NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 158. 1907
Zaterdag 6 April
21e Jaargang,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
_____9o7_
10)
„Ik bedoelde dat wij afgesproken waren
ftteditoiaken.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
.131
BB?
IJ K.
Heinkenszand, ook voor 's-H. Arends-
kerke 8 en 9 April, voormiddags.
's-Meerenhoek, ook voor Borsselen en
Nieuwdorp 9 April, namiddags en 10 April.
Weer een legende de wereld uit.
Onder dit opschrift hebben wij 't in
ons no. van 26 Maart j.l. opgenomen voor
de Gorkumsohe antirevolutionairen die
door 't te Gorkum verschijnende liberale
blad waren beschuldigd van schandelijke
praktijken bij de stemming voor een ge
meenteraadslid aldaar.
De beschuldigingen waren in een ver-
kiezings-oiroulaire van het bestuur der
antirev. kiesvereeniging afdoend weerlegd.
De Middelb. Crt. die de haar door ons
toegezonden circulaire terugzond, heeft op
dit geval niet den domper gezel, maar is
op kondschap uitgegaan te Gorkum, en
ontving van den heer J. M. Elshout, hoofd
eener openbare lagere school aldaar,
vroeger aanvoerder der Gorkumsohe libe
ralen, doch thans, als de nood aan den
man komt, hun verdediger, een uitgebreide
uiteenzetting der geschiedenis, waarin deze
schrijver op een enkel punt de beleedigde
partij den heer v. Andel in 't gelijk stelt,
doch op een ander punt zegtWjj ge-
looven u niet, laat de drukker 't maar
zeggen.
Dit is een zonderlinge manier van goed
praten, zouden wij zeggen.
Immers bedoelde drukker heeft ge
sproken. Hij heeft de volgende verklaring
publiek gemaakt
«De ondergeteekende verklaart bij deze,
dat het op 7 Maart 1907 verspreide strooi
biljet, aanvangende met de woorden
„Eenige kiezers die de vergadering van
het oomité niet hebben bijgewoond enz."
door haar is gedrukt op verzoek van iemand
die algemeen als beslist liberaal bekend
staat en aan wiens liberaliteit niet wordt
getwijfeld".
Firma A. H. VAN ANDEL Jz.
Nu laat genoemde inzender in de Middelb.
Crt. deze verklaring links liggen. Hij zegt
eenvoudigdie firma drukt altijd voor anti
revolutionairen, dus
Dit is nu geen heusohe manier van strijd-
voeren.
FEUILLETON.
Een kijkje in „de groote wereld".
„Net goed zoo, juffrouw Eva. Onze koet-
Bier, die straks ook eens even kwam kijken,
herinnerde ons dè vertellingen van moeder
de Gans, die wij in onze jeugd zoo mooi
vonden. Hij sprak over de schoone slaap
ster in het bosch. Daar was ook honderd
jaar lang alles dor en slaperig geweest,
maar met de komst vsnden jeugdigen prins
werd alles leven en vroolykheid. Hier is het
met de komst der jonge gravin gebeurd".
„Lieve Mina, gq neemt alles van den
vroolyken kant en hebt geen oog voor den
ernst des levens. Ik houd mijn hart vast
voor onze goede gravin. Zij is zoo jong en
onervaren. Zij leeft zoo geheel voor de
dingen dezer aarde en die zijn zoo wissel
vallig, kind".
„Nu ja, juffrouw Eva, een mensoh is ook
maar eens jong. Gij hebt uw tijd gehad,
laat de jeugd na eens genieten. Gij misgunt
onze jeugdige meesteres toch haar genot
niet".
„Kind, gij spreekt naardat gy verstand
hebt. De lentebloemen zijn zoo spoedig
verwelkt, en wanneer zij geplukt worden,
is het op eens uit. Ik heb veel bijgewoond
in het leven, dat achter mij ligt. Ook de
vroegere graaf was eens jong en levenslus
tig, en gü weet niet half hoe treurig en
somber hij zijn leven geëindigd heeft".
Mina ging weer naar de keuken, waar al
de bedienden vergaderd waren, en maakte
zich op hare wijze vroolijk over de oude
juffrouw Eva,die, naar zij zeide, „niet velen
Trouwens van die zijde is men daar al
een weinig aan gewend.
Immers genoemde heer Elshout heeft
ook in Nov. 1904, toen de liberalen op
deD dag der stemming ,/bons" afgaveD,
luidende „goed voor vijf cents" en getee-
kend door een lid ran het vrijzinnig
„Comité van Bijstand", dit stoute stukje
in de N. Solt. Crt. verdedigd door te be
weren dat die bons bestemd waren om aan
buiten de stad wonende kiezers melk en
broodjes uit te reiken. En deze zelfde
man negeert nu de reeds lang gegeven, hem
en Midd. Crt. bekende opheldering van
den drukker
Wij laten deze quaestie verder maar
rusten ook die van den voorzitter der
Vrijzinnige Propaganda-olub, die 't gerucht
verspreid had dat een met name genoemd
anti-revolutionair de schrijver van 't ge
wraakte biljet was, en alvorens zijn val-
sohe beschuldiging in te trekken verklaarde
dat hij 't van „hooren zeggen" wist.
Een lichtpunt in deze quaestie is dat
lo. de beer Elshout in zijn stuk zegt bet
„verstandig en billijk" te hebben gevonden
dezen gemeenteraadszetel, door mr. L. v.
Andel (anti-rev.) opengelaten,, den anti
revolutionairen niet te betwisten, zoodat
dus, wat de liberalen nu uithaalden, volgens
hem onverstandig en onbillijk wasen
2o. dat de Middelburgsche Courant sommige
harer Gorkumsohe geestverwanten waar
schuwt niet te veel met „on-dits", dat wil
zeggen kletspraatjes te koop te loopen
Een waarschuwing die bij de a.s Staten
verkiezingen, ook in onze provincie, wel
mag worden in 't oog gehouden.
Maar waarom kon er geen kabinet uit
de rechterzijde optreden
In de eerste plaats niet omdat niemand
uit de reohterzijde daartoe een opdracht
van de Kroon ontvangen heeft.
In dè tweede plaats omdat de rechter
zijde in de Tweede Kamer geen schuld
had aan de verwerping.
In de derde plaats omdat het kabinet,
in strijd met zijn program opgetreden als
defensie-kabinet, zich ten onreohte aan
minister Staal had vastgeklampt om met
hem te vallen.
In de vierde plaats omdat het votum
kon dat de zon in het water soheen", en in
haar Bijbel ging zitten lezen, terwijl alles
danste en jubelde in het kasteel.
Maar juffrouw Eva mocht die stille rust
niet voortdurend genieten. Op eenmaal
hoorde zij weder haastige voetstappen voor
hare kamer. Men klopte, en als zij opstond
en „binnen" riep, zag zij de gravin in haar
koninginnegewaad voor zich staan met de
baron achter haar.
Juffrouw Eva schrikte terug, 't was haar
of zij droomde, en zij stotterde geheel ont
steld „Wat is er van uwe orders gravin
Agnes lachte over hare ontsteltenis, greep
vertrouwelijk hare hand, en zeide
„Lieve juffrouw Eva, ik heb unoodig.
Er is een der heeren van de gecostumeer-
den, die het ongeluk heeft gehad een paar
zilveren knoopjes van zijne ouderwetsche
puntschoenen te verliezen. My dunkt er
moeten hier in de kleerkast van den ouden
graaf nog wel zulke knoopen zyn. Zouden
er niet?"
„O, voorzeker gravin, wel twintig".
„Zend dan eens iemand om ze te halen,
dan kunnen wy uitzoeken, want er is haast
bij".
„Laat my u zeggen, dat dit niet gaan zal,
gravin, want niet ééne dienstbode durft in
den avond de slaapkamer van den ouden
heer bezoeken. Het gerucht loopt, dat het
daar spookt. Reeds tijdens het leven van
den graaf liep dit gerucht, en sedert zyn
dood is het er niet op vooruit gegaan".
„En gelooft gij dit ook, juffrouw Eva?"
„Neen, ik geloof dat niet en ik zal voor u
naar de slaapkamer gaan, ofschoon"
„Nu ofschoonvoleindig dien zin, juf
frouw Eva".
van de liberale Tweede- en Eerste Kamer
leden v. Karnebeek, v. Houte, Rengers,
v. Leeuwen en Stork, en van de rechter
zijde in de Eerste Kamer, niet ging tegen
dit kabinet, volgens hunne herhaaldelijke,
uitdrukkelijke verklaring, en 't dus niet
ging om eenig stukje politiek maar om
het landsbelang.
In de vijfde plaats omdat het optreden
van een kabinet van Rechts een constitu-
tioneele misstap, een inconstitutioneel e
daad zou zijn geweest, dewijl de meer
derheid in de Tweede Kamer is antiele-
ricaal, en in 1905, toen zy dit ook was,
het cler. kabinet voor het vrijzinnige had
moeten plaats maken.
In de zesde plaats omdat, ook gesteld
dat het Rechtsche kabinet ware opgetre
den, het óf zijn beginselen zou hebben
moeten verloochenen, óf by de eerste prin-
cipieele ontmoeting met de Kamer zou
hebben moeten henengaan.
Dat dit laatete geen praatje is, blijkt
uit hetgeen de vrijzinnig democratische
Arnhemsche Courant reeds op 14 Febr.
schreef
„In de Tweede Kamer is in het geheel
geen meerderheid, terwyl zij toch zoo is
samengesteld, dat een Kabinet uit de
rechterzijde allicht reeds bij de eerste
quaestie van geprononceerde politieke be-
teekenis de helft der stemmen plus één
tegenover zich zou zien".
Een voordracht van Da Costa.
Toen David Strausz zijn „Leven van
Jezus" had uitgegeven, zou mr. Isaac da
Costa een voordracht houden om Strausz
te bestrijden. Op den bepaalden tijd was
de zaal overvol en allen waren vol span
ning om te hooren, wat de vurige belijder
van Christus thans in het midden zou
brengen. Da Costa beklom den katheder
met den Bijbel in de handhij las voor
Hand. 12 1315 en hield een aangrij
pende prediking over „de Roos van Jeru
zalem". Zoo noemde hij het dienstmeisje
Rhode, die, toen Petrus, door den engel
uit Je gevangenis verlost, aan de voor
poort klopte om binnengelaten te worden,
zóó opgetogen was van vreugd, dat zij
vergat de deur te openen. (Het Grieksohe
„Rhode" beteekent „Roos"). In de geheele
deze kamer eerbiedig te blijven behan
delen".
„Ik zal zelve gaan, juffrouw Eva. Geef
my de sleutels en het licht".
„Neen, neen, gravin dat behoeft niet. Ik
zal u dadelijk halen wat gij verlangt. De
knoopen liggen in die ouderwetsche kast
naast het ledikant".
„Juffrouw Eva", zei Agnes, op gebieden
den toon, „geef mij dadelijk de sleutels en
het licht. Ik zal naar de spookkamer gaan.
Ik wil een eind maken aan die dwaze byge-
loovigheid in mijn kasteel. Alle bedienden,
die dezekamernietdurvenbetreden,moeten
worden ontslagen".
Juffrouw Eva, geheel uit het veld gesla
gen, gaf de sleutels zwijgend over, stak een
waskaars aan op een zilveren kandelaar en
maakte eene diepe buiging.
De baron wilde den kandelaar aanvatten,
maar Agnes zeide
„Och neen, mijnheer de baron, laat my
het licht dragen. Wilt gij mij een genoegen
doen, vat dan even den sleep tot wy aan
den trap komen".
De baron gehoorzaamde ook, en verge
zelde Agnes door den gang tot aan een
breed verlicht portaal, waar stoelen ston
den, en waar de trap naar de bovenvertrek
ken zich aan hen vertoonde.
„Wacht mij hier", fluisterde Agne3 hem
toe, „ik ben dadelijk weer by u".
Spoedig was zy boven, draaide een slot
om en verdween in de spookkamer.
VIII.
DE VERPLETTERENDE VONDST
IN DE SPOOKKAMER.
Ofschoon Agnes getoornd en gespot had
oyer't bijgeloof harer dienstboden, zoo kon
toespraak werd geen woord gerept noch
van Strausz, noch van zijn boek, maar de
hoorders waren zoo medegesleept door bet
gesprokene, dat zij aan het eigenlijk on
derwerp van de voordracht niet meer
dachten.
Toen de redenaar eindelijk aan het slot
van zijn verhandeling gekomen was, zag
hij zijn hoorders lachend aan, en sprak,
met heenwijzing naar de beteekenis der
namen Rhode (roos) en Strausz (ruiker)
„Zulk een Christelijk Roosje is van meer
beteekenis dan een geheele ongeloovige
Strausz
Toen nam hij zijn Bijbel weer in de hand
en „de voordracht tegen Strausz" was ge
ëindigd.
Kantongerecht Ooes.
P. de V. te Borssele heeft hooger beroep
aangeteekend tegen het vonnis van het
Kantongerecht te Goes, de dato 25 Maart
1907, waarby hy wegens't's nachts jagen
zonder akte en vergunning werd veroor
deeld tot 2 X f 10 b. s. 2 x 4 d. h met ver
beurd verklaring van het geweer en 3
patronen.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Heden Vrijdag zyn veroordeeld wegens
mishandelingL. V., 32 j., timmerman,
Heikant (St.-jansteen), tot f5 b. s. 5 d. h.,
J. V., 22 j., sjouwerman, Vlissingen, tot
7 d. gev. straf;
heling: G. J. S., 52 j., koperslager,
VlissiegeD, tot 6 w. gev. straf;
diefstal: H. W. K., 12 j., H. J. R., 12
j, en L. F. P., 12 j., allen zonder beroep,
VlissingeD, de le tot 3 m. tuehts., de 2e
en 3e tot een berisping, s. 3 m. tuchts.,
wanneer zij zich binnen het jaar aan eeD
strafbaar feit schuldig maken
het door schuld aan een ander veroorzaken
van zwaar lichamelijk letsel: J. A. P., 64
j., opzichter bij de naamlooze vennootschap
Houthandel voorheen G. Alberts Lz.,
Co., Middelburg, tot 7 d. h.
UIT DE PROVINCIE.
Middelburg. Door Gedeputeerde Staten
van Zeeland is de verkiezing voor de perio-
diêke aftreding van de leden der Provin-
zij toch eene zekere huivering niet onder
drukken toen zy de muffe kamer binnentrad
waar de oude graaf den laatsten adem had
uitgeblazen.
't Zag er daar ook alles behalve prettig
en huiselijk uit. De muren waren met don
ker trijp behangen en prijkten met geen
enkel portret. Alleen een reusachtige
spiegel, waarin men zich van het hoofd tot
de voeten spiegelen kon, hing tusschen de
twee ramen, die met zware groene gor
dijnen warén gesloten. Voor de deur hing
een zwaar groen gordijn, en om het groote
reusachtige ledikant hingen ze eveneens,
zwaar en somber neder. Een doodouder-
wetsche kaptafel met twee armlusters naast
den bewegelyken ronden spiegel, die er
aan bevestigd was, eenige groote groene
stoelen, een zware eikenhouten tafel met
draaiende pooten, eveneens met een groen
kleed bedekt, en de door juffrouw Eva ge
noemde kleerkast maakten het ameuble
ment uit.
Toen Agnes van achter het zware gordijn,
dat voor de deur hing, dekamerbinnentrad,
had zij moeite haar licht aan te houden,
want de tocht, die de golvingen van dit
behangsel veroorzaakten, had het bijna uit-
gebluscht. Pas was zy nu binnen, of zy zag
zichzelve ten voeten uit in denreuaachtigen
spiegel en werd een oogenblik versteld door
het prachtige harer eigene verschijning.
Zooals zij voor ettelijke maanden hare
eigene Bchoonheid bewonderd had in de
beek achter de kostschool, zoo trof haar nu
weder die schoonheid in het kleed der
koningin. Toch was die enkele kaars niet
volde u~ Je, om haar geheele persoon te ver
lichten, en had al wat zij in den spiegel
gadesloeg iets spookachtigs door de duia»
ciale Staten bepaald als volgtde candi-
daatstelling op 4 Junide stemming op 11
Juni; en zoo noodig de herstemming op
25 Juni.
Waarde. In de Donderdag j.l. gehouden
vergadering van den raad dezer gemeente,
werd de rekening van het burgerlijk
armbestuur goedgekeurd in ontvang op
f2122,47, in uitgaaf op f 1479,325 en alioo
met een goed slot van f643,145. Voorts
werd besloten tot af- en overschrijving in
de begrooting voor 1906 en 1907 en tot
beschikking over een gedeelte van den
post voor onvoorziene uitgaven der be
grooting voor 1907, ten einde daaruit te
betalen de kosten van het op 23 Maart
1907 aan de kinderen der openbare lagere
school vanwege de gemeente aangeboden
schoolfeest. Stembureaux worden benoemd
voor de eventueele stemmingen voor leden
van de Provinciale Staten en den Ge
meenteraad. Het beredeneerd verslag van
den toestand der gemeente over 1906 werd
aangeboden. Naar aanleiding van een
sohrijven van drie ingezetenen dezer ge
meente, waarin wordt betoogd, dat de
veranderde openstelling van het hulppost
kantoor alhier, zeer is ten engerieve van
het publiek, en waarin wordt verzocht bij
boogere autoriteiten aan te dringen, dat de
vorige openstelling wordt bestendigd, wordt
besloten aan dit verzoek te voldoen. Een
mondeling verzoek om gebruik te mogen
maken van eeD schoollokaal tot het houden
eener vergadering inzake het Groene Kruis
wordt voor ditmaal toegestaan.
Aan het strand te Koudekerke is
aangespoeld een vat wijn, gemerkt 213
L O J Carthirade „Luoation".
De Staatscourant no. 79 bevat de
statuten der schietvereeniging „Klein maar
dapper" te Aagtekerke, der Postduiven-^
vereeniging „De Vogelvlucht" te 's-Hee-
renhoek, en der Vereeniging voor Geref.
Schoolonderwijs te Colijnsplaat.
Wij vernemen dat de buitengewone
Provinciale vergadering van het Prov.
Comité van anti-rev. kiesvereenigingen
(de Partijdag) uitgeschreven is tegen 21
Mei Pinkster drie te Goes.
Vlissingen De sergeant Heijman van
het regiment Genietroepen is, ter vervan
ging van den sergeant NieuwenhuizeD,
ternis van het vertrek. Daarbij greep de
gedaehte haar aan, dat op dit bed een lijk
gelegen had, en sedert was het niet meer
beslapen en deze kamar geschuwd. Zij
waagde het niet de gordijnen van het ledi
kant te openen, alsof zij vreesde, dat de
schim van den graaf haar daar begluren
zou. Zy was wel genoodzaakt voor zich
zelve te bekennen, dat zy toch ook niet vry
van alle bygeloof was. Maar onmiddellijk
daarop zich schamende over die stille
bekentenis, greep zij zich aan en zocht in
de sleutelbos naar den sleutel van de groote
vierkante kast met zware ingesneden
deuren, waarop in bas-relief de grafelijke
wapens van Waldstein prijkten.
Na eenig zoeken ging de sleutel in het
slot en draaide daarin om. Knerpend op
hare herren opende zich de deur, en een
sterke kamferreuk drong onaangenaam in
haar neusgaten.
Niets dan ouderwetsche mannenkleeding-
stukken deden zich aan hare blikken voor
maar wat bekommerde zy zich daarom. Zy
zocht de knoopen. Op den vloer der kast
stonden een heel regiment doodouderwet-
sche puntschoenen en kaplaarzen. In die
schoenen waren de zilveren knoopen, die
zy behoefde.
Zij bukte zich om een enkel paar uit te
halen en van de knoopen te ondoen, het
geen haar ook zonder moeite gelukte. In
een oogwenk was dit werk gereed. Maar
toen zij de schoenen weder wilde neder
zetten en daarbij wel wat haastig te werk
ging, stiet zy by ongeluk een ouden slaap
rok af,die zwaar en plomp voor hare voeten
viel.
(Wordt vervolgd/'