NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 175. 1907. Vrijdag 26 April.
21e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
AFVAARDIGING.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed, S.
DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EK VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
IJK.
Krulningen, met uitzondering van
Hansweert 26 April.
Hangweert 27 April.
In 1905 werden de antirevolutionairen
en de christelijke partijen in het algemeen
geslagenten minste de uitslag der ver
kiezingen was in hun nadeel, en in het
voordeel der verbonden linksche groepen,
b\j wie zich ook heel broederlijk de sociaal
democraten gevoegd hadden, en dat nog
wel zoo kort na hun worsteling met het
„overmachtige kapitalisme" tijdens de
groote werkstaking van het voorjaar 1903.
Langs Amstel's grachten, in de meeste
groote steden, ook veelal ten platten lande,
schalde het hartaangrypende overwin
ningsliedder vrijzinnigen: 52-48, hi-ha-ho!
De „heeren van de brandkast" en de heeren
leiders der proletariërs stemden er van
heeler harte mee in.
De eerste vraag is, of deze overwinning
wel in waarheid eene overwinning was,
aangezien het aantal stemmen, uitgebracht
op de candidaten der rechtsche partijen
beslist veel grooter was dan op die der
linksche. De tweede vraag, of men wel
werkelijk eene overwinning bedoeld had,
of men niet veel eer tot toeleg had, de
Kamer op het doode punt te brengen, om
alzoo gezamenlijk eenB om dr. Kuyperte
lachen, en of Borgesius c. s. niet schrik
kelijk met de behaalde victorie in de
maag zat.
Zelden ziet men, dat op onedele han
delingen zegen rust. De strijdmiddelen,
door de liberalen gebruikt, waren geheel
't omgekeerde van liberaal en vrijzinnig
verdachtmaking, ophitsen, speculeeren op
kerkelijke hartstochten, de waarheid ver
draaien, tijdelijk een vroom gezicht trek
ken, waren de middelen, die zij bezigden.
Hun straf is, dat zy nog geen oogen
blikje pleizier van hnn succes beleefd
hebben, en als zjj lachen, dat dit een
gemaakt zuurzoet lachje is.
Yoorloopig hebben de heeren het niet
tot liberalisme gebracht, en bespeurt men
bjj hen nog steeds een sterke familietrek
met de oude regentenpartij.
Nu ze echter toch de zege behaalden en
reohts niet meer in regeeringsmeerderheid
is, zouden de verbonden vrijzinnigen maar
weer liefst alle macht in handen hebben,
en moet ook de Eerste Kamer om.
Op de a. s. verkiezingen voor de Pro
vinciale Staten is thans de hoop van links
gevestigd.
Met ernst stellen we dan ook de chris
telijk denkenden voor de vraag: Wien
zullen we afvaardigen? Wat eischt ons
beginsel? Wat getuigt de consciëntie?
Wat wil de Heere onze God dat wij doen
zullen
Ons antwoord is spoedig en eenvoudig
gegeven. Zendt alleen mannen van beslist
christelijke belijdenis Volgensonzensmaak
liefst een anti-revolutionair of anders
iemand, die uit overtuiging bij eene beslist
christelijke politieke party behoort, van
wien we gelooven mogen, dat hy niet te een
of anderen tyd zal overloopen naar het
kamp onzer politieke tegenstanders.
Waarom geven we dit antwoord en waar
schuwen we onze vrienden, geen liberale
candidaten te steunen?
Vooreerst, omdat men links thans met
een bepaald opzet te werk gaat: om den
invloed der christenen zooveel mogelijk af
te breken. Hier helpen wel de socialisten,
met verloochening van hun principe, aan
meemaar hier mag geen christen, onder
Welk voorwendsel ook, steun aan bieden.
Verder, wijl er onder de onzen zooveel
argelooze kiezers leven, die zich zoo gemak
kelijk in het ootje laten nemen. Gemeenlijk
kunnen de vrijzinnigen er zonder de stem
men der christeljjken niet komen evenzoo
winnen de ohristenen het schier overal, ala
zy slechts eensgezind te werk gaan. Daarom
gaan sommige liberalen heen en zaaien ver
bitterdheid tU8schen de christenen ouder-
Hflg» flJB beweren bij krie en Jwns, dat zij
geen vijanden van den godsdienst zijn,
komen ook wel eens in de kerk, en geven
wat aan christelijke doeleinden, met uit
zondering veelal van de christelijke school.
Hierdoor laten de onzen zich soms bedrie
gen, en helpen hun eigen tegenstanders in
het zadel.
Voorts omdat er ook onder de mannen
van christelijken huize wel knappe koppen,
deskundigen, denkers en weters te vinden
zyn. De heeren liberalen nemen veelal
't air aan, alsof zy 't alleen maar weten en
overal verstand van hebben, en geschikt
zijn om te regeeren. Ze z\jn „het denkende
deel der natie"de christenen zijn allen
min of meer dof en domperig. Stelt echter
ook onze mannen in de gelegenheid, en laat
ze toon en, wat er in hen zit. Oudtijds waren
er onder de geloovigen een Jozef, diegansch
Egypte bestuurde, een Mozes, die tot de
eerste wetgevers gerekend moet worden,
een Daniel, die de verstandigste van Babel
was, een Paulus, die uit 't hoofd de Griek -
sche poëten kon citeerenen ook nu zyn
er edelen, machtigen, kloeken en wijzen
onder ons. We moeten hen echter niet
achterstellen by de ongeloovigen, doch
vooropplaatsen in onze gelederen.
Dan ook moet, bjj onze keuze van mannen
en mannen, het principe, het beginsel,
immer den doorslag geven. Welke melkboer
verspeelt de meeste klanten Is 't niet
degene, die water door het voedzame, witte
vocht mengt? Welke koopman zal na ver
loop van tijd zijn winkel Eien leegloopen
van klanten? Degene immers, die zyn
gewichten vervalscht. Zoo zal ook eene
partij al haar zelfstandigheid en invloed
inboeten, als zy niet zuiver bljjft in belij
denis en krachtsuiting.
'tls zoo noodig, dat wjj ons niet prijs
geven, want ons beginsel is ermeegemoeid.
Wy hebben iets vóóroponzetegenstanders:
wjj strjjden niet voor eigen eere, maar voor
de eer van den Koning der eere, en daarmee
voor het ware heil van ons volk. Wy hebben
ook dit vóór op de andersdenkenden, dat
wjj werken en bidden, terwijl dezen slechts
werken, doch niet bidden. Dit verschil is
zoo groot als dat tusschen een stuk glas en
den diamant, tussehen het licht der kaars
en der zon. Daarom te meer gebiedt onze
plicht te zijn, die we zjjn, en niet te zyn,
die we naar ons innerlijk oneigenlijk wezen
niet zjjn.
Ook nog streeft al wat links isoud-
liberaal, unie-liberaal, vrijzinnig-democraat,
socialist en alles wat uit moeder „revolutie"
geboren werd naar ontkerstening der natie.
Ontkerstening was en is nog steeds de leus.
Dit is het snoer, dat links aan elkaar bindt.
Daarom komt men van deze zjjde steeds
met de antithese te berde. Daarom werd de
Openbare School geliberaliseerd en van
den kostelyken Bjjbel beroofd, daarom be
klom het liberalisme ook den kansel in
menige kerk. Kerk en schjol toch zijn de
grootste paedagogische machten.
Hiertegen nu hebben de anti-revolutio
nairen en allen, die het christendom lief
hebben, met hen, een dam op te werpen,
gelijk we dan, onder Gods zegen, ook doen
en niet mogen ophouden. Wy, Nederlan
ders, hebben aan God zooveel te danken,
dat wij, waarljjk onze dankbaarheid wel
in trouw mogen betoogen. Wee ons, als
we de palen onzer vaderen terugzetten,
en met de z. g. n. vrijzinnigen God trach
ten terug te dringen in de binnenkamer.
Neen, overalin de Kamers, in de Staten,
in scholen, universiteiten, kerken, aan 't
Eeuwige Wezen de eereplaats I is ons
streven. Daarom zet de christen ook op
politiek gebied zijn voet. Van dit terrein
wil men ons afdringen, opdat het ongeloof
er triomphen viere. We kunnen dat ver
staan, maar er aan toegeven mogen we niet.
Wy vaardigen christelijke mannen af!
Naar Gemeenteraad, Kamers, overal,
waarheen wij kunnen 1
Ook naar de Provinciale Staten I
We doen dit in het geloof, dat we ook
alzoo God dienen, en het heil zoeken van
volk, nazaat en Vorstenhuis,
Sc, Mk,
A. PRINS,
«May j ■ausmss"mmsm
1890 en 1907.
Wij droomden, dat het Kabinet-Mackay
in 1890, toen minister Keuchenins' be
grooting in de Eerste Kamer gevaar liep,
even t.yranniek en onverzoenlijk was op
getreden als het Kabinet-De Meester by
de Staal-begrooting. Het had de Kabinets-
quaestie gesteld, en de Eerste Kamer, de
belangen der koloniën niet langer veilig
achtend in handen van minister Keuche
nins, had niettemin de begrooting ver
worpen, daar zij meende zich niet het mes
op de keel te mogen laten zetten tot het
uitbrengen van «en votum dat zjj in strijd
achtte met hét landsbelang.
Daarna speelde zich in onzen droom het
volgend tafereel af.
Minister Mackay (tot den Koning)
Ik vraag bij Uwe Majesteit eerbiedig namens
het geheele Kabinet ontslag aan.
De antir. pers: Bravo 1 Laten nu de
liberalen het zelf beter doen
De liberale pers: Dat is onmogelijk.
Wij zijn in de minderheid in de Tweede Kamer.
De antir. pers: O lafaardsgij wilt
wel aan dit Kabinet het leven onmogelijk
maken, maar zelf de gevolgen van uw daad
aanvaarden, durft gij niet.
De liberale pers: Gij gekscheert. Hoe
kan men als minderheid in de Tweede Kamer
het bewind aanvaarden?
De a n t i r e v, pers: Dat is uw zaak.
Hadden dat uw geestverwanten in de Eerste
Kamer maar vroeger bedachtDan hadden
zij niet deze roekelooze daad gedaan.
De liberale pers: De vrijzinnigen in
de Eerste Kamer hebben zelfstandig hun stem
uitgebracht, naar plicht en geweten.
De antirev. pers: Zij hebben een daad
begaan, waarvan de verantwoordelijkheid niet
op henzelf kan drukken. Dat is een lafheid.
De liberale leiders in de Tweede Kamer zijn
nu verantwoordelijk en behooren de porte
feuilles te aanvaarden.
Liberale leiders in de Tweede
Kamer: Wij hebben geen meerderheid en
zouden geen dag ons leven zeker zijn.
Antir. pers: Dan hadden ook uw
geestverwanten in de Eerste Kamer niet zoo
lichtzinnig moeten zijn om de begrooting te
verwerpen.
Liberale leiders: Zij handelen naar
wat hun plichtmatig scheen. Ons optreden is
onmogelijk en uw ontslagaanvrage is een on
verantwoordelijke daad, evenals uw dreigen
met de Kabinetsquaestie een ongeoorloofd
pressie-uitoefenen was.
Antir. pers: Dat is een tweede lafheid.
Ook gij wilt niet de gevolgen dragen van wat
uw medestanders in de Eerste Kamermisdeden.
Minister Mackay. En dit is te erger
lijker, daar er natuurlijk «geconcerteerde
actie" tusschen de vrijzinnigen in Eerste en
Tweede bestond.
Liberale leiders en pers. Dat is
een beleediging. De Eerste Kamer heeft van
haar eigen standpunt, geheel onafhankelijk,
haar votum uitgebracht, buiten overleg met
ons en in het belang des lands.
Minister Mackay. Ik meende juist, u
een compliment te maken met mijn onder
stelling van «geconcerteerde actie", daar het
immers vanzelf spreekt, dat de partijen in
Eerste en Tweede Kamer in onderling verband
handelen.
Antir. pers. Uit alles blijkt wel dat hier
een laffe en roekelooze daad is begaandat de
Eerste Kamer heeft gehandeld als «een grijsaard
die een vrachtdrager een stok tusschen de
beenen steekt, zonder zelf de vracht verder te
kunnen dragen". De partij die de verwerping
der begrooting voor haar rekening heeft,
weigert de gevolgen daarvan op zich te nemen.
Liberale leiders en pers. Maar op
die wijze zou een meerderheid in de Eerste
Kamer, die minderheid in de Tweede is,
door elk Kabinet tot volslagen
onmacht kunnen worden ge
doemd! De regeering had slechts de Kabi
netsquaestie te stellen, en vastgeketend zat ze,
Antir. pers. Altemaal uitvluchten. Laf
zijt ge. Daar blijft het bij.
Hier werden wij wakker, en wij vroegen
ons af, of, wanneer het Kabinet-Mack; y en
de anti-rev. pers na de verwerping van
Ketichenitis' begrooting aldus waren opge
treden, de liberalen niet inderdaad zouden
hebben gehandeld als wy gedroomd hadden
Doorgestoken kaart, konkelen. De beschul
diging is van minister De Meester, de uitlegging
van mr. Kolkman,
m.a.w. of zij dan niet zouden geweigerd
hebbeu het bewind te aanvaarden of zij
het niet pnbillyk, ja onzinnig zouden ge- i
vonden hebben, dat men hen voor de be- j
windvoering wilde aansprakelijk stellenj
of zy niet niettemin het votum der Eerste
Kamer zonden hebben toegejuicht (gelijk
zij het nu, in 1890, in al hun organen ge-
daan hebben)kort gezegd, of zij niet een i
zelfstandig recht tot beoordeelen voorde
Eerste Kamer zonden hebben opgeëischt,
ook in het geval de geestverwanten der
Eerste-Kamermeerderheid minderheid zyn
in de Tweede.
Het komt ons voor, dat op die vragen j
geen ander dan een bevestigend antwoord
denkbaar is.
Doch hoe dan hnn houding van ditoogen
blik te verklaren
Want die droom, welke slechts droom
was voor 1890 (minister Mackay was veel
te veel staatsman voor zulke blunders), is
werkelijkheid geworden in 1907slechts
met dit onderscheid, dat minister Mackav
in het verhaal behoort vervangen te worden
door minister De Meester, de liberale lei
ders in de T weede Kamer door de leiders
der rechterzijde aldaar, en de anti-rev. pera
door de liberale vice versa.
Het bovenstaande ontleenen wij aan i
De Nederlander. Toen in 1890 de Eerste
Kamer (welker meerderheid liberaal was,
de begrooting van den minister van kolo- j
niën verwierp, en den minister godsdienst- j
waanzin Jverweet, heeft het antirevolutio-
naire kabinet den gevallen minister
losgelaten en een rienwen minister ter
benoeming voorgedragen. Toen is door
minister Mackay niet een toon aangesla
gen ala nu door De Meester is geschied.
Toen is niet aan de liberale partij in de
Tweede Kamer gezegddoet gij 't nu
maar, want toen was de liberale partij
in de minderheid.
Dit alles wordt in dezen „droom" eens
heel duidelijk voorgesteld.
Het geldt hier natuurlijk sleehts de
vergelijking.
Een uitzondering behoort hier natuurlijk
gemaakt te worden voor die liberale bladen, die
volmondig erkend hebben, dat het tot de rechter
zijde gericht verwijt onbillijk was (zie b.v. het
gisteren door ons geciteerde uit de N. R. Ct.)
25 April 1907.
Alweer mis.
De Goeeche vergist zich weer. En het
is eigenlijk treurig dat wij haast van dag
tot dag geroepen worden om dat minne blad
aan de kaak te stellen. Deden wy naar onze
begeerte, we zouden gedachtig aan het
woord „die vuil is dat hy nog vuil worde"
het blad niet meer willen zien op onze lees-
tafel.
Want het heeft er allen schijn van dat
het door opzettelijke vergissingen de men
sehen wil bedotten.
Het eerste bericht uit de Goesche Crt. van
heden dan bevat twee hoofdleugens (de
;/bij"leugens laten wij nu maar zitten).
lo Hoofdleugendat „het de heeren
Buijse en Dekker zijn die de candidatuur-
Dekker hebben geprovoceerd".
Van deze fatale leugen zeggen wij heden
niets; wij komen hierop binnenkort nog
wel eens terug.
2e Boofdleugendat de hoer Buy se voor- 1
zitter is van „Voor Nederland en Oranje", j
Hier zy dan meegedeeld dat voorzitter is
de heer M. de Jonge Jz. En daarmee ver- i
valt nu precies het geheele betoog.
Zou de Middelburgsche vanavond de leu
gens van de Goesche weer hebben over
genomen
Dat hopen we morgen mee te deelen.
De MiddelburgsrJie Courant dient aan de
Rechtsche heeren voor hunne weigering
der opdracht tot aanwijzing van een kabi
netsformateur, cn voor hun verwaarloOzing
daarbij van dr. Kuyper, een afstraffing toe,
waarin zij zioh aansluit by mr. Troelstra,
Wjj bepalen ons er toe dit te conatateeren,
Eenige nommers te voren had de Middel
burgsche gezegd
Wij zijn na het vierdaagsch debat in de Tweede
Kamer versterkt in de meening, dat het
Ministerie na al het gebeurde
sterker staat dan te voren.
En dat heeft het Kabinet, behalve aan z ij n
eigen flinke, principieele, gede
cideerde houding, ook te danken aan de
onhandigheden van de zes leiders der rechterzij de
die wij, het is hun eigen schuld, wel mogen
noemen ridders van de droevige, figuur.
Hiermee is mr. Troelstra het nu eens niet
eens. Men kan er zyn rede op nalezen.
En nu de Middelburqsche het allicht
niet doet, willen wij gaarne er het oordeel
van Eet Volk aan toe voegen.
Dat blad schrijft
Zoo stond aan het einde van dit vierdaagsch
debat het kabinet weer op, om de zware bestuurs
taak opnieuw te aanvaarden. Een kabinet, van
zijn eigen onbeduidendheid en
machteloosheid volkomen over
tuigd. Een ministerie, dat erkenteigenlijk
behoorden wij hier niet te zitten. Als liberale
bourgeois hebben wij aan het volk niets te bren
gen. Ons liberalisme heeft voor
het klerikalisme r-eeds lang de
wapenen gestrekt. Maar wij zijn nog
degenen, die met de meeste kans op succes de
zaken gaande kunnen houden.
Dat klinkt «enigszins anders, niet waar
De stemmingen voor de Staten zullen
plaats hebben op 11 Juni in de provinciën
Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant
en Drentheop 12 Juni in Groningen
en op 18 Juni in Friesland, Overysel,
Gelderland, Utrecht, Noord-Holland en
Limburg.
De herstemmingen zullen geschieden op
21 Juni in de provinciën Drente, Zuid-
Holland, Noord-Brabant en Limburg; op
24 Juni in Groningen en Frieslandop
25 Juni in Overijsel, Utrecht, Noord-Hol
land en Zeeland, en op 26 Juni in Gel
derland.
Teruggenomen.
Wij lezen in de Nieuwe Courant in het
Kameroverzicht, naar aanleiding van het
gister in de Tweede Kamer verhandelde
Bij het begin der vergadering van heden
heeft de heer Lohman nog een slotwoord ge
sproken op het Crisis-debat door de mededee-
ling dat de heer Schimmelpenninck van der
Oye aan den drrecteur van het Kabinet der
Koningin wel verlof had gegeven zijn gedenk-
waardigen brief te publiceeren, maar dat hij
zich zulks later niet meer herinnerd had. Het
Ministerie was derhalve tot publicatie bevoegd,
en alle verwijten daarover, zooveel noodig onder
aanbieding zijner verontschuldigingen, nam de
heer Lohman terug.
Na het vele dat er in de laatste dagen door
velen te veel gezegd is, komt het ons voor dat
in dezen, door den heer Lohman maar niet
minder door den heer Schimmelpenninck, met
jofw aardige correctheid is gehandeld.
Het staat derhalve vast dat de minister
een geoorloofde daad pleegde met depu-
blioeering. Het blijft alleen nog maar de
vraag, is 't correct dat alleen 't advies van
den heer Soh., niet van andere raadge
vers werd gepubliceerd?
Maar de voorzitter der Fransohe Kamer
zou zeggenl'incident est clos. Het debat
is gesloten.
V
Men weet nog wel dat in 1904 by de
Statenverkiezingen, van vrijzinnige zyde
overal werd rondverteld dat het Chr.
ministerie niets deed, geen kom-af maakte
met de sociale wetten, en dergelyke.
Men weet ook welk een prachtige col
lectie wetsontwerpen er in 1905 bij zyn
heengaan door dat ministerie werd nage
laten, waarvan een groot deel denk
onder meer aan de Arbeidswet reeds
lang hy de Tweede Kamer in onderzoek
cf ingekomen was.
Maar hoe moet het nu toch gaan, wanneer
straks de vrijzinnige verkiezingsapostelen
de werkkracht van 't vrijzinnig kabinet dat
wij nu hebben, moeten gaan aantoonen.
Want dat zy" de Staten zullen omzetten