NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No, 160. 1907.
Dinsdag 9 April
21e Jaargang,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Buitenlandsch OverziehL
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JÖNGE=VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
LEITTE.
J Er is hier een brutale verzinner. Een journalist,
een officier of een aanbrenger.
MË
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers 0,028.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 3 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
IJ K.
Heinkenszand, ook voor 's-H. Arends-
kerke 9 April, voormiddags.
's-Heerenhoek, ook voor Borsselen en
Nieuwdorp 9 April, namiddags en 10 April.
Ovezande, ook voor Nisse, 11 April.
Baarland, ook voor Oudelande, 12 April.
EllewoutsdHk, ook voor Driewegen,
13 April.
Hoedekenskerke, 15 April.
Ditmaal kunnen we den dichter begrijpen
die van geslacht tot geslacht de lente be
zingt. Als koude en garen wind, als hagel
en storm, als regen en duisternis zoo op
eenmaal vervangen worden door zacht en
zonnig weder en het lieflijke der natuur
stemming wekt in de ziel, dan stemt ieder
in met het dichterlijk woord als nit de ziel
gegrepen
Had ik nw adem, Nachtegalen!
Uw zilvertoon,
Langs alle heuv'len, alle dalen,
Zou ik uw smeltend lied herhalen,
Zoo vol, zoo schoon.
Ik prees dan God in mijn gezangen,
Die veld en woud
W eer 't groene kleed heeft omgehangen
Na zooveel maanden van verlangen
Zoo bljjde aanschouwd.
Ditmaal ging de natuur als 't ware te
zamen met de politiek.
Ook daar versoheen de lente na de
wintervorst.
Na een ministerieele crisis van bijna
drie maanden, en na vele booze en bit
tere woorden is dan nu alles tereoht
gekomen gelijk het behoort te zijn.
Ridder van Rappard vervangt minister
Staal aan het Departement van Oorlog
en daarmee blijft alles hetzelfde. Veel
tijdverlies en partijstrijd niet meegerekend.
De sobere, doodnuchtere oplossing van
het Eerste-Kamer votum werpt een eigen
aardig licht op de houding der vrijzinnigen
die het huidige, zwakke Kabinet vrijwel
in hun macht hebben.
Eigenaardig is het 'dat deze oplossing
allen bevredigt. De rechtsohe partijen
omdat zij meenen dat de verwerping vaD
de begrooting van oorlog aan de overzijde
niet hei recht gaf om de regeeringstaak
van zioh aftewentelen en na een schitte
rende overwinning van 1905 nu maar
eenvoudig weg te loopen en tot de over
wonnenen te zeggen, doe het nu zelf maar.
En bij de linksche partijen omdat de
benauwde droom van een coalitie-Kabinet
der rechterzijde althans voorshands ge
weken is.
Zoo schijot de lente-zon, na vele don
kere dagen weer vriendelijk jover veld
en bosoh. En ook over den politieken
akker.
Paschen braoht ons'ook de aandoenlijke
lijding van de herstelde eenheid in de
«ooiaal-democratische partij. Een partij
overigens nu juist niet het toonbeeld van
eenheid.
Voor onze lezers die zioh in den regel
niet wensohen bezig te houden met de
ruwe taal en de ontheiliging van wat den
Christen heilig is, die in sooiaal-demoora-
tirohe pers en vergaderingen gebruikelijk
is, zij opgemerkt dat er in de sociaal
democratische partij tweeërlei strooming
duidelijk openbaart.
Men kan ze noemen reohtsoh of links,
behoudend of vooruitstrevend,revolutionair
of parlementair, heelen of hal ven of zoo
men wil, daar zijn namen in overvloed
voor in de politieke wereld.
De ware sooiaal-demooraten, zuiver in
leer, zioh om de gevolgen niet bekomme
rend zijn in de partij aangeduid als de
Marxisten, Daar hun hoofdman Marx ge-
heeten. Hun leidslieden zijn de dichter
Gorter en de Amsterdammer Van der Goes.
Troelstra en de zijnen, verreweg de
meerderheid vermende, staan daar tegen
over. Volgens de Marxisten is deze groep
WWPiterd, zij nadert reeds de vrijzinnig
democraten. Nog een beetje opschuiving
van beide zijden, de een naar de andere,
en dan zal de sociaal-democratisohe partij
een der burgerlijke partijen zijn, niet meer
strijdende tegen het kapitalisme, maar met
het kapitalisme om de overwinning
strijdende.
Dat dit een en ander niet gefluisterd
wordt begrijpen allen die iets weten van
„onze manieren" in do sooiaal-democra-
tisohe wereld. Het komt er daar meer dan
ergens op aan of de kok die een geestelijken
maaltijd bereidt, peper en zout weet aan te
dragen opdat de spijze brandt op de tong.
Maar. inplaats van met peper en zout
werd ditmaal het Paasehmaal der sooiaal-
demooraten met honig toebereid.
Het „uitblaffen" zooals men het in de
eigenaardige taal dezer mondigen noemde,
nam een einde, de grove persoonlijkheden
en de hatelijke beleedigingen werden voor
ditmaal gesmoord, en een breedsprakige,
maar weinig zeggende motie, om te getui
gen dat de partij één is, werd aangenomen.
En alzoo schijnt de lente-zon, na vele
donkere dagen van onderling krakeel weer
vriendelijk over veld en boseh, en ook over
veld en bosch, en ook over het, nog altijd
onvruchtbare arbeidsveld der sooiaal-de
mooraten.
Lente
Lente en vrede 1
Wat lieflijke gedachte, omvattende zoo-
veler wenschen.
Nog altijd was het onzeker of de
tweede Vredes-oonferentie dit jaar bijeen
komen zou. Het program kon maar niet
vastgesteld worden. Men kon het maar
niet eens worden over de vraag of er ook
voorstellen ter tafel zouden komen tot
beperking van de bewapeningen. Of de
immer stijgende last der oor! ogs- bud gotten
zoo mogelijk tot staan zij het dan al
niet tot vermindering zou kunnen ge
bracht worden.
De Paasohdagen brachten ons de lijding
dat Duitschland zich niet verzetten zou
tegen eene behandeling van de ontwape-
DiDgskwestie op de Tweede Vredesconfe
rentie, en dat alzoo de Czaar van Rusland
beslist heeft dat de Tweede Vredes-con-
ferentie doorgaat.
1 Juni zal alzoo de afgevaardigden der
verschillende Staten, in aanzienlijk grooter
aantal als op de eerste Vredes-Conferentie,
in Den Haag zien samenkomen.
En alzoo zal ook de lentezon schrijnen
zij het waarschijnlijk nog menigmaal door
wolken bedekt over internationale ge
schillen.
Maar een lentedag is kort,
Zijn weelde telt maar weinige uren
't Gezang verflauwt, 't gebloemte dort,
De liefde Gods zal duren.
8 April 1907.
Het is dus nu een feit: het kabinet-De
Meester blijft met uitzondering van Mi
nister Staal.
En wat sommige bladen der rechterzijde
gaarne toejuichen, zal ook geschieden
heden 8 April zal een nieuwe minister van
oorlog optreden die juist hetzelfde wil en
hetzelfde zal doen als Minister Staal. Alleen
met dit grooie onderscheid dat hij zijn
plannen zoodanig zal toelichten dat de Volks
vertegenwoordiging, naar het haar toekomend
grondwettelijk recht de plannen kan beoor-
deelen, en de voorgestelde inkrimping, ge
leidelijke afschaffing van het blijend ge
deelte behoorlijk overdacht en besproken,
tot stand gekomen is, in 1908 kunne
plaats hebben.
Reeds dadelijk bij Staal's heengaan,
zeiden wij 't De Nederlander na
„De Minister Staal, wiens ijver, voort
varendheid, moed en volharding men be
wonderen kan, mist blijkbaar eenige eigen
schappen, die voor den hervormer onont-
bi erlijk zijn. Een hervormer moet wel is
waar misbruiken aantasten, waardoor hij
zioh vijanden maakt, maar hij moet niet
no "'oos ontevredenheid wekken. Ook
p H volkomen „correct" zijn in zijn
opgaven, wil hij het vertrouwen blijven
genieten van hen zonder wie hij niet
vooruit kan.
Maar de minister is vervaugbaar.
Welnu, waarom zou dan niet een tweede
pogiDg worden gewaagd Het groote doel
„legerhervorming" behoeft niet ter zijde
te worden gesteld, enkel omdat de minister
Staal zioh geen voldoende rekenschap heeft
gegeven van zijn positie.
„Wat ons aangaat, wij zouden het zeer
betreuren, indien de legerhervorming niet
èn spoedig èn krachtig ter hand werd
genomen, of opgehouden werd door Kabi
netscrisissen".
Op dit standpunt staan wij nogen
daarvan zeggen ook wijer is reden tot
tevredenheid over de oplossing van de crisis.
Het kabinet-De Meester zal door het
gebeurde zwakker komen te staan.
Het heeft een crisis uitgelokt en twee
maanden slepende gehouden, en door op
zijn ontslagaanvrage terug te komen, ver
klaard dat zijn heengaan niet zou geschied
zijn om de verwerping van een zijner
groote beginselen of van een hoofdpunt
op zijn program, maar van een onderge-
sohikte quaes tie waarover te praten viel,
en die met een jaar gelijk nu, niets ach
teruit zou zijn.
In het redactieburaau van De Zeeuwsche
Courant, meer bekend als „het blad van
Boluijt", schijnt een schorpioentje te zijn
uitgebroed, dat wil zeggen een verzin
seltje omtrent dr. Kuyper, dat vermelding
verdient.
Wij lezen namelijk in De Standaard
Weer een praatje.
In de Zeeuwsche Courant van 4
April j.l. las men:
cos In het nummer van De Standaard
van Maandag j.l. wordt in de driestar: »Geheel
gelijk gebleven" o.m. gevraagd den naam op
te geven van een »Staatsman Rechts, aan wien
opdracht om een Kabinet te formeeren, gegeven
is en door wien die opdracht zou geweigerd
zijn. Laat men hem dan noemen".
Waar wij in de gelegenheid gesteld zi;n om
aan de sommatie van dezen driestarschrijver
tot het noemen van een »hem", meenen wij
deze gelegenheid niet ongebruikt te mogen
laten voorbijgaan.
Wij ontvingen n.l. de mondelinge mee-
deeling van iemand, die uit den mond van een
hooggeplaatst, niet ex-parlementair staatsman
vernomen had, dat deze door Dr. Kuyper zei
ven was aangezocht voor de portefeuille van
Oorlog in een nieuw te vormen Kabinet, ter
wijl Dr. Kuyper alsMinistervanBuitenlandsche
Zaken zou optreden, en dat voorts het pas
gekozen Tweede-Kamerlid in het district Ede,
Jhr. Van Citters, in aanmerking zou komen
voor de portefeuille van financiën.
Waar wij geen enkele reden hebben om aan
de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid
van onzen zegsman te twijfelen, en hij geen
bezwaar had om zijn mededeelingen publiek
te maken, brengen wij deze merkwaardige
onthulling van het stil, actief staatsmansbe-
drfjf van den ex-Minister-Premier zonder
schroom.
Onze verbazing over de stoutmoedigheid
van dezen driestarschrijver, die vermoedelijk
wel in zeer intieme verhouding tot Dr. Kuyper
zal staan, zoo niet een doublure-rol hier ver
vult, steeg na deze ontvangen mededeelingen
ten top, hoezeer wij ook gewoon zijn aan de
eigenaardige wijze van het najagen der
waarheid van de Standaard-re
dactie.
Wie en wat nu een spaak gestoken heelt
in het wiel van de ministrieele koets, die
bereids door Dr. Kuyper was be
stegen, is voor ons nog een diep geheim
gebleven".
Dr. Kuyper heeft in antwoord hierop aan de
redactie van dit blad het navolgende schrijven
toegezonden:
Mijnheer de Redacteur
In uw no. 847 komt eene mededeeling mfj
betreffende voor, in verband met de ministeri
eele crisis. Ik stel er prijs op, den ge*
heelen inhoud van deze mededeeling,
zonder voorbehoud, tegen te spreken. r i s
geen woord van waar.
De Arabieren zeggen van een verspreide
lengen; >tde schorpioenen zijn aan 'tkruipen",
U dankende voor de opneming van deze
regelen, blijf ik hoogachtend,
Uw dw.d.,
(w.g.) KUYPER.
Den Haag, 5,4. '07".
Het ware nu gewenscht, dat de man, die ver
klaard zou hebben door Dr. K. voor de porte-
i feuille van Oorlog te zijn aangezocht, door de
Zeeuwsche Courant genoemd werd en
dan er bij den man aan wien hij dit verteld zou
hebben.
Vage geruchten kunnen nog soms onbedoeld
opduiken, maar hier is sprake van een bepaald
persoon en te zijnen opzichte van een bepaalde
daad.
Hier moet opzet schuilen.
Het schijnt te hinderen, dat Dr. K. geheel
buiten deze crisis is gebleven. Men wilde blijk
baar, dat Dr. K. er in gemengd ware geweest. En
nu dit niet het geval was, zoekt men aijn
kracht in een valsch gerucht.
De schrijver van het lasterlijke stuk in
De Zeeuwsche Courant durft nog schrijven
over „het najagen der waarheid", terwijl hij
bezig is de grofste leugens te verspreiden.
Wij weten niet of 't stukje van dr. Kuy
per door hem is opgenomen en of hij zijn
leugens heeft ingetrokken. Ook niet of hy
„den journalist, officier of aanbrenger" ge
noemd heeft, hetwelk toch niet meer dan
billijk zou zijn.
Of is tegenover dr. Kuyper elke leugen
maar geoorloofd, ook zelfs al is hjj geen
minister meer
Ons dunkt wie „zonder Schroom" een
leugen durft neerschrijven, zal die ook wel
„zonder schroom" durven intrekken.
Bet ware overigens niet kwaad indien
de wet dergelijken laster als door de Zeeuw
sche Courant of haar zegsman aan den markt
gebracht werd, vervolgbaar kon stellen,
althans den redacteur dwingen kon den
naam te noemen van den verzinner van
dergelijke tendentieuse leugens.
De tegenstander begint er zich al meer
op toe te leggen onze actie na te doen.
Onze provinciale en districts-party dagen
hebben de aandacht getrokken. Hjj heeft
er de vruchten van gezienen nu gaat
hij ook party dagen opzetten.
Dit is het beste bewijs dat wy met
onze partijdagen op den goeden weg zijn.
Reeds nu wordt in de vrijzinnig demo
cratische bladen een vrijzinnige partijdag
voor het district Goes op Pinkster twee
aangekondigd.
Niemand minder dan professor Treub
en zijn vrijzinnige geestverwant de kapitein
Fabiua (niet te verwarren met den anti
revolutionairen professor Fabius of den
christelijk-historischen inspecteur Fabius)
zullen straks te Goes voor de vrijzinnigen
komen spreken.
Men ziet er uit met hoe grooten ernst
en wél overlegd de aanval op onzestaten-
zeteis gericht wordt.
Er is een heete stryd op handen, waar
van het gewicht en de beteekenis door
hem wordt ingezien.
Moge 't ook aan onze zijde algemeen
vaststaan dat broedertrouw en waakzaam
heid dringend noodig zijn.
Mogen nu reeds algemeen in onze Slaten
districten de krachten worden geordend.
Laten de kiesvereenigingen zich deze week
nog beijveren om te zorgen dat op onze
kiezerslijsten geen enkele naam ontbreke
van wie tot de onzen behoorenen straks
met ons kunnen optrekken om kon het
zyn de bedreigde zetels in onze Pro
vinciale Staten, het kiescollege voor de
Eerste Kamer te behouden.
Naar aanleiding van het Paasch-oongres
der 9. D. A. P. had Het Volk in een sehrillen
strijdkreet de firma Aalberse, Sybrandy
Go. opgeroepen om „te kluiven aan het
koogresverslag" enz.
Waarop nr. Aalberse in het Katholiek
Sociaal Weekblad onder meer het volgende
antwoordt 1
„Welnu, de heeren mogen opkomen, wij
wachten hen rustig ai Alleeneen
partij, op welker jaarvergadering deleiders
elkaar openlijk en by herhaling voor leuge
naars uitmaken, moet toch ietwat voor
zichtig zijn!
„Ea zijn de heeren er zoo zeker van dat
thans niet meer gebeuren zal, wat nog voor
enkele maanden gebeurt isdat een Katho
liek Kamerlid ongevraagd van een sociaal
democraat het materiaal ontving om Tak in
de Kamer te beantwoorden
En verder
„Er is één ding dat in de verslagen van
alle „burgerlijke" bladen die wij konden
nagaan voorkwam, doch in het verslag van
Het Volk wordt gemist. En dat is de
tusschenroep vandepartjjgenooteMensing
„De arbeiders zijn stommerikken"- waarop
mr. Troelstra vaardig antwoordde„Ja,
dat zijn ze".
„Van protest tegen die qualifioatte blijkt
niets.
„Dit is 't meest afdoende bewjjs van het
feit dat wij hier te doen hebben met een
koDgres van de Nederlandsche Arbeiders
waarop de heeren leiders elkaar by her
haling voor leugenaars uitmaakten, en de
aanwezige en niet-aanwezige arbeiders
kalmweg als stommerikken werden betiteld.
„Ziedaar het bengaalsch vuur dat wel bij
deze apotheose past 1"
In 'tverslag van Het Yolk is tusschen
roep en antwoord saamgesmolten tot 'teene
poeslieve zinnetje„De arbeiders missen de
noodige voorstudie".
Frankrijk.
Wy moeten nog wat zeggen over de
quaestie-Montagnini.
MontagDini was de vertegenwoordiger
van den Paus by de Fransche regeering.
Deze is, tengevolge van de Scheidingswet
en 't afbreken der betrekkingen tnsschen
Republiek en Vaticaan door den Paus
teruggeroepen en toen heeft de Fransche
regeering een onrechtmatige daad gepleegd
door beslag te leggen op Montagnini's
papieren.
Wat nu gevonden werd wij wezen
er Zaterdag al op heeft meer Frankrijk
dan Rome geschaad.
Maar nu schijnen de radico-socialistische
kerkvervolgers toch iets gevonden te heb
ben. Immers de kinderen der duisternis
zijn op dat gebied knapper dan de kinderen
des lichts.
De Nederlandsche gezant te Parijs
ridder De Steurs heeft in Januari 1905
aan Montagnini gezegd dat de gebeurte
nissen het betrof Combes' Scheidings
wet in Frankrijk hem zeer leed deden.
Letterlijk schijnt er te staan in Mon
tagnini's aanteekeningen„Hy zeide dat
Frankrijk steeds meer bedorven wordt, en
dat het steeds meer wordt geleid door de
vrijmetselarij, die het in den ondergang
of naar een nieuwe en barbaarsche revo
lutie zal voeren. De gezant aarzelde niet
mij te verklaren dat hy het gedrag der
Fransche regeering tegenover den Heiligen
Stoel in de beide conflicten afkeurt, en
dat hij de klaarblijkelijke kwade trouw
dier regeering erkent."
Indien dit alzoo gezegd is, door den
vertegenwoordiger van een bevriende re-
geeriDg, van Nederland, dan heeft hier
schennis der gastvrijheid en der goede trouw
jegens de FraDsche regeering plaats gehad.
Niet dat ridder De Steurs iets dergelijks
gezegd beeft tot baron Montagnini, maar
dat de Nederlandsche gezant te Parijs het
zegt tot den vertegenwoordiger van het
Vaticaan daarin ligt het berispelijke.
De gezant heeft bereids den minister
van buitenlandsohe zaken Pichon verzekert
dat zijn woorden zoer onjuist zijn over
gebracht. Deze heeft echter 't onderzoek
uitgesteld tot na afloop van 't proces-Jovin.
In de Nederlandsche Tweede Kamer zal
ook wel een interpellatie of zoo iets volgen.
Als dit nu masr niet door een anti-olerioaal
geschiedt. Het kap ljetar door een on»