No. 237. 1907.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Woensdag 10 Juli.
2ie jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Nationale Waardigheid.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wede a J. DE jONGE-VERWEST. te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Verordening Vleeschkeuring.
Eene h storisehe novelle uit de
jeugd van minister Guizot.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Candidaten der Anti-rev. Kiesvereeni-
gingen zijnte Wemeldinge
A. DE BROEKERT.
A. RU1SAARD.
Burgemeester en Wethouders van Goes
maken bekend, dat
1°. De keuring van vleesch van het in
de gemeente geslacht vee, geschiedt ter
plaatse waar het is afgemaakt en wel op
werkdagendes morgens van 7 - 8 en
9 '/a12 uur en des namiddags van 2—0
uur.
2°. De keuring van het van elders inge
voerd vleesch en van visch, geschiedt in
een der lokalen van het politiebureau, des
voormiddags van 8— 9'/2 uur.
3°. Het verboden is, vleesch, bestemd
voor verkoop in de gemeente, in te voeren,
tenzij vergezeld van een bewijs van her
komst en keuring, afgegeven door een ge
diplomeerd veearts.
Goes, den 6 Juli 1907.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
DE KONING KOOIJ.
De Secretaris,
G. A. HAJENUS.
Men kent het verhaal van den jongen die,
door zijn baas geslagen wordende, op de
vraag van den voorbijganger waarom hij
dat niet aan zijn vader vertelde, antwoord
de »Dan slaat mijn baas mij nog meer".
Onwillekeurig kwam ons dit verhaal voor
den geest, toen wij onlangs weder in eenige
dagbladen de bekende bewering lazen, dat
de V. S. van Noord-Amerika het recht op
onze bloembollen zouden gaan verhoogen
als wij ons tarief wijzigden. Amerika, dat
zijn artikelen bijna vrij van rechten bij ons
kan invoeren, en dat van de meeste onzer
producten zeer hooge rechten heft, onder
anderen van bloembollen vijf-en-twintig pro
cent
Een dergelijk gemis aan fierhand als bij
den jongen uit bovenstaand verhaal, valt
inderdaad te conatateeren bij hen, die zich
steeds ongerust maken voor „represailles"
FEUILLETON.
„Gij zult mij nu tooh wel toegeven, dat
het voor vrouwen beter is bij hare werk
mand te blyven en zich niet in onze bezig
heden te mengen. Als gij nu niet een
weinig ongerust en zenuwachtig waart over
het late uur uwer tehuiskomst, dan zoudt
gij geen echte vrouw zijn. Gij denkt nu
weer over den terugweg, dien gij in uwen
mantel gehuld moet maken, aan het ver
wonderde gezicht van uwe huiswaardin,
en de verrassing uwer bediende, dat gg
zoo laat tehuis komt. Gij denkt er daarom
ook niet eens aan mij te vragen, wanneer
het volgende artikel gereed moet wezen,
welk onderwerp gij moet behandelen en
aan wien gij uw gesohrijf moet adresseeren.
Een man zou dit aller het eerst gevraagd
hebben, en hij zou aan de nietigheden van
den weg niet hebben gedaoht".
Zij werd weder rood en verzocht hem
al deze dingen haar wel te willen mede-
deeles, waarop hij zeide
„Adresseer uwe brieven aan den heer
George Laya. Uw verraste blik zegt mij,
dat gij evenals vele anderen niet in staat
geweest zijt mijne barbaarsobe handtee-
kening te ontcijferen. Onze kneoht zal u
morgen een hoop boeken brengen, die gij
lezen en voor den naasten Maandag be
spreken zult. Zend ze niet terug, want
alle boeken, die gij VOor ods overzicht
bespreekt, gaan in uwe eigendom over".
Dit beviel Pauline nog beter dan het mooie
salaris, en zij klapte in de handen. „Dan
krijg ik binnen korten tijd eene geheele
bibliotheek 1" riep zy uit.
van het buitenland. Niet slechts staten als
België en Zwitserland van ongeveer dezelf
de grootte als Nederland, verhoogden en
verhoogan de invoerrechten op vreemde
producten, indien hun dit gewenscht voor
komt, maar zelfs de kleinste staten richten
hunne tarieven in, zooals zij dit voor hun
nationale welvaart noodig achten. Waartoe
dient dan toch dat stelselmatig kleineeren
van Nederlands positie als mogendheid?
Waartoe dat wegredeneeren van Neder
lands rechten? Waarom moet ons land
achter gesteld worden bij de kleinste natiën
die zich in tariefzaken het recht voorbe
houden over hun eigen belangen te be
slissen
Niet alleen echter, dat men openlijk durft
bepleiten dat Nederland zijn tarief niet
mag verhoogen omdat men anders bet bui
tenland zou ontstemmen maar, zooals bij
de behandeling van het Indische Tarief van
invoerrechten bleek, schijnt het nu reeds
zoover te zijn gekomen, dat Nederland de
vrijheid niet meer heeft zijn eigen belas
tingstelsel te regelen.
De behandeling van de wijziging van
het iDdisoh tarief had 24 April 1907 in
de Tweede Kamar plaats. Belangrijk was
die discussie in drieërlei opzieht.
In de eerste plaats trok het de aandacht
dat, terwijl, wanneer het de wijziging van
het Nederlandseh tarief van in voerreohten
geldt, de voorstanders van den zoogenaam-
den «viijen handel" steeds zoo beducht
zijn voor elke prijsverhooging, welke door
eene wijziging van het tarief den consu
ment zal kunnen worden opgelegd, thans
zoo goed als geen woord werd gerept om
voor de belangen vau den oonsument op
te komen.
In de tweede plaats mag het eenige ver
wondering wekken, dat de vrijhandelaars
deze tariefverhooging, welke in meer dan
één opzicht een protectionistisch karakter
heeft, gelijk de heer Plate ook in zijne rede
aantoonde, in alie stiitheid liet voorbijgaan.
Het schijnt wel dat, wanneer een tarief
wijziging door een zio'n noemend vrijheids-
kabinet wordt voorgesteld, men op elke
basis vrijhandelaar kan zijn hetzij op den
basis van 5 pCt., ons tegenwoordig tarief
hetzij op dien van 6 pCt., het ontwerp van
minister-Piersonhetzij op dien van 10
De hoofdredacteur trok aan de sehel en
gelastte Paulines mantel te brengen. Ter
wijl bij haar hielp om dien om te doen,
zeide hij
A proposwaar leerdet gij dien zui
veren, keurigen stijl, zooals er slechts
weinigen hebben in dezen tijd van lange
phrases
Pauline werd verlegeD, maar het deed
haar natuurlijk genoegen zoo geprezen te
worden. Maar toen zij zag dat de heer Laya
zieh gereed maakte om ook heen te gaan,
zeide zij«Gaat gij ook uit P Is uw
avondwerk reeds geëindigd
«Neen, mejuffrouw. Ik vraag u ver
giffenis voor mijne onbeleefdheid jegens
uik gevoel mij verplicht u naar huis te
brengen. Gij moet niet gelooven dat ik
den heer Paul de Menlan werkelijk ver
zocht zou hebben op een Jaten, regen-
achtigen avond tot mij te komen, wanneer ik
werkelijk geweien had wie d aar achter stak"
Dankbaar nam Pauline deze beleefdheid
aaD, Op den weg naar huis vroeg hij haar
niet naar haar verleden, maar zij werd
door zijne vaderlijke goedheid zoo ge
troffen, dat zij hem hare geheele geschie
denis openhartig mededeelde. Maar de heer
Laya wist er reeds meer van dan zij dacht.
Hij was niet zeer vriendelijk gestemd
jegens de nagedaohtenis eens vaders, die
zulk een degelijk meisje alleen en zonder
middelen in de koude wereld had achter
gelaten. Tooh zeide hij dit niet ronduit
om Pauline niet te kwetsen. Niet ver van
hare woning vroeg zij nog eens naar hare
verplichtingen, en verzocht den heer Laya
het haar te schrijven, wanneer hij iets op
haren arbeid had aan te merken. Zij
veroorloofde hem wel hare hand te schud
den, maar wilde volstrekt niet, dat hy de
a 12 pCt., het tarief voor Indië van den
minister Fock.
Het derde punt, dat de aandacht trok,
geldt de in het laatste oogenblik door den
minister van Koloniën teruggenomen ver
hooging van den wijn, welke daad opnieuw
doet zien, in welke moeilijke positie Neder
land met betrekking tot zijne handels
politiek tegenover het buitenland staat.
Men kent de geschiedenis. De minister
had voorgesteld het recht op wijn te ver
hoogen en deed op het laatste oogen
blik aan de Tweede Kamer de mede-
deeling toekomen, dat «aau de Regeering
de mogelijkheid gebleken wae, dat in
„geval van handhaving van de voorgestelde
„reehtenverhooging op wijn, moeilijkheden
„zouden rijzen met bet oog op verhoudingen
„met het buitenland''. Ter zake moeten
zoo deelde de Minister mede onderhande
lingen worden gevoerd.
Dit is de tweede maal in korten tijd dat
de Nederlandsche Rsgeering van eene
reehtenverhooging op wyn afziet.
In 1898 d-ed de Minister Pierson een
voorstel van dezelfde strekking met betrek
king tot Nederland, doch 4 maanden na de
indiening van dit voorstel bij de Tweede
Kamer werd het weder ingetrokken.
Dit geval zal de tegenwoordige Regee
ring zeker niet onbekend zijn geweest, zij
moet zich sterk hebben gevoeld om thans
t6n aanzien van Indië door te zetten, wat in
1898 voor Nederland mislukt was enwèi
krachtig moet dan ook het uit den vreemde
gekomen verzet zijn geweest, hetwelk an
dermaal tot terugtrekking noodzaakte.
Gevraagd zy of de Regeering niet ver
standiger en voorzichtiger gedaan had van
zich niet opnieuw uit eigen beweging in
deze moeilijkheid te brengen.
Maar eenmaal dit gedaan hebbende, is
de aangenomen houding wel eene uiterst
zwakke en doet zij opnieuw uitkomen dat
het verwijt, reeds zoo menigmaal tot de
freetraders gericht, dat zij beginnen met
alles te geven en aanstonds alle wapens af
te leggen, niet ongegrond is.
Herinnerd zij, dat Nederland door geen
enkele tractaatsbepaling tegenover het
buitenland in zijne vrijheid van belasting
van wijn in de koloniën gebonden is en
nu is de inmenging van het buitenland ten
vijf trappen zou opklimmen, die tot hare
kamer geleidden.
Zoo nam de reusachtige redacteur, die
zeker meer dan twee en een halve cente
naar woog, afscheid van het teedere meisje,
dat zijn dochter had kunnen zijn en voor
hetwelk hij zich ook voornam vaderlijke
zorg te dragen. Die man verborg achter
een ruw voorkomen een zeer gevoelig
hart, en ofschoon Pauline toen nog niet
aan de voorzienigheid Gods als zoodanig
geloofde, erkende zij later tooh gaarne,
dat die haar onbekende voorzienigheid
haar in dezen reus met zijn basstem eene
vriendelijke hulp gezonden had. Langzaam
keerde de Laya naar zijn bureau terug.
En Pauline Zij was zoo blijde als de
oude Cherie haar nog nooit gezien had.
Deze oude ziel moest alles weten, en reeds
in haar naohtgewaad kwam zij nog een
en andermaal bij het bed van de oude
kindermeid om haar te zeggen, dat zij
nu bezorgd waren tegen den winter.
De oude begreep niet, dal er met pen
en papier zooveel geld te verdienen viel,
naar zij riep meermalen uit: „De goede
God zal wel voor ons zorgen I"
„ia, ja, de goede God ook," zei Pauline
„maar help u zelf, dan helpt u God".
Aoh, waarom dankte zij nu dien God niet?
17.
ÏAULINE IN HET THEATER.
Wonderlijk was de leiding Gods met
dit kind der Voorzienigheid, opdat zij door
alle kronkelingen des levens heen haren
Vader in den hemel zou leeren kennen,
aanbidden en geheel vertrouwen.
Toen Pauline den volgenden morgen in
de kamer van Cherie trad, werd zij ver
rast door dec -.aq^lik van sen %qó over-
deza daérom zoo bedenkelijk omdat het
eene poging is om inbreuk te maken op
onze vrijheid om onze binnenlandsche wet
geving naar eigen goedvinden te regelen.
Het gaat hier niet <_m vrijhandel of be
scherming het betreft niet de vraag of wy
in ons tarief een middel zullon zoeken om
ons tegen benadeeling door een buiten-
landsch tarief te verdedigen of van het
buitenland voordeelen te verkrygen. Het
gaat hier principieel om e6n nog veel
gewichtiger punt, n 1. om dit, of Nederland,
dat zoowel in 't Moederland als in de Kolo
niën den vreemdeling op den voet van alge-
heele gelijkheid met de nationalen behan
delt, al of niet vrijheid zal behouden om ten
aanzien zijner binnenlandsche wetgeving
meester op eigen gebied te blijven.
Het is zeer begrijpelijk dat eenige
Mogendheid eene verhooging van het recht
op zeker 3rtikel in casu wijn in haar
belang niet gaarne ziet en eveneens is hst
denkbaar dat dia Mogendheid bereid is iets
aan te bieden voor de gunst van eene met-
verhooging van den tariefpost wijn. Hier
over valt te onderhandelen.
Da Minister zegt, dat er nog onderhan
deld wordt en het ia dan ook te hopen, dat
die onderhandelingen spoedig met succes
bekroond zullen worden, want geschiedt
dit niet, dan zou aan onze commercieele
waardigheid op bedenkelijke wyze afbreuk
zijn gedaan.
Of de Minister verstandige politiek ge
volgd heeft door de verhoogiDg terug te
nemen, is zeer zeker te betwijfelen. Hij
heeft hiermede aanstonds de wapens uit de
hand gelegd ea nu aanvankelijk van ver
hooging is afgezien, bestaat er voor de
wederpartij zeker geen reden om zieh met
de onderhandelingen veel te haasten. Zy
heeft voor het oogenblik alles verkregen,
wat zij verlangde en in dit opzicht is de
Nederlandsche vrijhandelspolitiek, welke
gelijk reeds gezegd werd, wanneer het op
onderhandelen aankomt, begint met alles
te geven, weder zeer consequent toegepast.
Do Reg6ering had een voorbeeld kunnen
nemen aan hetgeen Frankrijk in 1900 deed.
Dit land verhoogde in 1900 aanmerkelijk de
rechten bij invoer van vreemde koloniale
artikelen en toen het die eenmaal verhoogd
had, was het bereid de rechten weder op
vloedig ontbijt, als zij in maanden niet
gezien, veel minder geproefd had. Het
kwam haar nu ook geenszins in de ge
dachten, de oude min daarover te berispen
of op zuingheid aan te driDgen alles
lachte haar toe. Toen haar eerste hono
rarium aankwam, door eeDÏge aanmoedi
gende woorden van Laya vergezeld, ge
voelde zij zich zóó dankbaar en toonde
zich zoo gelukkig, dat Cherie tranen stortte
en innig wenschte, dat mevrouw Van
Meulan nu nog mocht leven, om hare
dochter zóó braaf en zóó vergenoegd te
zien. Ook Pauline vergat op dezen ge
luksdag hare moeder niet. Van het eerste
geld, dat zij verdiend had, nam zij een
deel af om er twee mooie immortelkransen
voor te koopen, welke zij met natte oogen
naar het kerkhof van Père-la-Chaiaebraeht.
De heer Laya had haar eenige drama's
ter bespreking gezondeD, en zij had die
taak zoo goed vervuld, dat hij haar ver
zoeken liet, op zijn bureau te komen, om
haar een nieuwen voorslag te doen. Hij
had haar in hare kamer niet willen op
zoeken, het moesten onder hen zaken
blijven. Toen zij op het bureau kwam,
ging het aan het redekavelen. Laya sprak
met zijn collega over de werken, die zij
behandeld hadeerst over die, waarom
trent zij het volkomen eens waren, toen
over die, waaromtrent zij in gevoelen
verschilden. Dit tweede onderhoud had
plaats op klaar lichten dag en behoefde
dus niet te worden afgebroken om het
late uur. De heer Laya deelde haar toen
ook mede, dat hij haar inkomen nog ver
hoogen wilde, wanneer zij besluiten kon,
aiio veertien dagen een artikel te schrijven
over de nieuw opgevoerde «'ukken in den
Parysehen whon-bnr^ Zy #v» tssö»
het oude peil terug tu brengen, mits daar
voor eene contra-prestatie verkregen werd.
Dit gelukte en ook Nederland was genood
zaakt om by eene in 1902 gesloten overeen
komst niet onbelangrijke voordeelen aan
Frankrijk in te ruimen.
De Fransche Regeering deed dus preoies
't tegenovergestelde van hetgeen de Neder
landsche deed.
Eerstgensemde had in de tot stand ge
brachte tariefverhooging een krachtig mid
del om vreemde landen tot inschikkelijk
heid te dwingen. De Nederlandsche
Regeering, door onmiddelyk van de voor
genomen verhooging af te zien, geeft elk
middel tot drang uit handen.
Het einde zal zijn, dat de voorgenomen
verhooging verhooging van den tariefpost
wyn stil achterwege wordt gelaten en dat
dit voorstel dus hetzelfde lot zal onder
gaan, hetwelk in 1898 aan het ontwerp
van den Minister Pierson ten deel viel;
doch geschiedt dit, dan heeft de Regeering
tan tweeden male Nederland op het gebied
der handelspolitiek een smadelyke neder
laag doen lijden, dan zal ook duidelijker
dan ooit blyken hoe zwak wy door ons
stelsel van handelspolitiek tegenover het
buitenland staan. Want niet genoeg dat
wy, ondanks onze vrygevige politiek ten
opzichte van het buitenland, in meer dan
één land wordeD achtergesteld, en ons
dit moeten laten welgevallen, zal 't blyken
dat men ons, in eigen land de wet komt
stellen en ons dwingt onze eigen tarieven
niet met het oog op onze belangen, maar
met het oog op die van bnitenlandsche
Mogendheden, te regelen.
Bovenstaande is genomen uit blaadje no.
17 der Tariefsvereeniging.
9 Juli 1907.
Kooit te slecht.
Ds Notten verhaalt in De Nederlander de
volgende geschiedenis
„Ernie godzalige vrouw, sinds lang in het
weduwenkleed gehuld, had een eenigen
zoon. Hij was vervreemd van 't leven Gads.
Zy had hem van kindsbeen al onderwezen
in de Schrift, opgedragen op de vleugelen
des gebeds. Hij durfde spotten met hare
vermaningen, en lachen om hare tranen. Zy
bleef bidden. Helaas, hy verhardde zyn
jes krijgen en kon dus hare
oudo dienstmaagd medeneinen, en niemand
zou vermoeden, dat zij die gestrenge
eritikus was.
Hij deelde haar mede, dat het zijne be
geerte was, in dezen iets nieuws te hebben
niet dien lof der courantartikelen, wanneer
het publiek toejuichte, maar eene beschou
wing naar waarheid op kunst en zedelijk
gebied, met haar onbedorven smaak en
haar diep gevoel voor waarheid en ernst.
Pauline zag helaas toen nog geen kwaad
in den schouwburg, maar betreurde het
zeer, dat er zooveel lafheid en onsmake
lijkheid op de planken werd opgedisoht,
en dat zoo menig stuk de zedelijkheid meer
schade dan nut deed. Zij was vroeger
dikwijls met haar onders in de oomedie
geweest, maar had altijd veel te berispen
gevondennu mocht zij zioh eens vrij
uitspreken. Daarbij kwam er een aange
name afwisseling in haar leven en de oude
Cherie mooht mee- Wat zou die ziel blijde
zijn als zij het vernam. Ach, ook Cherie
kende nog geen grooter genot dan wat de
aarde geven kan, daarom was zij dan ook
bovenmate verheugd, toen Pauline, na een
hartelijk afscheid van den letterkundigen
Laya, haren reusaohtigen collega, genomen
te hebben, haar die blijde veirassing thuis
bracht; wij gaan samen naar de comedie 1
„O", riep de oude, «daar ben ik nog
maar tweemaal in mijn leven geweest 1"
Sommige lezers zullen zeker met een
heitnelijken angst dat onbedorven jonge
meisje naar den schouwburg vergezellen,
vreezende, dat zij er niet meer waar of
niet nobeler op worden zalmaar laat mij u
herinneren, dat eene onzichtbare hand over
haar waakte, ofWibeon zii e? top" zei veniets
t tkeröt vervolgd.)