iCort en Goed. RECLAMES. Uit de Tweede Kamer. Kerknieuws. SchooSnieuws. Gemengde Berichten. rechtprz' opdat deze ah zij tot aanvaar- di/io der bncindstaak genegen bleek, den rnan zou aanwijzen aan wien de opdracht tot kabinetsformatie zou kunnen worden opge dragen. De lange heet gebakerde sommeering van De Gelderlander, straks door de Linksche pers geëxploiteerd, dat De Standaard er- k-usne gelogen te hebben, had derhalve in de pen kunnen blijven. E-m opdracht tot kabinetsformatie is aan gean enkel lid der rechterzijde geschied. Wel een opdracht om op kondschap uit te gaan of kabinetsformatie van dien kan* begeerd werd. En daar heeft baron Schimmelpenninck v. d Oye zich van gekweten. Had hy 't maar gelaten De eisch door het kabinet-De Meester aan de Koningin gesteld om ziob te ver binden een wetsontwerp dat zij nog niet kende te zullen bekrachtigen was een onbehoorlijke, ongrondwettige, weder rechtelijke misbruikmakerij, en een schoon niet bedoelde aanranding van een grondwettelijk Kroonreoht onzer Koningin. De ministers hebben, hierop gewezen, dit „misverstand" erkend en de fout, voor wat ben betreft, de wereld uit geholpen. Dat is te prijzen. Men ziet er uit dat de liberale beginselen slechter zijn dan de liberale mensehen en dat zelfs de kwiekste liberaal niet ge vrij waard is tegen 't gevaar dat het liberale beginsel waaruit hij leeft, hem dingen laat zeggen die hij gaoseh zoo niet bedoelde of waarvan hij de draagwijdte niet voor zien kon. Lees bijv. hoe de Middelburgsche Courant het ernstig principieel bezwaar der Rech terzijde behandelt, hoe weinig zij er voor voelt dat aan de rechten der Kroon geraakt wordt. Schamper schrijft zij Ook de Kroon werd heden weder eens „gered". Het was alweer de heer Lohman, die zich daarmede welwillend belastte. Dit verhaal wordt genoemd het „incident". Men kent de toedrachthet Kabinet had aan de Koningin gevraagd een wet goed te keuren, welke zij nog niet gezien had. Nu kwamen heden de heeren Drucker en Van Doorn zeggen, dat zij hierin niets inconsti tutioneels zagen. Maar de heer Lohman hield vol, dat dit „de rechten der Kroon te na kwam". De „Kroon" moet altijd vrij zijn een wet al of niet goed te keuren. Ook al was zij door de Staten-Generaal goedgekeurd. Verder een heel relaas over de voortreffelijkheden van het mo narchale stelsel. En dan knoopt zij hieraan de beschuldi ging vast dat de Rechterzijde de Kroon (de Middelburgsche schrijft Kroon tusschen aan- halingsteekensin 't debat betrokken heefteen beschuldiging die wij vanwege haar onjuistheid voorbij gaan. Wjj drukten alleen 'thier boven aangehaalde deel van haar betoog af, om de aanaachttevestigen op het droeve feit dat het vrijzinnig demo cratisch beginsel zelfs een nuchter blad als de Middelburgsche tot dergelijk oppervlak kig en luchthartig heenglyden over zoo ernstige quaes'ie verleidtdat zelfs het recht der Kroon in dergelijke handen niet meer veilig is. Ofschoon het niet te verwonderen is van een partij die het recht in 't algemeen heeft losgemaakt van zijn basis. Nog steeds is de crisis in hare beëin diging een onderwerp van discussie voor de Kamer. De heeren zijn het alles behalve eeDS. Linker- en rechterzijde stellen el kander aansprakelijk voor het beloop der zaken. Het is, zouden de Amsterdamsohe jongens zeggen, een strijd van nietis en welis. Of daarmede veel gewonnen wordt? We gelooven het niet. De bladzijde der ori=5s in Nederlands historieblaan zal later liefst uiaar overgeslagen worden. In- tussohen is met al dit gehaspel veel tijd verloren gegaan. De heer Druoker, de eersta spreker van Donderdag heeft naar waarheid gezegd, dat het algemeen belang en de volksbelangen meer gebaat worden door practisehen arbeid, dan door deze discussie. Het mooie van het debat is er al lang af. Zooals we zeiden was dhr. Drucker de ee>'»(6 spreker. Ook hij verdedigde de houding van de regeering. Het gold hier eeu punt van het regeeringsprograra, waar tegen de rechterzijde in de Eerste Kamer aicii principieel verzette. Adres aan de heeren Vermeulen en Thoofd. En of er geen overleg het behoeft daarom nog geen „geconoenlreerde actie" te wezen tusschen de leden van de rechterzijde en le eu 2e Kamer geweest is, is voor spreker nog altijd de vraag. Hoe dit echter ook zij, de rechterzijde in de le Kamer, die geacht mag worden de beteekenis van de Fegerhervorming te kennen, is verantwoor delijk voor den toestand, dien zij zeiven in het leven riep. De Ministers hebben voisirekt niet inconstitutioneel gehandeld zooals dhr. Heemskerk meent, toen zij hare Majesteit vroegen of zij op instemming vbo haar, de drager der kroon, konden rekenen. Dhr. Heemskerk had zeker niet aD<1»-rs gehandeld. Mogelijk is de vraag wel wat te veel omschreven, maar het zakelijke, waarop het neerkwam, was dan toch het vragen om instemming. En nu de toekomst. Het verheugt spreker, dat de plannen van Minister Staal zoo spoedig mogelijk zullen worden voortgezet. Rct is ouj 's landsbelang meent dhr. Drucker, zoowel als Grondwetsherziening, welke hij in 't voorbijgaan eventjes aan beveelt. De afgevaardigde van Goes, die na dhr. Van Doom het woord voerde, trad bij vernieuwing in het strijdperk om de rech terzijde te verdedigen. De rechterzijde was in de minderheid. Een ministerie uit haar midden zou aan de genade of ODge- nade der oppositie zijn overgeleverd. Nu zegt men wel, de rechterzijde kon optreden en dan de Kamer ontbinden. Daarvoor be hoeft geen kabinet op te treden. Dat kan een zittend kabinet beter doen. Eerst dan zou de rechterzijde kuunen optreden, wan neer de linkerzijde erkende, dat zij geen meerderheid vormde. Zoolang zich de heeren Troelstra en Van Doorn nog als één besohouweD, is daarvan geen sprake. Voorts betoogt dhr. Lohmao dat hetkabinet zooals terecht door dhr. Heemskerk is aan getoond, de geheele zaak heeft „opge blazen" tot een kabinets-quaestie. Dit ge beurt meer als de rechterzijde in opposiiie komt. Dan heet het, als gij niet wilt, wat wij willen, dan moet gij, zonder meerder heid, zelf maar gaan regeeren. Dat gaat eenvoudig niet aan. En wat de slotzinsnede van den bewusten brief betreft, hierdoor wordt dhr. Lohman de houding van de rechterzijde nog meer gerechtvaardigd. Indien de regeering de beteekenis dier woorden ontkent, waarom dan noodzake lijk de vervanging van dhr. Staal Voorts hield spreker een vurig pleidooi voor de rechten van het Koningschap. Aan leiding daartoe vond dhr. Lohman in het zeggen van dhr. Troelstra, dat de gestelde voorwaarde van het kabinet noodig was om de Koningin te dwingen. En door open baarheid aan het schrijven te geven zou naar sommiger beweriDg de rechterzijde het prestige der Kroon hebben geschaad. Hierover liet zich spreker als volgt uit. De rechterzjjde vereert de Koningin niet als persoon, maar als draagster van de monar chale macht, als hoedanig zij een groote staatkundige ontwikkeling heeft bereikt door haar omgang met haar staatslieden. De Koningin mocht dus aan de rechterzijde vragen, hoe zij over de voorwaarde van het Kabinet dacht. Het is een misvatting steeds geweest by de linkerzijde, dat de Koningin geen eigen opinie mag en kan hebben. Zy mag en kan die hebben tegen de Staten-Generaal en de regeering in. Trouwens in 1878 en 1889 heeft de Koning blijk gegeven van een eigen meening te hebben. En we mogen blij zyn, dat 't nu nog zoo is. Wij beschouwen de Koningin niet alleen als een object van vereering, maar bovenal willen wij de Kroon handhaven in al hare rechten als een heil zame instelling. De Kroon moet altijd be voegd zyn haar Ministers weg te zenden, tenzij er geen andere zijn te krijgen. Dit is dan ook de eenige beperking. Maar als men de voorwaarde stelt, die deze regeering stelde, dan zet men eenvoudig de Koningin op zij, dan vraagt men eea belofte van haar, zonder dat zy een ontwerp kent of de meening daarover van den Raad van Scate. Zeker men mag in een bijzonder geval bij het optreden de Koningin wel voorwaarden stellen. Ten minste in dien zin, dat men de voorwaarden voorstellen mag in zulk een byzonder geval, zóó of zóó te handelen. Of dit „elementair lesje" van den afge vaardigde van Goes achterwege had kun nen bly ven, zooals dhr. Troelstra meende, betwijfelen wy. Zulke dingen mogen wel eens gezegd en ook wel gerepeteerd wor den. Er zijn altyd en overal vergeetach tige menschen. Ook wel menschen, die Oost-Indisch doof zijn. Behalve dhr- Tydeman, Talma en Kolk man en dhr. Lieftinck, die zich tot een enkele interruptie bepaalde, waarop luid gelach volgde, sprak ook minister De Meester. Z Ex. trad eerst in het kryt tegenover dhr. Lohman over het voorlezen van den brief van dhr. Schimmelpenninck, welk voorlezen was geschied met goed keuring en voorkennis van den schrijver, wraakte het dat dhr. Lohman den minis ter vergeleek bij „een bode, die geheimen verklapt", haalde de geheele geschiedenis van het kabinet, betoogende, dat nooit ge zegd is, dat de regeering steunde op de geheele linkerzijde voorts besprak Z Ex. net aftreden van dhr. Staal, zijnde een terugtrekken om persoonlijke redenen, in het belang van de zaak, waar het om ging, alsmede het vervaDgen worden van dezen bewindsman door dhr. Van Rappard, een man uit één stuk, volkomen homogeen met de plannen der regeering en een be zuinigingsman. Volgens het verlangen van de le Kamer zal de quaestie bij afzonder lijk wetsontwerp worden aanhangig ge maakt. Het beginsel zou niet worden prijs gegeven. Wellicht is het dan ook alleen daarom te doen. Het best is een afwach tende houding aan te nemen an te zien wat deze nieuwe minister van oorlog geen vreesachtig man naar Minister De Meester verklaarde als het vraagstuk aan de orde komt, zal doen. Deie afgevaardigde kon de oplossing der crisis niet toejuichen. Liever had hij Kamer ontbinding (3e Kamer) hebben gehad. Voorts ontkent spreker, dat bij het kabinet de bedoeling heeft voorgezeten het veto-recht te schenden. Het vroeg slechts aan H. M. medewerking voor het indienen van een wetsontwerp. Ned. Herv. Kerk. Aangenomen naar Urk door C. Vlasblom te Cothennaar Vollenhove door C, Reynierse te Wilhelminadorp. "Vrye Evang. Kerk. Beroepen als evangelist-godsdienston derwijzer te Heiligerlee (Gr.) A. C. Klug- kist te Barger-Oosterveen. Geslaagd aan de Vrye Universiteit te Amsterdam voor het cand. examen in <ie theologische facnlteit de heer F. J. v. d. Ende, van Wolfaartsdyk. De ouderdom, noodzakelijk eindpunt van ons bestaan, brengt ons langzaam aan tot verval, door slijtiug kau vnen zeggen, door een verzwakking onzer functies, door een laatste vervorming van onsorganisme. Toch is het gemakkelijk den ouderdom te ver schuiven, zonder zich daarom aan hinder lijke voorzorgsmaatregelen teonderwerpen. Men moet zich er aan gewennen matig te zijn, een voortdurende physieke en geeste lijke bezigheid te onderhouden, zonder daarom de hoeveelheid van redelijken arbeid die men in staat is voorl te brengen, te overschrijden. Wij weten wel wat deze gedragslijn voor vele menschen ondragelijk is en zij aan een kort en goed bestaan den voorkeur geven. Zij hebben ongelijk, en hun bestaan is óf kort en is dan niet goed geweest, óf het is lang en dan verschrik kelijk slecht, want het is door ziekte ver giftigd. Voor hem die zich een kort en goed bestaan heeft voorgesteld, is de wreedste straf zijner dwaling een laagleveu te hebben. Die straf is een physiek kwaad dat geheel den ouderdom vergiftigd. Vele menschen die nogtans van een Tang en kalm bestaan gedroomd hebben, zijn tot op een zekere hoogte genoodzaakt te doen als zij die kort en goed wensohen. Mannen van zaken bij voorbeeld, hoofden van handels huizen, handelsreizigers, zijn tegen hun wil tot een physiek overwerk gedwongen zij overschreioende hoeveelheid van arbeid, van vermoeienis die het organisme zonder slijting kan voortbrengen sommigen zijp gedwongen tot een voedingsstelsel waarvan zij den noodlottigen invloed begrijpen en ondervinden. Wat kunnen zij er aan doen Zij kunnen niet van beroep veranderen. Een directeur van een groote bank kan redelykerwyze om overwerk tovcroJjden zich niet in een herder veranderen, en een reiziger in Champagne-wynen die eengroot aantal klanten heeft kan zijn werkkringniet verwisselen tegen dien van een straatwer ker, om de goede maaltijden te vermijden die hij moet aanbieden ot waartoe hij is uitgenoodigd tot groot nadeel vau zijn maag. Zio radikaal kan men onmogelijk zijn. Men moet zich matigen binnen de grens van het mogelijke eu zich verzorgen. Men moet trachten de slijtage en muurgaten van het huis te hersteilea naar gelang zij zich voordoen. Zoo kan hei gebouw lang duren. De Pinkpillen. die aan het bloed nieuw leven sohenkeu en het zenuwstelsel ver sterken, zullen de muurgaten en de slijtage van uw organisme herstellen. Zij onder houden de samenstelling van het bloed zooals deze ziju moet, bevorderen de eetlust en de spijsvertering. Zij herstellen de physieke slijtage en bestrijden de afmatting die het gevolg zijn van een te groote hersenwerkzaamheid. Een goedbegrepen toepassing der behandeling met de Fink- pillen doet den mensoh jong blijven. De leeftijd wordt niet bij de jaren gerekend. Er zijn grijsaards van vijf-en-dertig jaren, jonge mannen die de 70 voorbij zijn. Men is zoo oud ais men zich voordoet le zijn. Pijs f 1,75 de doos, f9,de 6 doozen, Verkrijgbaar bij Snabilié, Steiger 27, Rot terdam, Hoofd-depóthouder voor Neder land en Apotheken. Franco toezending tegen postwissel. Ook echt verkrijgbaar voor Middelburg en omstreken bij Joh. de Roos en voor Goes en omstreken bij Gebr. Mulder, Drogerijen en Verfwaren. UIT DE PROVINCIE. By Kon. Besl. is aan C. Phernambucq tc Middelburg, gewezeD bediende voor bet ijkwezen, een pensioen verleend van f 127. Een raadslid-alcoholist. In een ge- meenteraadsversiag nit Ierseke in De Baanbreker lezen wyEen der leden, hoe wel chronisch alcoholisch (voortdurende slaaf van aen alcohol) en ook thans op daidelyke wijze lijdende aan een aanval zijner betreurenswaardige ziekte, doet tusschen veel onzin in, toch nog één goed gezegde enz. By kon. besluit is aan J. P. de Rycke ontheffing van den werkelyken dienst by de militie verleend. Hy is namelijk in 1884 te Eede geboren uit aldaar gevestigde ouders en is dus Nederlander. Doch als afstammende van een Belgischen vader, bezit hy tevens Belgische nationaliteit, en is dan ook in België twee jaar als milicien onder de wapenen geweest. Het zou derhalve niet billyk zijn hem nu nog tot werkelyken dienst hier le lande te verplichten. Stbl. no. 8i bevat een Kon. Besluit van 6 dezer, genomen in afwijking van het ont werp besluit van den Raad van State, afdee- ling voor de geschillen van bestuur, houdende beschikking op het beroep, ingesteld door den raad der gemeente Middelburg, tegen het be sluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland, dd. 13 April 1906, no. 24, iste Afdeeling, waarbij goedkeuring is onthouden aan de t Verordening op het verleenen van verlof aan onderwijzers en onderwijzeressen in en buiten het geval van ziekte en aan gehuwde onder- wijteresseu in geval van zwangerschap" door hem vastgesteld op 21 Maart 1906. Deze ver ordening bepaalde in art. 1 „Aan onderwijzers en onderwijzeressen, aan wie overeenkomstig het advies van hunnen geneesheer een verlof wegens ziekte wordt toegestaan, wordt dit verlof met behoud der jaarwedde niet langer verleend dan gedurende zes achtereenvolgende maanden"in artikel 2 «Blijkt na het ver strijken van de zes maanden, in artikel 1 ge noemd, uit een rapport van den geneesheer, dat de onderwijzer of de onderwijzeres nog niet in staat is zijne (hare) werkzaamheden te her vatten, dan kan hem (haar) wederom een verlof worden verleend, met dien verstande echter, dat van de jaarwedde van den onder wijzer, aan wien (wie) verlof wordt toegestaan, wordt ingehouden hetgeen ten behoeve van zijne (hare) plaatsvervanging als salaris door de gemeente moet worden uitbetaald"en in artikel 3: «Wordt aan eenen onderwijzer of aan eene onderwijzeres buiten het geval van' ziekte een verlof verleend voor langer dan 14 dagen, dan wordt van de jaarwedde ingehouden hetgeen ten behoeve van zijne (harel plaats vervanging als salaris door de gemeente moet worden uitbetaald". Bij het Kon. Besl. van 6 dezer is thans voor de gemeente Middelburg met ingang van 1 Maart 1907 een regeling vastgesteld voor het ver leenen van verlof aan onderwijzers en onder wijzeressen in en buiten het geval van ziekte en aan gehuwde onderwijzeressen in geval van zwangerschap, waarvan de eerste drie artikels luiden: Art. 1. Aan onderwijzers en onderwij zeressen, aan wie overeenkomstig het advies van hunnen geneesheer een verlof wegens ziekte wordt toegestaan, wordt dit verlof met behoud der jaarwedde niet langer verleend dan gedu- ïende zes achtereenvolgende maanden. Art. 2. Blijkt na het verstrijken van de zes maanden, in art. 1 genoemd, uit een rapport van den genees heer, dat de onderwijzer of de onderwijzeres nog niet in staat is zijne (hare) werkzaamheden te hervatten, dan kan hem (haar) wederom voor ten hoogste zes maanden een verlof worden verleend, met dien verstande echter, dat van de jaarwedde van den onderwijzer of de onder wijzeres, aan wien (wie) verlof wordt toegestaan, tot een bedrag gelijk aan de helft van zijne (hare) jaarwedde wordt ingehouden, hetgeen ten behoeve van zijne (hare) plaatsvervanging als salaris door de gemeente moet worden uit betaald. Art. 3. Aan onderwijzers, die ingevolge art. 1 io, art. 111, art. 141, vierde lid, art. 14ibis, of art. 142 der Militiewet 19oi, of krachtens art. 11 der Landweerwet onder de wapenen of in werkelijken dienst zijn, wordt verlof verleend met behoud van jaarwedde, ten ware in een der gevallen, vermeld in de genoemde artikelen 110, 141, vierde lid, of I4ibis de afwezigheid uit de school langer mocht duren dan één jaar, in welk geval de jaarwedde slechts gedurende één jaar wordt uitgekeerd. Voorts bepaalt het Kon. Besl. dat met inachtneming van de voor schriften der aangehaalde wet door den ge meenteraad van Middelburg onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Zeeland, wijziging zal kunnen worden gebracht in deze regeling, welke in ieder geval met het einde van het jaar 1915 zal ophouden van kracht te zijn. Middelburg. Ia eea met groen ver sierde zaal gaf de gymnastiek en scherm- vereeniging „Atilia" in het Schuttershof een soiree. Alvorens de voorzitter de heer C. de Jager de aanwezigen het welkom toe riep, speelde het muziek het Wilhelmus, waarby alle aanwezigen zich van hunne zitplaatsen verhieven. Daarna richtte de voorzitter zich tot de aanwezigen en heette allen welkom inzonderheid de heeren officieren en de leden der zustervereenigingeD, hij sprak zijn genoegen uit dat zoovelen wareu opgekomen en ook dat de offioieren altijd zooveel sympathie hadden betoond aan „Atilia", hij wees er op hoe in het najaar van 1906 Je vereeniging op 't punt stond uit elkaar te gaan, dooh dank zij de vol harding der leden is de vereeniging weer zoo in krachten toegenomen dat, wat het ledental betreft die nog nooit zop groot is geweest als thans. Verder zeide spr. dat de soiree werd gegeven op den jaardag van den Prins der Nederlanden, hij meende dat de militairen de stoot moesten geven aan dien jaardag, te vieren door dit soiree, hij wenschte voorts allen een genoeglijken avond, hierna speelde de muziek het Wien Neerlandsch Bloed. De verschillende gymnastische toeren werden met sucoes afgewerktin 't bij zonder verdienen vermelding de beweging met het geweer (oolonne-geweer). De groepen leverden met de belichting van bengaalsoh vuur een heel mooi effeet. Zooals gewoonlijk waren ook de voor drachten niet vergeten waarbij de heeren P. en Th. in 't bijzonder zieh van hunne taak kweten. Het blijspel „Eene gezellige kamer" verwekte veel lachlust der aan wezigen en een dankbaar applaus bewees dat men alle stukken op prijs stelde. By het laatst gehouden examen voor schryver bij 's Rijksgevangeniswezen is 0. a. geslaagd de heer D. C. Roth, ser geant der Infanterie alhier. Benoemd tot adj.-inspecteur van politie alhier de heer A. Bos, inspecteur- titulair te Vlaardingen. Vlisslngen. Aan du oprit is gisteren de werkman K., van een in aanbouwd zijnd huis op de straat gevallen. De man werd met gebroken rechterbeen opgenomen en moest per rijtuig naar zijn woning worden vervoerd. Heden werd het jaarverslag van de Kon. Maataoh. „De Schelde" uitgebracht. Daaruit bleek dat het afgeloopen jaar de Maatschappij uit gunstige resultaten is werkzaam geweest. De bruto bedrijfswinst bedraagt f419,215,98, waarvan na ver schillende afschrijvingen als zuivere winst f 122,000 overblijft, waarna 10 pCt. aan aandeelhouders kan worden toegekend. Het getal werklieden varieerde in 1906 weinig en bedroeg op 1 Januari 1618. Als premie in de ongevallenwet werd 1 34,361,22 betaald en aan arbeidsloon f841,595,67- Scherpenisse. Vrijdag vergaderde de gemeenteraad alhier onder voorzitterschap van den burgemeester. Alle ledeD waren tegenwoordig. Na besloten te hebben ven telegram van gelukwensch aan Z. K. H. Prins Hendrik te zenden en na onver anderde vaststelling van de notulen der vorige vergadering, geschiedt overlegging en voorlezing 0. m. van de volgend« in gekomen Provinciaal blad no. 34 betref fende verkiezing Provinciale Staten mis sive van Ged. Staten, betreffende goedkeu- ling wijziging begrooting 1906 schrijven van Ged. Staten, waarby toegezonden wordt het goedgekeurde besluit tot heffing van keurloon, een procesverbaal van opneming der boeken en kas by den gemeente-ont- vaoger op 22 Maart j 1., waaruit blijkt dat op dien dag in kas was f 923,83. Hierna wordt aangeboden het gemeenteverslag over 1906. Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt met algemeene stem men besloten art. 19 van het reglement op de brandweer zoodanig te wyzigen dat in plaats van 20 slangleiders gelezen wordt 18 slangleiders en 2 schroevendraaiers. Tot leden van het stembureau, "nor de verkiezing van een lid der Pio.iiWale Staten woeden benoemd de heeren Hage en Kleppe met den burgemeester als voor zitter, terwijl de andere raadsleden als plaatsvervangers worden aangewezen. In het stembureau voor de verkiezing van 2 leden van den gemeenteraad worden benoemd de heeren Hartog en Bolier, met den burgemeester als voorzitter. Als 4e lid wordt aangewezen de heer Sneepels, met aanwijzing van de overige leden als plaats vervangers. Met intrekking van een in eene vorige vergadering genomen besluit tot het dempen en rioleeren van het slootje langs den tuin van de heeren Hage, wordt besloten een aanvang te nemen met het dempen en rioleeren van de sloot langs den tuin van den heer A. West» aas, wordende dit meer noodzakelijk geacut Na voorlezing van 2 missives van Ged. Staten inzake de jaar wedde van den burgemeester,den secretaris en den ontvanger, besluit de vergadering aan Ged. Staten mede te deelen dat met het oog op de meerdere uitgaven, die door eventueele verhonging dier jaarwedden uit de gemeentefondsen zouden gevorderd wor den, niet tot de verhooging kon worden overgegaan. Na nog eenige besprekingen van ondergeschikt belang, wordt de ver gadering door den voorzitter gesloten. iiechtsïiiliPiï. Bij bevelsohrift der arrondissements rechtbank te Middelburg is naar de open bare terechtzitting dier rechtbank verwezen P. M., oud 53 jaar, stoker, geboren te Oostkapelle, wonende te Middelburg en aldaar gedetineerd, ter zake dal hij in of omstreeks den naoht van 10 op 11 Januari 1907 te Koudekerke, op het erf van P. W., met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening, heeft weggenomen twee ko nijnen, toebehoorende aan genoemden W. althans aan een ander dan aan hem, beklaagde. Aan den beklaagde is ambtshalve als verdediger toegevoegd de heer mr. F. N. van der Bilt, advocaat te Middelburg. Bekeerd. Als onverbeterlijke dronkaard stond hij in het Oldambt bekend. Hij was een van de beklagenswaardige typen, over wie de groote menschen bijna medelijdend het hoofd schudden en de kinderen zioh vroolijk maken. Als handlanger was hij op een veerschip in dienst, maar de schip per had niet veel aan zulke helpers. Een dochter van hem dieDde in Groningen en zoo eens om de veertien dagen bezocht zij haar familie. Maar wanneer zij zoo over den straatweg van het dorp liep, dan was het haar alsof zij met den vinger werd aangewezen en eens had zij iemand hoorenzie, daar heb je Jantje ook, de dochter van dien zuiplap. Toen stond haar besluit vast. Zij wilde haar vader niet meer bezoeken. En zij had hem ook duidelijk het waarom van dit besluit gezegd, maar eerst had hij het niet recht begrepen, wat al die drukte beteekende. Dooh toen hij den volgenden morgen wakker werd, zijn roes had uitgeslapen, t ien drong het tot hem door, wat Jantje bedreiging voor hem inhield. Zij wilde nooit meer hem komen bezoeken, omdat hij een zuiplap was, omdat zij zioh voor hem schaamde. Hij begon het bijna als een misdaad te gevoelen, aan zijn kind begaan. Nu zou hij tooh eens toonen dat zijn dochter zioh niet voor haar vader behoefde te schamen. En in hem was gerijpt het vaste voornemen, den drank voor goed te laten staan. Dan zou JaDtje wel weer bij hem op bezoek komen. Nu spreken de menschen in zijn omgeving bijna met verbazing over zijn bekeering eu hij vertelt vol trots aan ieder die het hooren wil, dat hij in vier maanden geen druppel drank gebruikt. En Jantje komt weer geregeld haar viertiendaagsoh bezoek brengen. (N. Gron. Ct.) Men schrijft uit Lochem Twee der mooiste landgoederen in den omtrek onzer plaats, waaraan wij voor een groot deel de bekendheid dezer streek door 't geheele land te danken hebben, zijn on tegenzeggelijk de Cloese en de WildeD- borch (vroegerbezit vandendichter8taring). 't Eerste, tot voor korten tijd bewoond door wijlen de weduwe van mr. C. J, Siokesz, omvat den veelbezoohten Loobem- sohen berg wet den frgaieo uitzichttoren j

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 2