NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND, No. 231. 1907. Woensdag 3 Juli. 21e Jaargang, CHRISTELIJK- HISTORISCH Groen en de Sehool. P. J. v. d. VEN. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed, 3, J. DË JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN G. v. d Putte. Vlissingen II: J. J KHjberg en FEUILLETON. Eene historische novelle uit de jeugd van minister Guizot. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS, Prijs per drie maanden franco p, p1,25. Enkele nummers0,02s. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Candidaten der Anti-rev. Kiesvereni gingen zjjn M i d d e 1 b u r g IIIW. A. de Rijcke. Vlissingenl: A. Huson en P. Merckens. Goes: P. J. v. d. Ven. Deze candidaturen steunen wij, met op merking dat geen andere dan deze candi daten door de kiezers in genoemde distric ten moeten worden gestemd. Want wie behalve hen ook nog een of meer vrijzin nigen of anderen stemt vermindert de kans onzer candidaten en werkt niet mee, maar tegen. Voor Wolfertsdyk bevelen wy aan dhr. A. POT en voor alle overige ge meenten de candidaten der Anti-Re v., Chr.-Hist. en Katholieke Kiesvereni gingen Bij de bespreking van het denkbeeld van het waar 't verlangd wordt althans van overheidswege opnieuw Christelijk maken der openbare school moeten dunkt ons twee dingen vast staan a. dat de heer Lohman met de propa geering van dit denkbeeld zijn eigen pak kende leus van de vrije sehool voor heel de natie prijs geeft, en ook, zij 't al ten gevolge der omstandigheden die dit kunnen wettigen, Groen's leus van de vrije school regel de staatsschool (neutrale school) aan vulling b. dat de heer Lohmau, evenzeer als zij die 't niet, of vooralsnog niet, met hem eens zijn, het waarachtig volksbelang, en dat alleen bedoelen. De bewering, wel meer van Friesch Chr.-historisohe zijde gehoord, alszouGroen zelf dit eigenlijk doelwit in den schoolstrijd hebben verzaakten hij ook zelf voor ChristianiseeriDg der openbare school heb ben gepleit, moet echter worden tegen gesproken. Zijn stelling, als strijdleus afgekondigd, de vrije sehool regel, de staatsschool aan vullingheeft hij nimmer losgelaten. Helaashoe plotseling verging haar dit lachen Op eenmaal klinkt een sohot, een schot binnenshuisDe blik van mama drukt slechts verrassing uit, maar Pauline is tot den dood toe verschrikt 1 Zonder een woord te spreken ijlt zij de kamer uit, en onmiddellijk daarop hoort haar mama haar aan de deur van papa's kabinet kloppen en roepen om binnengelaten te worden. Pauline's zwakke, sidderende han den hebben getracht de deur te openen een bediende komt haar te hulpWelk een vreeselijk schouwpel doet nu Pauline's voet op den drempel vastkleven. Eene beroerte, door den schrik veroorzaakt, doet mevrouw Van Meulan levenloos in de armen barer kamenier vallen. Pauline stond en bleef staan in dit schrikkelijk oogenblikstom staarde zij het bloedige lijk haars vadeTs aan, dat zioh voor haar gansche leven in haar geheugen prentte. Welk een roestand Welk eene veran dering 1 Van het toppunt der onschuldige vreugd in zoo diepen jammer, zoo groote schande en smart. Met een hart als Pauline bezat en dat zij nog niet aan haren God was kwijt geworden, moet deze jam mer wel verpletterend geweest zijn. En toch zij bleef staan. II. DE EENZAME. Op den volgenden morgen was Pauline eene weeze, want ook mama ontwaakte niet meer uit hare bezwijming. De sohrik was te plotseling», te onverwachts, te groot Hierop klopt dan ook zijn jarenlang protest tegen de gedienstigheden der praktijk, waarmee hij bedoelde het lezen van den Bijbel en het bidden, dat op vele openbare scholen ondanks de Wet geschiedde en waarmeé den eenvoudigen zand in de oogen werd gestrooid. En niet minder zijn opkomen tegen de zinsnede in de Grond wet, die den Staat gebiedt overal voor voldoend onderwjjs te zorgen, welke zin snede hij de /ellendige" zinsneê noemde. Laat ons tot bewijs slechts een etukske aanhalen uit Groens rede over het Wets voorstel-De Brauw, in de algemeene ver gadering van de Vereeniging ChristeJijk- Nationaal te Leeuwarden op 23 Mei 1867. z/Sedert lang" zoo leest men daar >Sedert lang is mijn eigen standpunt ter schoolwetherziening bekend. Naar gelang der gewijzigde omstandigheden, heb ik, een en andermaal, den weg afgebakend, langs welken mij dacht, dat voor doelbereiking de meeste kans was. Tót aan het tot stand komen van de schoolwet, was ik voorstander van facul tatieve splitsing. Na 13 Aug. 1857 niet meer. In onze eerste Algemeene Vergadering, in Mei I861, liet ik mij desaangaande met ondubbelzinnigheid uit. »Als het staatsonder wijs neutraal, zoo niet erger dan neutraal is, dan moet er, en dit is mijne hoofdgedachte, eene gewijzigde, eene omgekeerde ver houding tusschen openbaar en b ij zon der onderwijs zijn. Dan moet aan de neutrale school geen voorrang worden verleend. Dan moet het volk niet in de noodzakelijkheid worden gebracht gebruik te maken van dergelijk een school. Dan moet concurrentie niet bijkans onmogelijk zijn. Dan moet het iinancieel en zedelijk overwicht van den Staat niet ter opzettelijke versmoring van al wat met de neutrale school niet homogeen is, worden misbruikt. Dan komt het hulpbetoon van den Staat eerst te pas, wanneer elk ander en beter middel te kort schiet. Dan mag de neutrale school niet zijn het ideaal, het model waarvoor de gemeente haar financiën uitput; zij is dan een noodzakelijk kwaad dat, in het welbegrepen belang ook van den Staat, door het bijzonder onderwijs, zooveel doenlijk, over tollig moet worden gemaakt. Herziening van de wet dus, om haar te ontdoen van polemiek tegen al wat niet den noodlottigen stempel van het openbaar onderwijs draagt: om daaruit te lichten de vijandelijke strekking ook tegen Christelijke scholen, die men met zeer onjuiste geweest voor eene zoo innig, zoo feeder liefhebbende vrouw. Zij stierf in de ge dachte, dat hare dochter, ofschoon vader en moedeiloos, toeh niet onbemiddeld ach terbleef, dat zij rijk was en met verstand begaafd, een goed gebruik zou maken van de millioenen, die hare ouders haar ach terlieten. In dien geest had zij in de laatste weken meermalen gesproken. Maar de arme Pauline zou het weldra anders ervaren. Nog vóór de begrafenis was afgeloopen, ervoer zij, dat haar vader zioh in een oogenblik van wanhoop had doodgesohoren, omdat hij geheel zijn ver mogen verloren had. De armoede kwam hem ondragelijk voor, de zijnen gebrek te zien lijden was hem verschrikkelijker voorgekomen dan de dood, en daar hij het rechte besef van het leven na dit leven miste, daar hij geen rekening maakte met den heiligen en rechtvaardigen God, die wel zoo barmhartig is, dat Hij zijn sohuldig schepsel kan vergeven, maar nooit kan dnlden dat dit schepsel zelf een einde maakt aan het leven, dat hij ziohzelven nooit geven kon, omdat hij aan geen loon en straf aan gene zijde geloofde daarom voegde hij aan al zijne ellende nog den zelfmoord toe. De buitenplaats, de schilderijen, het huisraad werden verkocht en toen al de sehuldei8ohers betaald waren, bleef Pauline niets over dan de juweelen harer moeder, welke de zaakwaarnemer haar ter hand steide. Toen zij, als of zij bescherming zooht, tot hem opzag, bejegende haar eene zoo koude uitdrukking in zijne oogen, dat zij dadelijk het voornemen opvatte, zijn raad niet in te roepen met het oog op hetgeen haar te doen stond. Bovendien werd haar gelast het huis binnen aoht dagen te verlaten. benaming, secte scholen genoemd heeft." Dit stelsel, deze voorrang van het b ij zonder onderwijs voorbereid door wijziging van art. 194 der grondwet, heb ik verdedigd, in en buiten de Tweede Kamer van 1861 tot op heden. Met stilzwijgende toestem ming, naar ik mij verbeeldde, vijf jaren achter een, van bijkans allen in onze Christehjk- Historische inrichting." Men kan dit alles lezen in de brochure Wat dunkt u van het Voorstel-De Brauiv enz., bij Höveker te Amsterdam 1867, blz. 2 en 3. Dit sprak Groen uit in het jaar 1867. Hij is gestorven in 1876 en heeft in die jaren niets van dit gesprokene herroepen. Waaruit wij besluiten datJGroen nooit voor de Christianiseering der openbare school is geweest. Hetgeen evenwel niet wegneemt dat de veranderde tijdsomstandigheden, de on mogelijkheid van schoolstichting in kleine gemeenten allen die hun volk lief hebben, er toe dringen moet om de vraag of de overheid wel 't recht heeft te beletten, of niet het reoht heeft te ordonneeren dat 't openbaar onderwijs in dergelijke ge meenten Christelijk zij ernstig in de oogen te zien. 2 Juli 1907. De Goesche Gemeenteraadsverkiezing Waarom wy de kiezers uitnoodigen om op den katholieken candidaat te stemmen is den kiezers uit onze vorige artikelen wel duidelyk geworden. Maar nu dient nog de vraag beantwoord, waarom wij hebben te stemmen op den heer v. d. Ven alleen. Laat ons dit u nog even mogen zeggen. Wy behoeven de vrijzinnige candidaten niet te besprekendaar toch zal de vrij zinnige kiesvereeniging wel voor zorgen en wij behoeven ze niet te stemmen ook, want daar zullen ook de vrijzinnige kie zers wel voor zorgen. Maar nu behooren wy te zorgen dat onze candidaat ongeveer evenveel stem men krijgt als zij en niet minder dan zij. „Minder dan zy", dat zou gebeuren, wanneer wij onzen candidaat onze stem Daar zat Pauline met het juweelenkistje harer mama, hare eenige bezitting op aarde, in de hand, als eene vreemdelinge in de ledige kamers. Zij gevoelde zioh zoo een zaam, zoo verlaten, dat een tranenvloed hare seboone donkere oogen ontvlood en zij op het punt stond alle hoop en allen moed op te geven. Maar er was eene onzichtbare kraoht, die zij niet kende, en die haar toch steunde; daar was een Herder, die op dit sehaap met medelijden nederzag, al duurde het ook nog lang eer zij eenig begrip kreeg van zijne reddende liefde. De familie van Meulan was Roomsch- Katholiek, ten minste in naam. De papa van Pauline had zioh nooit veel om de kerk en de priesters bekommerd, en Pauline zelve was veel te verstandig en te weten schappelijk ontwikkeld om goed Roomseh te wezen. Maar daar zij den godsdienst niet anders kende dan in den vorm, waarin Romes pans hem heeft gegoten, was religie voor haar geen troost of steun, maar sleehts eene liefhebbery van onontwikkelde mensohen. Zoo trachtte zij dan zich weder op te heffen; zij herinnerde zioh eerst de rijke vrienden, die, naar zij meende, zeker blijde zouden zijn, wanneer zij haar een toevlucht konden aanbieden. Zij riep hare oude kindermeid, eene boerin uit Bretagne, wier naam Chérei was, of in Cbérie veranderd, en vroeg haar, of er in deze lijdensdagen niemand geweest was, die haar was komen bezoeken. 11 Zij lieten allen hunne kaartjes aohter," zeide Cherie,/ik geloof niet, dat zij terug zullen komen want geen hunner begeerde zelfs binnen te treden om u te zien". Het was een heele partij kaarten, maar tooh bevatte zij nog niet alle namen van hen, die vroeger bij de familie uit- en in- niet gaven. En ook wanneer wy behalve op hem ook op de vrijzinnige candidaten gingen stemmen. Door dit laatste te doen zouden wy 't stemmencyfer der liberalen omhoog werken, en dan werden dezen gekozen terwijl onze candidaat daardoor, dus door onze hulpvaardigheid of inschikkelykheid in da minderheid bleef. Als men u dus aankomt met den raad om v. d. Ven te stemmen en nog eenige liberalen, volgt gij dien raad derhalve niet op, want dan zoudt gy hem er juist uit en hen er juist in helpen. En zy zouden u uitlachen om uwe onnoozelheid. Daarom ditmaal, nu de stemming anders dan anders is, gestemd alleen op De Adm. van de Goesche Courant zegt naar aanleiding van het besluit van „Han delsbelangen" in zake het getal abonnó's der hier verschijnende bladen, dat zy het voorstel aan Dc Zeeuw gedaan handhaaft. Daartegenover handhaven wij onze be wering dat wy zulk een onderzoek niet vreezen, en voegen er by dat wy direct bereid zijn er toe mede te werken mits de Goesche Courant niet de prioriteit aan zich neemt gelyk zy deed en nog doet, om vooraf te bepalen hoever zich dat onderzoek uitstrekken zal. De Adm. van De Zeeuw. Drenthe viert deze week feest. Het eerste feest, zoover we ons her inneren, dat de feestklank buiten zijn grenzen doet hooren. Hofdijk heeft het eens eigenaardig het Nederlandseh Egypte genoemd. Daar zijn nog, in de hunnebedden de overblijfselen der eerste bewoners van onzen bodem bewaard, daar leverde de heide, als 't ware de historie van den heidensohen tijd. De sohrale, ondankbare bodem, levert ondanks noesten viijt, nog sleehts een mager stuksken brood aan debebouwersop. Drenthe is schaars bevolkt en arm. Maar deze week zal 't er een nationaal feest zijn. Het eeuwfeest van Assen. Het zal dan een gingen, en op wie Pauline gemeend had, zioh in geval van nood te kunnen verlaten. «Wat zal ik dan nu doen riep de freule. //Allen hebben mij verlaten, en dit is alles wat mij van mijns vaders rijkdom overbleef Chérie was door de treurige gebeurtenis niet zoo verrast geworden als de freule verwacht had. De verkwisting van haren heer had voortdurend bezorgdheid op gewekt in het gemoed der getrouwe dienst bode. Zij had reeds honderde malen tot zioh zelve gezegd, dat de zaken op deze wijze eindigen zoudeD, en nu verheugde zij zioh op hare wijze, dat zij het eenige schepsel op aarde was, hetwelk Pauline, de geliefde freule, nog kon en wilde te hulp komen. Met een geheimzinnig lachen verliet zij de kamer en keerde weinige minuten later met een voorwerp terug, dat zij achter haren rug verborg. Maar aldra kwam een groote, goed gevulde kous voor den dag, welke de spaarpenningen der oude ziel bevatte van twintig jaren herwaarts, want zij had nooit een stuiver van haar loon uitgegeven van den dag af, dat zij in het huis des heeren Meulan hare voeten zette. Pauline verheugde zioh om harentwil en hield zich verbaasd over de enorme som van vijf duizend franken. Zij vroeg haar hoe zij er tooh toe gekomen was om nooit iets uit te geven van haar loon. «Uwe goede mama zaliger gaf mij kleederen genoeg," en toen met watsehuoh- teren blik haren grooten voet opheffende, voegde zij daarbij «tot op heden droeg ik altijd de oude bottines van uwen papa". De oude vrouw wilde nu gaan bewijzen dat al haar geld freule Pauline toebehoorde, dat zij het slechts gespaard en bewaard had met het oog op de verkwistingen van den huisheer voor het oogenblik dat het eeuw geleden zijn dat Assen, de tegen woordige hoofdstad, een zelfstandige burger lijke gemeente werd. Middelpunt der feestviering zal H. M. de Koningin zijn die Vrijdag met den Prins het feestvierende oude landschap denkt te bezoeken. Tweedracht. In een nabetrachting op de Statenver kiezingen sohreef de Nieuwe Courant-. Opmerkelijk dit sociaal-democratische succes tegelijk met dan van de rechterzijde. Er blijkt uit, aan hoe groot gevaar de liberale partij zich blootstelt, door zich onder leiding van de vrijzinnig-democraten te stellen. De rechterzijde profiteert er van èn de sociaal-democratie. Voor de eenen te rood, voor de anderen niet rood genoeg. De vrijzinnig-democratische Amhemsche Courant vat hier vuur op, en replioeert bits Kan deze wonderlijke uitspraak iets anders zijn dan een uiting van Katzenjammer over den bedroevenden uitslag der provinciale verkiezing voor de vrijzinnigen in 't algemeen en de oud-liberalen in 't bijzonder In normale geestestoestand kan ze onmogelijk zijn neer geschreven, want waar en wanneer heeft de liberale partij zich gesteld onder leiding der vrijzinnig democraten Als het haar ernst met haar uitspraak is, hopen wij toch dat de Nieuwe Crt. nader hare bedoeling daar mede eens duidelijk zal maken. Dat zij de vrijzinnig-democraten niet goed zetten kan, is ioch geen reden om hen nu maar van alles de schuld te geven Wij zullen ons natuurlijk in den broeder lijken twist niet mengen, maar mogen er tooh wel even op wijzen, dat uit deze polemiek wederom het ongezonde blijkt van de stembus-conoentratie der vrijzinnige groepen. Kunstmatig heelt men heterogene be- standdeelen willen te samen voegen. Met het gevolg, dal niet slechts het beoogde doel niet bereikt werd, maar dat men ten slotte over en weer elkander de schuld gaat geven en aansprakelijk stellen voor het verliezen van den slag. Van het kunstmatige gaat geen kraehtuit. De sohoone dagen van Gorinohem liggen reeds ver achter ons 1 (Centrum). noodig wezen zou. Nu moest zij het maar aannemen, en daarmede doen wat zij wilde. Toen Pauline evenwel beslist wei gerde, een stuiver van dit geld aan te nemen, werd de oude eerst boos, toen bedroefd, en weende zoo hartstochtelijk, dat Pauline haar nog troosten moest. Ein delijk zeide zij „Wie weet of ik uwe sohatten nog wel eens noodig hebmisschien zijn deze mij wel voldoende," en dit zeggende wees zij op het juweelen kistje. //Gij zult tooh de juweelen uwer moeder niet verkoopen," barstte Chérie verschrikt uit, „die moeten u zoo heilig zijn als de reliquiën dan alle heilige apostelen //Lieve Chérie, ik zié de zaak geheel anders in dan gij. Morgen zal ik u alles uit elkander zetten. Nu willen wij evenwel te bed gaan en wel in uw kamer in uw ledikantdat is groot genoeg. Ik gevoel mij in myn eigen kamer niet langer tehuis." Maar het viel haar tooh nog zoo ge makkelijk niet, zioh van de juweelen harer moeder te scheiden, zooals zij aan Cbérie had willen doen gelooven. Honderd her inneringen waren aan deze kleinoodiën verbonden. Maar Pauline zeide tot zioh zelve, dat wanneer zij met behulp van dit kleine kapitaal den eersten steen voor haar toekomstig onderhoud legde, zij dan de nagedachtenis harer moeder niet het mÏDste vereerde, want dan was zij opnieuw alles aan haar verplicht. Zij hoopte intussehen altijd nog, dat enkele vrienden van haren vader haar hulp zouden bieden, ofsohoon zij er tooh meest op rekende, haren weg alleen te zullen moeten bewandelen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1