NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND,
No. 253. 1907.
Maandag 29 juli.
21e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISeH
ate Mfilfl en Mt
bakkersknecht
Van beide zijden.
andknecht
11,-
12,—*
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
ÜITGAV-E yb FIRMA
Wed, S. I DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUU, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
FEUILLETON.
Eene historische novelle uit de
jeugd van minister Guizot.
IDDELB TJBO; -
Met October
ij P. KOOLE, Souburg.
:rstond nog een
IdersLcneoht
t November vast werk, bij
ER, schilder, Wissenkerke.
raagd tegen 1 Augustus
oménde
A. DE JAGER te Waarde.
Met October
JANSE, Kleverskerkscbe
e 1 b u r g.
CHE HAVEN DIEN ST.
en 6.—, 6.20, 7.—7.50, 8.20,
10.20,10.40 11.—11.80,
1.15, 1.30*, 2.40*, 3.—, 3.25,
0 5,20, 6.10, 6,55, 7,15, 7.35,
itensluis 6.10, 6.30 7.20,
5, 9.50, 10.10, 10.30, 10.50,
.10,12,45,1.20*, 1.40*, S.50*,a
0,4.40, 5.—, 5,80, 6.30,7.05,
0.
aarten vallen Zondags uit.
MIDDELB. BOTTERDAM o
Augustus,
uitgezonderd Zondags, van
uur; van Middelburg 9,30;
dam 8,45.
Augustus van Vlissingen om
iddelburg om 6 uur.
tdienit „SCHELDE"
Augustus
12,15
12,15
12,15
1,30
2,-
10,30
11,30
12,15
1-
12,15
12,15
12,15
12,15
12,15
ste getal achter een datum ia
erikzee het tweede getal ia
tterdam).
DELBHBO—ZÏEBIKZES.
Augustus.
Zater.17 8,30 12,15
Zond. 18 6,— 12,—
Maan. 19 8,30 12,15
Dins. 20 8,30 1,30
Woen 21 8,30 9,30
Dond.22 9,— 10,30
Vrijd. 2310,11,
Zater. 2410,30 12,
Zond. 25 6,— 1,—
Maan. 26 7,— 12,15
Dins. 27 7,30 12,15
Woen.28 8,30 12,15
Dond. 29 8,30 12,15
Vrjjd.30 8,30 12,15
Zater. 31 8'30 12,1<5>'£"
4,30
5,30
4,30
6,—
4,-
4-
4-
4-
4,-
4,-
5,30
4,30
4,30
4,30
4,30
4,30
4,30
5,30
4,30
4,-
4,-
4-
4-
4-
5,30
4,30
4,S0
4,30
4,30
4-
4-
Dond.
Vrjjd.
Zater.
Zond.
Maan.
Dins.
Woen
Dond.
Vrjjd.
Zater.
Zond.
Maan.
Dins.
Woen
Dond.
Vrjjd.
Zater.
Zond.
Maan.
Dins.
Woen
Dond.
Vrjjd.
Zater.
Zond.
Maan.
Dins.
Woen,
Dond.
Vrijd.
Zater.
Zierikzee.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
6,30
6,15
7,30
6,15
7,30
7,30
7,30
6,30
7,30
7,30
6,30
7,30
7,30
7,30
6,30
7,30
7,30
6,15
7,30
7,30
7,30
6,30
7-
24 7,30
25 6,30
26 7,30
27 7,30
,28 7,80
29 6.30
30 7,30
31 7,30
3-
2,30
3-
5,30
3-
3-
3,-
3-
3-
3-
5,30
3-
3-
3-
3-
3-
3-
5,30
3,_
3-
3-
3-
3-
3-
5,80
3-
3-
3-
3-
3-
11,30
lX)ester-.öcliflt>£
uropeasohe of Spoortjjd.
,50a) i) nm. 3,23g) en 6,15c)
,15a) 3,50y) en 6,45
1,55a) en 4,45
8,23 en 6,150)/)
minuten na het vertrek van
x
enskerke n. Neuzen vm. 8,30
Breskens, Borsselen en
skens, Borsselen en Neozei
an 16 April 31 Augustus
oot van 10,25 uit Neuzen ten
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02s.
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Die aich aan anderen spiegelt, spiegelt
zich zacht, is een bekend spreekwoord.
Ba die spiegel is o. i. nu zeer gereedeljjk
in Frankrijk te vinden.
Frankrijk levert in den laatsten tijd, niet
alleen door den opstand der wijnbouwers
in het Zuiden, waarop we vroeger de aan
dacht vestigden, en waar een schrille open
baring werd geleverd van gemis aan gezag
en onmacht tot het dragen van tegenspoed,
maar ook door zijn politieken strijd die zich
in de laatste jaren vooral groepeert om de
kwestie tusschen Staat en Kerk, een helde
ren spiegel ook voor de omringende volken.
In de laatste kwarteeuw heeft Frankrijk
een onafzienbare rij socialisten en Jacobij-
nen in de regeerings-colleges zien plaats
nemen. Begrijpelijk is het dat meer en
meer aanvallen op de kerk werden gericht.
Anti-clericalisme was het wachtwoord.
Eerst tegenwerken of voorbijgaan, later
onderdrukken en berooven, dat is zoo de
gewone weg van hen die den vinger kreeg
en nn de hand zoekt machtig te worden.
Het spreekt wel van zelf dat het terrein
voor het welslagen van 't anti-clericalisme
om kortheidshalve de openbaring der
geesten in Frankrijk alzoo te noemen
moet voorbereid en toebereid zjjn.
En dat is dan ook geschied.
Na de nederlaag van '70 en het verlies
van Elsas-Lotharingen beheerschte slechts
éene gedachte gansch Frankrijk. Het was
die van wederwraak, van terughalen wat
verloren was. Zelfs de school moest het
voorportaal van de kazerne zijn. De school
had als hoogste roeping een sterk leger te
leveren. Nu is de toestand onder den
invloed van 't socialisme totaal veranderd.
Nu spreekt geen gezaghebbende of in vloed-
rijke meer over patriottisme of over het
herwinnen van 't vaderland in zijn geheel.
Nu is de strijd tusschen proletariërs en be
zitters. Welberaden eigenbelang, zegt een
tijdschrift dat 14000 abonnée's onder de
Fransche onderwijzers telt, noopt niet om
het leven voor het vaderland veil te hebben
maar liever om zich van het goud der kapi
talisten meester te maken.
In den strijd tegen het kapitalisme wordt
de kerk als een vesting beschouwd, die, na
langdurige belegering zal moeten over
wonnen worden, voor Jacobijnen en socia
listen van triumf zullen kunnen getuigen.
15)
Goo».
(Slot.)
De oogen van Guizot schitterden, maar
toch zeide hij«Ik kan uw ofler niet aan
nemen Wie mejuffrouw de Meulan in
hare rechte waarde kent, kan onmogelijk
verwachten dat een ander haar uit bloote
vriendschap afstaat 1"
George Laya deed geen moeite om zich
in iets te bedwingen. «Ge zijt wel een
gedoctoreerd persoon'', zei hij, «maar toeh
zulk een zot niet, om te gelooven, dat ik
haar opgeven zou enkel om u plezier te
doen F Ik zeg uga heen en verklaar u
aan mejuffrouw De Meulan''.
„Ik wil uw vroeger recht op hare hand
niet rooveD, ik wil
«Wat kan het mij schelen wat gij wilt!"
riep Laya hem boos in de rede vallende.
«Doe wat ik u gezegd heb, dat wil zeggen,
wanneer gij haar liefhebt. Ik heb mijn oude
recht reeds gebruikt, ik heb haar gevraagd
en gedaan wat ik kon het eind van het
liedje ie echter, dat ze mij niet hebben wit."
Guizot drukte hem hartstochtelijk de
hand. Na eene pauze, zeide hij echter
weder«Ik denk, dat Pauline De Meulan
mij met weerzin zou ontvangen wanneer
ik kwam om mij op de puinhoopen van
mijn mededinger te vestigen. Ik kan niet
gaan".
Laya sprong op, legde beide zijne handen
op Guizot's schouders, en sprak met zijne
gewone harde stem«Mijnheer, als gij
Zoo zal onzen lezers in 't oog springen
het groote verschil tusschen de toestanden
hier en ginds en de beteekenis van onze
christelijke school.
Onze christelijke schoei gaat niet met
den stroom van het leven op en neder, maar
richt zich op 'n vast doel: 't brengen van de
eeuwige beginselen onder de kinderen
onzes volks.
De Fransche school dient geen beginse
len maar belangen en wel belangen van het
oogenblik, werkelijke of gemeende.
En kerkelijke instellingen van onderwijs
worden verdreven of bemoeilijkt, of wel
genieten het zoo noodige vertrouwen niet.
Want te ontkennen valt 't naar eenparig
getuigenis van desbevoegden niet, dat de
meest talentvolle mannen, die den geest dei-
ondermijning en der vernietiging van gods
dienst en gezag in Frankrijk bestrijden,een
weinig lieflijk en eerbiedwaardig christen
dom vertegenwoordigen.
Moeilijk, moeilijker dan in eenig ander
land gaat 't in Frankrijk om hen die pleiten
voor godsdienst of kerk niet van bijoog
merken te verdenken. Het leven is zoo zeer
in strijd met de leer. Het besef is in Frank
rijk zoo diep ingedrongen,dat de kerkelijke
machten zoo noodig rechtsverkrachting
aanvaarden, ook al leidde zij tot de ergste
gruwelen,dat alle redeneering voor hoogere
belangen schier hopeloos is. Daartoe werkt
't geheele optreden der kerk mede, zoowel
bij benoemingen voor de hoogste als voor
de laagste functiën, als by het pleiten voor
deugd of ondeugd. De macht der duisternis
beheerscht naar 's volks opvatting alles
wat met den clerus in verband staat. En nu
behoeft 't ongetwijfeld ook aan onze lezers
niet herinnerd te worden dat er ook nog
Fransche kringen zijn waar herleving van
godsdienst en vaderlandsliefde wordt aan
getroffen. Maar te oordeelen naar allerlei
openbaringen behooren deze niet tot de tal
rijkste en ook niet tot de invloedrijkste.
We hebben gemeend, naar aanleiding
van de gebeurtenissen in Frankrijk, die in
de laatste jaren zoozeer de aandacht trek
ken, een enkele kantteekening te moeten
maken, eerst op den opstand in het Zuiden
en nu op den geestelijken toestand zooals
die zich in school en kerk openbaart.
Het een en ander zal ons kunnen leeren
dat het niet de eerste vraag is of we de
meerderheid door de stembus in onze ver
tegenwoordiging vau Raden en Staten
Pauline liefhebt, zop moet gij nu tot haar
gaan, of nooit! Gij zeidet, dat gij haar
liefhebt. Welnu dan hebt gij ook geen
keus, want zoo waar als ik Laya heet zal
ik u dwingen. Neem uw hoea, man en
kom mede. Mijn wagen waeht voor de
deur. Gelooft gij, dat ik er pleizier in
heb mij voortdurend te laten kwellen, en
den bitteren beker droppel voor droppel
uit te drinken, en dat alles om u pleizier
te doen
De man Bprak in bitteren ernst, en Gui
zot bleef niet anders over dan te gehoor
zamen en zijn hart gehoorzaamde maar
al te gewillig.
Binnen een half uur bereikten beide
mannen dq woning van Pauline. Laya
trad het eerst binnen. Pauline stond op
om het onverwachte bezoek te ontvangen.
Haar gelaat, dat altijd een weinig bleek
was, werd plotseling bloedrood, en toen
zij hem de hand toestak bloosde zij zoo
diep, dat het opstijgen van het bloed haar
bijna pijn deed. Arme LayaHij zag
dezen blos, en de moed ontzonk hem om
nog meer te zien. Vóór Pauline of Guizot
het gewaar werden, had hij de kamer ver-
laten.
Moge zij bij deze ruiling gelukkig zijn I
was. de zeker zeer onzelfzuchtige wensoh,
dien hij voor haar slaakte, terwijl hij
haastig de trappen afgleed.
Zoo waren dan die twee, welke elkander
zoo lang gezooht en hu zoo eensklaps ge-
vanden hadden, bijeen. De lezer vraagt
niet, dat wij hun eerste onderhoud nauw
keurig beschrijven. Eerst waren beiden
wel eenigszins met hun positie verlegen,
zullen kunnen halen, maar veel meer of we
door arbeid en leven, door onderwijs en op
voeding,door invloed op allerlei terrein van
het leren zullen kunnen beheerschen de
macht die ook onder ons ondermijnend en
ontbindend werkt. En of we daartegenover
zullen kunnen stellen de vaste, klassieke
macht van het Evangelie, in wezen van alle
tijden, maar in vorm van deze tijden.
Maar dan ook of we die macht ten goede
met tact eu goed beleid zullen kunnen
dienstbaar maken, en aanwenden, niet
alleen om de macht van den tegenstander
te bekampen, maar meer nog, veel meer, tot
opbouw van eigen kring en in eigen kring.
Frankrijk moge ons in menig opzicht tot
waarschuwend voorbeeld strekken, om ons
met nadruk te leeren alzoo zal het onder
ons niet zyn, en ons leeren niet te vertragen
in den strijd die roemloos en bloedeloos
voortwoedt en in hevigheid toeneemt.
27 Juli 1907.
Herinneringen aan den Eiskeller
In Bas \olck geeft de bekende hof
prediker A. D. Dr. Stüoker een beschrij
ving van zijn leven.
In een der laatste nummers geeft hij zelf
het verhaal van zijn optreden onder de
soeiaal-demooraten, in wier midden hij
plotseling in de «Eiskellerszaal'' vexsoheen,
om de daar vergaderde arbeiders terug te
roepen tot het Kruis.
Most, de bekende toenmalige leider der
sociaal-democraten, hield hem daar zijn
"horloge voor, en daarop wijzend, riep hij
't Stöoker en in hem allen evangelie
predikers toe«Deine Uhr ist gesohlagen
«Uw tijd is voorbij!"
Wat diepen indruk Slöckers optreden
aldaar evenwel maakte, moge blijken uit
hetgeen door eeu vriend van Most, die
later tot de Christelijk-sooiale partij over
ging. daarover heeft gesohreven.
„Toen de hofprediker de Eiskellersaal
«verliet", zoo schrijft hij, „vergezelden
„hem de stille zegenwensehen van vele
«aanwezigen. Zij gevoelden een ontroering,
„die zij sinds lang niet meer hadden gekend.
«De harde harten waren week geworden.
«Wel klonk hier en daar uit de vergadering
„een dreigende kreet. Zelfs werden vuisten
„tegen den hofprediker opgeheven. Maar
„het wezen van den man, die zich zoo
„moedig en met zooveel vertrouwen in hun
„midden had gewaagd, verheugde hen
en wilde het gesprek maar niet vlotten.
Maar dit duurde slechts kort. Guizot be
gon met zijn excuus te maken over wat
hij zijne onbeschaamdheid noemde van
den vorigen avond. Pauline verzekerde
hem, dat zij enkel dankbaarheid jegens
hem gevoelde. Daarop wees zij hem al
zijne boeken, die op een tafeltje afzon
derlijk bijeen lagen, en waarin vele pa
piertjes en lintjes de bladzijden aanwezen,
waarop zij het meest rereffeeteerd hud, of
een vraagteeken had gezet. Zij deelde
hem alles mede van den dood harer ouders
al haar zorg en moeite en arbeid. Zij
verborg hem niet, dat er in haar hart een
ledig was, dat uit het gemis van dat ge
loof ontstond, hetwelk hem in, haar oog
zoo gelukkig maakte. Hij wees haar den
weg tot den Qhristus Gods, en sprak met
de innigste teederheid tot haar over geloof,
hoop en liefde. Namelijk over fle liefde
Gods in Christus, die naar 't verloornesoekt.
Zoo gingen een paar uren voorbij, waarin
die twee het zioh niet begrijpen konden,
dat zij elkander niet jaren lang gekend
hadden, en Laya zou, indien hij gebleven
ware, zieh zeker verwonderd hebben, dat
deze twee niej over iets anders spraken';
dat zijn vriend het doel van zijne komst
geheel scheen te vergeten.
Maar dit teeh was zoo niet. Eer Guizot.
heenging had hij dit meisje verzekerd, dat
voor hem geen grooter geluk op aarde
bestond dan haar de zijne te mogen noemen,
en had zij zioh vol vertrouwen aan zijn
borst geworpen, met de stille verzekering
dat zij niets liever begeerde dan dit. Zij
behoefde aan hem hare pen niet op te
„onwillekeurig. Volkomen gewillig maak-
„ten zij een geschikten doorgang in de zaal
„voor Stöoker vrij, en beantwoordden niet
„onvriendelijk het „Guten Abend", dat hun
„door Stöoker vriendelijk werd toegeroe-
„pen. Alzoo kwam hij met zijne weinige
„geleiders ongehinderd uit de zaal".
Tot zoover 't verhaal.
Men zegt wel eens dat 'l optreden van
Christenen onder sociaal democraten niet
geefthier hebt ge echter 't bewijs van
het tegendeel.
Trouwens, of our optreden sucees heeft,
is nog niet eeDs de eerste vraag.
Naar onze bescheiden meening is 't op
treden, vooral van dienaren des Woords,
onder de dwalende kinderen van onzen
tijd om onder hen het evangelie te brengen,
hooge, heilige, dure roeping.
Gaan dienaren des Woords naar de
heidenwereld, en wagen zij, zoo noodig,
hun leven om er het evangelie te ^rengen,
ook in ons eigen land hebben de predikers
een missionaire roeping.
Zij zijn niet alleen herders, maar ook
visschers.
Zal een dienaar des Woord in de hei
denwereld alleen dan vrucht op zijn arbeid
kunnen verwachten, wanneer hij in de
nooden der heidenen afdaalt, en de taal
van het volk kent, eveneens moet de die
naar des Woord in ons eigen land de nooden
der arbeiders kennen, en hun taal spreken,
zal hij op zegen durven hopen.
Deze arbeid eiseht eehter studie, studie
van 't volksleven, studie van het sociale
vraagstuk.
Maar deze studie en deze arbeid zullen
niet verloren zijn. Zij zullen aan 't leven
des volks, zoowel 't religieuse ea zedelijke
als ook 't huiselijke, maatschappelijke en
politieke leven des volks ten goede komen.
Ds. Rudoiph. Rotterdammer.
Jaren geleden velen onzer oudere
lezers zullen het zioh nog goed herinneren
sprak men, als de hygiëne op het tapijt
kwam, veel over Zeeuwsehe koortsen.
Onze goede provincie was er om gevreesd
en bleef er hi) menigeen voor gehaat. Een
betrekking in Zeeland gold niet voor vol
en een uitgebracht beroep op een Hol-
landeohen predikant al ware het ergens
uit Z.-Bevelands dreven of Waloherens
tuin werd ware het maar even mogelijk,
gewezen van de hand. Het was waarlijk
offeren, o neen. Integendeel maakten die
twee ook nog dit verbond, dat zij samen
zouden arbeiden aan het heil van hun
vaderland, ea d&t hun beider pen voortaan
alleen zou gebruikt worden tot het behan
delen van die denkbeelden, waaruit alleen
voor heel de mensehheid geluk en vrede
voortspruiten kon.
Aan dit verbond zijn beiden getrouw
gebleven, en de geschiedenis heeft gespro
ken over wat Francois Guizot als minister
ook voor zijn land is geweest, terwijl zijne
vrouw hem overleeft, om zijn onvoltooiden
arbeid op letterkundig gebied ten einde te
brengen.
Maar keeren wij nog een oogenblik tot
dien allereersten tijd hunner verbinding
terug.
Twee dagen later wist Pauline niet hoe
zij George Laya onder de oogen zou komen,
toen de heer'Guizot haar naar Laura ver
gezelde, om haar daar als zijne aanstaande
voor te stellen. Maar Laya was een te
(linke man om ook maar eene poging te
doen, ten einde zieh te vermommen, of
zijn spijt te verbergen over bet verlies
van de eenige vrouw, die in staat was hem
liefde in te boezemen. Hij zat aan de thee
tafel zijner zuster en hoorde wei wat ver
strooid naar hetgeen René hem mededeelde,
die ook zijn kommer had want de eerste
plaats in de klasse was hem ontgaan.
„Kom jongen", zei oom Laya, „gij kent
de spreukMiserum eat solatium habere
malerum", leer de beteekenis daarvan be
grijpen. In den grond der zaak heb ik niet
meer verloren dan gij namelijk, de hoop
een gelukkig man te worden".
niet om den afstand. De Zeeuwsehe koerts
was het schrikbeeld, dat rondspookte in
het altijd even heldere brein van sommigen
der huisgenooten, die belanghebbend in de
handeling van verhuizen waren betrokken.
Thans behoort dit alles naar we meenen
tot den volmaakt verleden tijd. De toe
standen zijn Eehier tot onkenbaar wordens
toe veranderd in de kleine spanne tijds
van een half menschenleven, denkbeelden
en begrippen zijn verouderd en gewijzigd,
en ook de mensoh zelve gaat met zijn tijd
mee. Of er dan geen koortsen meer zijn
in Zeeland O, zeer zeker, maar geen
Zeeuwsehe koortsen meer. Het zijn nu
malaria-koortsen geworden. Op sommige
plaatsen wellicht meer dan vroeger. Som
mige wijken en buurten, uitmuntend door
lage ligging en daardoor vochtig klimaat,
in de nabijheid van binnenwateren, grachten
oi slooten, worden zelfs met den vinger
aangewezen als plaatsen, zoo geen centras
van besmetting.
Geheimzinnig gaat die moeraskoorts
rond. Als een geesel sluipt zy de woningen
binnen, niets en niemand ontziende in haar
droeven tocht, neervellend wat sterk, doo-
dend vaak wat zwak en teeder werd bevon
den als een willig werktuig des doods af
maaiend wat stond te bloeien als een roas,
zonder eenige kwijning.
Gelukkig Is langzamerhand het geheim
zinnige van dezen slaanden engel vermin
derd. Als tenminste de theorieën en hypo
thesen der geleerden in dezen steekhoudend
worden bevonden.
In dit chapiter schijnen zioh bijzonder de
Kngelschen verdienstelijk te hebben ge
maakt. Een dier wetenschappelijke toeris
ten, heeft in Britsch-Indië de zoogenaamde
malaria-streken bereisd met het doel om
wetenschappelijke waarnemingen te doen
met alle soorten van muggen.
Stuk voor stuk heeft hy ze onderzocht-,,
microscopisch onderzocht en de vivisectie
op die diertjes toegepast, zooals alleen ge
leerden dit kunnen. En waarom hy dit deed?
De lezer moet weten, dat malaria en mug
gen als het ware by elkander behooren. De
malarialijders hebben n.l. bedorven bloecL
De roode bloedlichaampjes, vol zuurstof-
houdende kleurstof, die het leven voeden en
onderhouden, verdwenen langzamerhand
een voor een en gingen te niet. Zwarte,
korreltjes, waardeloos op zich zeiven, ble
ven slechts over, Dat was de schuld, zoo zei
Daar werden de beide bezoekers in één
adem aangediend. George Laya wist wat
dit te beduiden had. Hij keerde zieh om,
om hen aan de deur der salon te ontvangen*
en toen hij de pijnlijke verlegenheid van
Pauline bemerkte, nam hij haar bij de hand,
schudde die hartelijk en voerde haar tot
zijn zuster. Deze ving het arme meisje op,
en verzekerde haar van hare voortdurende
vriendschap door een innigen zusterkus.
Laya kwam het eerst aan het woord
„Vergun mij, lieve Laura, u de toekom
stige mevrouw Guizot voor te stellen. Ik
verklaar plechtig, dat ik van al mijne vroe
gere rechten op hare hand afstand doe ten
gunste van dezen, mijnen vriend welke de
eenige man is dien ikzonderafgunstPauline
overgeef, waar Laya verworpen werd.
Hij beproefde dit op schertsenden toon
te zeggen, maar dit lukte niet volkomen.
Hij kuchte toen een weinig en begon
met Guizot te spreken. Pauline legde
haar eene arm in die van Laura, aan wie
zij beloofde de verlorene zuster door de
allertrouwste vriendin te willen vergoeden,
en zij strekte echuehter hare hand naar
Laya uit, en toen deze onmiddellijk
die hand aanvatte en haar met onveran
derde goedwilligheid drukte, wat kon zij
nn ook anders doen, dan in overmaat harer
vreugde tranen te storten. Want volkomen
gelukkig zou zij nooit geweest zijD, wan
neer George Laya, haar hooghartige vriend,
haar niet vergeven had. Mocht maar de
man, die zooveel edele hoedanigheden be
zat, nog eenmaal leeren wat het is te
gelooven met het gansohe hart.
l'rot. IllustratieA. C. DE ZWART,