iCort en Goed.
RECLAMES.
Uit de Tweede Kamer.
Kerknieuws.
SchooSnieuws.
Gemengde Berichten.
rechtprz' opdat deze ah zij tot aanvaar-
di/io der bncindstaak genegen bleek, den rnan
zou aanwijzen aan wien de opdracht tot
kabinetsformatie zou kunnen worden opge
dragen.
De lange heet gebakerde sommeering van
De Gelderlander, straks door de Linksche
pers geëxploiteerd, dat De Standaard er-
k-usne gelogen te hebben, had derhalve in
de pen kunnen blijven.
E-m opdracht tot kabinetsformatie is aan
gean enkel lid der rechterzijde geschied.
Wel een opdracht om op kondschap uit
te gaan of kabinetsformatie van dien kan*
begeerd werd.
En daar heeft baron Schimmelpenninck
v. d Oye zich van gekweten.
Had hy 't maar gelaten
De eisch door het kabinet-De Meester
aan de Koningin gesteld om ziob te ver
binden een wetsontwerp dat zij nog niet
kende te zullen bekrachtigen was een
onbehoorlijke, ongrondwettige, weder
rechtelijke misbruikmakerij, en een
schoon niet bedoelde aanranding van
een grondwettelijk Kroonreoht onzer
Koningin.
De ministers hebben, hierop gewezen,
dit „misverstand" erkend en de fout, voor
wat ben betreft, de wereld uit geholpen.
Dat is te prijzen.
Men ziet er uit dat de liberale beginselen
slechter zijn dan de liberale mensehen
en dat zelfs de kwiekste liberaal niet ge
vrij waard is tegen 't gevaar dat het liberale
beginsel waaruit hij leeft, hem dingen
laat zeggen die hij gaoseh zoo niet bedoelde
of waarvan hij de draagwijdte niet voor
zien kon.
Lees bijv. hoe de Middelburgsche Courant
het ernstig principieel bezwaar der Rech
terzijde behandelt, hoe weinig zij er voor
voelt dat aan de rechten der Kroon geraakt
wordt.
Schamper schrijft zij
Ook de Kroon werd heden weder eens
„gered".
Het was alweer de heer Lohman, die zich
daarmede welwillend belastte.
Dit verhaal wordt genoemd het „incident".
Men kent de toedrachthet Kabinet had aan
de Koningin gevraagd een wet goed te keuren,
welke zij nog niet gezien had.
Nu kwamen heden de heeren Drucker en
Van Doorn zeggen, dat zij hierin niets inconsti
tutioneels zagen. Maar de heer Lohman hield
vol, dat dit „de rechten der Kroon te na kwam".
De „Kroon" moet altijd vrij zijn een wet al of
niet goed te keuren. Ook al was zij door de
Staten-Generaal goedgekeurd. Verder een heel
relaas over de voortreffelijkheden van het mo
narchale stelsel.
En dan knoopt zij hieraan de beschuldi
ging vast dat de Rechterzijde de Kroon (de
Middelburgsche schrijft Kroon tusschen aan-
halingsteekensin 't debat betrokken
heefteen beschuldiging die wij vanwege
haar onjuistheid voorbij gaan. Wjj drukten
alleen 'thier boven aangehaalde deel van
haar betoog af, om de aanaachttevestigen
op het droeve feit dat het vrijzinnig demo
cratisch beginsel zelfs een nuchter blad als
de Middelburgsche tot dergelijk oppervlak
kig en luchthartig heenglyden over zoo
ernstige quaes'ie verleidtdat zelfs het
recht der Kroon in dergelijke handen niet
meer veilig is.
Ofschoon het niet te verwonderen is van
een partij die het recht in 't algemeen heeft
losgemaakt van zijn basis.
Nog steeds is de crisis in hare beëin
diging een onderwerp van discussie voor
de Kamer. De heeren zijn het alles behalve
eeDS. Linker- en rechterzijde stellen el
kander aansprakelijk voor het beloop der
zaken. Het is, zouden de Amsterdamsohe
jongens zeggen, een strijd van nietis en
welis. Of daarmede veel gewonnen wordt?
We gelooven het niet. De bladzijde der
ori=5s in Nederlands historieblaan zal later
liefst uiaar overgeslagen worden. In-
tussohen is met al dit gehaspel veel tijd
verloren gegaan. De heer Druoker, de
eersta spreker van Donderdag heeft naar
waarheid gezegd, dat het algemeen belang
en de volksbelangen meer gebaat worden
door practisehen arbeid, dan door deze
discussie. Het mooie van het debat is er
al lang af.
Zooals we zeiden was dhr. Drucker de
ee>'»(6 spreker. Ook hij verdedigde de
houding van de regeering. Het gold hier
eeu punt van het regeeringsprograra, waar
tegen de rechterzijde in de Eerste Kamer
aicii principieel verzette. Adres aan de
heeren Vermeulen en Thoofd. En of er
geen overleg het behoeft daarom nog
geen „geconoenlreerde actie" te wezen
tusschen de leden van de rechterzijde en
le eu 2e Kamer geweest is, is voor spreker
nog altijd de vraag. Hoe dit echter ook
zij, de rechterzijde in de le Kamer, die
geacht mag worden de beteekenis van de
Fegerhervorming te kennen, is verantwoor
delijk voor den toestand, dien zij zeiven
in het leven riep. De Ministers hebben
voisirekt niet inconstitutioneel gehandeld
zooals dhr. Heemskerk meent, toen zij
hare Majesteit vroegen of zij op instemming
vbo haar, de drager der kroon, konden
rekenen. Dhr. Heemskerk had zeker niet
aD<1»-rs gehandeld. Mogelijk is de vraag
wel wat te veel omschreven, maar het
zakelijke, waarop het neerkwam, was dan
toch het vragen om instemming. En nu
de toekomst. Het verheugt spreker, dat de
plannen van Minister Staal zoo spoedig
mogelijk zullen worden voortgezet.
Rct is ouj 's landsbelang meent dhr.
Drucker, zoowel als Grondwetsherziening,
welke hij in 't voorbijgaan eventjes aan
beveelt.
De afgevaardigde van Goes, die na dhr.
Van Doom het woord voerde, trad bij
vernieuwing in het strijdperk om de rech
terzijde te verdedigen. De rechterzijde
was in de minderheid. Een ministerie uit
haar midden zou aan de genade of ODge-
nade der oppositie zijn overgeleverd. Nu
zegt men wel, de rechterzijde kon optreden
en dan de Kamer ontbinden. Daarvoor be
hoeft geen kabinet op te treden. Dat kan
een zittend kabinet beter doen. Eerst dan
zou de rechterzijde kuunen optreden, wan
neer de linkerzijde erkende, dat zij geen
meerderheid vormde. Zoolang zich de
heeren Troelstra en Van Doorn nog als
één besohouweD, is daarvan geen sprake.
Voorts betoogt dhr. Lohmao dat hetkabinet
zooals terecht door dhr. Heemskerk is aan
getoond, de geheele zaak heeft „opge
blazen" tot een kabinets-quaestie. Dit ge
beurt meer als de rechterzijde in opposiiie
komt. Dan heet het, als gij niet wilt, wat
wij willen, dan moet gij, zonder meerder
heid, zelf maar gaan regeeren. Dat gaat
eenvoudig niet aan. En wat de slotzinsnede
van den bewusten brief betreft, hierdoor
wordt dhr. Lohman de houding van de
rechterzijde nog meer gerechtvaardigd.
Indien de regeering de beteekenis dier
woorden ontkent, waarom dan noodzake
lijk de vervanging van dhr. Staal
Voorts hield spreker een vurig pleidooi
voor de rechten van het Koningschap. Aan
leiding daartoe vond dhr. Lohman in het
zeggen van dhr. Troelstra, dat de gestelde
voorwaarde van het kabinet noodig was om
de Koningin te dwingen. En door open
baarheid aan het schrijven te geven zou
naar sommiger beweriDg de rechterzijde
het prestige der Kroon hebben geschaad.
Hierover liet zich spreker als volgt uit. De
rechterzjjde vereert de Koningin niet als
persoon, maar als draagster van de monar
chale macht, als hoedanig zij een groote
staatkundige ontwikkeling heeft bereikt
door haar omgang met haar staatslieden.
De Koningin mocht dus aan de rechterzijde
vragen, hoe zij over de voorwaarde van het
Kabinet dacht.
Het is een misvatting steeds geweest by
de linkerzijde, dat de Koningin geen eigen
opinie mag en kan hebben. Zy mag en kan
die hebben tegen de Staten-Generaal en de
regeering in. Trouwens in 1878 en 1889
heeft de Koning blijk gegeven van een eigen
meening te hebben. En we mogen blij zyn,
dat 't nu nog zoo is. Wij beschouwen de
Koningin niet alleen als een object van
vereering, maar bovenal willen wij de Kroon
handhaven in al hare rechten als een heil
zame instelling. De Kroon moet altijd be
voegd zyn haar Ministers weg te zenden,
tenzij er geen andere zijn te krijgen. Dit is
dan ook de eenige beperking. Maar als men
de voorwaarde stelt, die deze regeering
stelde, dan zet men eenvoudig de Koningin
op zij, dan vraagt men eea belofte van haar,
zonder dat zy een ontwerp kent of de
meening daarover van den Raad van Scate.
Zeker men mag in een bijzonder geval bij
het optreden de Koningin wel voorwaarden
stellen. Ten minste in dien zin, dat men de
voorwaarden voorstellen mag in zulk een
byzonder geval, zóó of zóó te handelen.
Of dit „elementair lesje" van den afge
vaardigde van Goes achterwege had kun
nen bly ven, zooals dhr. Troelstra meende,
betwijfelen wy. Zulke dingen mogen wel
eens gezegd en ook wel gerepeteerd wor
den. Er zijn altyd en overal vergeetach
tige menschen. Ook wel menschen, die
Oost-Indisch doof zijn.
Behalve dhr- Tydeman, Talma en Kolk
man en dhr. Lieftinck, die zich tot een
enkele interruptie bepaalde, waarop luid
gelach volgde, sprak ook minister De
Meester. Z Ex. trad eerst in het kryt
tegenover dhr. Lohman over het voorlezen
van den brief van dhr. Schimmelpenninck,
welk voorlezen was geschied met goed
keuring en voorkennis van den schrijver,
wraakte het dat dhr. Lohman den minis
ter vergeleek bij „een bode, die geheimen
verklapt", haalde de geheele geschiedenis
van het kabinet, betoogende, dat nooit ge
zegd is, dat de regeering steunde op de
geheele linkerzijde voorts besprak Z Ex.
net aftreden van dhr. Staal, zijnde een
terugtrekken om persoonlijke redenen, in
het belang van de zaak, waar het om ging,
alsmede het vervaDgen worden van dezen
bewindsman door dhr. Van Rappard, een
man uit één stuk, volkomen homogeen
met de plannen der regeering en een be
zuinigingsman. Volgens het verlangen van
de le Kamer zal de quaestie bij afzonder
lijk wetsontwerp worden aanhangig ge
maakt. Het beginsel zou niet worden prijs
gegeven. Wellicht is het dan ook alleen
daarom te doen. Het best is een afwach
tende houding aan te nemen an te zien
wat deze nieuwe minister van oorlog
geen vreesachtig man naar Minister
De Meester verklaarde als het vraagstuk
aan de orde komt, zal doen.
Deie afgevaardigde kon de oplossing der
crisis niet toejuichen. Liever had hij Kamer
ontbinding (3e Kamer) hebben gehad. Voorts
ontkent spreker, dat bij het kabinet de bedoeling
heeft voorgezeten het veto-recht te schenden.
Het vroeg slechts aan H. M. medewerking voor
het indienen van een wetsontwerp.
Ned. Herv. Kerk.
Aangenomen naar Urk door C. Vlasblom
te Cothennaar Vollenhove door C,
Reynierse te Wilhelminadorp.
"Vrye Evang. Kerk.
Beroepen als evangelist-godsdienston
derwijzer te Heiligerlee (Gr.) A. C. Klug-
kist te Barger-Oosterveen.
Geslaagd aan de Vrye Universiteit te
Amsterdam voor het cand. examen in
<ie theologische facnlteit de heer F. J.
v. d. Ende, van Wolfaartsdyk.
De ouderdom, noodzakelijk eindpunt van
ons bestaan, brengt ons langzaam aan tot
verval, door slijtiug kau vnen zeggen, door
een verzwakking onzer functies, door een
laatste vervorming van onsorganisme. Toch
is het gemakkelijk den ouderdom te ver
schuiven, zonder zich daarom aan hinder
lijke voorzorgsmaatregelen teonderwerpen.
Men moet zich er aan gewennen matig te
zijn, een voortdurende physieke en geeste
lijke bezigheid te onderhouden, zonder
daarom de hoeveelheid van redelijken
arbeid die men in staat is voorl te brengen,
te overschrijden. Wij weten wel wat deze
gedragslijn voor vele menschen ondragelijk
is en zij aan een kort en goed bestaan den
voorkeur geven. Zij hebben ongelijk, en
hun bestaan is óf kort en is dan niet goed
geweest, óf het is lang en dan verschrik
kelijk slecht, want het is door ziekte ver
giftigd. Voor hem die zich een kort en
goed bestaan heeft voorgesteld, is de
wreedste straf zijner dwaling een laagleveu
te hebben. Die straf is een physiek kwaad
dat geheel den ouderdom vergiftigd. Vele
menschen die nogtans van een Tang en kalm
bestaan gedroomd hebben, zijn tot op een
zekere hoogte genoodzaakt te doen als zij
die kort en goed wensohen. Mannen van
zaken bij voorbeeld, hoofden van handels
huizen, handelsreizigers, zijn tegen hun wil
tot een physiek overwerk gedwongen zij
overschreioende hoeveelheid van arbeid,
van vermoeienis die het organisme zonder
slijting kan voortbrengen sommigen zijp
gedwongen tot een voedingsstelsel waarvan
zij den noodlottigen invloed begrijpen en
ondervinden. Wat kunnen zij er aan doen
Zij kunnen niet van beroep veranderen.
Een directeur van een groote bank kan
redelykerwyze om overwerk tovcroJjden
zich niet in een herder veranderen, en een
reiziger in Champagne-wynen die eengroot
aantal klanten heeft kan zijn werkkringniet
verwisselen tegen dien van een straatwer
ker, om de goede maaltijden te vermijden
die hij moet aanbieden ot waartoe hij is
uitgenoodigd tot groot nadeel vau zijn maag.
Zio radikaal kan men onmogelijk zijn.
Men moet zich matigen binnen de grens
van het mogelijke eu zich verzorgen. Men
moet trachten de slijtage en muurgaten van
het huis te hersteilea naar gelang zij zich
voordoen. Zoo kan hei gebouw lang duren.
De Pinkpillen. die aan het bloed nieuw
leven sohenkeu en het zenuwstelsel ver
sterken, zullen de muurgaten en de slijtage
van uw organisme herstellen. Zij onder
houden de samenstelling van het bloed
zooals deze ziju moet, bevorderen de eetlust
en de spijsvertering. Zij herstellen de
physieke slijtage en bestrijden de afmatting
die het gevolg zijn van een te groote
hersenwerkzaamheid. Een goedbegrepen
toepassing der behandeling met de Fink-
pillen doet den mensoh jong blijven. De
leeftijd wordt niet bij de jaren gerekend.
Er zijn grijsaards van vijf-en-dertig jaren,
jonge mannen die de 70 voorbij zijn. Men
is zoo oud ais men zich voordoet le zijn.
Pijs f 1,75 de doos, f9,de 6 doozen,
Verkrijgbaar bij Snabilié, Steiger 27, Rot
terdam, Hoofd-depóthouder voor Neder
land en Apotheken. Franco toezending
tegen postwissel. Ook echt verkrijgbaar
voor Middelburg en omstreken bij Joh.
de Roos en voor Goes en omstreken bij
Gebr. Mulder, Drogerijen en Verfwaren.
UIT DE PROVINCIE.
By Kon. Besl. is aan C. Phernambucq
tc Middelburg, gewezeD bediende voor
bet ijkwezen, een pensioen verleend van
f 127.
Een raadslid-alcoholist. In een ge-
meenteraadsversiag nit Ierseke in De
Baanbreker lezen wyEen der leden, hoe
wel chronisch alcoholisch (voortdurende
slaaf van aen alcohol) en ook thans op
daidelyke wijze lijdende aan een aanval
zijner betreurenswaardige ziekte, doet
tusschen veel onzin in, toch nog één goed
gezegde enz.
By kon. besluit is aan J. P. de Rycke
ontheffing van den werkelyken dienst by
de militie verleend. Hy is namelijk in 1884
te Eede geboren uit aldaar gevestigde ouders
en is dus Nederlander. Doch als afstammende
van een Belgischen vader, bezit hy tevens
Belgische nationaliteit, en is dan ook in
België twee jaar als milicien onder de
wapenen geweest. Het zou derhalve niet
billyk zijn hem nu nog tot werkelyken
dienst hier le lande te verplichten.
Stbl. no. 8i bevat een Kon. Besluit van
6 dezer, genomen in afwijking van het ont
werp besluit van den Raad van State, afdee-
ling voor de geschillen van bestuur, houdende
beschikking op het beroep, ingesteld door den
raad der gemeente Middelburg, tegen het be
sluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland,
dd. 13 April 1906, no. 24, iste Afdeeling,
waarbij goedkeuring is onthouden aan de
t Verordening op het verleenen van verlof aan
onderwijzers en onderwijzeressen in en buiten
het geval van ziekte en aan gehuwde onder-
wijteresseu in geval van zwangerschap" door
hem vastgesteld op 21 Maart 1906. Deze ver
ordening bepaalde in art. 1 „Aan onderwijzers
en onderwijzeressen, aan wie overeenkomstig
het advies van hunnen geneesheer een verlof
wegens ziekte wordt toegestaan, wordt dit
verlof met behoud der jaarwedde niet langer
verleend dan gedurende zes achtereenvolgende
maanden"in artikel 2 «Blijkt na het ver
strijken van de zes maanden, in artikel 1 ge
noemd, uit een rapport van den geneesheer,
dat de onderwijzer of de onderwijzeres nog niet
in staat is zijne (hare) werkzaamheden te her
vatten, dan kan hem (haar) wederom een
verlof worden verleend, met dien verstande
echter, dat van de jaarwedde van den onder
wijzer, aan wien (wie) verlof wordt toegestaan,
wordt ingehouden hetgeen ten behoeve van
zijne (hare) plaatsvervanging als salaris door
de gemeente moet worden uitbetaald"en in
artikel 3: «Wordt aan eenen onderwijzer of
aan eene onderwijzeres buiten het geval van'
ziekte een verlof verleend voor langer dan 14
dagen, dan wordt van de jaarwedde ingehouden
hetgeen ten behoeve van zijne (harel plaats
vervanging als salaris door de gemeente moet
worden uitbetaald".
Bij het Kon. Besl. van 6 dezer is thans voor de
gemeente Middelburg met ingang van 1 Maart
1907 een regeling vastgesteld voor het ver
leenen van verlof aan onderwijzers en onder
wijzeressen in en buiten het geval van ziekte en
aan gehuwde onderwijzeressen in geval van
zwangerschap, waarvan de eerste drie artikels
luiden: Art. 1. Aan onderwijzers en onderwij
zeressen, aan wie overeenkomstig het advies van
hunnen geneesheer een verlof wegens ziekte
wordt toegestaan, wordt dit verlof met behoud
der jaarwedde niet langer verleend dan gedu-
ïende zes achtereenvolgende maanden. Art. 2.
Blijkt na het verstrijken van de zes maanden, in
art. 1 genoemd, uit een rapport van den genees
heer, dat de onderwijzer of de onderwijzeres nog
niet in staat is zijne (hare) werkzaamheden te
hervatten, dan kan hem (haar) wederom voor
ten hoogste zes maanden een verlof worden
verleend, met dien verstande echter, dat van de
jaarwedde van den onderwijzer of de onder
wijzeres, aan wien (wie) verlof wordt toegestaan,
tot een bedrag gelijk aan de helft van zijne
(hare) jaarwedde wordt ingehouden, hetgeen
ten behoeve van zijne (hare) plaatsvervanging
als salaris door de gemeente moet worden uit
betaald. Art. 3. Aan onderwijzers, die ingevolge
art. 1 io, art. 111, art. 141, vierde lid, art. 14ibis,
of art. 142 der Militiewet 19oi, of krachtens art.
11 der Landweerwet onder de wapenen of in
werkelijken dienst zijn, wordt verlof verleend
met behoud van jaarwedde, ten ware in een der
gevallen, vermeld in de genoemde artikelen
110, 141, vierde lid, of I4ibis de afwezigheid uit
de school langer mocht duren dan één jaar, in
welk geval de jaarwedde slechts gedurende één
jaar wordt uitgekeerd. Voorts bepaalt het Kon.
Besl. dat met inachtneming van de voor
schriften der aangehaalde wet door den ge
meenteraad van Middelburg onder goedkeuring
van Gedeputeerde Staten van Zeeland, wijziging
zal kunnen worden gebracht in deze regeling,
welke in ieder geval met het einde van het jaar
1915 zal ophouden van kracht te zijn.
Middelburg. Ia eea met groen ver
sierde zaal gaf de gymnastiek en scherm-
vereeniging „Atilia" in het Schuttershof
een soiree. Alvorens de voorzitter de heer
C. de Jager de aanwezigen het welkom toe
riep, speelde het muziek het Wilhelmus,
waarby alle aanwezigen zich van hunne
zitplaatsen verhieven.
Daarna richtte de voorzitter zich tot
de aanwezigen en heette allen welkom
inzonderheid de heeren officieren en de
leden der zustervereenigingeD, hij sprak
zijn genoegen uit dat zoovelen wareu
opgekomen en ook dat de offioieren altijd
zooveel sympathie hadden betoond aan
„Atilia", hij wees er op hoe in het najaar
van 1906 Je vereeniging op 't punt stond
uit elkaar te gaan, dooh dank zij de vol
harding der leden is de vereeniging weer
zoo in krachten toegenomen dat, wat
het ledental betreft die nog nooit zop groot
is geweest als thans.
Verder zeide spr. dat de soiree werd
gegeven op den jaardag van den Prins der
Nederlanden, hij meende dat de militairen
de stoot moesten geven aan dien jaardag,
te vieren door dit soiree, hij wenschte
voorts allen een genoeglijken avond, hierna
speelde de muziek het Wien Neerlandsch
Bloed.
De verschillende gymnastische toeren
werden met sucoes afgewerktin 't bij
zonder verdienen vermelding de beweging
met het geweer (oolonne-geweer). De
groepen leverden met de belichting van
bengaalsoh vuur een heel mooi effeet.
Zooals gewoonlijk waren ook de voor
drachten niet vergeten waarbij de heeren
P. en Th. in 't bijzonder zieh van hunne
taak kweten. Het blijspel „Eene gezellige
kamer" verwekte veel lachlust der aan
wezigen en een dankbaar applaus bewees
dat men alle stukken op prijs stelde.
By het laatst gehouden examen voor
schryver bij 's Rijksgevangeniswezen is
0. a. geslaagd de heer D. C. Roth, ser
geant der Infanterie alhier.
Benoemd tot adj.-inspecteur van
politie alhier de heer A. Bos, inspecteur-
titulair te Vlaardingen.
Vlisslngen. Aan du oprit is gisteren
de werkman K., van een in aanbouwd zijnd
huis op de straat gevallen. De man werd
met gebroken rechterbeen opgenomen en
moest per rijtuig naar zijn woning worden
vervoerd.
Heden werd het jaarverslag van de
Kon. Maataoh. „De Schelde" uitgebracht.
Daaruit bleek dat het afgeloopen jaar de
Maatschappij uit gunstige resultaten is
werkzaam geweest. De bruto bedrijfswinst
bedraagt f419,215,98, waarvan na ver
schillende afschrijvingen als zuivere winst
f 122,000 overblijft, waarna 10 pCt. aan
aandeelhouders kan worden toegekend.
Het getal werklieden varieerde in 1906
weinig en bedroeg op 1 Januari 1618.
Als premie in de ongevallenwet werd
1 34,361,22 betaald en aan arbeidsloon
f841,595,67-
Scherpenisse. Vrijdag vergaderde de
gemeenteraad alhier onder voorzitterschap
van den burgemeester. Alle ledeD waren
tegenwoordig. Na besloten te hebben ven
telegram van gelukwensch aan Z. K. H.
Prins Hendrik te zenden en na onver
anderde vaststelling van de notulen der
vorige vergadering, geschiedt overlegging
en voorlezing 0. m. van de volgend« in
gekomen Provinciaal blad no. 34 betref
fende verkiezing Provinciale Staten mis
sive van Ged. Staten, betreffende goedkeu-
ling wijziging begrooting 1906 schrijven
van Ged. Staten, waarby toegezonden wordt
het goedgekeurde besluit tot heffing van
keurloon, een procesverbaal van opneming
der boeken en kas by den gemeente-ont-
vaoger op 22 Maart j 1., waaruit blijkt
dat op dien dag in kas was f 923,83. Hierna
wordt aangeboden het gemeenteverslag
over 1906. Op voorstel van burgemeester
en wethouders wordt met algemeene stem
men besloten art. 19 van het reglement
op de brandweer zoodanig te wyzigen dat
in plaats van 20 slangleiders gelezen wordt
18 slangleiders en 2 schroevendraaiers.
Tot leden van het stembureau, "nor de
verkiezing van een lid der Pio.iiWale
Staten woeden benoemd de heeren Hage
en Kleppe met den burgemeester als voor
zitter, terwijl de andere raadsleden als
plaatsvervangers worden aangewezen.
In het stembureau voor de verkiezing
van 2 leden van den gemeenteraad worden
benoemd de heeren Hartog en Bolier, met
den burgemeester als voorzitter. Als 4e lid
wordt aangewezen de heer Sneepels, met
aanwijzing van de overige leden als plaats
vervangers. Met intrekking van een in eene
vorige vergadering genomen besluit tot het
dempen en rioleeren van het slootje langs
den tuin van de heeren Hage, wordt besloten
een aanvang te nemen met het dempen en
rioleeren van de sloot langs den tuin van
den heer A. West» aas, wordende dit meer
noodzakelijk geacut Na voorlezing van 2
missives van Ged. Staten inzake de jaar
wedde van den burgemeester,den secretaris
en den ontvanger, besluit de vergadering
aan Ged. Staten mede te deelen dat met het
oog op de meerdere uitgaven, die door
eventueele verhonging dier jaarwedden uit
de gemeentefondsen zouden gevorderd wor
den, niet tot de verhooging kon worden
overgegaan. Na nog eenige besprekingen
van ondergeschikt belang, wordt de ver
gadering door den voorzitter gesloten.
iiechtsïiiliPiï.
Bij bevelsohrift der arrondissements
rechtbank te Middelburg is naar de open
bare terechtzitting dier rechtbank verwezen
P. M., oud 53 jaar, stoker, geboren te
Oostkapelle, wonende te Middelburg en
aldaar gedetineerd, ter zake dal hij in of
omstreeks den naoht van 10 op 11 Januari
1907 te Koudekerke, op het erf van P.
W., met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening, heeft weggenomen twee ko
nijnen, toebehoorende aan genoemden W.
althans aan een ander dan aan hem,
beklaagde.
Aan den beklaagde is ambtshalve als
verdediger toegevoegd de heer mr. F. N.
van der Bilt, advocaat te Middelburg.
Bekeerd.
Als onverbeterlijke dronkaard stond hij
in het Oldambt bekend. Hij was een
van de beklagenswaardige typen, over
wie de groote menschen bijna medelijdend
het hoofd schudden en de kinderen zioh
vroolijk maken. Als handlanger was hij
op een veerschip in dienst, maar de schip
per had niet veel aan zulke helpers. Een
dochter van hem dieDde in Groningen
en zoo eens om de veertien dagen bezocht
zij haar familie. Maar wanneer zij zoo
over den straatweg van het dorp liep,
dan was het haar alsof zij met den vinger
werd aangewezen en eens had zij iemand
hoorenzie, daar heb je Jantje ook, de
dochter van dien zuiplap. Toen stond
haar besluit vast. Zij wilde haar vader
niet meer bezoeken. En zij had hem ook
duidelijk het waarom van dit besluit
gezegd, maar eerst had hij het niet recht
begrepen, wat al die drukte beteekende.
Dooh toen hij den volgenden morgen
wakker werd, zijn roes had uitgeslapen,
t ien drong het tot hem door, wat Jantje
bedreiging voor hem inhield. Zij wilde
nooit meer hem komen bezoeken, omdat
hij een zuiplap was, omdat zij zioh voor
hem schaamde. Hij begon het bijna als
een misdaad te gevoelen, aan zijn kind
begaan. Nu zou hij tooh eens toonen
dat zijn dochter zioh niet voor haar vader
behoefde te schamen. En in hem was
gerijpt het vaste voornemen, den drank
voor goed te laten staan. Dan zou JaDtje
wel weer bij hem op bezoek komen. Nu
spreken de menschen in zijn omgeving
bijna met verbazing over zijn bekeering
eu hij vertelt vol trots aan ieder die het
hooren wil, dat hij in vier maanden geen
druppel drank gebruikt. En Jantje komt
weer geregeld haar viertiendaagsoh bezoek
brengen. (N. Gron. Ct.)
Men schrijft uit Lochem
Twee der mooiste landgoederen in den
omtrek onzer plaats, waaraan wij voor een
groot deel de bekendheid dezer streek door
't geheele land te danken hebben, zijn on
tegenzeggelijk de Cloese en de WildeD-
borch (vroegerbezit vandendichter8taring).
't Eerste, tot voor korten tijd bewoond
door wijlen de weduwe van mr. C. J,
Siokesz, omvat den veelbezoohten Loobem-
sohen berg wet den frgaieo uitzichttoren j