NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 145 1907. Donderdag 21 Maart 21e Jaargang, HISTORISCH CHRISTELIJK- H. DEKKER Jae.zn. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed, S. DE JONGE-VERWEST te Goes F. P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN 182 Snippers uit de oude doos, IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers 0,02®. UITGAVE DER FIRMA SN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij die zich met 1 April op ons blad abonneeren, ontvangen het tot dien datum gratis. IJK. Goes in de voormalige weverij. Ook voor Kloetinge, Katlendijke, 's-Heer Hendrikskinderen en Wissekerke 21, 22 en 28 Maart. 3KZo"O.d.e3s:©x^0- Voor een lid van den gemeenteraad steunen wij de oandidatuur door de anti- mol. kiesvereeniging gesteld, van dhr. UIT BE PROVINCIE. Onze Middelburgsohe Corresp. sehrijft De Ruyter voor en De Ruyter na De Ruyter redevivus. Onze etalages vertoonen ons de welbe kende gelijkenis van den Admiraal. Hier ziet ge in kolossale schilderij den forsohen zeeman en daar in prentbriefkaart zijn welgelijkend beeld. Een banketbakker probeert u in taartvorm zijn sohip op het woelige element te maken en een manu- faeturier omringt den ouden vaderlander met oraoje. Morgen reeds beginnen onze vereenigin- gen hem door feesten te vieren, de cantate wordt bestudeerd om straks gezongen te worden en de Frausehe Kerk opent haar deuren om door instrumentaale muziek hem te eeren. Als het breed programma mag gepaard gaan met droog weder dan zal Vlissingen Zaterdag heel wat Zeeuwen aan de Schelde vereenigd zien. Gerieflijk voor velen zal het zijn dat een der Rotterdamsche booten, door den geheelen dag tusschen Middelburg en Vlis singen op en neder te varen, de stoom tram helpen zal bij het vervoer van zoo- velen. Goes. Voor de R.-K. Kiesvereeniging trad Dinsdagavond in een openbare ver gadering met debat op de heer mr. A. rEUILlLETOlir. DOOS S G A L D 1 S. Oe Geestelijke Ridderorden en hare kloosters in Zeeland. II. (Slot). De orde der Duitsehe Ridders begon ten jare 1189, tijdens de belegering van Ptole- tna'is en ging van de Duitschers uit, gelijk die der Tempelieren door Framche edel lieden was aangevangen. In 1191 werd zij door Paus Celestinus III goedgekeurd, die haar voorschriften gaf, in meer dan één opschrift aan die der Tempelieren ge lijkende. Droegen echter de laatstge noemden op een witten mantel het roode kruis, de Duitschers hadden een zwart kruis op het witte kleed. Deregel van den II. Augustinm was bij beiden het voor- hierschende beginsel. Zoeals wij reeds eerder zagen, beleefde de orde der Tempelieren, in 't begin der 14e eeuw een tijdperk, waarin haar onder gang verhaast werd. Het moge nog niet zeker zijn of de afschuwelijkste aller mis daden dan wel geldzucht eu staatsbelang de opheffing der orde door den Paus, in 1312, en den marteldood van haren laatsten Grootmeester De Molay en andere leden der orde tengevolge gehad hebben, genoeg, dat zij ophield te bestaan en dat hare goederen, waar zij aan de hebzucht der burgerlijke macht ontsnapten, in het bezit der Jansheeren of van die van den Heiligen Jacob in Spanje geraakten. Gelukkiger was de Duitsehe orde. Naar Duüschland geroepen, breidde zij zich door de macht harer wapenep uit, Het Baron van Wijnbergen, lid der Tweede Kamer. Spr. werd ingeleid, en na 't ein digen zijner rede bedankt, door den voor zitter der Kiesvereeniging dhr. Claassen. Spr. sprekende over „De politieke toe stand'', constateerde in zijn inleiding dat een zijner vrienden hem had gezegd dat er in Zeeland veel politiek leven is, dat gemakkelijk versterkt kan worden. Met genoegen heeft Spr. dit gehoord en de uitnoodiging om hier op te treden aanvaard. Voorlichting nebben onze kiezers overal noodig, want de politieke toestand is ver ward, en onze tegenstanders maken daar gebruik van. Daarom is noodig om te zeggen hoe de zaken in elkaar zitten, opdat bij de a.s. Statenverkiezingen tegen gif aanwezig zij tegen allerlei onware ver halen, die van vrijzinnige zijde opgedischt zullen worden, gelijk wij die in 1905 gehad hebben, en waarvan ons volk helaas de dupe geworden is. Om een goeden kijk op den toestand te hebban, moet men terug gaan tot 1905. Welke moeite men ook doet om :t te verdonkeremanen, in 1905 ligt de fout. Toen is van vrijzinnige zijde gestreden zoo heftig als nog niet gestreden was, tegen niets anders dan tegen Kuyper, tegen het Chr. Kabinet, tegen de rechter zijde. Allerminst echter omdat het niet voldoende werk geleverd had. Dit is na de verkiezing door vriend en vijand erkend. Alwat in de Troonrede van 1901 was aaugekondigd, was in wetsont werpen belichaamd. Dus daartegen kon het niet gaan. Neen, het ging tegen de begin- van dit kabinet, het ging tegen de Maar de attractie is natuurlijk Vlissingen.Chr. staatkunde. De antithese moest dood. Men kon 't niet zetten dat de Chr. regeering van de goede Chr. beginselen wilde uit gaan, die ook wij wenschen ten grondslag ie zien van ons openbaar en staatkundig leven, daarom moest dit kabinet heen. En liet middel was de concentratie van de partijen der linkerzijde. Alle vier de frac ties, van oud-liberaal tot sociaal-democraat, gingen daartoe broederlijk saam. Het fraaie in die zaak is dat diegenen die tegen deze antithese opkwamen, juist Joor hun optreden het meest sprekend bewijs leverden van die antithese. Dat is door een voorman der linkerzijde, prof. v. d. Vlugf, kort maar duidelijk gezegd in Onze Eeuw aan het adres van Goeman Borgesius. Prof. v. d. Ylugt schreef omtrent dezen „Concentratie bleef zijn ideaal en hij be merkte niet dat hij dit doende, aan dr. Kuyper onbedoeld de kroon op het hoofd drukte, bestendigende de antithese,' doch nu van den linkerkant". Om te onthouden ia de komende verkiezingsdagen als de vrijzinnige verkiezingssprekers weer zullen komen met de beschuldiging dat de Chr. partijen ons volk nerdeelen. Vraagt hun dan waarom zij niet met een andere groepeering komeD inplaats van op de meest heftige wijze het Chr. beginsel te bestrijden. Dat overigens dat „splitsen van ons tolk in twee groepen'' een sprookje was, is zelts door vrijzinnigen erkend. Tijdens de verkiezingen, in volksvergaderingen, kon 't dienst doen voor 't volk dat niet goed was ingelicht, doch na de verkie zingen gaf men toe dat deze splitsing er altijd is geweest, en dat die tegenstelling bestond voor Kuyper en ook na hem blijven zal. Maar, zal iemand zeggen, waarom maakt gij, spreker daar den vrij zinnigen een verwijt van Mochten zij niet opkomen voor hunne beginselen. Spr. antwoordt: dat was niet alleen hun rechtzij waren het ook verplicht. Maar dat hebben zij niet gedaan. Zij hebben eenvoudig het kabinet-Kuyper omverge worpen wetende dat men geen ander kabinet er voor in de plaats kon stellen, met een gemeenschappelijk program, zónder een meerderheid om dat uit te voeren. Dat bedrijf was onverantwoor delijk. Het was een zuiver anti-clericale beweging. Nu hebben verscheidenen van de rech terzijde tot de kiezers gesproken. Spf. zelf heeft voorspeld dat men zou krijgen een ontredderde hoogst verwarde politieke toestand, als men dat Chr. kabinet naar huis zond. Nu durven wij met gerustheid tot de kiezers gaan en zeggen hebben wij geen gelijk gehad Wij hadden ook kutmen zeggen: stemt onze candidaten, want onze beginselen zijn beter. Maar wij hebben dat volgende getuigenis wordt van haren toe stand, omstreeks het midden der 14e oeuw gegeven „Sy stont in hoir reohte floer in wysheid ende in ryekdom ende in manlicheit, in rade ende in geestelicker togt, in eren ende in ryekdom ende in waelgestelden broederen." Veel had Pruisen met de omliggende landstreken aan haar te danken, waDt niet alleen dat zij Christendom er plantte, maar zij bevorderde er tevens den bloei van meer dan één tak van het volksbestaan. Langzamerhand begon echter de orde in 't laatst dier eeuw, haren vorigen bloei te verliezen. Inwendig verdeeld, werd zij de gemakkelijke prooi van Polens ge bieders, voor zooveel hare bezittingen in Pruisen betrof, in weerwil van de bereid vaardigheid des Pausen om haar in hare vorige eigendommen, rechten en vrijheden te erkennen. Wel droeg zij het opgelegde juk noode; doch vruchteloos waren hare pogingen om het af te schudden. In het jaar 1525 nam Hertog Aalbrecht van Brandenburg de Hervorming aan en met dezen Grootmeester hield mitsdien het bestaan der orde, als geestelijke in richting, op. De balie van Utrecht, waartoe de Zeeuwsclie Kommanderij behoorde, werd door meer dan één waardige Land-Kom- mandeur bestuurd, zoodat hare huizen nu en dan dagen van voorspoed en welvaart beleefden. Maar ook zij werd eindelijk door verdeeldheid verscheurd. Graaf Willem II aan wien Zeeland zooals wij reeds herhaaldelijk zagen, zooveel te danken heeft was ook met de Duitsehe Broeders ten zeerste ingeno men.Die ingenomenheid met eene instelling, waarvan riddergeest en godsdienstzin de groote bestanddeelen waren, was geheel in Qvereenstemming ine): zijn karakter, waarin ridderlijken moed vereenigd was met godsdienstijver. Was het daarom ook door zijn voorbeeld, dat in 1249 aanleiding gaf tot de stichting van het eerste Duitsehe huis op Zeeuwsehen bodem? Niet onwaarschijnlijk zoude wezen iudien de „eerbare borges van Middelburch" op wiens erve te Zandvoorde dat huis ver rees en die Klaas van Putten heette, de zelfde mooht geweest zijn als Nicolaas van Putten, die bij meer dan ééne gift, door Graaf Willem verleend, als getuige voor komt en die zelf kerkelijke en geestelijke inrichtingen nu en dan begiftigd heeft. In Zeeland werden geen Dieuwe huizen meer gesticht, tenzij men als zoodanig aan- merke het Huis te Middelburg, doch dit verving het huis van Zandvoorde, wijl dit in 1317 naar de stad verplaatst werd. Het werd o. a. ook door Graaf Floris V rijk begiftigd en steeg de Kommanderij dan ook daardoor zóó in aanzieD, dat de Komman- deur der orde, zoo vaak de Graaf ter Hooge Vierschaar zat, naden Abt van Mid- devburgde eerste plaats bekleedde. Naast de Duitsehe orde bloeide die van de St. Jansridders, die als zoodanig van het jaar 1113 dagteekent, toen zij door den Paus erkend werd. Ieder lid dezer orde moest zioh tot in achtneming der drie „votu substantialia" verbinden, waarbij als een vierde de ver plichting tot den strijd voor het Christen dom gevoegd werd. Niemand mocht opge nomen worden, die lijfeigene, schuldenaar, aan eene andere orde verbonden, gehuwd, bastaard, afstammeling van JodenSarace- nen, enz.,moordenaar,misdadiger,onadelijk of minder dan dertien jaar oud was. Als verplichtingen rusten op henhet vasten op bepaalde tijden, het communice ren op Paschen, Pinksteren en Kerstdag, het doen van processie op zekere tijden, niet gedaan wij hebben gezegd de band zal wegvallen. En nu, de toeleg der linker zijde is geluktdoch ook onze oorspelling is uitgekomen. Het kabinet-Kuyper moest zijn ontslag vragen dewijl de Kamermeer derheid van 58 op 48 was teruggegaan. De crisis trad in. En wie zoo was de vraag wie heeft deze in 'tlevengeroepen, wie is de verantwoordelijke, wie moet haar oplossen Het antwoord ligt voor de hand doch laat een vrijzinDg democraat het u aeven. De heer Merchant sehrijft in de Vragen des Tijds„Een behoorlijke practijk van oonstitutioneele regeering eisohl dat ten allen tijde de natuurlijke verantwoordelijkheid zij bij wie de crisis veroorzaakten om die op te lossen". En nu vragen wij hoe hebt gij, linkerzijde, u van die verantwoordelijkheid gekweten, gij, vier fracties die door uw samengaan de crisis hebt uitgelokt En nu zegge men nietdie crisis is opgelostwant zij is niet opgelost. De vrijzinnigen zouden willen de schuld van den treurigen politieken toe stand op ons schuiven. Een hunner, prof. Treub zei te Voorschoten dat wij ons niet hadden te beklagen over de oplossing der crisis van 1905, dewijl de leden der rechter zijde tot deze hadden geadviseerd. Treub zegt 't, en allerlei propagandisten zullen het dezen zomer uitbazuinen. Maar 't is niet waar. Het lag voor de hand dat de adviezen door het aftredend kabinet Kuyper aan H. M. de Koningin gegeven geheim zijn. En het lag op den weg van Goeman Borgesius, die de leider der oppo sitie was, om een nieuw kabinet saam te stellen. Doch hiermede geven wjj niet toe dat dit, kabinet had moeten komen. Dat is nooit geadviseerd. Wat had Goeman Bor gesius dan moeten doen Hij had moeten zeggen dat hij niet kon, omdat hij in de Kamer geen meerderheid kende, waarop zijn kabinet zou kunnen steunen. Een ander sprookje gaat dat Goeman Borgesius zooveel moeite gedaan had om eenige leden der rechterzijde te bewegen in het kabinet zitting tenemen. Een vrijzinnig spreker, die toen tot Kamerlid gekozen werd, had dit sprookje rondgedragen, en toen hem in de Kamer onzerzijds gevraagd het gebed om de vrede der Christenheid voor den Grootmeester en de Ridders, het doen van missen en olïeren voor de dooden het dragen van het ordekleed zwart met een wit kruis ter linkerzijde, waaronder een rood, wanneer zij in het veld waren. Verder schreef hun regel voorijvert voor recht en billijkheid, wéest onderdrukten tot helpers en bevrijders, legt u toe op alle Christelijke deugden en verdedigt weduwen en weezen. In Palastina ontstaan, werd de orde naar het eiland Rhodus overgebracht, na dat het Heilige Land voor de Christenen verloren gegaan was. Daar gevestigd, zag zij haar bezittingen zeer toenemen, ook door de bijvoeging van die der Tempelieren en aan het einde der 14e eeuw bereikte zij het toppunt van hare macht. De leden der orde onder hun Groot meester waren èf ridders, óf kapellanen óf fratres servientes (dienstbroeders), waarvan de eersten en de laatsten tot de krijgs dienst, de overigen tot het verrichten der godsdienstplechtigheden verplicht waren. In Zeeland hadden de Jansheeren een Hnis te Middelburg, dat blijkens een brief van Jakob van Zuden in 1326 reeds be stond. Door de weldoener der orde. Graaf Willem III, werd het toen met de kerk van Westmunster begiftigd. Van de Jansheeren te Zieriksee, die de plaats der Tempelieren aldaar iDnamen vindt men slechts in het voorbijgaan mel ding gemaakt. Hun huis werd later in geruimd voor de Predikheeren die omstreeks 1255 uit Antwerpen gekomen waren. Ons blijkt niet of de bewoners toen elders in de stad of daarbuiten zich gevestigd hebben. Verder worden nog genoemd de St. Jans huizen van Kerkwerve, Domburcli, Bieselinge Wemeldinge, Men moot deze evenwel tot een tweetal terugbrengen. Het eene beyond werd zijn woorden waar te maken, ant woordde hij dat hij slechts veronderstol- lenderwijs gesproken had 1 Maar, zegt gij, een kabinet is dan toch gekomen. Zeker, maar geen oplossing der crisis zooals 't behoort. Er is gekomen een oplossing der ministers-vacaturen. De nieuwe ministers zijn gaan zitten op de zetels, die door hunne voorgangers verlaten waren Een kabinet steunend op 'n minder heid van 35 leden in de Tweede Kamer. Van do vier fracties die saam de overwin ning hadden behaald, waren slechts twee in het kabinet vertegenwoordigd. Oud- liberalen en sociaal-democraten ontbraken. En de vrijzinnig-democraten, schoon wel vertegenwoordigd door twee hunner, lieten al spoedig weten dat zij de medeverant woordelijkheid voor de samenstelling van dit kabinet niet aanvaardden en dat hun geestverwant Van Raai te daar op eigen verantwoordelijkheid zat. Zij wilden, zei den zij, dit kabinet wel steunen, wanneer het tenminste regeerde in hun geest. Maar, vraagt spr., is 't dan niet al te brutaal te durven schrijven dat zij die de crisis uitlokten, verplicht zijn haar op te lossen Wij wachten er op dat de vier vrijzinnige partijgroepen hun contingent voor een nieuw kabinet leveren. Maar nu zijn zij op den loop gegaan en laten anderen tobben om er weer uit te komen. Nochtans bet kabinet is gekomen. Goeman Borgesius heeft maar gedaan of de liberale unie in de meerderheid was. Een zeldzaam stout stukje in de politiek. En hij zelf trad niet in het door hem geformeerde kabinet. Persoonlijkoredenen, zakelijke redenen) wij laten 't zoodoch dit is duidelijk geworden dat deze proef nooit meer moet worden herhaald. Toen dit kabinet gevraagd werdhoe zijt ge hier gekomen, antwoordde hetVraag het niet aan mij. Zoo kon men niets te weten komen omtrent den oorsprong van zijn bestaan. Laat ons hopen dat wij geen her haling krijgen van een kabinetsformatie zonder kabinetsformateur. Wij hebben gekregen een stel ministers, geen ministerie, en dan nog wel zich verbeeldend te hebben een meerderheid, doch zonder die te heb- zich op Zuid-Beveland, het andere op Wal cheren. Het eerste had zijn standplaats op de grenzen van Yerseke, Wemetdinge en Kapelle met Bieselinge het laatste te Kerk werve, dat op den bodem van Domburg lag. Hieruit laten zich de uiteenloopende opga ven genoegzaam verklaren. Weinige zijn dan ook de berichten der geschiedenis over de verplichtingen enz. der Jansheeren in Zeeland. Alleen bericht zÜ, dat de Kommandeuren Jakob van Zuden en Gerard van Hamefsteijn, de Grafelijke toegenegenheid, blijkeude in de gift der West-Munsterkerk te Middelburg en in die van Zoeterwoudebeantwoordden met de verleening van open herberg aan den Graaf en de zijnen in het Huis te Middelburg. Daarenboven beloofde Van Hamersteijn 's jaarlijks in dit Huis eene plechtige mis voor den Graa f te doen vieren, zoo lang hij leven zou, en, na zijn overlijden, zijn jaar getijde. Wij kunnen ons eenig denkbeeld vormen van den rijkdom der Janshuizen, wanneer wij opmerken, dat in de volmacht van de Abdis van Rijnsburg, ter bezorging van de landen in de vijf Ambachten van Walcheren de Korr mandeurs van Kerkwerve voorkomen met 450 en waarin Zoetendale met 600 ge meten lands was uitgetrokken. Tan slotte nog een enkel woord over den ondergang der St. Janshuizen in Zeeland, Enkelen vardwünen als 't ware ongemerkt. Zoo die te Wemeldinge en te Kerkwerve, j Alleen vinden wij omtrent het laatst ge- j noemde aangeteekend dat ziin Komman deur in 1580 of '81 stierf en te Utrecht begraven werd. Weinig of niets is er ook bekend van de laatste jaren der Huizen te Middelburg en te Zierikzee. Natuurlijk zal ook de op komst der Harvorming er wel veel invloed op hebben uitgeoefend.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1