NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND I lanlimdt Battasnieciit ïr- No. 151 1907. Donderdag 28 Maart. 21e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH Bultealsidscl Overzicht. mei» TE KOOP nette Dienstbode t0estn>6fl]flöc VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. DE JONGE-VERWEST, te Goés P. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN - MID DB LB LEG. - molen, een Saksploeg, eer. jg en een Leurkar, alles zoc nieuw. Adres dhr. D'HUIJ burg. sns ziekte met 1 Mei a.s. bij M. MEÜLENBERG dijk (Everinge). Terstond »e Dienstbode Wasch buiten huis. Adres PERHOUD, Dwarskaai G 113 urg. w DEK KEK, üostsingel, Goes, ■stond of met Mei e Meid. Wasch huiten huis, bij P. BLOK, Oost-Souburg Met Mei of eerder Smidsknecht bekend met boerewerk e i bij G. TAAL, Middelbur ÏRSH.- STEENS. i,3o 7,3o io,2o 2,o7 i,+o 7,4o io,3o 2,17 i,4o 7,5o io,40 2,25 8,5 10,50 2,37 .,io 8,16 11,2,48 .,22 8.4211,233,14 i,36 8,5111,383,23 5,54 9,4 11,45 3,36 >,58 9,8 11,503,40 ;,3o 7.10 12,05 t,51 7,41 12,26 8,02 12,42 8,30 1,10 9,3o - 9,58 >,29 io,18 .,50 10,40 ',36 11,05 1,35 4,08 ',38 11,08 1,384,11 ,51 11,21 1,514,24 s—11,30 2,-4,32 1,26 ii,S3 2,214,56 1,3711,58 2,375,08 1,4912.16 2,505,16 1,57 12,24 2,58 5,22 12,35 3,08 5,28 j,32 9,5 i,37lo,lo 2,5 5,15 -.43 li,8 2,35 5,57 ,5012,13 3,407,— ,8 ,30 ,5o ,6,15 EOOSiJïl O 4,io 7,5o xi,3 4.20 8,— 11,1 1 4,28 8,lo 11,2 4,40 8,2011,3 4,51 8,32 u,39' 5,12 8,51 12,ol 5.21 8,5912,07 5,34 9,12 12,18 5.38 9,15 12,20 6,— 9,5o 6,23 10,11 6,42 10,27 7,10 10,50 4,15 8,15 4.39 8,39 4,58 8,58 5,20 9,20 5,45 9,45 5,48 9,47 6,2 10,02 6,12 10,o7 6,36 10,28 6,46 10,37 6,56 10,41 7,6 10,55 7,i6 11,03 9,40 10,45 II,10 11,34 11,53 12,14 12,3 12,37 l2,5o 12,57 1,20 1,30 1,38; 1,46 i,54 1BOOT TELEGRAAF, Maa t. teidam dagelijks (oehalve Maan- 7,— uur; van Antwerpen ehalve Maandag) 'smorg. 7.— u. ootdianst „SCHELDE" Maart 10,— I Zater. 3010,30 11,— ,30 10,— Zond. 3111,30 11, ,30 12,— I eersto getal achter een datum ia Ziorikzee ket tweede getal ii Rotterdam). SM. MIDDELB. BOTTERDAM Maart. v. Vliss. v. Midd. v. Rott. 27 7,30 8,45 8,45- 28 29 7,30 f,45 8,45 30 7,30 8,45 8,45 April. s, uitgezonderd Zondags, van 7,30; van Middelburg en Rot- 5. 1Donderdag 4en verder gs en Vrjjdags geen dienst. iT MIDDELBURG—ZISKIKZEE. Maart. delburg dagelijks 's morgens 7.30 ags 3,30 (Zondagsmiddags, be. taart, geen dienst). Yan Zierikzee. ,30 3,— ,30 3,— ,30 3,- Zater.30 7,30 Zond. 31 7,30 3,- 3,- est Europeesche of Spoortijd. 11,50a) 5) nm. 3,23?) en 6,154) 1. 12,15a) 3,50?) en 6,45 :h) nm. 1,55a) en 4,45 )a)i3,23 en 6,15a)/) 80 minuten na het vertrek van edekenskerke n. Neueen vm. 8,30 i naar Breskens, Bon uelen e© r Breskens, Borsselen en Nenzee gen van 16 April 31 August"® de boot van 10,25 uit Neuzen ten est .Goes. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers 0,026. UITGAVE DER FIRMA SN VAN van 5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. IJK. Wolphaartsdijk, 5 April. Heinkenszand, ook voor 's-H. Arends- kerke 8 en 9 April des voormiddags. 27 Maart 1907. Onder den titel Tweeërlei Christendom schrijft een vrijzinnig blad Het Handels blad, en alle vrijzinnige en neutrale bladen in Zeeland zullen het wel overnemen het volgende In het Utrechtsch Dagblad werd van De Ruyter gezegd, dat slechts dit ééne hem bekommerde ofhij zijn plicht betracht had voor zijn ge weten en voor God. •Dier Calvinistische figuren was hij een, wier daden de aarde met bewondering ver vullen, doch die zichzelven sl echts beschouwen als instrument in Godes machtige han d". De Rotterdammer, een der organen der antirevolutionairen (niet echter als D e Standaard, het orgaan van Dr. Kuyper) zegt naar aanleiding van deze woorden •Het ware te wenschen, dat eenzelfde ge tuigenis later ook van al onze heden ten dage levende Calvinisten zou kunnen ge geven worden. •Stellig wierp het Calvinisme onzer dagen dan meer zegen af. •Vooral in de politiek wordt doormenigeen te zeer op uitwendige schittering gelet". Wij zijn het geheel met de Rotterdam mer eens. Het »politieke" Christendom staat zeer ver van het Christendom van De Ruyter af. Een „politiek" Christendom kennen wij niet. Wij kunnen derhalve niet beoordeelen hoe ver dit afstaat van een De Ruyter- Ohristendom. Maar wel weten wij dat het diametraal staat tegenover het moderne Christendom dat zich verheugt in een dooden, niet op- gestanen, mensehelijken, niet-onzondigen, schoon humanen, revolutionairen Christus. In 't verwijt van Het Hnndelsblad ligt iets van den farizeër: ik beter dan deze. Wat niet wegneemt dat er ook volgens ons velen in onze rijen hebben plaats ge nomen, wier Christendom meer is een leer die men „aankleeft", dan een reëel bezit van het leven dat met Christus in God verborgen is. 4) FEUILLETON. II. DE NIEUWE EIGENARES VAN WALDSTEIN. Zes weken zijn verloopen sedert den dag waarop de vacantie eindigde, en Agnes onder den lindeboom zat te treuren over hare armoede en verlatenheid. Hoe was nu alles veranderd 1 Het weder was zeer schoon. Zy reed in een prachtig rijtuig met twee snuivende rossen bespannen en was uiterst smaakvol gekleed. Haar licht blauw zijden kleed met zwart satijn afgezet, wit strooien hoedje met korenblauwe bloemen, waaronder het kastanjebruine hoofdhaar in lange krullen neerhing, stonden haar allerliefst. Haar oog tintelde van levenegenot en haar blik was eenvoudig en vertrouwelijk. De nota ris, die tegenover haar zat, beschouwde haar met innig welgevallen als een vader zijn kind, en naast haar bevond zich tante Anna, een zeer fatsoenlijke dame, die altijd in de groote wereld had geleefd, maar zelve geen fortuin bezat. De notaris had haar belast met de huishouding op Waldstein. Zy zou der jonge gravin tot eene moeder lijke vriendin verstrekken. Onder een oorverdoovend „hoera 1" trok het rijtuig langzaam de heerlijkheid Wald stein binnen. Al het dienstpersoneel, al het werkvolk, de arbeiders en hunne familie, allen in Zondagsgewaad, stonden hunne jeugdige gebiedster op te wachten. De eerste dag, die gravin Agnes van Waldstein °P hare goederen sleet, moest voor allen Wh feestdag zijn, Men kan ook van den tegenstander zioh laten gezeggen, wijl ook deze het orgaan kan zijn, door hetwelk de Hartenkenner ons een „beproef u zelf", ook op staat kundig gebied, toeroept. De heer v. d. Goes heeft 't, blijkens 't verslag in de Baanbrekerde vorige week te Middelburg in een socialisten-vergade ring gehad over Godsdienst en Socialisme. Hij heeft daar weer eens staan te be- toogen dat „godsdienst zich niet verzet tegen het socialisme", en „in de christe lijke leer niets is dat de geloovigen belet deel te nemen aan onzen strijd". Zijn toelichting was op sommige plaat sen vrij zonderling. Leest de geloovige niet in zijn bijbel dat de stichter van zyn godsdienst was communist P Christus was niet alleen communist, maar ook revolutionair. Zijn leer was niethoop en waeht op het hier namaals, maar hij wilde haar verwezen lijken met de middelen welke hem ten dienste stonden. In de Openbaring staat geschreven dat de antichrist, Keizer Nero, zou worden verslagen: dit teekent het revolutionaire. Niet als een armen timmer manszoon verwachtten de geloovigen hem te zien herleven, maar als een Koning die hun voorvechter zou zijn tegen de Romein- sche uitbuiting. Door zijn goddelijke hulp zou het Duizendjarig rijk, het rijk van vreugde en geluk worden gegrondvest vol liefde werd deze verwachting door duizenden en duizenden gedragen, tot zij een ketterij werd. De machthebbers in de kerk verboden de armen te hopen op hun verlossing in deze wereld, hun hoop moest geestelijk worden opgevat, haar vervulling werd uitgesteld tot de wereld der toekomst: den hemel. Wat den rijken geen eent kostte." Op grond nu 0. a. van dezen onzin moeten de geloovige christenen gelooven dat zij mogen plaats nemen in de gelederen der sociaal-democraten. Wij twijfelen geens zins of er ook maar een zal gevonden worden die er zich door zal laten vangen. Wij signaleeren alleen de pogingen van dezen spreker om er den Bijbel en den De oude hofmeesteres, die reeds meer dan twintig jaar aan het hoofd van het dienstdoend personeel had gestaan, stond met al haar onderhoorigen op het balcon. De lakeien waren in twee rijen geschaard, en bogen zoo diep zy konden. Agnes stapte het rijtuig uit en betrad den breeaen stoep, die zes treden hoog was. Zij gaf allen, die haar begroetten, zeer minzaam de hand ook al de vrouwelijke bedienden, en had voor ieder een hartelijk of vriendelijk woord. Toen de jonge gravin in den deurpost stond, juichten allen, dat het voorplein er van daverde „Lang leve de nieuwe gravin van Waldstein De advocaat hield toen een korte toe spraak tot de aanwezigen, waarin hy allen de verzekering gaf, dat de nieuwe gebied ster hun welzijn zou behartigen. Met tranen in de oogen leunde Agnes op zyn arm, en terwijl zij met de eenvoudigheid van een kind tot hem opzag, sprak zy „Zeg hun, mijnheer, uit mijn naam, dat ik hoop dat de goede God my wysheid en krachten geven zal, om ook hier myne naasten lief te heb ben als myzelve. Ik wensch nooit mijn geld voor my alleen te behouden, maar myn rijk dom te besteden tot nut myner onderge schikten, en ik zal nooit vergeten, dat ook ik met gebrek en ontbering heb kennis ge maakt, en myne lieve mamaach, dat zy nu nog leefde om dit tooneel te zien 1 eene vluchtelinge is geweest, terwijl zy zich niet schaamde voor zichzelve en voor haar eenigst kind te arbeiden". De advocaat drukte haar gevoelig de hand. Toen hare woorden, die slechts enke len hadden kunnen verstaan, door hetn op luiden toon herhaald werden, kwam er schier geen einde aan het gejuich en de oude yrouwen kusten haar de hand. Heiland bij te halen als een mislukking. De heer v. d. Goes heeft ook het revo lutionair karakter van der sociaal demoera ten klassenstrijd verdedigd met een beroep op de christenen en de o zoo schaapachtig zachtmoedige commune „Is geweld onchristelijk vraagt hy „Nog nooit is van socialistischen kant, tenzij als verweer geweld gebezigd". Hoe durft hij 't zeggen die de bejegening der onderkruipers, de moordaanslagen op de Durgerdamsche bootwerkers, het anar chistisch avontuur van nabij kent,en van de moorden en brandstiohtingenderÓommune, den moord op den Aartshertog van Parijs en de generaals Leoomte en Thomas, de gruwelen door de Communards gepleegd, gelezen heeft. Maar hij draaft al verder door in sner penden spot en haalt er „God" bij. Wij weten niet of hij aan een God gelooft wij kunnen het haast niet gelooven. Daarom nemen wij zijn beroep op God niet ernstig op. Toch drukken wij zijn woorden af „Is de christelijke God een kapitalistisch God Is het voor hem van eenige be- teekenis als op één der hemellichamen een maatschappelijke verandering plaats zou hebben Welk een kleine, prozaïsche voor stelling van Zijne Almachtigheid Zou het hem, met zijn oneindige wijsheid en goed heid, zooala de christenen zich hem voor stellen, niet volmaakt onverschillig zijn of op onze aarde kapitalistisch of socialistisch werd geleefd Deze Rhabsaké-taal gaan wij stilzwijgend voorbij om nog even te hooren hoe de heer v. d. Goes zijn haat tegen de „priesters" lucht. „De priester is niet alleen een huurling van het kapitaal, hij wil ook het socialisme met hart en ziel bestrijden, omdat dit concurreert, en gelukkig concurreert, met de kerk. Wij nemen de geestelijkheid het werk uit de handen en doen dit wat beter dan zij zelve. Wij weten heel goed, dat er verschillende geestelijken zijn die zich niet bemoeien met politiek wij weten dat wij niet allen moeten afmeten naar de afzichtelijke creaturen die onder christelijk „Nu, lieve menschen, God doe my zooals ik u wensch te doen" sprak zij met. bevende lippen. „Gaat nu naar de tuinmanswoning, daar vindt gij den maaltijd gereed," en zij begaf zich naar binnen. De advocaat nam deel aan het dejeuné, waarbij de grootste overvloed heerschte. Ook madame Verloop was voor deze ge legenheid uitgenoodigd, maar zij had zich laten verontschuldigen wegens hareschool. Zy zou later met al de kostmeisjes eens komen, welk denkbeeld bij Agnes een zeer goed onthaal vond. Zy waren dus met hun drieën zeer huiselijk bijeen, en genoten in de groote zaal, die met openslaande deuren door een terras op den tuin uitkwam, een ruim en liefelyk uitzicht op een schat van bloemen, heesters en boschaadjes. Menig hartelijk woord werd gesproken, en de advocaat had ruimschoots gelegen heid zyne opmerkingen te maken over het gezonde oordeel, den kieschen smaak en de goedhartige eenvoudigheid van de jonge erfgename en prees in zijn hart den echt genoot gelukkig, die eens deze Agnes de zyne noemen zou. Ook tante Anna was best voldaan over haar nichtje, zy prees hare manieren en houding, maar aan God, den grooten oor sprong en gever van alle goede gaven en volmaakte giften, dacht men niet, ten minste na het gevoelvolle woord van Agnes bij den ingang van haar lustslot werd geen enkel gesprek gevoerd, waarin zijn naam voor kwam. Wel deed het Agnes kinderliefde eer aan, dat zij telkens en telkens wederom over hare moeder sprak, en het hartelijk betreurde, dat de dierbare mama dien schoonen dag niet had mogen beleven. De notaris neemt afscheid en nu stelt tante Anna voor eene wandeling te maken door de gangen en kamers van het kasteel. mom ons in verkiezingsdagen tegemoet tredenwij weten dat er velen zijn, die zich met groote toewijding geven aan hun herderlijk werk. Maar in al de eeuwen van hun werken is het den geestelijken niet mogen gelukken iets te verwezen lijken van wat zij Zondags in de kerk den geloovigen voorhouden". En met zulke armzalige argumenten nu moet den Christenen worden voorgehouden dat Christendom en Sociaal-democratie vereenigbaar zijn. Argumenten van „geestelijken" die ons in verkiezingsdagen onder christelijk mom tegemoet treden Het is of de man bij vrijzinnig-demo craten ter sohole is geweest Meer en meer dringt de nood aan per soneel voor onze christelijke soholen. Op eenigszins afgelegen plaatsen gaat het verkrijgen van personeel steeds moeilijker. De talrijke nieuwe seholen die verrijzen, nemen zoovele leerkrachten in beslag. Eo wat even erg is voor het onderwijs en den goeden gang der School is dit dat al taeer en meer de stabiliteit verdwijnt. Wie ééo jaar de school dient, niet te bost in het centrum gelegeit, is voorwaar een te waardeeren kracht. Zult ge niet te spoedig weggaan Deze vraag hoorden we een der laatste dagen door een bestuurslid aan een nieuw benoemd onderwijzer doen. Ze is teekenend. Mogen we daarop onze christelijke huis gezinnen eens wijzen, opdat ze hunne zonen die daarvoor gaven en lust hebben, afstaan aan het christelijk onderwijs. Vooral iu Walcheren, waar een uit nemende christelijke Normaalschool raeds jaren lang haar sporen verdiende, bestaat uitstekende gelegenheid tot opleiding. Rusland. Het was te verwachten dat de nieuwe Doema, revolutionair in haar samenstelling gelijk haar voorgangster, terstond op de De hofmeesteres wordt geroepen, en komt aldra met den grooten sleutelbos, om de nieuwe eigenares alles in oogenschouw te doen nemen. :tls eene lange wandeling, eerst de beneden-vertrekken, als daar zijn de eetzaal, de boekerij, de schilderij zaai. Vooral in deze laatste toeft gravin Agnes langer dan tante Anna lief is. Deze laatste heeft niets met schilderkunst op, en hare nicht doet niets liever dan zich in de stuk ken der groote meesters te verdiepen. „Al had ik", zoo dacht zij, „niets anders dan deze zaal geërfd, dan zou ik rijk geweest zyn I" Daarna lag de groote gezelschaps- of balzaal aan de beurt, geheel in rood fluweel gedrapeerd, vol kostbare meubels en prij kende met tal van kolossale familie-por tretten. Eéne deur ging de hofmeesteres, mejuffrouw Eva, voorby zonder die te openen. „Hé, juffrouw Eva, waarom opent gij deze deur niet vroeg Agnes. „Uwe hoogheid kan die kamer later wel bekyken, dacht ik. Het is daar zoo mooi nietmaar wanneer de gravin het gebiedt zal ik haar opensluiten". „My dunkt, wij moesten niet alleen het schoone, maar ook het ieelyke zien", ant woordde Agnes eenvoudig. De deur ging open, en een klein vierkant vertrek deed zich aan het oog der bezoek sters voor. Het was zeer somber, want slechts één raam gaf uitzicht op eene bin nenplaats. Een groote kachel, die zomer en winter staan bleef, stond voor den schoor steen, een ouwerwetsche tafel met een groen lakensch kleed gedekt, een groote fauteuil en zes andere stoelen met groene bekleedsels, mitsgaders eene boekenkast met groen gordijn maakten al het meu blement uit. Aan de wanden hingen ver- veldkrijgsraden snappen zou. Reeds enkele dagen wordt over de afschaffing van deze instelling geredetwist tussehen rechter-en linkerzijde. Alle ministers woonden de beraadsla gingen bij. Van links werd natuurlijk op deze moordgelegenheden erg afgegaan docb van rechts verdedigde men ze als buitengewoner) maatregel tot onderdruk king der revoluiL. De leider der kadetten, Maklakof, drong in verzoenenden zin bij de regeering op de afschaffing aan. Waar de regeering wel niet aan vol doen zal. Het zou een vrijbrief aan de revolutio nairen zijn om maar ongehinderd te blijven moorden. Frankrijk. Het ministerie Olemenceau schynt tel kens zyn triomfen te moeten vieren met het Damoeles-zwaard boven het hoofd. Terwyl de heele Kamer zijn plannen in zake Marokko toejuicht, komt daarop eenmaal de socialist Colliard voorstellen de lichting 1903 naar huis te zenden. Minister Piquart bestrijd 't voorstel wegens bezwaren. Ten slotte wordt de orde van den dag, dat wil zeggen, er niet meer over praten, waarmee de ministers genoegen nameD, met 278 tegen 236stemmen verwor pen, wat groote ontroering veroorzaakte. Wel kwam toen een ander lid gauw met een reddingsplank aandragen in den vorm eener motie dat de Kamer vertrouwt dat de regeering de lichting 1903 „zoo spoedig mogelijk" naar huis zal zenden, welke motie met 413 tegen 79 stemmen werd aangenomen, doch de klap was ge deeld en gevoeld. Want Clemenceau had ter afwering van een tweeden het zwaarste gesehut noodig dat hij bezat. Hij verzekerde namelijk „dal de toestand in Europa wel niet ver wikkeld is, maar toch met aandacht dient te worden beschouwd". Hetgeen zeggen wiler is oorlogsgevaar, en wij hopen als „het komt,'mee te doen. Het oude ,/si vis pacem, para bellum" als gij den vrede wilt, rust u toe ten oorlog" verminder uw weerkracht niet want daar komt het op neer schillende portretten, die in de duisternis moeielijk te onderscheiden waren. „Mooi is deze kamer niet", zeide Agnes „maar zeer plechtig is het hier"; en zij bleef aan den ingang staan. „Dat is de kamer", antwoordde juffrouw Eva, „waar de oude graaf van Waldstein de laatste jaren zijns levens heeft gesleten. Reeds voor twintig jaren gebruikte hy hier zyn ontbyt en zyn middagmaalmaar de laatste tien zat hy er letterlykdenganschen dag. Hier ligt nog de courant, waarin by het laatst heeft gelezendaar staat zjjn pijp nog half gestopt"; en de goede ziel veegde zich een traan uit het oog. „Hy moet een zeer zonderling man ge weest zijn", antwoordde Agnes bewogen. „Het komt my hier alles zoo droevig voor". „De oude graaf was somber en knorrig, dat is waar", antwoordde Eva. „Hy zag nooit menschen en werd ook slechts door mij en den ouden Jakob bediend. Het scheen of een groot verdriet aan zijn leven knaagde, maar hy sprak er met niemand over en bleef zich in de eenzaamheid op sluiten tot wij hem dood vonden". „Arme man te midden van zooveel geld en schatten 1" riep Agnes uit. Intusschen was haar oog gevallen op een portret, dat nog het meest in het gezicht hinghet stelde een joug ofïieier voor. „O, kom eens bier", riep zij uit, „welk een mooi portret is dit! Wie tstek het voor?" „Dat is de jonge kapitein der artillerie Van Zelm", antwoordde Eva. „Van Zelm? Van Zelm?" herhaalde Agnes peinzend. „Was dat ook niet familie van den ouden graaf? Had ook hy niet aanspraak op de erfenis?" (Wordt vervolgd},

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1