NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 185. 1907.
Woensdag 8 Mei
21e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
DE ANTITHÉSE.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
X DE J0NGE-VERWÈ5T, fe
P. DHlft, ie Éddeïburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Wegens Hemelvaartsdag ver
schijnt Honderdag geen no. onzer
courant.
rEÏÏILLETO IT.
Snippers uit de oude doos.
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS,
Prijs per drie maanden franco p, p1,25.
Enkele nummers 0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
m
IJK.
Rüland-Bath 8 Mei.
Breskens 13 Mei en 14 Mei des voorm.
Groede 14 Mei des namiddags en 15 Mei.
Nieuwvliet 16 Mei des voormiddags.
Cadzand 16 Mei des namiddags.
Zuidzande 17 Mei des voormiddags.
Retranchement 17 Mei des namiddags.
Sluis, met uitzondering van Oud-HeiUe,
22 en 23 Mei.
Ook bjj de Statenverkiezingen, waar wij
over v\jf weken middenin hopen te zitten,
zal de Antithese weer de inzet van den
strijd.
Wel zullen de Linksche partijen niet al
gemeen vereend optrekken, doch dit be
treft slechts de eerste stemming. De vrij
liberalen stemmen op de candidaten der
vrijzinnigen en unionisten,en de socialisten
zullen dat, zoo noodig, wel bij de herstem
ming doen.
Gelet op de Kamerstemming van 1905,
dus op de practjjk van het verleden, mogen
wij gerust vaststellen dat het ook in onze
provincie zoo zijn zal.
Het partij-bestuur der S.-D. A.-P. zegt
wel dat bij de herstemming op zijn parool
moet worden gewacht. Doch hoe dit parool
luiden zal, laat zich te voren wel raden.
Immers de heer Schaper heeft op het
Congres der S. D. A. P. gezegd dat samen
gaan met de liberalen noodzakelijk is, en
van hem is ook de met algemeene stemmen
aangenomen motie om niet door het Con
gres maar door het Bestuur de gedragslijn
voor stemming en herstemming te doen
vaststellen.
Het doet ons genoegen dat wjj aan die
zijde weten wat wij aan den tegenstander
hy zjj oud-liberaal of sociaal-democraat,
gematigd of rood hebben zullen. Trou
wens wij zyn dat gewend.
Hervalt ons dan ook niet tegen en het
vergemakkelijkt onze taak zeer dat ook
193
dook
S C A L D I S.
Zondags-ontheiliging in Zeeland-
Voor hen, die in onze dagen steeds
„den goeden ouden tijd'' terugwenschen,
en die gedurig de klacht uiten, alsof de
vorige dagen beter zouden geweest zijn
dan de tegenwoordige, zal het wel niet
vleiend zijn te vernemen dat de ontheili
ging van den Zondag vóór eeuwen zóó
zeer was toegenomen, dat de Besturen van
Zand en Kerk genoodzaakt waren tussohen
beide te komen, om aan dit euvel paal
en perk te stellen.
Enkele voorbeelden uit onze provincie
willen wij dienaangaande uit de geschie
denis volgen.
Zoo vinden wij in het Groot Charter
boek van van Mieris een stuk waarbij
de pude Graven reeds tegen de Zondags
ontheiliging te velde trokken. Wij lezen
dan aldaar:
Wi WillemGrave van Heynn. Willem
Ut de derde Graaf uit het huis van Hene-
gouwen) enz. maken oond allen laden,
want een ghebot es van der heyligher
kerken, den Sonnendach te vierne, ende
ons, ende allen goeden luden toebehoirt,
die boede (gebod) van der heyligher kerken
te starkenej ende want die Eisscop van
Utrecht met sine opene brieven verboe-
den heeft, dat men Sonnendaghes ghene
marot hantieren en moet, omme des wil
len, dat die lude ghemeenlike te min
te kerken comen, ende dat si die boede
van der heylegher kerken, alse van vierten
pnde vasten (vier-of heilig, en vastendagen)
§«de and ei s, die men Sonnendaghes pleghet
de oud-liberalen weer, bij monde van de
Nieuwe Courant weer de antithese hebben
gesteld
In de tegenwoordige politiek omstandigheden
komt nu eenmaal elke stem van linki uit welke
groep ook afkomstig, die zich aan de vrijzinnige
samenwerking onttrekt, aan het rechtsche block
ten goede.
De vrijzinnige van onze kleur, die b.v. bij
keuze tusschen een vrijzinnig-democraat en een
christelfjk-historisch man, op den laatstgenoemde
zijn stem zou uitbrengen, zou daarmede de
^christelijke coalitie" versterken en helpen haar
het roer weer in handen te geven. Niet politieke
voorkeur voor een man of een partijgroep kan
dus zijn stèm bepalendie stem zou verder
reiken dan hij bedoelde.
Dit moge niet aangenaam zijnhet is onont
koombaar. De vrijzinnige die, uit afkeer van
de antithese, thans rechts ging stemmen, zou
de antithesie-mannen versterken.
Toch zijn ook deze woorden niet meerdan
een uitvlucht. Terecht schrijft de Neder
lander hierop
Dit schijnt logisch, maar is het niet.
Althans niet wanneer men het beziet in
bet licht van het van deselfde zijde gespro
kene bij de Statenverkiezingen van 1904.
Destijds heette hetde strijd gaat niet
tegen het ministerie-Kuyper"loopt niet
over de vraag, wie nu ol in de toekomst
de portefeuilles zal hebben waar onzer
zijds voor gestreden wordt, is uitsluitend
te voorkomen, dat het tegenwoordig Kabi
net almachtig wordt, doordat het de
meerderheid in de Kamers naar zijn hand
kan zettenwij komen op voor het staat
kundig evenwicht en achten partijover-
heersehing het best geweerd, wanneer de
meerderheid in de Tweede Kamer min
derheid in de Eerste is.
Aldus werd dagelijks betoogd. En zelfs
werd het aan de pers der tegenpartij kwa
lijk genomen, wanneer daar de voorstelling
werd gegeven, aisof 't over de vraag dei-
bewind vpering liep.
Thans is het blaadje omgekeerd, en
meent de Nieuwe Ct., dat handhaving als
meerderheid in de Eerste Kamer van hen,
die minderheid in de Tweede zijn, slechts
een stap zou zijn om dezulken „het roer
weer in handen" te geven. Thans loopt
het wèl over de portefeuilles. Thans is de
te bieden niet en weten, ende diewillen
dair omme hair botvierten, ende hair bot-
vasten (gebod om vier- en vastendag te
houden) onwetende breken. Ende want
men ene wile tyds Sonnendaghes in Mid-
delburcli marot ghehouden heeft, dat goeden
luden niet weseliken en denct, soo willen
wi dat die marct voirwairt meer of gheleit
si bi ere boete van V S (schellingen of
Deniers) tourhoijs, ende die Baillu inte-
panden sonder vertrecken".
„Ende dat men te ghere (geene) stede
in Walgheren Sonnendaghes enighe marot
houde jof enighe oomanseip hautere, jof
eramen setten, jof corn, jof enioh goed
ter marct bringhen, jof vercoepen. Eude
die marctdach, die te noch toe gbestaen
heeft in Middelburch houde in eiker weke
op den Dinxendach, dit sal geheduren toit
onsen weder segghen''.
„Ende omme dat wi willen, dat dit vaste
ende gestade blive, soe hebben wi desen
brief open beseghelt met onsen seghele.
Ende want wi dit ghedaen hebben omme
bede ende versoec van onser meenre poirte
van Middelburchsoe hebben si desen brief
mit ons beseghelt mid hare portzeghele.
Gbegheven in Middelburch, des Dinxen-
daghes na St. Pietersdach (4 Augingaende
oichste, in 'tjaer ons Heren MCCC acht
en dertich.
Per Dominum Wolfardum en Dominum
Ny'colaum Kervinc".,
Wij zien hieruit, dat te dier tijdje, in
Walcheren, bijzonder te Middelburg, de
Zondag weinig in eere werd gehouden,
maar levens, dat de wereldlijke overheid
aan de Geestelijke de hand bood, om
deze openbare ergerlijke misdrijven te
weren.
Bij de strenge begrippen, die de Herv.
kerk in lateren tijd heeft ontwikkeld ten
behoefte aan staatkundig evenwicht ver
dwenen, en is geen waarborg tegen partij-
overheersehing meer noodig.
Te meer verwonderlijk is dit, waar sinds
onlangs bij het Kabinet, gesteund door een
groot deel der linksche organen, de ganseh
nieuwe leer is opgekomen, dat de partij-
clubs in de Eerste Kamer in „geconcer
teerde actie" behooren te handelen met
die in de Tweede. De waarborg tegen
partijdigheid voor 't geval in beide
Kamers dezelfde meerderheid bestaat
is daardoor natuurlijk aanzienlijk verzwakt.
Eu één der krachtigste argumenten voor
de rechterzijde, om als één man en met
onverflauwden ijver bij de aanstaande ver
kiezingen voor de rechtsche meerderheid
in de Eerste Kamer te waken, is dan ook
wel deze spiksplinternieuwe, feitelijk met
den geest der constitutie strijdende, vondst.
Dat in dien kamp alle gematigd vrij
zinnigen links zouden moeten stemmen ten
einde een rechtsoh Kabinet te weren, klinkt
zeker allerwonderlijkst.
Vooreerst, omdat de rechterzijde in de
jongste crisis voldoende heeft getoond, geen
bewindvoering op grond uitsluitend van
een rechtsche meerderheid in de Eerste
Kamer, aannemelijk te achten.
In de tweede plaats,'omdat de gematigd
vrijzinnigen in 1904 juist andersom rede
neerden eD toenmaals bij de Statenver
kiezingen niet de quaestie der bewind
voering, maar slechts de quaestie der
overmacht van het bestaande bewind be
trokken oordeelden.
In de derde plaats, omdat voor zoodanig
oordeel thans zeker nog heel wat meer
reden is dan toen, nu de blijkbare toeleg
bestaat om de Eerste Kamer tot een
handelbaar partij-instituut te maken, dat in
„geconcerteerde actie" met de Tweede
handelt, d.w.z. zijn zelfstandig oordeel
prijsgevend, voor Staal- en andere extra
vaganties een volgzame meerderheid levert.
Te hopen is, dat vele gematigd-liberalen
dit beter zullen inzien dan hun orgaan.
7 Mei 1907.
De dichters van de lieve lente kunnen
ook dit jaar als zoovele voorgaande jaren
opzichte der heiliging van den Zondag,
waarop, inzonderheid door de partij der
Voetianen, nagenoeg de volle strengheid
van den Israëlietischen sabbath werd toe
passelijk gemaaktbij die latere be
grippen dan schijnt het vreemd, wanneer
men in de eerste tijden der Hervorming
in de kerkelijkeaoteboekenaanteekeningen
vmdt, die zuik eene strenge Zondagsvie
ring geheel niet doen vermoeden. Slaan
wij b.v. de notulen van den kerkeraad te
Brouwershaven op, dan vinden wij d.d. 18
Nov. 1611 aangeteekend „dat men den
bailluw heeft aangesproken over 't houden
van vischmarkt des Zondags onder de pre-
dioatie", waarmede men dus den afslag
op Zondag schijnt te hebben ongemoeid
gelaten. En weinige jaren later 22 Juli
1616 bewees het beklag aan bailluw,
burgemeesteren en schepenen, over hgt
toelaten van „allerlei werk en koophandel
op 's Heeren dag tot nadeel van de gods
dienst", eensdeels dat dit misbruik toen
zeer algemeen was, en anderdeels, dat men
minder op de ontheiliging van den Zondag
drukten,dan op 't nadeel van den openbaren
eeredienst.
Later ontwikkelde zich de gestrenge
Zondagsviering meer en is dan ook 21
en 28 Febr. 1745 de bailluw over de
„ontheiliging van 's Heeren dag" begroet.
En op de heiliging van den Zondag
door onze voorvaderen, op andere wijze,
valt al evenmin te rbemen.
Te Haamstede hebben wij gezien hoe
vader Wm. Teelinck zich bij de Cl. be
klaagde, over de ontheiliging van den dag
des Heeren, door zijne gemeentenaren,
door kaartspelen, drinken, vechten enz.
Een ander voorbeeld vinden wij te Wol
faartsdijk vermeld. Diar waren Ambs.
Heeren gedrongen den 23 Jnni 1673 een
hun harp nog wat aan de wilgen hangen.
De almanak kondigt Mei aan en de
dichters zingen ervan, maar meer dan ooit
stelt de verwachting te leur.
De arme lijders, die dag aan dag naar
het haantje van den toren zien, onder
vinden van die teleurstelling wel het meest.
Het blijft koud en guur ook in deze
lente, een eerste Mei-week als deze komt
niet ieder jaar terug.
Ook dit gure voorjaars-leven is sym
boliek. In polemiek en oritiek leeft de
menseh die de kinderschoenen ontwassen
is. En in dien dampkring is het koud
en guur als in die lentedagen. De koekoek
en de nachtegaal zwijgen in het geboomte
en het ontwakende nieuwe, frissehe leven
verschrompelt onder de kille aanraking.
Ook geestelijk?
Ook dit jaar zal er weer namens de
zoogenaamde zeekerken, dat zijn de kerken
aan odzo havens gelegen en die tot de Gere
formeerden behooren onder de Hollandsche
vissehers gearbeid worden te Lerwick en
Baltasound.
Die arbeid wordt, blijkens verslagen en
correspondentie, op de Sckotsche eilanden
zeer gewaardeerd. De predikanten die
jaar op jaar, nu gedurende vele jaren,
reeds daarheen gingen zijn er hartelijk
welkom.
Dit jaar zullen zoo da Heerewil
ds. Datema en ds. v. d."W al van Delftshaven
daar heengaan.
Het is voor de zeekerken een eigen
aardige tak van arbeid. Op de zeeleven
en arbeiden zoovele van hunne leden en
hun zorg strekt zich ook uit tot hen die
de zee bevaren.
Men weet uit de mededeelingen van ds.
Goslinga van Schiedam in onze Zeeuwsche
gemeenten dat er sprake is van een zee
hospitaal. Maar het zal hiermee misschien
wel gaan als met het eind-station op de
Jungfrau. Een ideaal, maar een ideaal voor
eerst wel niet bereikbaar. Een eind-station
zoo hoog op den berg zal de kosten wel
niet goedmaken en voor een zee-hospitaal
zullen de kosten voor de kerken wel te
zwaar zijn.
publicatie af te kondigen van den volgen
den inhoud
„De Ed. heeren Ambagtshesren dese
onderteikent hebbende, geïnformeert wor
dende dat veele persoonen binnen deze
eilande haer niet ontsien den dagh des
Heeren schandelijck te violeeren door veele
vuyle debauches ende ongerymtheden te
plegen in de herberghen soo binnen de
parochiën van Oosterland ende Sabbynge
als op het veer, tot groote ergernisse van
alle goede ingesetenenis goetgevonden
ende verstaan by desen' alle tappers, soo
binnen de voorsz. parochiën als op het
veer ofte kaye ende elders strickelyck te
gelasten voortaen op den dagh des Heeren,
ofte bededagen geene gelagen tot haren
huyse te zetten, ofte daervau suspieie te
geven, op poene van door den schout,
eenighe persoonen in een gelagh tot haren
hnyse gevonden wordende, sonder eenighe
conniventie het tappen sullen worden ont-
segt voor altoos. Werdende tot dien eynde
alle de Schotiersnu ende in der tyt eynde,
stricktelyk gelast altoos de orders van den
Schout naer te komeD, ende met eya per
soon te gaen ende denselven allesins te
adsisteeren des varmaent synde, op poene
van cassatie".
Het is ons niet bekend dat men van af
het laatste der 17e eeuw op Zondag eigen
lijke marktdagen meer gehouden heeft.
In 't begin der vorige eeuw heeft de
Regeering echter noodig geacht, eene wet,
betrekkelijk de viering van zon- en feest
dagen uit te vaardigen. Zjj is van 1 Maart
1815. Staatsblad no. 21.
Deze wet is herhaaldelijk aan de inge
zetenen herinnerd. Onder deszelfs bepa
lingen komt o. a. voor, dat op die dagen
geene beroepsbezigheden mogen verricht
Wórde», welké der godsdienst soude»
Afgedacht nog van de vraag of de hooge
kosten door de behoefte zouden gewet
tigd zijn.
Maar ongerekend de wenschelijkheid of
mogelijkheid van een hospitaal staat de
waarde van een verblijf van enkele weken
onder de vissehers in Schotland boven
twijfel, sinds ds. Van der Valk daar voor
het eerst heenging, nu reeds door vele
anderen gevolgd.
De nieuwe minister van oorlog staat
tussohen twee vuren. De links Liberalen
dringen hem naar voren en stopten hem,
gelijk de Standaard het noemde, een
forceps in de haud de reohts Liberalen
hangen aan de slip van zijn jas opdat hij
toeh niet al te vlug voort vare.
Voor de Rechtsohe partijen een goede
gelegenheid om toe te zien.
Zij willen ieder voorstel op zichzelf be-
oordeelenen waohten derhalve ook met
belangstelling de indiening van 't wets
ontwerp op de afsohaffing van 't blijvend
gedeelte af.
Mr. Van Houten heeft in een vlugschrift
zijn spreken en stemmen tegen de oor-
logsbegrootiDg toegelicht.
Volgens De Standaard heeft hij daarbij
zonderlinge dingen gezegd.
„Zoo verwijt hij den Kamerleden, dat
zij tegenwoordig de wetsontwerpen niet
meer bestudeeren, waar hij zelf bij de
Hooger onderwijswet bleek de stukken
niet gelezen te hebben.
Zoo zegt hij, dat het tegenover het vorig
Kabinet om de vrijheid der wetenschap
ging waar hij zeif mordious optrad tegen
een ontwerp, dat juist die vrijheid van
nominaal reeel wilde maken.
Zoo beroept hij zich voor zijn gewa
pende macht in vredestijd op Rumeniö,
dat nota bene nooit minder dan 30,000
man op de been heeft, en daarom alleen
niet terstond kon doortasten, omdat in dit
land, dat driemaal grooter is dan het
onze, de heel in het noorden uitgebroken
Jacquerie, met één spoorlijn, niet aanstonds
uit het centrum van het laud met genoeg
zame maoht kon worden achterhaald".
kunnen storen, en geen openbare arbeid
zal mogen plaats hebben, dan in geval van
noodzakelijkheid met schriftelijke toe
stemming der plaatselijke regeering. Dat
met uitzondering van geringe eetwaren,
geen koopwaren, hoegenaamd op markten
straten of openbare plaatsenzullen mogen
worden uitgestald of verkocht, en dat koop
lieden of winkeliers hunne waren niet
zullen mogen uitstallen, noch met opene
deuren verkoopen. Dat geene openbare ver
makelijkheden op die dagen zullen gedoogd
wordenblijvende het evenwel aan de
plaatselijke besturen vrijgelaten, hierom
trent eene uitzondering toe te staan, mits
niet dan na het volkomen eindigen van alle
godsdienstoefeningen, terwijl op de over
treding daarvan straffen zyn bepaald.
Over het algemeen wordt in Zeeland deze
wet vrij goed nageleefd. Vooral ten platten
lande wordt de Zondag niet alleen als rust-
maar vooral ook als heiligdag beschouwd.
Maar, als men in andere provinciën, voor
namelijk in Holland, op Zondag de groote
steden bezoekt, zou men wel eens kunnen
meenen, dat die wet niet bestond, of dat er
zoovele uitzonderingen worden toegestaan,
dat men aldaar in 'n geheel exceptioneel; n
toestand verkeert.
Zij, die zoo gaarne optreden als lofrede
naars van de vorige tijden, ten koste van de
tegenwoordige, zien alzoo ook weder uit
deze aanteekeningen, dat de menschen der
vorige eeuwen waarlijk niet beter waren
dan het thans levende geslachtgelijk dan
ook een onpartijdig onderzoek van de ge
denkrollen uit vroegere tijden, ten opzichte
van de zeden en gewoonten onzer vaderen,
bepaaldelijk tot de overtuiging leidt, dat,
zoo er al in zedelijkheid geen vooruitgang-
zij, dan toch vooral geene klachten over
achteruitgang mogen aangeheven werden.