Kerknieuws.
Gemengde Berichten.
Naar wij vernemen worden er po
gingen aangewend om de boottooht Goes
Antwerpen te doen opluisteren door het
muziekgezelschap „Hosanna", en bestaat
er eenige hoop dat die pogingen zullen
slagen. Het aantal deelnemers aan dezen
tocht bedraagt op 'toogenblik reeds 220.
Er zijn Dog eeniga plaatsen beschikbaar,
en wij verwachten dan ook dat deze eer
het morgenavond is, zullen bezet zijn.
's Heerenhoek. Id de gemeenteraads
vergadering van j.l. Vrijdag waren alle
leden tegenwoordig. Onder de ingekomen
stukken waren 5 sollicaties voor de betrek
king van gemeente-entvanger, n.l. Corn.
Fraanje, J. Martens, Ch. P. Serrarens Jr.,
H. v. 't Westeinde en A. van Zunderen,
alsmede 'n verzoekschrift van Pieter Parée
om een gemeente-ontvanger te benoemen
voor den tijd van 2 jaren, ten behoeve der
weduwe van den vorigen ontvanger, dan
had hy na verloop van dien tijd de ver-
eischte ouderdom om te kunnen sollici-
teeren. Eene aanbeveling van 2 personen
door B. en W„ zijnde Ch. P. Serrarens Jr.
en H. v. 't Westeinde. Een bezwaarschrift
hoofdgeld van Jac. v. 't Westeinde, welke
van klasse 2 naar de le werd gezet. De
armenbegrooting 1908 werd vastgesteld op
f 675,795 met een subsidie uit de gemeente
kas van f 670. De geloofsbrieven van de
herkozen raadsleden Remijn en Werri wer
den door een commissie, bes'aande uit de
leden Thomaes on Serrarens, nagezien en
'tot toelating besloten. Voor de vacature in
de Commissie tot wering van Schoolverzuim
door het overlijden van J. Parée, werden
door B. en W. aanbevolen P. Parée en J. A.
Claris. Bjj tweede vrije stemming werd
gekozen P. Parée met 5 tegen 2 stemmen
op J A. Clarijs. Het voorstel van den voor
zitter ter behandeling van het verzeek van
Pieter Paree werd verworpen met 5 tegen
2 stemmen. Benoeming gemeente-ontvan
ger. Uitgebracht 7 stemmen, waarvan één
van onwaarde en één blanco. 1 op Ch. Ser
rarens Jr. en 3 op H. v.'t Westeinde en 1
op H. v. 'tWestende. Het lid Serrarens
maakte onmiddellijk de opmerking, dat de
briefjes H. v. 't Westeinde niet behoorlijk
waren ingevuld, daar ze geen bepaalden
persoon aanduiden en er hier 3 ingezetenen
zijn die dezen naam dragen, nl. Jz., Nz. en
Wz. Ed daar art. 23 van het Reglement van
Orde zegtdat het getal der niet of niet
behoorlijk ingevulde briefjes wordt, tot
bepaling der meerderheid afgetrokken van
het getal der leden, die bij de stemming
tegenwoordig geweest zyn, moesten deze
briefjes afgetrokken worden ter bepaliDg
der meerderheid. Hiertegen kwamen de
voorzitter en de andere leden op, waarna
bjj stemming de briefjes voor geldig wer
den verklaard. Voor de heeren Thomaes,
Van d«r Heulen en Timanstegen de heer
Serrarens. De heeren v. Stee, Werri en
Remijn mochten wegens bloed en aanver
wantschap niet mede stemmen. Na deze
stemming opperde het lid Serrarens zijn
meening en zeide, dat, ofschoon de briefjes
nu geldig verklaard waren, nu nog niet be
wezen was aan wie der drie H. v. 't West-
einde's, Nz., Jz. of Wz., moest toegekend
worden, aangezien men hier niet beperkt is
tot de op de aanbeveling geplaatste per
sonen. De voorzitter antwoordde hierop
dat het de bedoeling wel zou zijn van H. v.
't Westeinde Wz., en werd zonder verdere
stemming hierover het ontvangschap toe
gekend aan H. v. 't Westeinde Wz., waarna
door dhr. Serrarens bezwaar werd aange-
teekend, daar hier volgens zyne meeniog
gehandeld was in strijd met art. 23 van het
Reglement v. Orde. Benoeming secretaris
ontvanger Burgerlijk Armbestuur, waarbij
by eerste stemming werden uitgebracht 3
op H. v. 't Westeinde Wz., 2 op Ch. P. Ser
rarens Jr., 1 op A. v. Zunderen en l blanco,
niemand de meerderheid hebbende, werd
er een tweede vrije stemming gehouden,
waarin werden uitgebracht 3 op H. van
't Weateinde Wz., 2 op Ch. P. Serrarens Jr.
en 1 op A. v. Zunderen en 1 van onwaarde.
Er moest alzoo herstemd worden tusschen
H. v. 't Weateinde Wz. en Ch. P. Serrarens
Jr., waarbij maar drie leden tot stemmen
bevoegd waren (4 familieleden). Ch. P.
Serrarens Jr. bekwam 2 en H. v. 't West
einde Wz. 1 stem, zoodat eerstgenoemde
werd benoemd. Niets meer aan de orde
zjjnde sloot de voorzitter de vergadering.
Krabbendijke. Zaternamiddag om
streeks half 6 reden aan den „Meiboom"
twee motorrijwielen tegen elkaar. Van het
eene was het achterwiel geheel stuk.
Persoonlijke ongelukken hadden er niet
bij plaats.
Eer er eens dooden vallen, doordat er
een paar tegen elkaar rijden, of er een
tegen een aankomenden wagen aanbotst
of tegen de paarden vliegt of ook een of
meer van de daar spelende of wandelende
kinderen worden overreden, ware wel
gewenscht, dat de haag daar werd gerooid
en door eenvoudig latwerk vervangen, dan
zou die bocht wellicht nog wel iets ge
vaarlijk zjjn, dooh lang zoo veel niet als nu.
lerseke. De werkman C. Lindenberg
had Zaterdag het ODgeluk bij het schelpen
overladen zoodanig te vallen dat hij met
een gebroken rechterarm werd opgenomen
en naar huis vervoerd.
Riliand-Bath. Een zoontje van den
rijksveldwachter v.L. alhier, in de schorren
nabij den Reijgerbergschen dijk spelende,
viel Zaterdag zoodanig met een zijner bee-
nen in steen of glas dat hij tot op het been
gewond werd en enkele spieren zeer waren
gehavend. Heelkundige hulp werd verleend
door den heer Moree, arts. De zoon van den
landbouwer B. te Bath geraakte Vrijdag
by het dryven van rundvee van de eene
weide naar de andere zoodanig met een kalf
in aanraking dat twee tanden uit den mond
werden gestooten en het gelaat tamelijk
werd gekwetst. Ook hier werd genees
kundige hulp ingeroepen.
Serooskerke. Zaterdagmiddag hield
de gemeenteraad alhier een openb. verg.
Tegenwoordig waren alle leden. De ge
loofsbrieven der herkozen Raadsleden
worden onderzocht en in orde bevonden.
De gemeenterekening over 1906 wordt
overgelegd meteen ontvangst van f18634,59
en een uitgaaf van f 16941,025. Een oom
missie, bestaande uit de heeren Christiaanse,
Tak en de Visser, wordt tot onderzoek
dier rekening benoemd. Aan twee per
sonen wordt over een half jaar ontheffing
der hondendenbelasting verleend. Tot graf
delver wordt benoemd C. Willeboordse,
met wien W. Sturm op de voordracht stond.
Verder worden nog vastgesteld
lo. de instructie voor den doodgraver;
2o. die van de gemeentebode, terwijl in
de verordening vaD de brandweer eenige
wijzigingen worden gebracht.
Vervolgens komt in bespreking de ver
harding van den weg naar Grijpskerke,
die gedeeltelijk verhard is en door ge
meente onderhouden wordt, maar niet ge
heel doorgetrokken is. Na breedvoerige
bespreking wordt besloten een schrijven
te richten aan den Gemeenteraad van
Grijpskerke, teneinde deze zaak zoo tot
oplossing te brengen, dat de geheele ver
bindingsweg verhardt wordt.
Daarna wordt de vergadering door den
voorzitter gesloten.
's Gravenpolder. In de Vrijdagavond
gehouden raadsvergadering waren alle
leden tegenwoordig. Na mededeeling van
diverse ingekomen stukken werd de ge
meenterekening over 1906 den raad aan
geboden. Deze bedraagt inontvangf8327.31
en in uitgaaf f 7886 22 goed slot alzoo
f441 09. Vervolgens werden de geloofs
brieven der gekozen raadsleden onderzocht
en in orde bevonden, zoodat tot hunne
toelating werd besloten. Aan bet request
aan Prov. Staten door de vereenigin^ van
Burgemeesters en Secretarissen ib Zuid en
Noord Beveland over de wijziging in het
wegenreglement jwerd besloten adhaesie te
betuigen in zooverre dat de breedte (ter
velgen van de wielen worden bepaald op
8 c ra. en het overgangstijdstip worde ge
bracht op 1915. Bij de rondvraag werd
gewezen dat bij de oefening der brandspuit
wederom is gebleken, dat deze volstrekt
niet aan de verwachtingen heeft beant
woord. Het blijkt dat er weinig of niels
mede zou gedaau worden indien er brand
ontstond. Indertijd is deze gekocht van
het Rijk, die ze als goed heeft verkocht.
Alle leden waren het daarmede eens. Be
sloten wordt dit ter kennis van deD minis
ter van Marine te brengen en geheele of
gedeeltelijke restitutie van koopsom te
verzoeken.
Te Wilhelminadorp, gemeente
Kattendijke, is bij candidaatslellkig tot lid
van den raad gekozen de heer A. van Putte,
in de plaats van den heer L. KorstaDje,
die om gezondheidsreden had bedankt.
De korp. B. van de le Compagnie
le Bataljon is gedegradeerd tol soldaat
en overgeplaatst bij het 4e Bataljon te
Vlissingen.
Ned. Herv. Kerk.
Aangenomen naar Slyk Ewijk door W.
v. d. Waal te Overschie; naarParrega
door C. G. Boorsma te Molkwerum
naar Zeddam door D. C. Hiebendaal te
Made; naar Wilsum door J. P. van
Leusden, cand.
lerseke. Ds. Steenbeek te Arnemuiden
ontving toezegging van beroep bij de Ned.
Herv. Kerk alhier. Ds. Paauwo zal naar
men ons medsdeeld alhier zijn afscheids
rede uitspreken op 11 Augustus a. s.
Hoedekenskerke. Zondag had alhier
de inwijding der gerestaureerde kerk plaats.
Ds. E. Kuylman predikant alhier sprak
naar aanleiding van 1 Cor. 5 8.
Zijn voorrede, was een stuk geschiedenis,
dat weinig bekend is. Het betrof laud,
volk en kerk. Z.Eerw. liet ons Zeeland
zien in zijn wording en opkomst, hoe in
vroeger jaren de Sohelde slechts bevaarbaar
was door roeibootjes, en reeds ten tijde
van Jacoba van Beijeren zeeschepen kon
dragen, daar de rivier voorheen ontelbare
zijarmen had en uitwateringen en zoo
langer hoe meer teruggedrongen werd, de
bedding werd steeds breeder en dieper.
Dit opsluiten der Sohelde in een te enge
bedding was weder de oorzaak vooral later
door het afsluiten van het Zwake van het
wegspoelen der kust van Z -Beveland en
het grootste gedeelte van Hoedekenskerke.
Veel heeft Hoedekenskerke van 't water
te lijden gehad. 30 groote overstroomingen
zijn ons uit de geschiedenis bekend nadat
in 'tjaar 850 Zeeland voor het eerst was
bedijkt geworden.
De eerste betrouwbare inlichtingen om
trent Hoedekenskerke zelf dateeren van
het jaar 1190. Voordien waren en door
overstroomingen, en door strooptochten en
verwoestingen der Noormannen de be
woners onzeker van hun leven en bestaan.
Het gebied van den Hollandschen Graaf
werd dan ook niet verder gerekend dan
tot het dorp Fortrapa (het tegenwoordige
's-Gravenpolder).
Hoedekenskerke was met andere Zui
delijke plaatsen vroeger van het andere
deel van Z.-Bevelan'd geseheiden door de
Dierik, het kleine eilandje heette toen de
Baarlanden. Deze waren verdeeld in West
en Oost-Baarland. Het eerste bevatte
Oudelande, Baarland en Bakondorp. Het
tweede, Vinninge, Hoedekenskerke en
Oostende. Deze drie dorpen behoorden
weder bij elkander en werden genoemd
naar het grootste, Hoedekenskerke.
Veel heeft Hoedekenskerke door het
water geleden nog slechts een klein deel
is er van over.
la 1532 spoelde het laatste deel van
Vinninge weg.
Vinninge was gelegen tusschen Hoe
dekenskerke en Bakensdorp. Waar
schijnlijk is toen mede het grootste deel
van Oostende verloren gegaan dat aan den
anderen kant van Hoedekenskerke lag.
De Brouwersplaten zijn van dit deel onzer
gemeente de droevige overblijfselen.
Het is voor de geschiedenis van belang
de verschillende volksstammen na te gaan
die zich in den laop der tyden hier ves
tigden. In den eersten tyd, ongeveer twee
eeuwen voor Chr. woonden hier de Morin en.
Op hen volgden de Galliërs, de Kimbren,
de Sicambren en de Menapiërs. In het
jaar 300 vestigden zich hier de Franken,
deze werden verdrongen door de Saksers.
In anno 490 heroverden de Franken dit
land. Groote overstroomingen deden het
land onbewoond raken, het werd verdeeld
onder Holland en Vlaanderen. Een deel
van den machtigen stam der Friezen kwam
zuidwaarts afzakken en nam onze eilanden
in bezit. Deze Friezen zijn het die de kern
van het Zeeuwsche volk hebben gelegd.
Hun aard en karakter, hun namen, deug
den en ondeugden hebben ze in Zeeland
gebracht, en het is hoogst belangryk om de
overeenkomst tusschen beide volken schier
in alles te kunneD opmerken. In 1071
sprak men van Friesland dat aan Vlaan
deren paalt".
Het oude adellijke geslaoht dat Hoede
kenskerke als heerlijkheid bezat was mede
uit Friesland afkomstig en dus de Vriese
genaamd; in de 11 eeuw was het in zeer
groot aanzien. In ondersoheiding van an
dere geslachten werd dit genoemd de
Vrieze van Oostende, naar een burcht
Ostende onder Hoedekenskerke. De laatste
ridder, heer van Oostende werd in deze
kerk begraven. Op de zerk (thaos in den
muur van het portaal geplaatst) staat het
volgende te lezen: „Hier is begraven
Willem de Vrieze van Oostende, stierf
in 'tjaer onzes Heeren 1462 den 29 dach
van meerte. God heb de ziel".
Een ridder in volle wapenrusting is er
op uitgebeiteld. Aan zijn voeten ligt een
hond, rechts dehelm,linksdehandsohoenen.
Zijn vrouw, Margriete van Arnemuiden
is hier mede in 1419 begraven. De zerk
was te veel stuk om haar recht te kunnen
plaatsen.
Deze twee zerken benevens die van
Willem de Bastert van Heenvliet waren
bekendmaar de voornaamste zerk waar
de twee laatste Friezen van Ostende be
graven liggen, zonen van bovengenoemden
ridder, zoodat met hen het geslacht is
uitgestorven, daar zij zonder maunelyke
nakomelingschap overleden dit was nog
niet bekend. Na de ontdekking van deze
zerk ia zjj ook opgericht.
Hoedekenskerke was met Goes de eerste
plaats op Zuid-Beveland die de reformatie
omhelsde 8 Oct. 1578 Goes. 1 Deo. daar
aanvolgende Hoedekenskerke. De eerste
predikant was Andries Canen, zijn naam
zij hier genoemd met eere en daük. Hij
vertrok 1587 naar Kloetinge.
Hem volgde op Joris de Raad. Hij
preekte om de 6 weken ook te Baarland
en om de 3 weken te Oudelande.
In het geheel hebben 21 predikanten
hun intrede gedaan in deze gemeente. Het
kerkgebouw zelf is, zooals bekend is, slechts
het koor der voormalige kerk. Een graf
steen werd gevonden waarop staat dat die
zerk in 1608 uit de kerk van Vinninge is
overgebraoht in die van Hoedekenskerke.
Er werden 23 goede en gave zerken ge
vonden waarvan de voornaamste in de
muur zijn geplaatst. Vermelding verdienen
een steen voor een overste der observanten
te Hulst in 1478 alhier gestorven (de obser
vanten waren de hervormers in de Fran-
oiseaner-orde). Dit jaartal is van gewieht
voor het vaststellen van hun verblijf te Hulst.
Den Heeren Kerkvoogden werd dank
gebracht voor hun goede zorg aan het
gebouw besteed. Dhr. J. W. v. d. Weert
voor zijn ontwerp en toezicht en dhr. D.
A. Kuijper voor het uitvoeren van't werk.
De gemeente die in grooten getale was
opgekomen verliet voldaan 't kerkgebouw.
De geschiedschrijvers noemen deze de
laatste. Echter is nu gebleken dat het de
laatste niet was.
Geref. Kerken.
Aangenomen naar A vereest door B. J.
Lambers te Enumatil.
Ds. K. M. R. Veldman, te Garrels-
weer, is in den ouderdom van 45 jaar
overleden. Hy was vanaf 1887 achtereen
volgens predikant te Arum en te Garrels-
weer.
Chr. Geref. Kerk.
Beroepen te 's-Graveudeel J. W. Geels,
cand. te Arnhem.
Op de Groote Markt te's-Graven-
hage verloor een heer een bankbiljet
van f25. Een joDgen die dit zag, raapte
het op en wilde er zioh mede uit de
voeten makeD. Maar toen begon een op
de markt zittende koopvrouw te roepen,
dat zij het biljet had laten vallen en het
dus haar toekwam. Eenige jongens stel
den zioh toen ridderlijk voor haar in de
bres en grepen door hard loopen den te
hartstochtelijken liefhebber van bankbil
jetten. Maar nu kwam ook de werkelijke
verliezer op de vlakte en met hem ook
een politieagent die het geheele ge-
zelsohap meenam.
Vrijdagmiddag vermaakten zioh te
Medemblik een viertal schooljongens, de
jongste nauwelijks zeven jaar, met vuurtje
stoken bij den toren der Hervormde kerk.
Zij schoven een doosje brandende lucifers
onder de toTendeur en wachten af, wat
er zou gebeuren. Toen het daarbinnen
lustig knapte en knetterde, maakten zij
zioh uit de voeten zonder iemand te waar
schuwen. Gelukkig ontdekten voorbijgan
gers dichten rook, trapten de torendeur
in en blusohten den brand, die al aardige
afmetingen begon te krijgen. Veel hout
werk is geheel verkoold.
Politie contra burgers. Te Losser is
Zondagmiddag formeel blaggeleverd. Toen
de politie kwam om twee van de gebr.
G. te arresteeren werden ze met messen,
stokken en revolvers ontvangen. Andere
vrienden hadden zioh bij hen aangesloten.
De veldwachter S. kreeg er geducht van
langs, ook de rijksveldwachter P. zou eeD
pak hebben, maar deze op tegenweer be
dacht, schoot met zijn revolver een der
gebr. G. in de beenen. Door vrjenden
van G. werd deze gewond op Duitsoh
grondgebied gesleept.
Toch werd een der gebr. in arrest
gesteld.
Wonder genoeg dat er geen dooden zijn.
Donderdagmiddag had er op de week
markt te Assen een incident plaats, dat
heel wat herrie uitlokte. Een koopman
vroeg een landbouwer voor een koe f58,
daarmede volgens marktusanee f158 be
doelend de kooper evenwel meende de
koe voor de som van f 58 te kunnen koopen
en sloeg dat aanbod niet af. Toen hij echter
de koe met 158 wilde betalen begon de
strijd. De kooper wilde de koe waarvoor
hij het geld op een tafeltje in een oafó uit
geteld had, medenemen, terwijl de ver-
kooper, die dit geld niet had willen op
nemen, weigerde de koe af te geven. De
beide belanghebbenden bleven op hun
standpunt staan en vonden ook beiden onder
de talrijke marktbezoekers aanhangers en
helpers. Daarop ontstond er een, voor de
onsohuldige oorzaak, zeer onaangename
twist, daar beide parijen niet deden dan
rukken en trekken aan en stompen en slaan
op de droomerig kijkende koe. Het ge
vecht, waarbij ae kooper eenige stokslagen
opliep, eindigde hiermede, dat de oor
spronkelijke eigenaar de koe behield. De
landbouwer, die zijn geld terug kreeg,
heeft bij de gemeente-politie een aanklacht
ingediend wegens mishandeling. De zaak
wordt onderzocht.
Een niet onverdienstelijk gevonden
Davolging van de ontvlechting van Hugo
de Groot werd te Veenhuizen vertoond.
Een verpleegde, die zijn werk in het
nieuwe tweede gesticht had, was van plan
te ontvluchten. Dit was echter verraden,
zoodat de portier bijzonder scherp toezicht
hield op de personen, die het gestiohtia-
en uitgingen. Toen 's middags appèl werd
gehouden, mankeerde de man. Hoe het
hem gelekt was het gesticht te verlaten,
was een raadsel, dat echter al spoedig
opgelost werd. Er wordt nl. geregeld
water aangevoerd voor de keuken tot het
spoelen vaa groente enz. Dat water wordt
aangebracht in groote tonnen, die op een
wagen zijn geplaatst. Geen kans ziende om
op eene ahdere wijze het gesticht te kunnen
verlaten, was onze man in eene ledige
waterton gekropen en had zioh zoo het
gesticht laten uitrijden. Eenmaal buiten
was het natuurlijk maar een# kleinigheid
om verder te komen. Toen men hem miste
had hij natuurlijk reeds lang het „ruime
sop" gekozen.
Door den 80-jarigen J. VanZuuren,
vleeschhouwer te Dirksland, zijn nog
zonder bril de 88 verzen van Psalm 119
op een briefkaart geschreven
In een winkel van den heer V. aan
het Hofspui te 's-Gravenhage kwam
gistermiddag omstreeks half vyi een man
binnen, die om geld bedelde en een brutale
houding aannam, toen dit geweigerd werd.
Een der bedienden, een 17-jarigejongeling,
wilde den man daarop verwijderen, waar
tegen deze zioh echter verzette. Bij de toen
ontstane worsteling, bracht de man, een
berucht straattype, die al een vonnis
wegens het steken met een mes achter
den rug heeft, den knaap een steek met
een dolkmes in de borst toe. Een der
andere bedienden liep den man achterna,
sloeg hem voor den grond en ontwapende
hem, politie arresteerde hem.
De rechtbank te Amsterdam heeft
de preventieve hechtenis van den heer
Floris Vos uit Bussem met 30 dagen ver
lengd.
Te Bergen-op-Zoom beeft men bij
het graven van fundamenten oor een
sooieteitsgebouw op de Parade aldaar een
complex van gewelven ontbloot, die doen
vermoeden, dat daar voor eeuwen groote
inrichtingen als kloosters of dergelijken
hebben gestaan, die jvermoedelijk zijn
platgeschoten tijdens het beleg van 1747.
Men vindt er reuzenkelders met bakovens,
waterputten, alle volgestort met puin. Ook
heeft men een paar doodshoofden ont
graven.
H. M. de Koningin en de Prins hebben
Vrijdag een bezoek gebracht aan Hengelo,
en onder meer aan de fabrieken van de
iirma Stork. De wandeling door de machine
fabriek, door de vijf kwartier, en alles
gesohiedde terwijl het personeel in zijn
gewone werk was. De Nieuwe Courant
schrijft
Het was een treffend gezicht, de bevallige
witte figuur van Hare Majesteit te midden
van de geweldige zwarte werkstukken en
machines, waarvan in sommige zalen het
donderend gehamer elk geluid overstemde.
Bij het verlaten van deze en gene werk
plaats hieven soms, spontaan, de werk
lieden een luid leve de Koningin leve
de Prins 1 aan, waarop dan beiden zich
geheel omwendden en herhaaldelijk vrien
delijk groetten en bogen. En telkens gaf
het weer een mooi moment, wanneer, om
van de eene zaal of galerij, in de andere
te komen, een eindweegs open terrein
moest worden doorschreden, waar de zon
den ganeohen dag zoo heerlijk scheen.
Dan stonden op eenigen afstand telkens
beambten, arbeiders, vrouwen, kinderen,
in haag gesohaard en juichten, wuifden,
groetten weer alsof zij het Vorstelijk paar
voor het eerst zagen. Dooh het ontroe
rendste oogenblik was wel dat in de reus
achtige gieterij, op eenigen afstand van de
overige fabriekslooaliteiten gelegen, waar
heen men zioh langs een Dieuw aangelegd
klinkerpad begaf, door het volk fluks
Koninginneweg gedoopt. De bezoekers
waren daar al onder den indruk vau het
altijd pakkende schouwspel vaa den enor-
men pet vol gloeiend staal, welke voor
zichtig wordt leeggesohoDken in den giet
vorm langzaam vloeit de witte stroom
van gesmolten metaal over dea rand van
den door twee mannen schuingehouden
smeltkroes en het knettert en spat van tot
op grooten afstand springende metaal-
vonken als een vuurwerk. De Koningin
sloeg, op een houten verhooging staande,
dat groolsche schouwspel gade. Toen het
afgeloopen was, kwam de fabriekskapel
binnen en speelde het Wilhelmus. Alle
werklieden uit de geweldige hal (een paar
honderd zeker wel) waren om de estrade
van de Koningin komen slaan, waarvoor
men een sierlijk wapen met huidespreuk
in gloeiende letters in het zand goot. En
toen de muziek het tweede couplet van
het Wilhelmus aanhief, vielen zij allen
zingend in, zoodat de KoniDgiD, reeds tot
heengaan gereed, verrast stilstond en om
keek en bleef wachten.
Op het Haringvliet onder Tienge-
meten is een schippersknecht door het uit
schieten van zyn roerboom over boord
geslagen en verdronken. Het stalen
opleidingschip „Pollux" met jongens van
H. M.'s „Van Galen" uit Hellevoetsluis aan
boord, kwam Vrijdag in aanvaring met een
Marker botter. Deze giDg in stukken onder
de „Pollux" door, de schipper wist zich te
reddeD, doch de knecht verdronk. Later
kwam het schip in aanvaring met de „Ura
nia". Beide schepen zeilden echter door
naar Hoorn. Te Amsterdam wilde de
18-jarige dochter van een conducteur der
Gooische stoomtram haar vader zijn boter
ham brengen. Het meisje trachtte de reeds
in beweging zijnde tram in te halen. Zy
werd echter door een der achterste wagens
gegrepen. De tram reed over haar beide
beenen. Het eene been is ernstig gebroken.
Te Oud Alblas kreeg een 35-jarige
boerenkecht van een paard in de weide een
zoodanigen trap,dat hij een vreeselyke ver
wonding aan het onderlijf bekwam. Naar
Dordrecht vervoerd, overleed hy daar nog
denzelfden avond. Hij laat een vrouw en
kinderen in kommervollen toestand achter.
De negentienjarige Dane te Sliedrecht
kwam op de scheepswerf „Baanhoek" met
een zijner mouwen in aanraking met de
vertic le as eener boormachine. Hy werd
gegrepen en wel twintigmaal rondgeslin
gerd. Doordat de mouw losscheurde, viel
hij op den grond en bekwam 'n beenbreuk.
Was er in plaats van een smalle een breede
plaat in de machine geweest, dan zou hy
verpletterd zijn. Te Nijmegen is een
29-jarige opperman, werkzaam aan de ver
bouwing van een huis, uit de 9 meter hooge
dakgoot en aan de bekomen kneuzingen
overleden.
De inbreker Walther, die zioh te
Haarlem in het huis van bewaring be
vindt en wiens gezondheidstoestand uit
stekend is, moet thans naar het Hbl.
meldt in zijn verhoor voor den rechter
van instructie wederom hardnekkig ont
kennen de Richter te zijn die voor eenige
jaren te Utrecht is uitgebroken. Bovendien
weigert hij beslist op te geven waar hij
geboren is. De inbraken te Bloemendaal
en te Leiden heeft hij echter bekend.
Ook meeDt men dat Walther schuldig is
aan den bekenden effeetendiefstal te Rot
terdam. Men weet dat Walther onmiddel
lijk na het plaats hebben van de inbraak
te Rotterdam, een bezoek bracht aan de
kwartjesvinders, de gebroeders Vet te
Amsterdam. Door de justitie is een huiszoe
king gedaan bij de bekende broeders in de
Pieter Jaoobstraat, zoomede bij Jan Thys-
sen.op den O.Z. Achterburgwal 7. De Vetjes
en de dames werden in hechtenis geno
men, evenals Jan Thyssen en diens
eohtgenoole. De bij hen gevonden gelden
en sieraden zijn in beslag genomen.
Een opcenten-kwestie of uit kiezers
vrees gedraaid.
Indertijd, op den 31sten October 1905,
werd door de Prov. Staten van Groningen
besloten om 20 opcenten te heffen op de
bedrijfsbelasting enz. Dit voorstel ging uit
van de leden van Gedep. Staten, de heeren
Westerdijk en mr. Jansen. Sedert dien
tijd is er een opcenten-kwestie ontstaan.
Het gevolg is geweest, dat onderschei
dene leden, voorstemmers der opoenten
heffing, niet weder als leden der Staten