat en Kerk, een helde ren spiegel ook voor de omringende volken. In de laatste kwarteeuw heeft Frankrijk een onafzienbare rij socialisten en Jacobij- nen in de regeerings-colleges zien plaats nemen. Begrijpelijk is het dat meer en meer aanvallen op de kerk werden gericht. Anti-clericalisme was het wachtwoord. Eerst tegenwerken of voorbijgaan, later onderdrukken en berooven, dat is zoo de gewone weg van hen die den vinger kreeg en nn de hand zoekt machtig te worden. Het spreekt wel van zelf dat het terrein voor het welslagen van 't anti-clericalisme om kortheidshalve de openbaring der geesten in Frankrijk alzoo te noemen moet voorbereid en toebereid zjjn. En dat is dan ook geschied. Na de nederlaag van '70 en het verlies van Elsas-Lotharingen beheerschte slechts éene gedachte gansch Frankrijk. Het was die van wederwraak, van terughalen wat verloren was. Zelfs de school moest het voorportaal van de kazerne zijn. De school had als hoogste roeping een sterk leger te leveren. Nu is de toestand onder den invloed van 't socialisme totaal veranderd. Nu spreekt geen gezaghebbende of in vloed- rijke meer over patriottisme of over het herwinnen van 't vaderland in zijn geheel. Nu is de strijd tusschen proletariërs en be zitters. Welberaden eigenbelang, zegt een tijdschrift dat 14000 abonnée's onder de Fransche onderwijzers telt, noopt niet om het leven voor het vaderland veil te hebben maar liever om zich van het goud der kapi talisten meester te maken. In den strijd tegen het kapitalisme wordt de kerk als een vesting beschouwd, die, na langdurige belegering zal moeten over wonnen worden, voor Jacobijnen en socia listen van triumf zullen kunnen getuigen. 15) Goo». (Slot.) De oogen van Guizot schitterden, maar toch zeide hij«Ik kan uw ofler niet aan nemen Wie mejuffrouw de Meulan in hare rechte waarde kent, kan onmogelijk verwachten dat een ander haar uit bloote vriendschap afstaat 1" George Laya deed geen moeite om zich in iets te bedwingen. «Ge zijt wel een gedoctoreerd persoon'', zei hij, «maar toeh zulk een zot niet, om te gelooven, dat ik haar opgeven zou enkel om u plezier te doen F Ik zeg uga heen en verklaar u aan mejuffrouw De Meulan''. „Ik wil uw vroeger recht op hare hand niet rooveD, ik wil «Wat kan het mij schelen wat gij wilt!" riep Laya hem boos in de rede vallende. «Doe wat ik u gezegd heb, dat wil zeggen, wanneer gij haar liefhebt. Ik heb mijn oude recht reeds gebruikt, ik heb haar gevraagd en gedaan wat ik kon het eind van het liedje ie echter, dat ze mij niet hebben wit." Guizot drukte hem hartstochtelijk de hand. Na eene pauze, zeide hij echter weder«Ik denk, dat Pauline De Meulan mij met weerzin zou ontvangen wanneer ik kwam om mij op de puinhoopen van mijn mededinger te vestigen. Ik kan niet gaan". Laya sprong op, legde beide zijne handen op Guizot's schouders, en sprak met zijne gewone harde stem«Mijnheer, als gij Zoo zal onzen lezers in 't oog springen het groote verschil tusschen de toestanden hier en ginds en de beteekenis van onze christelijke school. Onze christelijke schoei gaat niet met den stroom van het leven op en neder, maar richt zich op 'n vast doel: 't brengen van de eeuwige beginselen onder de kinderen onzes volks. De Fransche school dient geen beginse len maar belangen en wel belangen van het oogenblik, werkelijke of gemeende. En kerkelijke instellingen van onderwijs worden verdreven of bemoeilijkt, of wel genieten het zoo noodige vertrouwen niet. Want te ontkennen valt 't naar eenparig getuigenis van desbevoegden niet, dat de meest talentvolle mannen, die den geest dei- ondermijning en der vernietiging van gods dienst en gezag in Frankrijk bestrijden,een weinig lieflijk en eerbiedwaardig christen dom vertegenwoordigen. Moeilijk, moeilijker dan in eenig ander land gaat 't in Frankrijk om hen die pleiten voor godsdienst of kerk niet van bijoog merken te verdenken. Het leven is zoo zeer in strijd met de leer. Het besef is in Frank rijk zoo diep ingedrongen,dat de kerkelijke machten zoo noodig rechtsverkrachting aanvaarden, ook al leidde zij tot de ergste gruwelen,dat alle redeneering voor hoogere belangen schier hopeloos is. Daartoe werkt 't geheele optreden der kerk mede, zoowel bij benoemingen voor de hoogste als voor de laagste functiën, als by het pleiten voor deugd of ondeugd. De macht der duisternis beheerscht naar 's volks opvatting alles wat met den clerus in verband staat. En nu behoeft 't ongetwijfeld ook aan onze lezers niet herinnerd te worden dat er ook nog Fransche kringen zijn waar herleving van godsdienst en vaderlandsliefde wordt aan getroffen. Maar te oordeelen naar allerlei openbaringen behooren deze niet tot de tal rijkste en ook niet tot de invloedrijkste. We hebben gemeend, naar aanleiding van de gebeurtenissen in Frankrijk, die in de laatste jaren zoozeer de aandacht trek ken, een enkele kantteekening te moeten maken, eerst op den opstand in het Zuiden en nu op den geestelijken toestand zooals die zich in school en kerk openbaart. Het een en ander zal ons kunnen leeren dat het niet de eerste vraag is of we de meerderheid door de stembus in onze ver tegenwoordiging vau Raden en Staten Pauline liefhebt, zop moet gij nu tot haar gaan, of nooit! Gij zeidet, dat gij haar liefhebt. Welnu dan hebt gij ook geen keus, want zoo waar als ik Laya heet zal ik u dwingen. Neem uw hoea, man en kom mede. Mijn wagen waeht voor de deur. Gelooft gij, dat ik er pleizier in heb mij voortdurend te laten kwellen, en den bitteren beker droppel voor droppel uit te drinken, en dat alles om u pleizier te doen De man Bprak in bitteren ernst, en Gui zot bleef niet anders over dan te gehoor zamen en zijn hart gehoorzaamde maar al te gewillig. Binnen een half uur bereikten beide mannen dq woning van Pauline. Laya trad het eerst binnen. Pauline stond op om het onverwachte bezoek te ontvangen. Haar gelaat, dat altijd een weinig bleek was, werd plotseling bloedrood, en toen zij hem de hand toestak bloosde zij zoo diep, dat het opstijgen van het bloed haar bijna pijn deed. Arme LayaHij zag dezen blos, en de moed ontzonk hem om nog meer te zien. Vóór Pauline of Guizot het gewaar werden, had hij de kamer ver- laten. Moge zij bij deze ruiling gelukkig zijn I was. de zeker zeer onzelfzuchtige wensoh, dien hij voor haar slaakte, terwijl hij haastig de trappen afgleed. Zoo waren dan die twee, welke elkander zoo lang gezooht en hu zoo eensklaps ge- vanden hadden, bijeen. De lezer vraagt niet, dat wij hun eerste onderhoud nauw keurig beschrijven. Eerst waren beiden wel eenigszins met hun positie verlegen, zullen kunnen halen, maar veel meer of we door arbeid en leven, door onderwijs en op voeding,door invloed op allerlei terrein van het leren zullen kunnen beheerschen de macht die ook onder ons ondermijnend en ontbindend werkt. En of we daartegenover zullen kunnen stellen de vaste, klassieke macht van het Evangelie, in wezen van alle tijden, maar in vorm van deze tijden. Maar dan ook of we die macht ten goede met tact eu goed beleid zullen kunnen dienstbaar maken, en aanwenden, niet alleen om de macht van den tegenstander te bekampen, maar meer nog, veel meer, tot opbouw van eigen kring en in eigen kring. Frankrijk moge ons in menig opzicht tot waarschuwend voorbeeld strekken, om ons met nadruk te leeren alzoo zal het onder ons niet zyn, en ons leeren niet te vertragen in den strijd die roemloos en bloedeloos voortwoedt en in hevigheid toeneemt. 27 Juli 1907. Herinneringen aan den Eiskeller In Bas \olck geeft de bekende hof prediker A. D. Dr. Stüoker een beschrij ving van zijn leven. In een der laatste nummers geeft hij zelf het verhaal van zijn optreden onder de soeiaal-demooraten, in wier midden hij plotseling in de «Eiskellerszaal'' vexsoheen, om de daar vergaderde arbeiders terug te roepen tot het Kruis. Most, de bekende toenmalige leider der sociaal-democraten, hield hem daar zijn "horloge voor, en daarop wijzend, riep hij 't Stöoker en in hem allen evangelie predikers toe«Deine Uhr ist gesohlagen «Uw tijd is voorbij!" Wat diepen indruk Slöckers optreden aldaar evenwel maakte, moge blijken uit hetgeen door eeu vriend van Most, die later tot de Christelijk-sooiale partij over ging. daarover heeft gesohreven. „Toen de hofprediker de Eiskellersaal «verliet", zoo schrijft hij, „vergezelden „hem de stille zegenwensehen van vele «aanwezigen. Zij gevoelden een ontroering, „die zij sinds lang niet meer hadden gekend. «De harde harten waren week geworden. «Wel klonk hier en daar uit de vergadering „een dreigende kreet. Zelfs werden vuisten „tegen den hofprediker opgeheven. Maar „het wezen van den man, die zich zoo „moedig en met zooveel vertrouwen in hun „midden had gewaagd, verheugde hen en wilde het gesprek maar niet vlotten. Maar dit duurde slechts kort. Guizot be gon met zijn excuus te maken over wat hij zijne onbeschaamdheid noemde van den vorigen avond. Pauline verzekerde hem, dat zij enkel dankbaarheid jegens hem gevoelde. Daarop wees zij hem al zijne boeken, die op een tafeltje afzon derlijk bijeen lagen, en waarin vele pa piertjes en lintjes de bladzijden aanwezen, waarop zij het meest rereffeeteerd hud, of een vraagteeken had gezet. Zij deelde hem alles mede van den dood harer ouders al haar zorg en moeite en arbeid. Zij verborg hem niet, dat er in haar hart een ledig was, dat uit het gemis van dat ge loof ontstond, hetwelk hem in, haar oog zoo gelukkig maakte. Hij wees haar den weg tot den Qhristus Gods, en sprak met de innigste teederheid tot haar over geloof, hoop en liefde. Namelijk over fle liefde Gods in Christus, die naar 't verloornesoekt. Zoo gingen een paar uren voorbij, waarin die twee het zioh niet begrijpen konden, dat zij elkander niet jaren lang gekend hadden, en Laya zou, indien hij gebleven ware, zieh zeker verwonderd hebben, dat deze twee niej over iets anders spraken'; dat zijn vriend het doel van zijne komst geheel scheen te vergeten. Maar dit teeh was zoo niet. Eer Guizot. heenging had hij dit meisje verzekerd, dat voor hem geen grooter geluk op aarde bestond dan haar de zijne te mogen noemen, en had zij zioh vol vertrouwen aan zijn borst geworpen, met de stille verzekering dat zij niets liever begeerde dan dit. Zij behoefde aan hem hare pen niet op te „onwillekeurig. Volkomen gewillig maak- „ten zij een geschikten doorgang in de zaal „voor Stöoker vrij, en beantwoordden niet „onvriendelijk het „Guten Abend", dat hun „door Stöoker vriendelijk werd toegeroe- „pen. Alzoo kwam hij met zijne weinige „geleiders ongehinderd uit de zaal". Tot zoover 't verhaal. Men zegt wel eens dat 'l optreden van Christenen onder sociaal democraten niet geefthier hebt ge echter 't bewijs van het tegendeel. Trouwens, of our optreden sucees heeft, is nog niet eeDs de eerste vraag. Naar onze bescheiden meening is 't op treden, vooral van dienaren des Woords, onder de dwalende kinderen van onzen tijd om onder hen het evangelie te brengen, hooge, heilige, dure roeping. Gaan dienaren des Woords naar de heidenwereld, en wagen zij, zoo noodig, hun leven om er het evangelie te ^rengen, ook in ons eigen land hebben de predikers een missionaire roeping. Zij zijn niet alleen herders, maar ook visschers. Zal een dienaar des Woord in de hei denwereld alleen dan vrucht op zijn arbeid kunnen verwachten, wanneer hij in de nooden der heidenen afdaalt, en de taal van het volk kent, eveneens moet de die naar des Woord in ons eigen land de nooden der arbeiders kennen, en hun taal spreken, zal hij op zegen durven hopen. Deze arbeid eiseht eehter studie, studie van 't volksleven, studie van het sociale vraagstuk. Maar deze studie en deze arbeid zullen niet verloren zijn. Zij zullen aan 't leven des volks, zoowel 't religieuse ea zedelijke als ook 't huiselijke, maatschappelijke en politieke leven des volks ten goede komen. Ds. Rudoiph. Rotterdammer. Jaren geleden velen onzer oudere lezers zullen het zioh nog goed herinneren sprak men, als de hygiëne op het tapijt kwam, veel over Zeeuwsehe koortsen. Onze goede provincie was er om gevreesd en bleef er hi) menigeen voor gehaat. Een betrekking in Zeeland gold niet voor vol en een uitgebracht beroep op een Hol- landeohen predikant al ware het ergens uit Z.-Bevelands dreven of Waloherens tuin werd ware het maar even mogelijk, gewezen van de hand. Het was waarlijk offeren, o neen. Integendeel maakten die twee ook nog dit verbond, dat zij samen zouden arbeiden aan het heil van hun vaderland, ea d&t hun beider pen voortaan alleen zou gebruikt worden tot het behan delen van die denkbeelden, waaruit alleen voor heel de mensehheid geluk en vrede voortspruiten kon. Aan dit verbond zijn beiden getrouw gebleven, en de geschiedenis heeft gespro ken over wat Francois Guizot als minister ook voor zijn land is geweest, terwijl zijne vrouw hem overleeft, om zijn onvoltooiden arbeid op letterkundig gebied ten einde te brengen. Maar keeren wij nog een oogenblik tot dien allereersten tijd hunner verbinding terug. Twee dagen later wist Pauline niet hoe zij George Laya onder de oogen zou komen, toen de heer'Guizot haar naar Laura ver gezelde, om haar daar als zijne aanstaande voor te stellen. Maar Laya was een te (linke man om ook maar eene poging te doen, ten einde zieh te vermommen, of zijn spijt te verbergen over bet verlies van de eenige vrouw, die in staat was hem liefde in te boezemen. Hij zat aan de thee tafel zijner zuster en hoorde wei wat ver strooid naar hetgeen René hem mededeelde, die ook zijn kommer had want de eerste plaats in de klasse was hem ontgaan. „Kom jongen", zei oom Laya, „gij kent de spreukMiserum eat solatium habere malerum", leer de beteekenis daarvan be grijpen. In den grond der zaak heb ik niet meer verloren dan gij namelijk, de hoop een gelukkig man te worden". niet om den afstand. De Zeeuwsehe koerts was het schrikbeeld, dat rondspookte in het altijd even heldere brein van sommigen der huisgenooten, die belanghebbend in de handeling van verhuizen waren betrokken. Thans behoort dit alles naar we meenen tot den volmaakt verleden tijd. De toe standen zijn Eehier tot onkenbaar wordens toe veranderd in de kleine spanne tijds van een half menschenleven, denkbeelden en begrippen zijn verouderd en gewijzigd, en ook de mensoh zelve gaat met zijn tijd mee. Of er dan geen koortsen meer zijn in Zeeland O, zeer zeker, maar geen Zeeuwsehe koortsen meer. Het zijn nu malaria-koortsen geworden. Op sommige plaatsen wellicht meer dan vroeger. Som mige wijken en buurten, uitmuntend door lage ligging en daardoor vochtig klimaat, in de nabijheid van binnenwateren, grachten oi slooten, worden zelfs met den vinger aangewezen als plaatsen, zoo geen centras van besmetting. Geheimzinnig gaat die moeraskoorts rond. Als een geesel sluipt zy de woningen binnen, niets en niemand ontziende in haar droeven tocht, neervellend wat sterk, doo- dend vaak wat zwak en teeder werd bevon den als een willig werktuig des doods af maaiend wat stond te bloeien als een roas, zonder eenige kwijning. Gelukkig Is langzamerhand het geheim zinnige van dezen slaanden engel vermin derd. Als tenminste de theorieën en hypo thesen der geleerden in dezen steekhoudend worden bevonden. In dit chapiter schijnen zioh bijzonder de Kngelschen verdienstelijk te hebben ge maakt. Een dier wetenschappelijke toeris ten, heeft in Britsch-Indië de zoogenaamde malaria-streken bereisd met het doel om wetenschappelijke waarnemingen te doen met alle soorten van muggen. Stuk voor stuk heeft hy ze onderzocht-,, microscopisch onderzocht en de vivisectie op die diertjes toegepast, zooals alleen ge leerden dit kunnen. En waarom hy dit deed? De lezer moet weten, dat malaria en mug gen als het ware by elkander behooren. De malarialijders hebben n.l. bedorven bloecL De roode bloedlichaampjes, vol zuurstof- houdende kleurstof, die het leven voeden en onderhouden, verdwenen langzamerhand een voor een en gingen te niet. Zwarte, korreltjes, waardeloos op zich zeiven, ble ven slechts over, Dat was de schuld, zoo zei Daar werden de beide bezoekers in één adem aangediend. George Laya wist wat dit te beduiden had. Hij keerde zieh om, om hen aan de deur der salon te ontvangen* en toen hij de pijnlijke verlegenheid van Pauline bemerkte, nam hij haar bij de hand, schudde die hartelijk en voerde haar tot zijn zuster. Deze ving het arme meisje op, en verzekerde haar van hare voortdurende vriendschap door een innigen zusterkus. Laya kwam het eerst aan het woord „Vergun mij, lieve Laura, u de toekom stige mevrouw Guizot voor te stellen. Ik verklaar plechtig, dat ik van al mijne vroe gere rechten op hare hand afstand doe ten gunste van dezen, mijnen vriend welke de eenige man is dien ikzonderafgunstPauline overgeef, waar Laya verworpen werd. Hij beproefde dit op schertsenden toon te zeggen, maar dit lukte niet volkomen. Hij kuchte toen een weinig en begon met Guizot te spreken. Pauline legde haar eene arm in die van Laura, aan wie zij beloofde de verlorene zuster door de allertrouwste vriendin te willen vergoeden, en zij strekte echuehter hare hand naar Laya uit, en toen deze onmiddellijk die hand aanvatte en haar met onveran derde goedwilligheid drukte, wat kon zij nn ook anders doen, dan in overmaat harer vreugde tranen te storten. Want volkomen gelukkig zou zij nooit geweest zijD, wan neer George Laya, haar hooghartige vriend, haar niet vergeven had. Mocht maar de man, die zooveel edele hoedanigheden be zat, nog eenmaal leeren wat het is te gelooven met het gansohe hart. l'rot. IllustratieA. C. DE ZWART,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1