YDOR" NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 203. 1907. Vrijdag 31 Mei. 21e Jaargang. HISTORISCH CHRISTELIJK- uit m vanaf f 55,-. DELS VBO: [NöSCHE Toor te Groningen. VIELEN p alle wegen! LOOPEN VAN BOUW IKOOP rsknechts VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK DE JONGE=VERWEST0 te Goes D'HUIJ, te Middelburg. mm PRIJS DER ADVERTENTIËN —I Prof. Mr. D. P. D. Fa- Ei. de Waal Malefijt, ir. H. A. Wttewaall van ■ris, M. Ubbens, wethou- ;m, H. Luiking, Mr. P. bontink, Johs. Terpstra, Bgte. op eerste Hypotheek, ding van rente. Geeft ven, koers 08 in ƒ500.—, ƒ100.— jjgbaar ten kantore der nten en sub-agenten en nairs en makelaars in in Zeeland: Axel, Mr. YAN DEN rdenburg, 8. HAGE te VINK te Colijnsplaat, te Goes, Ierseke, Tholen J. M. DREGMANS te R te Hoofdplaat, L. J. M. IE JANSSENS te Hulst, te Middelburg, Iz. RIS- urg, J. A. KLAASSEN IIJLSTRA te IJtendijke, te Zaamslag, J. STE- 8zand, L. J. VAN VES- sndslcerks, TH. FOSSEN A. DE WILDE te Goes. A, A A A A PLEUTE, raai i24, e I b ss p g„ rrvrYVYYvrvvrr? ÜÜSKURG uitentje voor een ge it mensch gelegetheid in billijke vergoeding, n C. F. v. d. PEIJL, burg. gzes Loopvarkens, 2 Kippen met Koi- RHAGE, Grijpskerke SEN, Goes, vraagt f eerder enfstbode. :stond rbeider t werk. Adres oudekerke. raagd Arnemuiden. veranderde, de steun niet zoude zijn. Mijn- erarius kon nog maar aanstelling komen, en oest een flink stuk van en om aan zijne ver in voldoen. Geen won- in huis geweken was, Boerin van Eikenhof e kreeg, en de vroeger iegon te kwijnen. Zij en ingekerkerd-zijD, iordee!d was, niet ge- cktstraal, die op haar Gondel schreef, en een edroogd ooft, alles zelf i, in een kist oveTzond. rnumerarius liet bij zieh die «dingen van voon goed smaken, taan vau thet «vijfde wist hij even weinig iste bezoldiging. Hare sr zonnesobijn, en als stillekens te zamen hun steelsgewijze de T. ude liefde. stad keeren wij nu re dorpje terug, dat aar hadden de boeren en nieuwen bewoner te leeren kennen. En kennismaking vol- n de proef, die zij hem 'i uithouden. Wordt vervolgd.) i ■f) 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers0,02^ UITGAVE DER FIRMA SN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 30 Mei 1907. Failliet der ministerieele crisis. Zaterdag heeft de ministerieele crisis in de Eerste Kamer haar genadeslag ge kregen. Lid na lid rees op, om in de duide lijkste woorden aan het Kabinet te ver staan te geven, dat' het votum der Kamer over de begrooting ten eanenmale ver keerd had opgevat. En dit niet alleen, maar dat niets, noch in de schriftelijke noch in de mondelijke gedachtenwisseling recht had gegeven, aan de afstemmende leden zulk een averechtsche beteekenis van hun stem toe te dichten. Van allen kant kwam de verklaring, dat, zoo het Kabinet op 8 Februari de wijzi ging had aanvaard, waarop nu de recon structie van het Kabinet rust, de begroo ting niet zou zijn verworpen. En schier eenparig bracht men het Kabi net onner het oog, dat het nu ten slotte juist daigene gedaan had, wat door de oppositie verlangd werd: lo. Loslating van Staal, 2o. voordracht van de zaak in een wetsontwerp, en 8o. voorafgaande toe lichting. De arme Premier stond hier welhaast verbluft tegenover. Verdediging was niet te voeren. De crisis had volstrekt geen fiasco gemaakt. En al wat den verlegen Minister overbleef, was te zeggen, dat hij "t toch zoo had opgevatalsof een alge heel verkeerde opvatting van de positie die tot een Kabinets-crisis leidt, niet schuldig stelt wie er zich aan vergaapt. Zelfs over de inkrimping van het blij vende gedeelte had de Premier slechts betuigingen in ontvangst te nemen, die hem grond gaven voor het vermoeden, dat hij niet ten tweeden male in de Eerste Kamer zijn hoofd zou stooten. Droever is wel nooit een ministerieele crisis in het zand verloopen. Ze komt nu, bjj het klaarste licht dat ontstoken kan worden, op één kolossale flater van de bewindslieden neer. Stand. Op den vrijzinnigen partijdag te Goes voerde Mr. Trenb het woord. Hij zeide o.a Wat toch is het geval Zonder zich om de mocratie te bekommeren, gaat alles aan de rechterzijde samen, de democraten onder de anti-revolutionairen met de zeer conservatieve katholieken, het baseert zich alles op de anti these-politiek. Zulk een combinatie is zeer ver keerd, daar wij veeleer moesten komen tot een combinatie van democratische groepen, doch zoolang men zich aan de rechterzijde daarom niet bekommert, worden ook de vrijzinnigen ge dwongen zich te coaliseeren, ook al keurt spre ker de vrijzinnige combinatie af, doch wij kunnen nu eenmaal niet anders. Veronder stellen wij een oogenblik, dat de vrijzinnigen een kerkelijk-democraat zouden steunen, terwijl de kerkelijken van allerlei nuanceering dit ook doen, dan behaalt hij ongetwijfeld de overwin ning en dat ten koste van de vrijzinnigen, die op deze wijze hun eigen graf zouden graven, wat toch zeker niemand verlangen kan. Ook de vrijzinnigen moeten dus samengaan met terzijde stelling van alles wat hun verdeelen kan. Tel kens, als de stembus in 't gezicht is, hebben de kerkelijken den mond vol van allerlei sociale hervormingen, doch zij stemmen en steunen de geheele fractie Lohman en de katholieken, die voor e/io van sociale hervormingen niets willen weten. Zoolang dus de kerkelijke coalitie blijft bestaan is een samengaan der vrijzinnigen ge biedend voorgeschreven. De heer Treub durft. Want hij weet toch zeer wel, dat het Chr. ministerie met een complete sociale wetgeving kwam, waar tegen noch van de fractie-LohmaD, noch van Roomsch-Katholieke zijde verzet werd aangeteekend. Toch durft de heer Treub te spreken van )0 dat er tegen zou zijn. Laat hij dat eens bewijzen En dan is het niet wonderlijk, dat de heer Treub en zijn vrienden, die immers zoo graag een democratische" partij zou' den vormen, zich altijd weer scharen onder •de vleugelen van een vrijzinnige coalitie gedwongen zoo het heet P Maar eilieve, als die heeren dan toch zoo iets willen, waarom laten ze zich dan altijd drijven door ande- T», waarom vatten ze de koe dan niet eens bij de horens, beginnende met te steunen de democraten onder de Chr. partijen Wat zijn dat nu voor vooruitstrevende wereldhervormende democraten, die ge dwongen meesukkelen met verstokte con servatieven, omdat de Chr. partijen blijven samengaan Die zich dus vrijwillig laten doemen tot volkomen machteloosheid? Of zon den heeren de haat tegen de Chr. beginselen in den weg zitten? 'tSchijnt wel zoo. Wij moeten opkomen tegen de bewering van de vrijzinnigen, alsof door ons een anti these was gesteld. Integendeel. Door de Christelijke par tgen was steeds en wordt nog een positief beginsel gesteld tegen de antithese,door de vrijzinnigen in het revolutiebeginsel gepo neerd. De anti-these is in den grond anders niet dan het miskennen van Gods souvereiniteit. Tegenover die miskenning, dat ongeloof, plaatst de Christen zyn credo ik geloof in God den Vader, den Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. Waar nu dit verloochend wordt stelt men een anti-these. Op kerkelijk terrein blaast men het licht uit. Daar is de duisternis de anti-these van het licht. Op wetenschappelijk gebied is de evolutie de anti-these van de openbaring. Op het staatkundig terrein, de revolutio naire willekeur tegenover de goddelijke ordinantiën. Het reveil was naar zijn naam een ont waken van den geest. „Een opstaan uit den dood", de anti-these van het leven. Groen van Prinsterer stelde de these „het Evangelie" tegenover de anti-these de revolutie. Zoo strijden wij dus tegen de anti-these, en dat overal, waar wij die anti-these ont moeten. Allereerst bij ons zelf. Telkens toch stellen wij onze wil en inzicht (duis ternis) niet tegenover maar anti- het licht en de waarheid Gods. Maar niet minder is het onze roeping het Evangelie te stellen tegen de anti-these op staatkundig terrein. Dit geeft partijstrijd. Evenwel behoefde dit niet partijdig te zijn. De oorzaak daarvan wordt gevonden in het misbruiken van 't Staatsgezag en 't Staats geld voor partij-inzichten. Nergens komt dat zoo sterk uit als in de schoolwetgeving. Daarbij werd tot nog toe vooral vóór 1889 alleen gerekend met de school waar op 't zachtst gesproken de these, het Evangelie werd verzwegen. De heer Ketelaar schrijft „Lijnrecht staan wij dus tegenover dr. Bavinck, die in zijn „Paedagogische Beginselen" o. a. schrijftDaarom vragen wij voor den Bij bel, voor de Christelijke religie, voor het dogma op onze scholen de eereplaats ook voor het dogma". Mr. Lely noemt de these van dr. Bavinck„Een religie zonder eenig dogma is geen religie meer, evenals het denken zonder wetten geen denken meer is, eene even valsche vergelijking als monster achtige grondstelling". Daartegen stelt mr. Levy de anti-these. Niet het dogma beheerscht den godsdienst, maar de godsdienst beheerscht het dogma. W anneer nu door de overheid aan deze ge voelens dezelfde waarde werd toegekend, dan zouden deze inzichten wel aanleiding geven tot partijstrijd, maar de partijdig heid bleef er buiten. Tot 1889 echter trok de overheid uitslui tend partij voor de school der anti-these van de heeren Ketelaar, Levy, e. a. en eerst na, dien tijd, vooral door de wet-Kuyper, werd de school, waar de ouders vrij waren, een andere meening te koesteren en van een ander beginsel uitgingen dan bovenge noemde „paedagogen", meer recht gedaan. Op deze wijze kan de schoolstrijd uit den politiekën strijd geraken. De anti-these blijft dan wel op schoolgebied bestaan, maar er zal een belangrijk deel der partij digheid wegvallen. Wat de vrijzinnigen schreven en zeiden en wat het vrijz. Ministerie doet. Borgesius: (blz. 6. Wat willen de vrij zinnigen) «De tegenwoordige Regeering (Ministe- rie-Kuyper) toch toont tegen verlaging van het peil van het onderwijs niet op te zien". Treub: (Hand. 2e Kamer 1904/1905). Maar de nieuwe L. O. wet is bovendien in strijd met de grondwet. Zal nu het vrijz. Ministerie deze wet, die de Grondwet verkracht en het peil van het onderwijs verlaagt, herzien Antwoord van den vrijz. Minister v. Finanfiën «Ook ligt heropening van den strijd bij de jongste wijziging van de wet ep het lager onderwijs gevoerd niet tn de bedoe ling der Regeering. (Mem. v. Antwoord Hoofdstuk I bl. 17)." Antwoord van den vrijz. Minister van Binnenl. Zaken. (Mem. Antwoord op Hoofdstuk I). dat herziening der wet tot re geling van het lager onderwijs, teneinde terug te komen op de onlangs gevallen beslissingen van prinoipieelen aard, niet in de bedoeling ligt van de Regeering". En zoo zal de Nederl. vrijzinnigheid het moeten aanzien dat onder een vrijzinnig Ministerie door de wet Kuyper de Grond wet blijft verkracht, het peil van het on derwijs blijft verlaagd en dat, o schrik, de nationale eenheid blijft bedreigd. Alweer eene teleurstelling meer bij de vele teleurstellingen die de Nederlandsche vrijzinnigheid moet ondervinden. Walchersche.) Met de Invaliditeits- en Ouderdoms- verzekering heeft de oppositie bij de stem bus van 1905 een gevaarlijk spel gespeeld dat haar slecht bekomen zal. Wat het kabinet-Kuyper voorstelde, was een bespotting der arbeiders. Ouderdoms pensioen pas op 70-jarigen leefiijd was bare onzin. Vijf en zestig jaren was de uiterste ter mijn, die kon worden geduld. Het zij zoo. Maar hieruit volgt dan ook, dat nu dit vrijzinnige kabinet met een ontwerp moet komen, dat voor het minst de vijf e>i zestig jaar als termijn aanvaardt. Doch wat blijkt nu uit de daarna ver schenen berekening van prof. Kluyver? Dit, dat de contante waarde voor de jaren 65 tot 70 ongeveer een 250 millioen zal bedragen. Eu daar de f6.000.000 door het vorige kabinet voorgesteld, na aftrek van föOO.OÓO voor administratie, een contante waarde van f 168.846.000 vertegenwoordigen, zoo volgt hieruit, dat voor een meerdere con tante waarde van 250 millioeD, noodig zou zijn niet 6 millioen, maar rnim 14 millioen. Het program der chr.-demooraten liet den Staat minstens 30 millioen per jaar bijdragen, dat was nog barder. Willen de vrijzinnig-democraten vooral tegenwoordig, het begrepen hebben op den minister van Marine de propagandisten hebben het nog al eens over diens pant serschip 1 dat is een stukje politiek, waarover wij niets zeggen zullen, en wat wij hun gas me gunnen. Maar dan niet dezen minister getroffen die 't opneemt voor gezag en tucht. Elke minister die dat doet, zal aan de Rechterzijde waar men het gezag hoog houdt, een welkom onthaal vinden. Maar de minister moet niet dubbel zinnig of dubbelhartig zijn, en zich spenen, met woord aan daad, aan revolutionaire sleur. Onderhandeling als chef meteen reeds in haar bestaan geoordeelde organisatie van matrozen (matrozenbond) komt niet te pas. Dit is veel bedenkelijker, dan de moties der vrijzinnig en sociaal-democra ten die hem af en toe als een Damocles- Bwaard boven bet hoofd zweven, doob die hem niet zullen treffen, wanneer orde en tucht in zijn handen veilig zijn. Jaarlijks worden uit alle streken der aarde honderden, duizenden, ja millioenen men noemt zelfs het getal van gemid deld 250 millioen vogels van diverse pluimage, vooral praohlvogels als praoht- vinken, paradijsvogels tot zelfg de kleinste vogelsoort als het kolibritje toe naar Londen verzonden, om hét hoofddeksel te sieren van tal van vrouwen in het Vereenigde Koninkrijk en voorts in het beschaafd Europa. De millioenenstad schijnt van dien handel de hoofdmarkt te zijn. In dezen faalt het woord des diohters, dat men n.l. aan de beschaafde vrouw moet vragen, wat past of niet past, om zeker te zijn, dat men de lijn der wel- voegelijkheid niet overschrijdt. Gevogelte van allerlei vleugel, en dit gebruikt voor hoofdtooi. Is er schriller con trast schier denkbaar? Het zingend vedertje en het gewiekt geluid aan zijn-bestemming onttrokken om te dienen tot een praal vertoon, waarvan elk weldenkende zich afkeert. Kan het erger We zouden allen, die zieh aan zulk een vogelmoord schuldig maken, willen toeroepen: „Bespaart den vogels toch zulk een wreedheid''. Want, al gaat hun vlucht niet hoog, het goddelijk oog ziet van ver hun vleugeltjes trillen. En het lied van den seraf en de stem van het vogelijn op groenen tak klinken mede in het lofgezang voor Hem, bij wien zelfs de musch niet is vergeten. Kan een rechtzinnig Christen so cialist zijn? Onder dit opschrift schrijft ds. W. H. Gispen van Amsterdam in de Bazuin Dezer dagen kwam ons een boekje in handen, waarin op bovenstaande vraag een toestemmend antwoord wordt gegeven. De auteur van dit boekje is eene vrouw, die meermalen, onder den schuilnaam van Enka, blijk gaf van haar scheppend ver mogen en haar letterkundig talent, en nn haar eigenlijken naam ook op den titel liet drukken, zijnde Mejuffrouw A. van der Vlies. Deze Mejuffrouw behoort tot die auteurs die gewoonlijk met het precidaatchris telijk worden aangeduid, en wier penne- vruchten in bibliotheken voor hoofd en hart, of andere inrichtingen, door uitge vers, die als Christelijke uitgevers ge noemd worden, «oodat het publiek er op aan kan, dat het Christelijke waar voor zijn geld krijgt. Het is ons evenwel niet bekend of Mej. van der Vlies tot de rechtzinnige Christe nen behoort of er toe behooren wil. Dat zij tot de talentvolle auteurs behoort, blijkt ook uit dit geschrift, maar hoe staat het met hare rechtzinnigheid? Het is jammer dat wij in het onzekere blijven op het stuk van rechtzinnig. Wie is, volgens het oordeel der schrijfster, een rechtzinnig Christen Bestaan er recht zinnige Christenen Rechtzinnig Luthersob, rechtzinnig Gereformeerd, dat kan een gewoon mensch begrijpenmaar recht zinnig Christelijk wat is dat Het is waarlijk jammer, dat de schrijf ster ons hier in het onzekere laat. Want als ik oordeelen zal oner de vraagkan een rechtzinnig Christen Socialist zijn, dan dien ik beide termen te verstaan, de daarin uitgedrukte zaken helder te doorzien en door vergelijking tot een ont kennend of bevestigend oordeel te kómen- Maar van het oogenblik af, dat Mej. van der Vlies aan het schrijven gaat, is de rechtzinnige Christen, die op het titel blad staat, verdwenen als de Moor, die zijn schuldigen plioht gedaan heeft en nu kan heengaaD. «De vraag, of Christendom en Sooialisme vereenigbaw zyo, dringt zich tussoben ds menigte andere geloofsvragen, belijdenis vragen, kerkvragen, school vragen,litteraire, wetenschappelijke en politieke vragen, die in Christelijke kringen om antwoord roepen nog niet naar voren. Zij is nog geen brandende kwestie". Met deze woorden begint de schrijfster haar betoog. De rechtzinnige Christen verschijnt echter niet ten tooneele. Het is: Christendom, positieve Christenen, ortho doxe Christenen, doorgaans eenvoudig Christenen, van wien beweerd word, dat zij Socialist kunnen zijn. Dat is jammer. Want daardoor verliest het betoog, dat werkelijk met talent, met overtuiging, met, we kunnen geen ander woord vinden, met liefde geschreven is, voor ons en voor allen die rechtzinnige ge reformeerden pogen te zijn, bewijskracht. Wg waardeeren de moeite, 't talent, de be doeling, aan dit geschrift ten koste gelegd en er in uitgesprokenmaar als we 't uitge lezen hebben blijft het nog een vraag kan een rechtzinnig Christen socialist zijn? Waarbij nog komt, dat het ons ook niet duidelijk wordt wat een socialist is. En dit klemt te meer,omdat weden indruk hebben dat er ook onder ds socialisten onderscheid bestaat tusschen rechtzinnigen en onrecht- zinnigen. Moet een rechtzinnig Christen, als hij socialist wordt zich aansluiten bij Troelstra of bij Gorter, een volgeling wor den van de voormalige domine's Domela Nieuwenhuis of Hugenholtz? Want een rechtzinnig Christen zal, als hij socialist wordt, ook gaarne als socialist rechtzinnig willen zijn, en alle ketterij, ook in zijn nieuwe kwaliteit, willen mijden en vlieden. Nu zou men kunnen zeggen een socia list is iemand die het socialisme erkent en belijdt als de waarheid. Als de alleen zaligmakende of gelukmakende leer te zijn, wel niet in betrekking tot het leven hier namaals (want een socialist speculeert niet op de eeuwigheid en accepteert ook geen wissels op de eeuwigheid) maar dan toch de gelukmakende leer voor het tegenwoor dige leven. Öp de vraag wat is socialisme? laat Enka ons niet in het onzekere. Zij zegt, pag. 13 Bus is het heden- daagsche socialisme het streven naar betere harmonischer maatschappelyker toestanden, die de socialisten niet bereikbaar achten dan wanneer het privaat grondbezit en de con- currentie-voortbrenging vervangen worden door gemeenschappelijk grondbezit, gemeen schappelijke productie, gemeenschappelijke verdeeling". En dan gaat de sohrijfster voOTt «Dit alleen is het wat alle richtingen in het socialisme gemeen hebben. Dit, en niet de godsdiensthaat, sprekend uit de woorden van Bebel, v. d. Goes, Ferri etc., want deze haat wordt door vele socialisten uit alle landen bestreden. De Blijde Wereld-groep, de Engelsche Fabion- mannen, de Zwitsersohe predikant Herman Kutter, die onlangs zijn «Sie Müssen" in de kapitalistische wereld slingerde, gaan tegen uitspraken, dat Christendom en Socialisme als vuur en water (Bebel) of als nacht en dag (DietzgeD) tegenover el kander staan, waardoor het socialisme zijn cachet van Gode vijandigheid heeft verkre gen in. Maar allen aanvaarden het program «grond en productiemiddelen aan de gemeenschap". Men ziet, dat de opvatting, die mejuff. van der Vlies van het socialisme heeft, betrekkelijk goedaardig is. Zij houdt zich verre van petroleum en dynamiet, van bommen en dolkeB, van moorden en brand stichting en gewelddadige berooving. Z(j gelooft aan de evolutie, en wijst mei scherpzinnigheid aan, hoe de tegenwoor dige maatschappij bezig is zioh te evolu- tioneeren in de richting naar het socialisme. Zij wijst er, niet geheel ten onrechte op, dat «de angstvallige eerbied voor den absoluten eigendom sinds lang van over heidswege zoek is, en vraagtbestaat die eigenlijk nog wel? Sterk progressieve belasting en gedwongen onteigening dat zijn de Middelen, die de overheid tegen

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1