NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 147. 1907. Zaterdag 23 Maart 21e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE=VERWEST„ te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN FEUILLETON. Goes. Woensdagavond vergaderde ten stad huize bet in 't begin des jaar gevormde De Riiyter-Oomitié onder presidium van den Burgemeester, den heer De Koning Kooy. Behalve uit dezen als voorzitter, bestaat het comilé uit de heeren J. Fransen van de Putte, M. H. Harinek, J. de Hoogb, secretaris, J. M. Kakebeeke en J. Witkam, penningmeester. In den loop dezer week zullen vanwege dit comité oirculaires wor den verspreid met een inteekenbiljet er bij. Dit biljet zal eohter worden teruggehaald. Het zal echter ook gaarne ingevuld door een der leden van het comité in ontvaDgst worden genomen. Het voornemen is de verzamelde geld en voornamelijk te besteden voor de stichting van een eigen grooter ge. IEDER EN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers0,02". UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij die zich met 1 April op ons blad abonneeren, ontvangen het tot dien datum gratis. KovLd-eJeerise. Voor een lid van den gemeenteraad steunen wij de oandidatnur door de anti- revol. kiesvereeniging gesteld, van dhr. H.DEKKERJac.zn. Buitenlandsch Uverziehl. Roemenië. Er is weer een stukje Jodenhaat of .Rassenhaat of Eapitalistenhaat losgekomen. Reeds kwam 't om de uitbarsting er van te beletten, tot een treffen tussohen troe pen en manifestanten doeh dit heeft aan de beweging voedsel gegeven, in plaats van haar te te' fnuiken. Op 't oogenblik wordt Jassy door 30000 boeren omsingeld en worden door de re geering eenige korpsen gemobiliseerd. Uit alle districten komen verontrustende berichten naar de hoofdstad. In Piatrane- anitz werden meer dan 200 landgoederen en pachthoeven door de boeren verwoest. Duizenden Joodsohe gezinnen vluchtten reeds naar Suozawa (Hongarije). Ze zijn van alles beroofd en vertellen de meest ontzettende bijzonderheden omtrent de ge beurtenissen der laatste dagen. Er is ge brek aan levensmiddelen voor de vluch telingen, en alles wordt zeer duur betaald. In Botosjani moet volgens de verhalen der vluchtelingen een formeele slag gele verd zijn tussohen mindergegoede Joden en boeren, die verscheiden uren duurde. Aan beide kanten vielen dooden en ge wonden. Soldaten, die naar Bordujeni gestuurd werden, sloten zich bij de boeren aan, en hielpen, dronken als ze waren, mee aan de plundering. In Buccea gebeurde 't zelfde. Hier kwamen de boeren met wagens naar de stad gereden om den buit weg te voeren. Ongeveer 2000 oproerlingen begaven zioh op weg naar Mihaileni, (slechts 40 K.M. van Czernowitz verwijderd). Ieder oogenblik verwacht men hier 't uitbreken van ongeregeldheden. 1) DE ARME SECONDANTE OP DE KOSTSCHOOL. Wij verplaatsen ons in den tuin van eene dameskostsohool op een dorp bij den Haag. 't Is heden de laatste vacantiedag. Al de leerlingen zijn huiswaarts getogen en hou den het natuurlyk zoo laDg mogelijk uit, terwijl ook de institutrice, madame Ver loop, hare familie is gaan opzoeken en eerst van avond met den voorlaatsten trein thuis komt. De eenige overgeblevene, behalve de dienstboden, is mejuffrouw Agnes, de negentienjarige secondante. Waarom is zij reeds teruggekeerd Ach, lezers, Agnes is niet weg geweest. Naar wie zou ze gaan 1 Zij behoort niemand toe en heeft alleen haar verblijf in deze kost school, waar zij door de liefdadigheid van madame Verloop wordt opgeleid, op voor waarde eohter, dat zij even zoovele jaren als hare opvoeding duurde, de institutrice als secondante zonder loon zal ter zijde etaan. Agnes is een weeze. Hare mama behoorde tot de Fransche vluchtelingen, die tijdens het schrikbewind van Robespierre hun vaderland moesten verlaten, om de misdaad dat ook zij een adellijk wapen voerden. De arme baron Delamonte was op de vlucht ontdekt en had zijn hoofd onder de guillio- tice verloren, maar zijne vrouw was het met enkele vrienden en haar eenigste doch tertje Agnes gelukt, de grenzen over te komen, en op onzen vaderlandschen bodem een nieuw tehuis te vinden. De positie van de Rumeensohe regeering tegenover de volksbeweging is vooral moeilijk, omdat de leider van de liberalen, Stourdza, in zijn kwaliteit van president van de Boerenkredietbank, de verpach tingen van de landgoederen aan niet-Ru- menen heeft goedgekeurd. Heden zou de koning beraadslagen met den ministerraad. De positie van het ka binet heet kritiek in sommige telegrammen. Studenten organiseerden onder leiding van beruchte antisemieten een betoogiug, waarbij de straten van Boekarest werden doorloopen onder het zingen van patriot tische liederen. De politie-prefeot liep voorop en beloofde den betoogers vrijheid van beweging als ze niet tot buitenspo righeden vervielen. De afgevaardigde Jane Bratesou hield een interpellatie, waarbij hij wees op de bepalingen van de grondwet, waarbij ook aan vreemdelingen het onverkorte bezit van hun eigendom wordt verzekerd. Hij stelde verder een wetswijziging voor, waar bij aan hoogleeraren verboden wordt de studenten op te hitsen door in plaats van wetenschappelijke onderwerpen politieke vraagstukken te behandelen. Als resultaat van reeds gehouden be sprekingen tussehen den koning en de ministers wordt genoemd een plan tot regeling van het landbouwbedrijf. Daarin zou dan worden bepaald dat de pachttijd niet langer zal duren dan vijf jaar en het aantal pachtgoederen dat in een hand ver- eenigd kan worden, wordt vastgesteld. Deze bepalingen zijn vooral gericht tegen een landbouwtrust, opgericht door den Israëliet Fisscher. Ook Boekarest is omringd door 30,000 boeren. De bladen melden, dat de Rumeensohe grensstad Mihaileni stormenderhand door boeren genomen werd. De bevolking vluchtte. Ook de stad Roman is in gevaar. Duizenden boeren trekken naar Jassy op, waar militaire versterkingen zijn aange komen. Duitschland. De regentschapsraad van Bronswijk zal den Dinsdag a- s. samenkomenden Land dag voorstellen, hertog Johann Albrecht van Mecklenburg Schwerin tot regent te benoemen. Mevrouw Delamonte was een zeer be kwame vrouw, die vele talenten bezat en daarbij tevens een stil en ootmoedig geloof in haren dierbaren Heiland. Zij had weldra de gelegenheid kennis te maken met zekere institutrice, eene weduwe, die zich madame Verloop noemde, en in het bovengenoemde schoone dorp eene kostschool voor jonge juffrouwen was begonnen. Ofschoon het karakter der beide dames weinig overesn kwam, en vooral hare godsdienstige be grippen verre uiteen liepen, zoo besloot toch mevrouw Delamonte, door den nood gedrongen, zich met madame Verloop te verstaan, om gezamenlijk de kostschool te besturen. Fortuin had zy volstrekt niet meer en hare bloedverwanten waren allen vermoord. De eenige, die haar overbleef, was een oud-oom, maar deze was voor ieder ongenaakbaar en leefde als een kluizenaar op zijne goederen. De vier jaren, welke de arme vluchte linge in de kostschool doorbracht, waren waarlijk niet aangenaam. Zij arbeidde veel en bracht door hare bekwaamheid veel toe tot den bloei der inrichtingmaar madame Verloop behandelde haar steeds uit de hoogte en als eene ondergeschikte. Had mevrouw Delamonte nu niet eene eenige dochter gehad, dan zou zij met blijdschap van den geneesheer hebben vernomen wat haar thaDs met inwendigen kommer ver vulde. De dokter namelijk vond het noodig haar eenige rost aan te raden, daar zij in zorgwekkenaen toestand verkeerde door eene kwaal, die dreigde haar binnen kortte sloopen. Ach als zij bij Jezus was en met haar eohtgenoot in den hemel der gezalig- den juiohte, wat werd er dan van hare eenige Agnes, een meisje, dat nog zoo veel zorg behoefde en wier aangeboren fiere Engeland. De dames suffragists, kemp„haantjes" voor vrouwenkiesrecht geven den moed niet op. Allen, die eergisteren gevangen genomen werden, zijn veroordeeld tot ge vangenisstraffen van veertien dagen tot een maand, subsidiair boeten van een tot twee pond. Alle veroordeelden besloten haar straf te gaan uitzitten. In het Lagerhuis heeft men gisteren weer eens op echt ouderwetsch Engelache manier vergaderd. In een zitting die 27 uren onafgebroken voortduurde beschul digde de oppositie de regeeriDg van woord breuk ten opzichte van de regeling der parlementaire bezigheden, dat zij tot een tactiek van obstructie haar toevlucht neemt. Doch minister Bannerman verwierp de beschuldiging van woordbreuk en ver klaarde, dat de regeering niet van plan was toe te geven in een zaak, waarin ze volkomen in haar recht was. Inzake den Kanaaltunnel, in antwoord op een interpellatie, zeide Crewe, presi dent van de Privy Council, dat de regee ring tegen het plan van een tunnel, onder het Kanaal is. Hij voegde er by, dat zelfs wanneer tegen de aangevoerde militaire gevaren afdoende waarborgen waren ge schapen, er toch in het geheele land een gevoel van onveiligheid zou bestaan, dat het verlangen naar vermeerdering van uitgaven voor leger en marine zou doen ontstaan, en een blijvende oorzaak van onrust en zelfs van angst zou zijn, die, ofschoon geheel ongegrond, in haar ge volgen, zeer nadeelig zou zijn, zoowel in politieken als in commercieelen zin. Van den anderen kant zijnde voordeelen voor de Britsche handel en industrie niet van dien aard, dat ze tegen de nadeelen opwegen. Rusland. De indruk van de regeeringsverklaring is een goede. Een goede dag voor de Doema en de regeeriDg, aldus had de Times de Doema- zitting van Donderdag gekenschetst en het blad gelooft dat er hoop is op vruohtbaren arbeid van de Doema. Indien dit het geval is, zegt de Roess, dan zal Rusland dat te danken hebben aan de meerderheid der oppositiewant noeh de rede van Stolipin, aard zoo lieht tot trotschheid en ijdelheid kon overslaan? Welke toekomst bleef dat schoone kind bewaard? Wat was een leven van gouvernante of secondante anders dan eene voortdurende zelfverloochening En dan nog het ergste van allen, tot nog toe bleef het oor der innig geliefde eenlinge doof en haar hart koud voor de blyde bood schap des heils. Zij weigerde steeds te ge- looven, dat God haar lief had, omdat Hy had kunnen toelaten dat haar onschuldige papa op 't schavot werd ter dood gebracht, en dat zij en hare mama, van goed en geld beroofd, als ballingen rondzwierven in een vreemd land. Dit vooral deed mevrouw Delamonte sidderen, wanneer zij aan de toekomst dacht. Ook vreesde zij dat madame Verloop haar kind niet by zich zou willen behouden. Die dame toonde zich altyd zoo eigenlievend en zelfzuchtig en kon Agnes niet best zetten. Agnes wa« veertien jaren oud, toen hare mama het tijdelyke met het eeuwige ver wisselde. Op het sterfbed had zfj aan madame Verloop ernstig en dringend ge vraagd de opvoeding van hare dochter op zich te willen nemen tot deze in staat was eene betrekking te bskleeden, en deze had daarin schoorvoetend toegestemd. Zy wilde eene stervende moeder niets weigeren wat in hare macht stond, maar toch maakte zy deze voorwaarde, dat Agnes na hare exa mens nog even zoovele jaren kosteloos aan het instituut hulp verleenen zou als zy nu van die examens verwijderd was. Hiermede eenigszins gerustgesteld, beval de ster vende haar lieveling in Gods voorzienig bestuur en hare eigene ziel in Jezus handen. Sedert dien onvergetelyken dag waren nu vyf jaren verloopen. Agnes had zich noch de heftige taal der rechterzijde en van de sociaal-demooratie beloven iets voor het heil van het land. De meerderheid der oppositie echter heeft doen blijken volko men rijp te zijn voor een parlement. Ook de Retsj doet haar lezers opmerken, dat deze meerderheid de mooie rol heeft gespeeld zij toonde zich krachtig genoeg om zonder vrees voor rechts of links haar eigen weg te gaan en het odium d^r provoeeerende houding door de mannen van links en van rechts aangenomen deed zij geheel neerkomen op hen zelf. De Totcaret.y hoopt, dat de uitvoerende macht nu eindelijk de ergerlijke tegen stelling tussohen haar woorden en daden zal doen verdwijnen en steunen op de meerderheid der Doema, aldus bewijzend dat het haar volkomen ernst is met haar goede voornemen en zij inderdaad den weg van oonstitutioneele hervormingen op wii. Het verloop van de zitting van Dinsdag geeft de Slowo hoop, dat gemeenschappelijk het enorme hervormingswerk zal worden ondernomen, ondanks de tartende houding van rechterzijde en sociaal-democraten. De houding der rechterzijde komt blijk baar zelfs aan de Nowoje Wremja onver dedigbaar voor, althans het blad spreekt er niet over, zoomin als het een enkel woord van appreciatie weet te vinden voor de waardige houding de meerderheid van de oppositie Alleen Stolipins rede wordt boven de wolken geprezen. UJT DE PROVINCIE. ontwikkeld tot een aanminnige jonge doch ter van negentien jaren. Haar kastanjebruin haar golfde in lange krullen langs haar blanken hals. Haar donker oog zag fier en toch zacht onder do wenkbrauwen, die veel lichter getint waren dan het hoofdhaar. Haar kleine mond liet soms steelsgewijze een paar rijen ivoren tanden zien. Om hare lippen speelde een glimlach ook dan als zy treurig was, en de kleur harer wangen deed aan frissche maandrozen denken, die zich door 's hemels dauw bevochtigd, voelen. Schreide zy dan? vraagt gij. Ja, op dit oogenblik, waarop wij haar in den tuin der kostschool bespieden, is haar oog vochtig, geworden en de tranen druppelen langs hare wangen neer. Hoort maar, wat zij tot zichzelve zegt, en gy zult haar kwaal ver nemen. „Welk eene bittere slavernij is het leven, dat ik hier gedoemd ben te lyden. Eene wees en eene secondantedie twee denkbeelden vereenigd. Het eene nog beklagenswaardiger dan het andere. Eene wees vindt nog wel eens een ouderlijk dak terug, waar men haar wil doen vergeten wat zy verloor; en eene gouvernante of secondante kan wel eens als lid van den huiselyken kring worden aangenomen, en als zoodanig behandeld. Maar dat zyn uit zonderingen op deze koude harde aarde, waar alleen klinkende munt de wereld regeert. Hier is niets te vinden, dat warm is niemand hier in dit huis denkt er aan my myn onherstelbaar verlies eenigszins dragelijk te maken. Vooral madame blijft voortdurend mij ale een stuk meubel be schouwen. 'tls haar eenige gedachte zoo veel mogelijk van my te profiteeren, en daardoor met woeker terug te krijgen wat zy ten mijnen behoeve uitgaf of nog uit- houto voor de Zeevaartschool te Vlissingen, waaraan dringend behoefte bestaat en dat als een herinnering aan den eenvoudigen, verdienstelijken Zeeuw, Nederlands groot sten zeeheid. Het is zeker overbodig te zeggeD, dat ook Goes bij den bloei van zulk een school veel belaag heeft. Vele jongelui uit onze omgeving ontvingen of ontvaDgen nog hunne opleiding aan die nuttige stich ting, die voortaan den naam dragen zal van ,/De Ruyter". De op heden vastgestelde kiezerslijst voor 1907/1908 sluit met 1154 kiezers voor de lie Kamer, 1105 voor de Provinciale Staten en 1067 voor den Gemeenteraad. Het vorig jaar was dit respectievelijk 1141, 1107 en 1076. In het geheel zijn er 91 kiezers afgegaan en 104 bijgekomen. Deze laateten bestaan uit72 belastiDgkiezers, 4 woningkiezers, 18 loonkiezers, 1 peu- sioenkiezer, 1 spaarbank kiezererj 8 examen kiezers. Vlissingen. Gisterenavond werd in het Concertgebouw aan het De Ruyter vendel een vaandel uitgereikt, dat geschonken is door een dames-comité. Het geheele vendel musketiers, en piekeniers in hun oud-Hol- lattdsche costuums was in het Concertge bouw opgesteld. Er werden daar eerst enkele exercitiën uitgevoerd. Vervolgens trad een der dames van het comité, mej. Frijling, naar voren en hield een toespraak die met militaire honneurs werd aange hoord. De hopman, de heer M. van der Beke Callenfels, bedankte namens het vendel. Een oorkonde W6rd opgemaakt van de plechtigheid, tevens 'n kort proces-verbaal van de door de leden van het vendel aan het vaandel afgelegde gelofte. De plechtig heid werd door vele genoodigden bijge woond. Na afloop werd een ommegang met muziek gem akt, gevolgd door duizenden. Op de Groete Markt werd een taptoe ge houden. Gisteren is alhier binnengekomen het Duitsche oorlogschip „Lothringen". Het ankerde op de roede. (N. R. C.) De Schout-bij-nacht, W. Romer, com mandant van 't eskader, met zijn adjudant, den luit. ter zee le klasse, Fock, braoht gisteren een o'fficiëel bezoek aan den Com- geeft. De dienstboden weten het ook wel in welke verhouding ik hier leef, en daar zij meenen, dat ik slechts genadebrood eet, behandelen zij mij met minachting. Nu is de vacaatie om. Morgen komen al de meisjes weer terug, ook de andere secon dante. Wat hebben zij genoten En ik o, hoelang zal dit leven nog aanhouden. Mama placht te zeggen, dat God liefde is. Ik kan het mij niet begrijpen. Nadat mama gestorven is had niemand mij lief". Zy staat op om naar huis te gaan. Daar ziet zij eene kapel in het water vallen. Uit medelijden met het arme dier bukt zy zich over de breede sloot, en verlost het van den waterdood. Inmiddels zij haar best doet dit gevleugeld insekt te grypen weerspiegelt zich haar gelaat in het heldere water. Zy staat een oogenblik versteld. Eene ge dachte, tot dusverre aan haar vreemd, maakt zich van haar meester. Ik heb dan toch nog iets meer dan kennis en weten schap, die eene onderwijzeres te stade komen, ik ben schoondacht zy. In dit opzioht heeft de natuur my niet misdeeld Maar, zoo ging zij weemoedig voort, „ook schoonheid brengt geen geluk aan, wanneer men arm is En arm ben ik, ja bitter arm 1" Zij heeft het geredde dier in de hand, en tracht zijn vochtige vleugels droog te bla zen. Daar komt eene dienstbode den tuin in en roept„Mademoiselle Agnes I" „Hier ben ik", antwoordt bet meisje. „Br zijn twee heeren in de salon, die u wenschen te spreken". „Mij? dan zijn ze zeker verkeerd. Welke heeren zouden om my komen „Hebt gy niet gezegd, Mietje, dat madame niet thuis is?" (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1