NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No, 209. 1907.
Vrijdag 7 Juni.
2ie Jaargang.
en mis
Moerman en
tselnrskneekt
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
jste Kiespijn»
risen, Fleurecijn
het hoofd
fluenza-pijnéii
eenige uren genezen
tstekende KOORTS-
van H. VAN AKEN;'
Selzaete.
er doos f 0,50.
gekende geneesmiddel
GKRAMPEN, maag-
gebrekkige eetlust
iverteringwatergal
brakingen.
1EN, Apoth. Specialist
Zij kunnen door geen
niddel vervangen wor-
le ernstige geneeswijze
warm aanbevolen te
eik persoon die aan
)r doos 75 cent.
1
a.s. Najaar zich willen
een Eng. Springram
fsïis bekomen, bij ken-
1 Juli.
1AAS, Vrouwepolder.
p of te Huur
LMPERLAND
lopstand en Tuin.
bij J. VAN jDER PEIJL,
te Cctmperland.
)RTE, Biggekerke.
"koof
varkens en 5
itige Zeugen
KOOP
prizigrstier,
en, bij A. HUIJSMAN,
e.
"koop
lalfvaarzeu,
Juni, bij
'PEJAN, te Zoutelande.
1 of met October
I apdlssaeolit
OH. VADER, Hz., Sint
J. J. DRONKERS Pz.,
p e 11 e (bij Goes).
de Boerenknecht,
cbaar, bij C. DE BROE-
tond of 1 Juli
;e Smidsknecht
gediplomeerd, bij C. DE
legen bij Goes.
[et October
Knecht
P. BRASSER, Vrouwe
ed der Chr. School te
land wordt, wegens hu-
enwoordige, tegen Juli
stbode gevraagd. 0
iet October
,e ILvHeld.
IP. BOONE Sr. te Kou-
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed, S. J. DE JONGE VERWESP te
Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Zij die zich met 1 Juli a.s.
op ons blad abonneer en, ont
vangen tot aan dien datum van
nu af de nummers gratis.
D. MULDER,
M. NOORDIJRE en
J. WONDERGEM.
E. BONTE,
A. M. HENDRIKSE en
Jlir. fl. A. WTTEWAAL VAN
STOETWEGEN.
P. F. FRUTT1EE,
F. C. O. M. HOMBACH,
P. MOES én
C. IJSEBAERT.
Jhr. J. C. F. HOEUFFT én
A. TIMMERMAN.
Onze houding tegenover
de Revolutie.
Buitolanfeïi OfeniekL
>DELB VBO-**
m
t
voor Holland Firma
Co. te Middelburg.
(ES bij Gebr. Mulder
bij DE ROOSte
LUITWIELLEltte
RAAS te Rilland bij
te Tholen bij W. POT-
bbendijke bij DE COK.
nvarkens
ie Ssq©P
Sz., N.- en St. Joosland.
v
erstond
evraagd
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS,
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,028.
UITGAVE DER FIRMA
EK VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
)e Jonge-Verwast - Goes.
Onze Candidaten voor de Provinciale
Staten stemming 11 Juni a.s. zijn
District Middelburg:
Mr. P. DIELEMAN,
S. LOUWERSE en
L. J. VAN VOORTHUIJZEN.
District Vlissingen:
K. HOUTERMAN,
P. MERCKENS en
P. J. SIEGERS.
District Goes:
A. S. J. DEKKER,
District Tholen:
Mr. J. A. DE WILDE.
District Sluis:
District Hulst:
District Zierikzee:
Mr. D. ENGELBERTS.
Wanneer men de Revolutie in beginsel
afkeurt en toch leeft in een tjjd die hare be
ginselen in verzachten vorm ruim een eeuw
lang heeft goedgekeurd en zich deardoor
heeft laten beheerschen, doet vaB zelf zich
de vraag voorHoe moet men zich dan
tegenover de voortlevende Revolutie ge
dragen? Is het mogelijk in hare sfeer te
ademen, zonder haar goed- of kwaadschiks
te volgen en welke is dan de houding die
men daartoe moet aannemen
Sommigen antwoorden dat dit eenvoudig
onmogelijk is.
Gij kunt zeggen ze, den stroom nietterug
leiden tot zijn bronnen. Ge kunt de Ge
schiedenis, die een voortdurend proces is,
niet stuiten, om haar op een gegeven punt
nog eens van meet ef te laten beginnen. Ge
moet nemen wat de stroom aanvoert, wat
het ook zij, hoedanig het zijen wilt ge
schiften, welaan bepaal dan voor u zelf wat
goed is en wat kwaad, maar beweer niet dat
er een objectieve mratstaf bestaat, die over
het onderscheid tusschen goed en kwaad
ook ten aanzien van de eeuw die wij be
leven, voor allen beslist.
Die zoo spreken aanvaarden meestal al
de gevolgen der Revolutie zonder protest,
en vermoeden zelden of nooit onder het
schoonschijnende dat de tijdgeest aan
brengt, een adder onder het gras.
Eigenlijk z\jn ze, dogmatisch gesproken,
determinist. Wat geschied is, moet ge
schieden ook het kwade was een onmis
bare schakel in den ontwikkelingsgang van
het goede; een doorgangspuut dat tot het
goede voert en als het uitgediend heeft van
zelf zijn schadelijken invloed verliest.
Van dezulken scheidt ons een principieel
verschil. Zij vermengen niet slechts, maar
vereenzelvigen goed en kwaad en zijn, of ze
het weten of niet, belijders van hetwijs-
geerig pantheïsme onzer eeuw, dat God en
wereld, Schepper en schepsel, geest en stof,
goed en kwaad, tot één maakt en elke
scheidslijn tusschen beide nitwisschen wil.
Wie hun dit betwist, dien achten zij
puiten zijn tijd te staan. Aohterlijk, ge
kant tegen den vooruitgang, een domper
en dweeper, die den tijd een eeuw lang
zou willen doen teruggaan, om bij 1789 in
het toen verlaten spoor weêr voort te gaan,
in dat onverkwikkelijk Koht drijft hen
hun logika den zoodanige te beschouwen.
Zulke reactionairen waren voor de man
nen van deze geestesrichting Bilderdijk, Da
Costa, vooral bij zijn eersteoptreden,Groen
van Prinsterer en de antirevolutionairen
van dezen tijd.
Wat wonder dat zij hen, uit overtuiging,
hardnekkig bestreden en nog bestrijden?
Anderen spreken de Revolutie niet op
die radikale wijze goed, maar achten het
onraadzaam, in strijd met de Voorzienig
heid Gods en wat men den voortgang
van Gods Koninkrijk noemt, sterk tegen
haar te reageeren of veel over hare be
ginselen te spreken.
In eiken vorm, zoo spreken zij, kan het
goede zich voor ons gieten, en in een
gevallen wereld moet men niet vergeten
dat de ware vooruitgang zich slechts in
den zigzag-lijn beweegt, zoodat na elke
schrede vooruit, er weer een of twee vol
gen in tegenovergestelde richting.
Wilt ge nu systemetisch dat kwade, dat
met het goede gepaard gaat, dat er dik
werf half onafscheidelijk van is, uitlichten
en verwerpen, dan kunt ge ook het goede
niet behouden, dat sleehts in dezen vorm
en door al dat kwade heen tot u is ge
komen, en staat ge ten slotte met de beste
bedoelingen om te zuiveren en te refor
meeren, buiten aanraking met uwen tijd.
Met anti-revolutionairen van deze soort
want kraohtens den diepsten grond
van hun geloof, dat gevoelt men, be-
hooren zij daartoe hebben de anti-revolu
tionairen die principieel tegen de Revo
lutie over staan, tal van aanrakingspunten.
Toch kunnen zij met hen in de praktijk
niet samengaan.
Want de groote vraag is, of deze wel-
meenende Christenen zieh geen illutie ma
ken, die hun streven met machteloosheid
slaatde illutie van aldus beter op den
tijdgeest te kunnen inwerken en dien door
hun christelijk element in het rechte spoor
te zullen leiden.
Let men op de uitwerking van hunne
dikwerf kraohtige en sohoone pogingen,
dan leert de geschiedenis dat de revolu
tionaire tijdgeest zioh meestal aan hunnen
zuurdeeg niet gestoord heeft, en dat zij en
kunne kinderen na verloop van jaren meer
toenadering tot den tijdgeest toonen, dan
dat de tijdgeest door hen zou zijn ver-
ehristelijkt.
En met Groen in een brief aan Da
Costa in Mei 1848, zou men hun toe willen
roepen«Ik ben met u voor geenerlei
vormen bevreesd ik geloof met u dat de
Christen verplich is gebruik te maken
van eiken vorm, maar ik vind hier tezeer
den indruk, afsof in Nederland die vorm
nog niet door den geest der eeuw inge
nomen en bezield was."
Elke vorm is bruikbaar, ongetwijfeld
maar daar de vorm maar één inhoudt te
gelijk herbergen kan, is het tevens de
vraag of ook die inhoud goed is.
Gelukkig is er nog een derde gedrags
lijn mogelijk, die ons toeschijnt de betere
te zijn en waarlangs men de aangewezen
klippen vermijdt.
Zij bestaat hierin, dat men uitgaande
van de waarheid dat niets bij geval ge
schiedt en ook het kwade niet zonder Gods
toelating gebeurt, dankbaar het goede aan
vaardt, dat de Heer der tijden ook ondanks
en uit het kwade te voorschijn roept, maar
destemeer zich gedrongen gevoelt om te
onderscheiden tussohen goed en kwaad, al
zijn zo oogensohijnlijk ook nog zoo ver
mengd.
Bij deze gedragslijn kan men dus niet
volstaan met de bloote herinnering, dat
gedane zaken geen keer nemen, om dan
over te gaan tot de orde van den dag.
Integendeel, zij verplicht een zelfstan
dige houding aan te nemen tegenover alles
wat de Revolutie heeft opgeleverd, en in
plaats van gedachteloos zioh bij hare steeds
voorsehrijdende gevolgen neêr te leggen,
voortdurend te onderzoeken en te toetsen,
of het nieuwe dat zich aanbiedt ook in
strijd is met het oude altijd blijvende.
Bij eiken nieuwen maatregel die door
den geest des tijds wordt aangeprezen,
moet onderzocht worden, of men er den
bitteren wortel der Revolutie ook in
proeft; en zoo ja, dan moet hij worden
tegengestaan.
En al wat uit het zuiver revolutionaire
geheel of gedeeltelijk reeds burgerrecht
verkreeg in de wetten of gebruiken des
lands, moet worden aangewezen en uitge
zuiverd, om er het gezonde, echt natio
nale weer voor in de plaat3 te stellen of
langzamerhand het gelukken mocht den
revolutionairen bouw door een nationalen
te vervangen, en de toekomst van het
vaeerland weer op de echte grondslagen
te vestigen.
Op dit standpunt wordt men niet mede
plichtig aan de revolutie, al is men ook
genoodzaakt te ademen in haar sfeer.
Ook scheidt men zieh niet hoogmoedig
en onvruchtbaar van zijn tijd en zijn volk
af, maar leelt meê als een kind van zijn
tijd om bij ieder gevaar te waarschuwen
en terug te roepen naar het rechte spoor.
In een woord: men verwekt geen contra
revolutie, om in omgekeerde reden in
hetzelfde euvel te vallen als de revolutie
zelf, maar men tracht te doen, wat in een
zondige wereld op elk gebied voortdurend
plieht is van allen die de waarheid belijden
tegenover de leugen men reformeert.
„Dezelfde vrijheden met dit woord
van Groen, ook uit '48, besluiten we
die gij begeert, begeer ikdezelfde ver
meerdering van politieken invloed der
bevolking, door een kiesstelsel, hetwelk
inderdaad vertegenwoordiging der Natie
zou kunnen teweeg brengendezelfde
bevestiging van een eenhoofdig gezag,
zelfstandig en niet de drijftol van de luimen
eener kunstmatig opgewonden volkswil.
Evenmin als gij, wil ik terugkeering naar
hetgeen verouderd en onherstelbaar ge
worden isevenals gij, begeer ik den
rechtstoestand aan te nemen, gelijk die
zieh tot op den huidigen dag heelt ont
wikkeld; maar om, zooveel van mij afhangt
dien aan den revolutionairen invloed te ont
trekken aan den invloed der onveranderlijke
beginsels te onderwerpen, aan den invloed
van het recht, gelijk dit niet anders is dan
de Goddelijke wet, door alle tijden en ge
beurtenissen heen, by de eenzelvigheid der
waarheid, in de meeste verscheidenheid van
haar vormen openbaar
6 Juni 1907.
Als men de vrijzinnige pers leest dan is
bij de komende Provinciale verkiezingen
voor de rechterzijde slechts verlies op heel
de linie te wachten.
En wat is daar nu van aan?
Dit, dat naar alle menschelijke bereke
ning de meerderheid aan de rechterzijde
blijft in Zeeland, Utrecht, Limburg, Noord-
Brabant, Gelderland.
Dat om Zuid-Holland een strijd met
twijfelachtigen uitslag zal moeten gestre
den worden en dat Overijsel en Friesland
wankelen.
Zeker zijn de vrijzinnigen alleen van
de meerderheid in Groningen, Drenthe en
Noord-Holland.
Dat is toch, zou men zoo zeggen, geen
toestand om zoe vastelijk op overwinning
te hopen, en evenmin voor ons een positie
om te vreezen.
Verrassingen behoeft de stembus vol
strekt niet te brengen om de meerderheid
aan de rechterzijde te doen blijven.
De, ook wanneer hij ernstig wil zijn,
dikwijls oolijke heer Roodhuvz8n fungeert
in deze verkiezingscampagne weer als
enfant terrible zijner partij.
Terwijl de heer Borgesius het te Gorin-
chem een leelijke insinuatie noemde, wan
neer men durfde spreken van een wapen
broederschap tusschen liberalen en sociaal
democraten, voegde de heer Roodhuizen
eergisteravond op de Haagsche verkiezings
meeting aan een debatteerenden socialist
het volgende toe:
Men werke dus mede in den strijd tegen
de clericalen.
Mocht er een sociaal-democraat in herstem
ming komen met een clericaal (wat spr. natuur
lijk niet wenscht), dan is hij er zeker van, dat
alle liberalen zullen stemmen op den sociaal
democraat. Bij de vorige stemming hebben de
socialisten hetzelfde gedaanhet is dan ook nu
niet de tijd de grieven tusschen liberalen en
socialisten uit te vechten, het moet nu gaan
tegen de clericalen. (Applaus).
Vooral die laatste woorden zijn karakte
ristiek. Zij doen denken aan twee elkaar
bestrijdende groepen in hetzelfde land, die
de handen ineenslaan tegenover een buiten-
landschen vijand. Of aan bnran, die in
onmin leven, maar zich vereenigen tot af
wering van ontstaan brandgevaar. Anders
gezegd, zfj duiden aan een hoogere eenheid
tusschen liberalen en socialisten, zoodra
het tegen de „clericalen" gaat, een eenheid
waarin onderlinge ruzietjes en geschillen
snel verdampen.
Dat is inderdaad de positie, waarin het
liberalisme zich tegenover de sociaal
democratie heeft geplaatst. En duidelijker
dan iets anders toont dit aan, welk gevaar
op den duur van die richting dreigt, wan
neer ze de onbesnoeide oppermacht mocht
terugkrijgen.
Voorbeeld van Frankrijk.
Op den liberalen partijdag te Gorkum
werd herinnerd aan het voorbeeld van
Frankrijk, waar de linkerzijde zich haar
„roeping en plicht'' eerst bewust geworden
was door de actie der tegenpartij. Zóó was
het ook hier gegaan en moest het verder
gaan.
De vraag schijnt hierbij op haar plaats
Bestaat er inderdaad wel reden, op dat
FranBche bewustzijn van „roeping en
plicht'' te roemen?
Prof. dr.Van der Wjjck, die in Ome Eeuw
eenige zeer belangrijke opstellen aan de
Fransche quaesties gewijd heeft, blijkt er
anders over te denken. Hij schrijft in zijn
slot-artikel in het dezer dagen verschenen
Juni-nummer: „De anti-christelijke geest
is de dood geweest der eerste republiek. Hij
zal vermoedelijk den ondergang der derde
republiek bewerken. De kerkelijk politiek
van Frankrijk is in een blinde steeg ver
dwaald,waaruit zij enkel door loslating van
het revolutionair staatsbegrip kan bevrijd
worden".
Een der beste middelen om te verhoeden,
dat de Gorkumsche partijdaghouders, het
voorbeeld van Frankrijk te vèr volgend,
ook zelf in een „blinde steeg" verdwalen, is
hun een „tegenwerkende kracht" te blijven
geven in een rechtsche meerderheid der
Eerste Kamer. (Nederlander.)
Vrijheid
De sociaal-democraten plegen veel te
spreken over «vrijheid'1. De «dwang-
wetten" van 1908 waren hun dan ook het
sein tot een, anarchistisch ingeleideu, en
later electoraal voortgezetten, stormloop
tegen hèt vorig Kabinet.
Wil men weten, waar die socialistische
«vrijheid" op neerkomt?
Naar aanleiding van de bloedige geweld
dadigheden, dezer dagen in Rotterdam's
straten voorgekomen, schrijft het aldaar
verschijnend blad De Bondsbanier (onder
redactie van een soe.-dem. leider) het
volgende
Vandaar, dat met de uiterste krachtsinspan
ning door de georganiseerden wordt getracht,
deze werving te voorkomen.
En tot nu toe met succes.
Het is wel jammer en treurig, dat vuistslagen
hier soms argumenten moeten vervangen, maar
wiens schuld is dat? Wie zich laat aanwerven,
die weet dat hij dient om zijn mede-arbeiders
bij conflict te vervangen.
Terecht merkt dit lezende De Neder
lander op
Alzoo, omdat de slaehtoflera nu eenmaal
„weten'', met welk doel zij geworven wor»
den, zijn zij zelfde schuld der aanranding
Zóó vat de sociaal-democraat de vrij
heid op.
Strjjd tusschen woorden en daden is een
zeer gewoon verschijnsel, maar misschien
bij de socialisten toch wel het ergst.
Kan het ook zyn omdat zij zooveel woor
den gebruiken.
Een staaltje uit het buiten- en eennit het
binnenland.
De socialisten zitten hier ieder opzijn
kop die de vak-organisaties niet als mach
ten erkennen wil. Laatstelijk nog den
Minister van Marine.
De Fransche minister Briand, nit hun
eigen kringen voortgekomen, zegtelke
regeering om te kunnen arbeiden, heeft
noodig rust in het land, en moet daartoe
volkomen en ten allen tg de kunnen ver
trouwen op hare ambtenaren.
En nu nog een staaltje van de vrijheid en
billijkheid binnen de grenzen der vakorga
nisatie door een lid genoten.
Een staaltje uit ons eigen land.
In den bekenden Diamantwerkersbond
te Amsterdam was een bondslid,Langeveld
geheeten, die behoorde tot de slechte be
talers.
Blijkbaar meer zwak als onwillig.
Als hg, bij toeval eens in goedgezelschap
werkte, dan betaalde hij contributie, raakte
hij in slecht gezelschap verzeild, dan be
taalde hij geen cent. Alzoo had de man
altijd een goede portie contributie-schuld
op zijn boekje. Eenige maanden geleden
werd plotseling de openstaande schuld ten
zijnen behoeve betaald, en kort daarop
overleed hij. Toen de moeder nu de uit-
keering kwam opvorderen, waarop zij als
daartoe door den overledene aangewezen,
recht had, ontviDg zij nul op het request,
en de Bondsraad, waarop zij zich beriep,
bevestigde de uitspraak. Grond wasdat
al het mogelijke moet gedaan worden om
het wanbetalen den kop in te drukken en
omdat het huishoudelijk reglement als
voorwaarde ter verkrijging van de uitkee-
ring ook stelt, dat men, ten genoege van
het bestuur, steed3 een goed lid moet ge
weest zijn. Wie hoewel daartoe in staat
niet geregeld zijn contributie betaalt,
kan niet geacht worden een goed lid te zgn
en wordt dit ook niet op eenmaal, als h\j
plotseling zijn schuld aanzuivert of dit ten
zijnen behoeve door anderen laat doen.
De heer Polak, de voorzitter van den
Bond knoopt hieraan twee waarschu
wingen vast. Vooreerst dat voortaan
niemand eenige uitkeering krijgt die zich
niet gedragen heeft als goed lid en dat
snelle afbetaling van contributie-schuld
niet het gevolg heeft dat uitkeering wordt
gegeven.
En in de tweede plaats dat familie
leden van wanbetalers verstandig doen de
gemaakte schuld niet te betalen, omdat
men daarmede toch góen uitkeering
koopen kan.
Erkend moet worden dat het bestuur
van den Diamantwerkersbond zijne leden
hardhandig opvoedt. Dat zoo'n lesje niet
goed is zouden we niet gaarne zeggen en
ook niet dat het als exempel uitstekende
dienst bewijst.
Maar toch zoo'n vergedreven bestuurs
macht in een socialistische maatschappij 1
Het riekt zoo autocratisch.
Frankrijk.
De wijnbouwersbetoogingen blijven de
gemoederen beroeren.
Al was het aantal der deelnemers aan
de jongste wynbouwersbetooging te Nimes
minder dan dat van de vorige manifes
tatiemeeting 200,000 tegen 250,000
toch zou het onjuist zijn daaruit tot de
vermindering der beweging te concludee-
ren. Vooreerst leggen de reiskosten voor
vele betoogers gewicht in de schaal, maar
bovendien het aantal gemeenten dat op