NIEUWSBLAD TOOR ZEELAND. No, 201. 1907, Woensdag 29 Mei 21e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH Afrika en Amerika. Buitenlandscli GierzieM. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wad, S J. DE JONGE-VERWEST. te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENT1ËN IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers 0,02°. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Wie voor enkele oogenblikken de aan dacht wijdt aan het vraagstuk der land verhuizing zal direct inzien dat de stroom, of liever het klein stroompje, dat voor eenige jaien begon te vloeien naar Zuid- Afrika, gestopt is en daarentegen dat sedert een paar jaren met nieuw© kraeht de stroom der landverhuizing gaat naar het westelijk halfrond. De stoombooten van Rotterdam, die de geregelde beurtvaart met Amerika iedere week onderhouden, worden steeds grooter, zoo groot, dat nagenoeg 3000 passagiers daar plaats voor de overvaart opkunnen vinden, en toeh zijn de plaatsen reeds lang van te voren besproken. Overtrof het cijfer der landverhuizers uit Europa, het vorige jaar in de haven van New-York ontscheept, niet meer dan één millioen P Was de bevolking der Vereenigde Staten die in 1800 acht millioen bedroeg, in 1900 niet gestegen tot tachtig miHioen, aldus vertiendubbeld Eu nog steeds, met ieder jaar meer, gaat de stroom, in steeds breeder golvingen voort, naar het land met ontelbare hulp bronnen en, voor ons beperkt begrip, haast onmeltelijke ruimte. Ook ons vaderland brengt zijn contingent aan in dien stroom, en naar de mate van onze kraeht zeker niet een gering aandeel. Als we ons daarbij herinneren dat onze eigen bevolking in 80 jaar, het jaar van de scheiding met België, met de helft ver meerderde, ondanks de krachtige en toe nemende emigratie, dan bestaat er geen reden om «ontvolking" te duchten en kunnen we van onzen overvloed nog wel wat aan andere, minder bezette deelen der aarde afstaan. Ons vaderland heeft het voorrecht zijn emigratie niet te zien groeien als in Rus land, waar geloofsvervolging en politieke verwarring dringen tot den uittocht. Even min als in Ierland waar een verarmde be volking levensonderhoud moet gaan zoeken «over zee". En evenmin als in China waar landverhuizing de eenige veiligheidsklep vormt voor overbevolking. Integendeel kolonisatie en volkplanting hebben in de eeuwen die achter ons liggen de roem en de kracht van ons land ver hoogd. Zij hebben meegewerkt om een klein land als het onze groot te maken. Nieuw-Amsterdam en Kaapstad, het tropische Indië zoowel als het koude Nova- Zembla hebben den roem van de Holland- sche natie in de geschiedenis gegrift, met onuitwisohbare letteren. Buiten verhouding tot onze sterkte als bevolking en tot de uitgebreidheid van ons grondgebied stond en staat nog onze beteekenis in de wereldgeschiedenis. Een verschijnsel dat zich op dezelfde wijze bij alle koloniale mogendheden openbaart. Spanje en Portugal is, zeker niet door innerlijke kracht, maar veel meer door haar bezit over zee bekend geworden. Het kleine Griekenland nam in de oude wereld ook daardoor een hooge plaats in, en Engeland heeft aan hare volksplantingen in alle werelddeelen te danken, dat het Engelsch een der wereldtalen is. Ongetwijfeld is de lichtzijde van een landverhuizing als wij in onze dagen zien groeien, voor ieder land welke het voor recht heeft zijn bevolking te zien aanwas sen, en dus normaal te leven groot, maar ook de schaduwzijde ontbreekt geenszins. En tot die schaduwzijden behoort wel in de eerste en voornaamste plaats de wetenschap, op ervaring gegrond, dat onze landgenooten, heengaande naar het verre Westen reeds in het tweede geslacht heb ben opgehouden onze landgenooten te zijn, maar behooren tot de Engelsch sprekende vreemdelingen. Het emigranten-sehip dat Noren en Russen, Hollanders en Duitsehers, Polen en Hongaren den Nieuwen Waterweg uit, het lichtende beeld der vrijheid aan den mond van den Hudson tegemoet brengt, ontlaadt //landverhuizers". De nationaliteit is vervallen er bad een verandering plaats. Het oude vaderland is armer geworden, al heeft in de meeste gevallen het individu er ook bij gewonnen. Dat is de grootste en voornaamste scha duwzijde van een landverhuizing zooals wij die kennen. Menigmaal is reeds het denkbeeld van kolonisatie in de hooge bergstreken van onze Indische bezittingen geopperd. Daar is, zegt men, een klimaat als een paradijs zoo schoon, en een bodem zoo vruchtbaar als ergens. Maar het blijft toeh altijd een landverhuizing uit ons Westersch klimaat naar de Keerkringen. Het Oosten met zijn warm klimaat trekt den aan winterbuien en herfststormen gewonen, bewoner van onze gematigde luchtstreek met zijn vele afwizselingen niet aan. Voor een «trek" daarheen bestaat weinig kans. Daarom betreuren we 't dat door de poli tieke gebeurtenissen der laatste jaren de weg voor Nederlanders naar Zuid-Atrika als 't ware is afgesloten. En daarom slaan we met meer dan ge wone belangstelling den loop der zaken in Afrika gade, altijd mot de hoop dat t' avond of morgen onze landgenooten hopen we met 'n nationalen stoombootdienst uit onze groote havens zullen kunnen opgaan en zich met vertrouwen nederzetten waar zij den Hollandschen stam nieuw planten kun nen en vruchten doen dragen. Zij zullen daar het verleden moge 't getuigen als zonen van het ouderlijk huis ontvangen worden, en onze eigen taal zal haar gebied bevestigd en uitgebreid zien, naarmate meer Hollandsch sprekende volkplanters zich op Afrikaanschen bodem neerzetten. Het is nu eemnaal door alle tijden heen de bestemming der wereld, door God reeds in het Paradijs haar opgelegd, hare bevol king te brengen naar alle deelenBevolkt de aarde. Maar indien de keuze vrij blijft waar heen, en dat blijft ze, dan zien we toch liever in Afrika den grondslag leggen voor een volkplanting, die den Nederlandschen naam zal uitbreiden en doen voortleven gelijk hij geleefd heeft en geëerbiedigd werd in de eeuwen die achter ons liggen, dan verloren te gaan in den maalstroom der volken, welke bezig zijn de grondstof te vormen voor de toekomstige Amerikaansche natie. 28 Mei 1907. „Het VoW en de Staten-Verkiezingen. Wij lezen in een artikel in Het Volk: «Wij zien er geen kans toe, de propa ganda voor de sooiaal-demoeratie te ver binden aan die voor een oandidatuur-Van Karnebeek. Zelfs niet aan die voor een candidatuur-Marchant." En tot besluit verklaart het blad, nietmee te doen «aan het gescharrel". We zullen eens zien als we een week of vier verder zijn, voegt Het Huisgezin hieraan toeen wij zeggen 't met haar. De lui moeten voor 't oog der mensohen elkaar af en toe eens bijten, dan maakt 't straks te meer effect wanneer hun «de nood is opgelegd", door die geweldige antithese, om samen te doen tegen ons. Haar draai. In de vergadering van den Bond van Vrije Liberalen heeft prof. Visser v. IJzen- doorn, „voorzitter der commissie van redactie voor het beginselprogram" een lans gebroken voor 't blanco-artikel, waarbij als verguldsel voor de pil dienst deed dat men, dit blanco-artikel aanvaardende, best de meening bon toegedaan zijn dat voor alsnogkiesrecht-uitbreiding niet ge wen scht is. Daarna is het beginselprogram goedge keurd, ook artikel 3 dat het kiesrecht toe kent aan mannen (met uitzondering van de ongeschikteD) en aan vrouwen (dia aan te bepalen vereischten beantwoorden) Een paragraaf, die de roodsten en de bleekste» in de party onder één hoedje vangt. Veerkrachtig als artikel 80 van de GrondwetMet advocaten-wijsheid ineen gezet, en daarom zoo voor allen aan nemelijk. De draai is genomen, de rest zal wel volgen. Daar zullen de Marchants en Troel stra's wel voor zorgen. Hetgeen te verwachten waswant tegen den aandrang naai' algemeen (individualis tisch) stemrecht, heeft de oud-liberaal geen middel tot principieel verweer. Welk een bracht zit er toch in die anti these, dat zij in een paar maanden tijds zelfs den meest conservatieve in een voor stander van algemeon stemrecht omtoovert, algemeen stemrecht zij het ook al onder het etiket van „vooralsnog niet" Liberale sleur. Prof. Visser, bovengenoemd, heeft ook een paar maal gepleit voor een nieuwe „samenstelling en machtsregeling der wet gevende macht". Nu berust naar anti-revolutionaire op vatting de wetgevende macht by de Ko ningin. Maar de liberalen hebben in '48 gezorgd dat (artikel 109 der Grondwet) de Koning die wetgevende macht met het volk deelt. In de laatste jaren echter is het spraak gebruik inheemsch geworden, dat de wet gevende macht de volksvertegenwoordiging is. Zelfs van de ministerstafel is deze ket terij meermalen vernomen. Het volk de wetgevende macht Daarom verwondert het ons ook niet dat een vrijzinnig professor in het staats recht tot tweemaal toe in zijn rede tot aanpreeking van de vergulde pil van het algemeen stemrecht spreekt van een nieuwe «samenstelling en machtsregeling der wetgevende macht", waarmede hij de Tweede en Eerste Kamer bedoelt. Alleen gaat een eenvoudig mensch er bij denkenmaar als nu de Tweede Kamer de wetgevende maolit is, wat is de Koningin dan, en waartoe is zij dan nog noodig? In kringen waar de man van het «or nament, geen fundamont" nog den toon aangeeft, wekt een dergelijke begripsver warring natuurlijk geen verbazing. Voor ons is het echter weer een nieuw staaltje van «liberale sleur". Rusland. Wij beginnen met eenige gewone be richten welke den toestand bljjven ken merken. Zondagnacht heeft de politie te Peters burg een huiszoeking gehouden bij dsn sociaal-democratischen afgevaardigde Pris- jodko. Drie honderd exemplaren van het revolutionaire blad Lobomotwe zijn daarbij in beslag genomen een jonge jood, welke die bladen had gebracht, werd gevangen gezet. Gisteren zyn 800 werklieden, die te Petersburg een bijeenkomst hielden, door een patrouille overvallen en uit elkaar ge jaagd. Er werden een honderdtal personen gevangen genomen. De priester Petrof, afgevaardigde der kadetten, die morgen zijn derde maand van opsluiting in het blooster van Tsjereme- nets zal hebben volbracht, keert Woensdag in Petersburg t6rug. Men bereidt hem een geestdriftige ontvangst voor. De linkerzij de der Rijbsdoema is voornemens hem harte lijk te verwelkomen. De Roeskoje Soeanya, het orgaan van de waarachtige Russen, maakt een reeks be richten openbaar uit alle gedeelten van het land, in het bijzonder uit Middon-Rusland, die schrikwekkend zijn. Een groot aantal landgoederen zijn door brand vernield ge worden, terwijl de eigenaars ga dwongen werden de vlucht te nemen. De Doema- af ge vaardigden uit de provincie, die met de parlementaire vacantia naar huis zyn, zetten de bevolking tot opstand aan. Het is alles het werk der revolutionaire organi saties, die op het land een 900 tal vertak kingen hebben gevormd, om het volk tot oproerige daden op te ruien. De regeering zoo beweert het blad verder heeft aan de telegrafische agentschappen en de nieuwabureau's bevel gegeven met geen woord over de gebeurtenissen te reppen. Het blad acht het zich daarom tot een plicht de waarheid openbaar te maken. De revolutionaire organisaties zoo wordt uit Moskou gemeld zyn weder begonnen met het brandschatten der meer vermogende burgers. Bij het heffen dezer belastingen wordtdikwy ls geweld gebruikt. In Odessa werd een ryk koopman, die weigerde het gevraagde te betalen en zich bij de revolutionairen aan te sluiten, in het byzyn van talrijke andere kooplieden, dood geschoten zonder dat er een hand tot hulp werd uitgestoken. De daders konden onge stoord de wijk nemen, zonder dat men trachtte hen te vatten. Wat er te Lodz nog dagelijks geschiedt, heeft men in ons vorig nommor kunnen lezen. Oostenrijk. De herstemmingen voor den Rijksdag zijn afgeloopen en, op die van Galicië na, bekend. Galicië onderscheidt zich van de overige rijksdeelen door zijn eigenaardige kiesrechtregeling, waarin naast de meer derheid ook de minderheden recht op ver tegenwoordiging hebban (een soort even redige vertegenwoording). Gevolg er van is dat eerst op 5 Juni de uitslag aldaar kan bekend zijn, schoon zij weinig invloed kan uitoefenen op den totaal-uitslag in't land. De Poolsch-conservatieve partij, die in Galicië totnogtoe oppermachtig was, ligt verbrokkeld uiteen, dit weet men alvast. En wat het overig Oostenrijk aangaat, daar hebben de herstemmingen menihe correctie aangebracht in het resultaat van den eersten verkiezingsdag. Uitgebreid heeft zich slechts de overwinning der soo-dem. De chr.-soe. hebben bij de her stemmingen geen gelukkige rol gespeeld en hun mandaten-aantal is thans slechts 6 booger dan na de eerste verkiezingen, terwijl de soo.-dem. 23 zetels wonnen bij de reeds verworven 60. Van de burgerlijke vrijzinnige partijen, die op 14 Mei zoo weinig mandaten kon den veroveren, hebben de Duitsohe voor uitgangspartij, de Duitsohe volkspartij en de Jong-Tsjeohische partij wat meer terrein gewonnen, al zullen zij ook bij lange na niet in de oude sterkte in het nieuwe Huis terugkeeren. De Stand der partijen is thans en was vroeger Soo.-dem. 83 11 Chr.-soe. (R.-K.) 67 26 Duitseh-oler. 34 30 Duitsohe vooruifg. 23 30 Duitsohe volkspartij 26 45 Duitsohe agrar. 23 6 Vrij al-Duitschers 14 10 Sohönerer-groep 4 15 Jong-Tsjechen 20 45 Tsj. agrar. 23 6 Tsj. eleric. on Oud Tsj. 24 8 Slov. en Kroat. eler. 29 21 Bijna even belangwekkend als de her stemmingen zelf was het voorspel daarvan. De soo.-dem. gaven het duidelijkste en bondigste parool uitoveral tegen olerie. chr.-soo., agrar. en al-Duitschers. De pogin gen der regeering om de burgerlijke Duitsohe partijen te overreden een alge meen compromis te sluiten tegen desoc.- dem., wier sueoes voor de regeering een zeer onaangename verrassing was, mis lukten. Vooruitgaags- en volkspartij kon den het niet van zich verkrijgen zaaien te gaan met de ebr.-soe. Uit deze situatie hebben de vrij al-Duitsohers, die onder leiding staan van Hermann Wolf profijt getrokken. Zij waren in tal van distrieten door de vrijzinnigen zeer in 'tnauw ge bracht en Wolf en eenige zijner naaste vrienden beteekenen niets als zij geen mandaat hebben. Dus besloten zij snel een kiesverbond met de ohr.-soo. en met hen hulp veroverden zij een reeks mandaten. Wolf bleef overwinnaar over Eppinger, den leider der Duitsohe volkspartij in Bohemen, maar alleen door de stemmen der ehr.-soo. en dat niettegenstaande deze laatsten katholiek zijn en Wolf de leider is van Los-van-Rome-beweging. Men verwacht nu in Oostenrijk in de Kamer een samengaan van vryzinnigen en socialisten tegen de clericalen; een anti these-politiek, net als bij ons. De Rijksraad komt 15 Juni bijeen. Den 17den zal ook de troonrede worden uitge sproken en den volgenden dag wordt de eerste zitting gehouden, nadat een voor zitter gekozen. Als zoodanig wordt door de oleriealen en oud-elerioalen (kath. volks partij) de gouverneur vanBoven-Oostenrijk Ebenhoch voorgesteld. Over het samengaan van christelijk- socialen en oud-elerioalen wordt nog onder handeld. Frankrijk en Marokko. De Eransohe regeering heeft doen mede- deelen den tekst van de aan Marokko gestelde eischen en de daarop ontvangen antwoorden. Frankrijk eisohte van deMaghzen: dat de pacha van Marrakesj die de menigte heeft opgehitst tegen dr. Mauohamp van zijn ambt zal worden ontheven en te Tan- ger in hechtenis zal worden gebrachtdat dan Fransohen consul te Mogador zal wor den vergund te Marrakesj een onderzoek in te stellen naar de omstandigheden van den moord dat de schuldigen, zoowel de moordenaars van dr. Mauohamp en den heer Charbonnel, als de aanvallers van de heeren Lassallas en de Gironeourt, zullen worden gestraftdat voor den moord van dr. Mauohamp een schadevergoeding zal worden betaald, waarvan het bedrag later door de Fransohe regeering zal worden vastgesteld dat het politiekorps, ingesteld in het verdrag van Algeciras onverwijld zal worden ingerichtdat de Fransch- Marokkaansche overeenkomsten van 1901 en 1902 in de grensgebieden zullen worden uilgevoerd, in het bijzonder door de op richting van een speciaal politiecorps in deze strekendat de sjerif Moeley-Idriss, die den opstand der Adrad-stammen tegen het Fransohe gezag heeft geleid, zal wor den teruggeroepen en offioieel gedesavou eerd dat de zending van wapenen door de Maghzen aan sjeik Ma-el-Aïoin zal worden jgestaakt; en dat verschillende eischen sedert langen tijd tot de Maghzen gericht, doch waaraan nog geen gevolg is gegeven zullen worden ingewilligd. Aanvankelijk antwoordde de Marok- kaansche regeering ontwykend, later nam zij in twee brieven, die den 20en April en den 13en te Tanger werden ontvaDgen, de Fransche eischen aan. De meesten zyn rondweg toegestaan. Wat den pasja van Marrakesj betreft is de Maghzen bereid hun naar Tanger te zendenzij merkt ech ter op dat bij hoog van jaren is en te ziek om te reizen en biedt aan zijn toestand te laten onderzoeken door een Fransch ge neesheer. Voor de inrichting van 't internationaal politiekorps heeft de minister van oorlog, die te Tanger toeft, nieuwe volmachten ge kregen om tot uitvoering van het besluit van Algeciras mede te werken. En alle oude Fransche eisehen zullen worden onderzocht door gedelegeerden van de Maghzen te Tanger die in overleg met den Fransehen gezant de bijzonderheden dier eisehen zullen bespreken. Zoo heeft dus de Marokkaansohe regee ring zioh bereid verklaard alles te doen wat Frankrijk wensoht; blijft dus slechts af te wachten of zij ook bereid zal blijken deze beloften te reohter tijd in te lossen. Perzië. De toestand in Perzië wordt er vooral niet rustiger op, dat weten we al uit ver schillende berichten in de laatste dagen, maar als we de telegrammen mogen ge- looven, dan ziet het er al heel erg uit in het land van den Sjah.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1