NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 207. 1907, Woensdag 5 Juni. 21e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH IV Boitenlandsch Overzicht. VERSeHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. 3, X DE JON GE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUU, te ?\4iddeiburg. Zij die zich met 1 Juli a.s. op ons blad abonneeren, ont vangen tot aan dien dattim van nu af de nummers gratis. D. MULDER, M. NOORDIJKE en J. WONDERGEM. E. BONTE, A. JS. HENDRIKSE en Jkr. H. A. WTTEWAAL TAN STOETWEGEN. P. F. FRUTT1ER, F. C. O. M. HOMBACH, P. MOES én C. IJSEBAERT. Snippers uit de oude doos. Konden dezen bet nu bij vacaturen niet PRIJS DER ADVERTENTIËN IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p.?f 1,25. Enkele nummers0,02'. UITGAVE DER FIRMA EN VAN Onze Candidaten voor de Provinciale Staten stemming 11 Juni a.s. zijn District Middelburg: Mr. P. DIELEMAN, S. LOUWERSE ea L. J. TAN YOORTHUIJZEN. District Vlissingen: K. HOUTERMAN, P. MERCKENS en P. J. SIEGERS. District Goes: A. S. J. DEKKER, District Tholen: Mr. J. A. DE WILDE. District Sluis: District Hulst: District Zierikzee: Mr. D. ENGELBERTS. W. M. HOEUFFT en A. TIMMERMAN. 4 Juni 1907. Als een stuitend staaltje van fijnenhaat of hee wil men het anders noemen mag gelden wat op verkiezingsgebied in de provinciale staten van Groningen is voor gevallen. De staten van Groningen tellen ongeveer enkel vrijzinnigen. Onder de niet vrijzinni gen zijn enkele soc.-democraten en slechts één anti-revolutionair. 197 FEIMLLETOtf. DOOB S C A L D I S. Over het onderwijs in Zeeland in vroegeren tijd. I. Bij onze eerste kennismaking heb ik u o. a. ook beloofd dat wij den gang van 't onderwijs in onze Provincie, na ons zelf standig volksbestaan, den een of anderen tijd eens zouden bespreken, en nagaan in hoeverre onze oude schoolmonarchen zioh verplichtten aan de opvoeding van het opkomend geslacht. Wanneer wij dan dit alles nagaan en zien hoe primitief het eertijds met die opvoeding toeging dan moeten wij verbaasd uitroepen wat een ontzettend verschil toch met de naar volmaaktheid strevende on- derwijs-methode van onze dagen. Waar belofte schuld maakt, heb ik alle de te mijnen dienste staande „onderwijs- Bnippers" eens opgedolven, om er vervol gens uit te zoeken wat van onze gadiDg kan zijn. Ter zake dan Na de Reformatie begreep de kerk, dat het, zoowel haar plieht als haar belang was te werken op het opkomend geslacht. Zij achtte het betamend en Christelijk,datde zielen der menschen reeds van hun vroege jeugd vervuld werd, niet alleen met nuttige en godsdienstige kennis, maar ook met be ginselen van godsvrucht en vroomheid. Zij beschouwde het als van 't uiterste gewicht voor haar bestaan en haren bloei, »ij de jeugdige harten deed gloeien Herzegge één anti-revolutionair tegen 41 leden uit de linkergroepen. Nu treden in het district Oude-Pekela af twee vrijzinnigen, een sociaal-democraat en een anti-revolutionair. Nu werd door de besturen geraadpleegd over de herkiezing van alle 4, en dus om dezen (eenigen) anti-revolutionair te laten zitten. En welke is de uitslag nu? Dat de gezamenlijke vrijzinnige kiesver- eenigingen hebben candidaat gesteld de twee vrijzinnigen, het aftredend soc.-dem. lid niet zullen bestrijden, en tegenover het anti-revolutionair lid een vrijzinnige ge- candideerd hebben. En dit ging met een groote meerderheid. Want 't aftredend vryz.lid had 90 stemmen en de twee nieuwe candidaten van welke er een is aangewezen, hadden er saam 78, een cijfer dat waarschijnlijk nog wel hooger zal zijn, omdat slechts deze twee die de meeste stemmen hadden, genoemd zijn. En dan willen deze heeren nog zeggen dat zij de antithese verwerpen. Zij passen haar toe tot in het belachelijke. Als de zomer in 't land is en de Pinkste ren voorbij dan komt er onrust onder de volken, onverschillig of ze van Germaan- schen of Angelsaksischen of Gallischen oorsprong zijn. De Engelschman of Amerikaan hunkert naar zijn zomerressort, de Duitscher naar zijn Kuhrört en de Franschman naar zijn Bains de nier. De een gaat er heen dat zijn de minste voor zijn rust. De ander gaat er heen dat zijn de meeste voor zijn uitspanning. En een derde, ook talrijke groep, gaat er heen om ingebeelde kwalen, of werkelijke kwalen, of kwalen door rijkdom en ver veling ontstaan, te overwinnen. Geen wonder dat plaatsen die rust of uitspanning of genezing beloven met het jaar vermeerderen. Eu dat om aan dien trek van onzen tijd te voldoen, naast de zuivere lucht van het Noordzeestrand, ook geneeskrachtige bron nen ontdekt en aanbevolen worden. Naast de Staalbron te Haarlem, die tot heden niet vele beurzen heeft gestaald, wordt nu de eerste geneeskrachtige mod- voor 't geen zij beleed, deed kloppen voor al wat waar&chiig, al wat eerlijk, al wat rechtvaardigal wat rein, al wat lieflijk is, al wat wil luidt. Vandaar dat zij de schoolonderwijzers aan zich verbond en hun werk ook dienst baar trachtte te maken aan haar verheven roeping. Om bij gemis van de daartoe noodige bescheiden, niet hooger op te klimmen dan tot de vestiging van onze Republiek in 1581, van weiken tijd ons volksbestaan, als uit de Kerkhervorming geboren, dag- teekent, waren toen de scholen, zooals wij zagen, aan het gezag der Kerk onderworpen. Zoo werden reeds in de Nat. Synode in 1581 te Middelburg gehouden, bepalingen gemaakt, dat er in alle gemeenten school meesters zouden zijn, «die niet alleen de vrije kunsten en spraken leeren, maar ook de theologie en den catechismus, in de vreeze Gods onderwijzen zouden". Niettemin had Zeeland sedert den 8 Febr. 1583, eene eigene algemeene sohoolorde- ning, welke den 20 Juni 1590 eenigzins uitgebreid en verbeterd werd, doch van de Staten was uitgegaan. Deze nu gaf wel getuigenis van den hoogen prijs, welke men heohtte aan eene behoorlijke opleiding der jeugd, hetgeen ook door andere bepalingen nog versterkt werd. In de hemeenten ten platten lande van dit Gewest, stond de benoeming der school meesters aan de Amb. Heeren of Vrouwen, en die van de daarmede meestal verbonden betrekkingen van Voorlezer, Voorzanger en soms ook koster, aan den Predikant en Kerkenraad. derbron in Nederland aangekondigd. Die bron is te vinden nabij het dorpje Rockanje twee uren van Brielle verwijderd. De bron is gelegen in een zijarm van het, zeker onze lezers wel niet bekende, rots achtige, vulcanische meertje „de Waal", dat omgeven is door schoone, begroeide duinen. In de onmiddellijke nabijheid van Oostvoorne, de uitspanningsplaats van Botterdam. De proef is, naar demededeelingen,reeds genomen en met goed gevolg. Verschil lende lijders aan rheumatiek en jicht, hebben, naar doctoren zeggen, genezing gevonden. En nu staat de gelegenheid open om, onder toezicht van een ervaren geneesheer bij de eerste geneeskrachtige modderbron in Nederland behandeld te worden. Gelukkig wie er geen behoefte aan ge voeld Gelijk vroeger bij pillen en poeders en drankjes, zoo zoekt men het nu bij reine lucht, bij de zee, bij de zon, bij water, zelfs bij modder. En toch sterven de menschen. En onder deze velen die zooveel voor hun gezondheid doen, dat men haast wachten zou, dat de krankheden minder worden zouden. En toch de ziekten worden meer. Denk slechts aan de influenza en de genickstarre. Het komt ons steeds voor, dat hij die ge looft dat gezondheid en krankheid niet bij geval, maar van Gods Vaderlijke hand ons toekomen, de middelen zeker niet versma den zal, maar toch ook niet zoo hard loopen zal naar allerlei inrichtingen waar, indien? men aan de ziel verliest wat men aan het lichaam zou kunnen winnen. Een kreet van het geweten. Wie op Frankrijk, ter prooi aan ongeloof willen wijzen als een land, waar de morali teit hoog staat, zou hiermee toonen, óf totaal onkundig te zijn van de daar heer- schende toestanden, óf zelf een niet hoog zedelijk standpunt in te nemen, 't is overi gens een gewoon verschijnselongeloof en zedeloosheid zijn kinderen van denzelfden vader, den vader der logen. Nu en dan echter gaat gaat uit dien dichten drom ver dwaasden, die in het vieren van den vrijen teugel aan hun zinnelijke driften het vinden met elkander, dan benoemde ieder dien hij wilde voor de openstaande betrek king, en vandaar, dat de schoolmeesters soms met die kerkelijke bedieningen niet belast waren. De voorbeelden hiervan zijn echter zeldzaam, wijl de bezoldiging dezer functies bezwaailijk splitsing toeliet, zoodat de benoeming in een Coll. Qual. meestal bij minnelijke schikking, zich bepaalde tot één persoon, welke alsdan gevolgd en be krachtigd werd door de goedkeuring der betrokken Classis. Maar hoe kerkelijk hunne betrekking dan ook ware, zoo werden de school meesters in Zeeland evenwel hoofdzakelijk als burgerlijke ambtenaren besehouwd, die vanwege de Provincie hunne bezoldiging ontvingen, terwijl hun inkomen als voor zanger en koster, evenals die der predi kanten op de Geestelijke kantoren werden uitbetaald met korting als bij laatstgenoem den van twee stuivers van elk Pond Vis. Ons blijkt uit de aota der Goesche Synode in 1620, dat deze Synode een verzoek bij de Staten indiende„om hoogere gage voor de schoolmeesters ten platten lande, opdat zij van hunne bediening konden leven, en niet genoodzaakt zijn, iets anders bij de hand te nemen, dat der schooldiensl hinderlijk was, gelijk lot nog toe ge schiedde en ook, opdat door de verbete ring der tractementen te bekwamer per sonen zich mochten laten gebruiken". Doch dit verzoek werd afgeslagen, ver mits de daartoe noodige fondsen ontbraken. Intnsschen, hoeveel goeds en loffelijks men overigens van onze voorvaderen moge kunnen getuigenhoezeer zij in vele op zichten op de bevordering, ook van zede lijke belangen bedacht waren, aan 't oa» van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. hoogste genot, het hoogste geluk zoeken,en waarna zoovelen, als de ontgoocheling is gekomen, geen anderen uitweg weten dan zelfmoord, een kreet van het geweten op, die een oogenblik de voortsnellenden op dan weg des verderfs doet ontstellen en wellicht enkelen tot nadenken brengt. Na Coppée en Huysmans, twee vermaarde schrijvers, van welke de laatste eenmaal met Zola groote ergernis gaf, is weer een in zekere Fransche kringen zeer bekend let terkundige, Retté genaamd, door Gods ge nade tot besef van den rampzaligen toe stand van zijn ziel en daardoor tot inkeer gekomen. Voor het vele kwaad, dat hij aanrichtte voor zich zelf en voor anderen, heeft hij openlijk boete gedaan in een boek, dat tot titel heeft„Van Satan tot God", dit werk, waarin hij zijn uiterst berispelijk leven blootlegt voor het publiek en de roerselen beschrijft, die hem op den weg van Damas cus voerden, hem er toe brachten, de ellen dige slavenboeien te verbreken, welke zijne ziel hielden geketend, verklaarde hij o. a. „In proza en poëzie heb ik God gelasterd, Kerk en Maatschappij bestreden, haat en tweedracht gezaaid, den opstand verheer lijkt, de anarchie bewierookt. Snelvervlo- gen begoochelingSpoedig ben ik daar van teruggekomen, maar het evenwicht in mijne ziel was verbroken, en nu gaf ik mij over aan een wellustig paganisme (heiden dom), dan weer aan een nevelachtig Boe- dhisme, dat mij steun moest verschaffen bij het ontkennen van een wezenlijk bestaan bij het omgaan met de „geesten" en by het verlangen om zoo snel mogelijk weg te zinken in den nacht van het Nirwana (het „Niet"). Na den kouden, haatdragenden Pouget, na Sebastien Faure heb ik gekend Jauras, dien verpestenden Boreas (letter lijk Noordenwind) en Clemenceau, den waanzinnigen Boedhist. Ik leefde eerst onder de socialisten, de Machiavellisten, (Machiavellisten zijn de volgelingen van den sluwen Italiaan, die indertijd in Italië zjjn rol speelde), die de proletariërs lokken en vangen op den lijmstok der belofte van een onbepaald geluk; daarna onder de radicalen, die meest gevaarlijke sectarissen waarvan ik weldra nog meer walgde dan van de socialisten „Kortom, na mij herhaaldelijk te hebben derwijs der jeugd hebben zy niet die zorg gewijd, welke het gewicht der zaak vor derde. Inzonderheid heeft de Kerk, tot welke de school toen in eene zóó nauwe betrekking stond, door alleen te zorgen, dat de leerlingen op eene werktuigelijke wijze met de belijdenis der heerschende kerk bekend gemaakt werden, zich niet te best van hare verplichting gekweten. Het schoolwezen was alzoo aan 't einde der 18 eeuw allengs in diep verval ge raakt; het onderwijs veelal enkel geheu genwerk en dooden vorm geworden, en men had onkundige en strenge meesters door wie met plak en roede, als overblijf sels van de kloostertucht, meer dan met ernst en liefde geregeerd werd. Men denke hierbij ook slechts aan de bekrompene en alleszins ongeschikte lokalen, waarin de kinderen toen een zoo aanzienlijk deel van den jeugdigen leeftijd moesten doorbren gen. Hoe eene uiterst geringe mate van kennis, en dikwijls volstrekt geene, of althans ongenoegzame voorbereiding, het deel was van hen, die het aankomend ge slacht moesten vormen en voorlichten, en dat bij eene volslagen onkunde van leer wijze en gang van onderwijs en bij gemis van de bijzondere en niet twijfelachtige geschiktheid, welke zich vereenigt met de theoretische en practische kennis van de verplichtingen, waaraan zij, om aan hunne roeping te beantwoorden, moeten voldoen hoe de leervakken, welke in de school, niet onderwezen, maar enkel door vóór zeggen en nazeggen, door voordoen en nadoen, werktuigelijk medegedeeld werden, zich slechts bepaalden tot spellen, lezen, schrijven en cijferen, onder bijvoeging gewenteld in het riool van ongezonde en valsche stelsels en op den mesthoop der ongebondenheid, na lang lijden en allerlei lichamelijke en geestelijke beproevingen werd ik door het meest verhevene van alle wonderen teruggetrokken van den breeden weg, die leidt naar de eeuwige vervloeking, waarop ik als in wedloop voortsnelde. Op het oogenblik, waarop ik aan alles wan hoopte en walgend van de wereld en boven al van mij zelf mij het leven wilde benemen, toen is de goddelijke genade over mij ge komen (Nederlander.) Amerika. Bü de plechtige onthulling van een standbeeld van wijlen generaal Lawton te Indianopolis heeft president Roosevelt een uitvoerige rede uitgesproken, waaruit men weer eens zien kan, hoe deze wijze staats man zoowel het kapitalisme als socialisme in het vizier heeft. Hij zei onder meer Wij staan aan den vooravond van groote sociale en industrieele hervormingen, voor welker tot stand koming van onze zijde onwankelbare moed en tevens een wijze zelfbeperking noodzakelijk is, zoodat wij ons aan den eenen kant niet nit het veld moeten laten slaan door groote moeilijk heden of ons om den tuin moeten laten leiden door hen, die ons wijs willen maken, dat die moeilijkheden onoverkomelijk zijn, terwijl wij anderzijds niet te groote haastig heid aan den dag moeten leggen. In de eerste plaats moeten wy de eigen domsrechten in stand houdenen dat kan alleen geschieden, indien wij er op letten, dat deze minder bedreigd worden door de socialisten en de anarchisten, dan door de groote kapitalisten, die alle bezit aan zich willen trekken. De natie moet even krach tig optreden tegen sluwheid als tegen ge weld. Wy moeten steeds voortgaan op den weg, dien wij uit vrije verkiezing hebben ingeslagen en zoover dit in onze macht ligt, toezicht blijven oefenen op de wyze,waarop de groote kapitalen in den handel gebruikt worden, vooral indien dit door maatschap pijen gechiedt. Wil men de heerschappij van het ge vreesde radicalisme voorkomen, dan moet van Psalmzingen en een catechetische oefening in de kerkleer. Zonder te begrijpen dat een onderwijzer aanleg en geschiktheid voor zyn ambt be hoort te hebben, kwamen alleen zij hoofd zakelijk daarvoor in aanmerking, die, naar den smaak des tyds, eene keurige verzame ling van schriften, ryk versierd met deels getrokken, deels geteekende krullen, als proeven van hunne „penneconst" konden vertoonen, en daarbij in de kerk, als allen overschreeuwende Psalmzingers vermoch ten te fungeeren. Zonder ook in te zien, dat de waardig heid van den onderwijzer een grooten in vloed uitoefent op de goede opleiding der kinderen, was de man, die zich geroepen zag, om de jonge jeugd onder eene strenge tucht tot haren plicht te brengen en haar met eenige werktuigelijke kundigheden af te richten, eensdeels, door het onvoldoende zijner inksmsten, in de noodzakelijkheid om allerlei bijzaken ter hand te nemen, welke, tot werkelijk nadeel van het onder wijs, dikwijls hoofdzaken werden, en ver keerde hij, anderdeels,vooral ook door zijne kerkelijke bedieningen, in een staat van afhankelijkheid, welke hem dikwijls diep vernederde en althans alle zelfstandigheid en degelijkheid onderdrukte of doodde. By zulk een droevige gesteldheid van het schoolwezen, waarop reeds jaren te voren door verstandige mannen met nadruk ge wezen was, kan het dan ook geen te groote verwondering baren, dat, toen op den 18 Aug. 1796 door de Nationale Vergadering eene afscheiding van Kerk en Staat werd uitgesproken, vervolgens ook de zorg voor de scholen aan de Kerk onttrokken werd, [Wordt vervolgd-)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1