NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. !32, 1907.
Woensdag 6 IV!aart
21e Jaargang,
CHRISTELIJK--
HISTORISCH
WBLFAARTSDUL
1). VLEUGEL.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. X DE JONGE VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
De Kinderwetten.
Heclitsxaken.
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers 0,02®.
UITGAVE DER FIRMA
BH VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere rege! meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij die zich met 1 April op ons blad
abonneeren, ontvangen het tot dien
datum gratis.
Voor de stemming voor een lid van
den gemeenteraad op Vrijdag 8 Maart
a. s. steunen wij de candidatuur der
antirev. kiesvereeniging van dhr.
ii.
H6tis dus duidelijk dat de Kinderwetten
aan de diakonie een heerlijk middel aan
de hand geven, om door tijdige hulp te
redden wat te redden ie. Zy kan de voogdij
aanvaarden over arme weezee, of over
kinderen van ouders, die van hun ouder
lijke macht zijn ontheven of ontzet. Zij
kan kinderen, ter beschikking van de re
geering gesteld, overnemen. Zij kan sub
sidie ontvangen van de regeering ten be
hoeve der verzorging en daardoor finan-
tiëel gesteund, in staat gesteld worden
de aan hare zorg toevertrouwde kinderen
eene goede opvoeding te geven.
Wat moet de diakonie doen om zich
die rechten verzekerd te zien Volgens
Art. 15 der wet van 12 Februari 1901
(Staatsblad no. 64) moet eene instelling
van weldadigheid, en dus ook eene dia
konie, aan deze voorwaarden voldoena,
dat zij in het koninkrijk gevestigd isb.
dat zy rechtspersoonlijkheid bezitc. dat
hare reglementen of statuten duurzame
verzorging van minderjarigen in of buiten
gestichten voorschrijven en d. dat zij zich,
blijkens schriftelijke verklaring aan de vau
regeeringswege gestelde voorwaarden on
derwerpt, en zich bereid verklaart eene
voogdij te aanvaarden.
De diakonie heeft rechtspersoonlijkheid
a. doordat de kerkeraad rechtspersoon is
en deze aan de overheid kennis gegeven
heeft van het bestuur en de inrichting
der diakonie, of b. doordat de diakonie
zelve voldaan heeft aan Art. 7 van de
Armenwet en zjj dienovereenkomstig aan
het dagelijksch bestuur der burgerlijke
gemeente schriftelijk kennis gegeven heeft
van de bepalingen betreffende de inrich
ting en het bestuur der diakonie.
De duurzame verzorging van minder
jarigen wordt door de diakonieën over het
algemeen beschouwd als tot haar taak be-
hoorende. In onze Gereformeerde Kerken
ordening (waaruit ter voldoening aan art.
7 van de Armenwet, eenige artikelen, be
vattende de bepaling betreffende de inrich
ting en het bestuur der diaconie, aan de
Overheid zijn bekend gemaakt), wordt
daarvan evenwel met niet zoovele woorden
gesproken. Het zou nu te bejammeren zijn,
dat de diakonie om die reden niet als voogd
kon optreden.
Wat- moet nu gedaan worden omdat
hierin kan worden voorzien?
De Synode van de Ned. Hervormde kerk
heeft,'door een voor alle Hervormde diako
nieën geldende bepaling, deze zaak ge
regeld en in orde gebracht. De Gerefor
meerde kerken kunnen dezen weg niet
inslaan. Wel is het wensohelijk, dat er
eenheid is-in de gedragslijn, die de kerken
volgen met betrekking tot de Overheid,
doch de Synode kan naar Gereformeerd
kerkrecht niet handelen namens al de ker
ken, wijl zij niet is ean bestuur. De plaat
selijke kerken moeten dus zelf hierin han
delend optreden.
De kerkeraad besluite en neme in de
notulen van de kerkeraadsvergaderingeu
op, dat tot het werk der diaconie, volgens
art. 25 der kerkenordening, ook behoort
duurzame verzorging van minderjarigen.
Van deze zaak moet keunisgegeven worden
aan 't dagelijksch Bestuur der burgerlijke
gemeente.
Heeft evenwel de diaconie reeds vroeger
zelf kennis gegeven aan de Overheid van
de bepalingen, waarnaar zij zich gedraagt,
dan moet ook nu de diakonie de mededee-
ling doen, dat zij tot haar taak rekent de
duurzame verzorging van minderjarigen.
In beide gevallen, hetzij de kerkeraad
de mededeeling doet, hetzij de diakonie
zelf handelend optreedt, moet aan 't dage
lijksch Bestuur der plaatselijke gemeente
't wettig besluit van kerkeraad of diakonie
bericht worden. Het volgend ontwerp-
schrfiven kan ten gebruike dienen.
Aan het Bestuur der gemeente te
De kerkeraad (diakonie) van de Gere
formeerde kerk teals zoodanig
wettig bekend bij de Hooge Regeering,
heeft door dezen de eer U te berichten, dat
h(j (zy) de bepalingen betreffende de in
richting en het bestuur van de diakonie, bij
wettig besluit op denheeft
aangevuld met de bepaling, dat „tot het
werk der diakonie, volgens art. 25 dei-
kerkenordening, ook behoort duurzame
verzorging van minderjarigen".
Namens den kerkeraad (de diako
nie) van de Gereformeerde
Kerk te
Praeses.
Scriba.
den 19
Het is niet raadzaam een afzonderlijk
reglement voor de diakonie op te stellen,
dat geheel afwijkt van het door „Depn-
taten van de Gereformeerde kerken voor
de Correspondentie met de Hooge Over
heid" aanbevolen ontwerp-schrijven. Zoo
veel mogelijk moeten de kerken, ter voor
koming van moeilijkheden, met betrekking
tot de verhouding tot de O verheid, dezelfde
gedragslijn volgen.
Om de voogdij te aanvaarden is het niet,
noodig, dat de diakonie een gesticht tot
hare beschikking heeft. Vroeger waren
vereenigingen of instellingen van wel dadig-
heid, die geen gesticht hadden, uitgesloten.
Thans evenwel is gezinsverpleging even
zeer geoorloofd, mils maar voldoende
nagekomen worden de eisohen, die de
regeering stelt ten opzichte van de wo
ningen, de gezondheid, de zedelijkheid,
het onderwijs, enz. (Art. 142—147 Kon.
Besluit 15 Juni 1905). Evenmin is vcr-
eisohte dat de verpleging kosteloos ge
schiedt. Wanneer de ouders uit hun ouder
lijke maeht ontzet of daarvan ontheven
zijn, blijft de verplichting voortduren om
de minderjarige kinderen te onderhouden.
Aan den kantonrechter is opgedragen te
bepalen hoeveel de uitkeering der ouders
moet bedrageD. Deze uitkeeringen moeien
wekelijks, maandelijks of driemaandelijks
geschieden aan den voogdijraad, die ook
met de inniDg der bijdragen belast is.
Mocht de ontzette vader onwillig blijken
de door den kantonrechter vastgestelde
bijdrage te voldoen, of niet geregeld te
voldoen, dan is de voogdijraad bevoegd
om van de beschikking des kantonrechters,
waarbij de uitkeering is vastgesteld, kennis
te geven aan den persoon, van wien de
tot uitkeering verplichte loon of wedde
geniet, en de werkgever is verplicht aaD
den voogdijraad de uitkeering te voldoen,
zooals die door den kantonrechter is vast
gesteld. Heeft de vader of de minderjarige
zelf kapitaal, dan mag dit worden gebruikt.
Eu als dit niet het geval is, kan voor
de kategorie verwaarloosde en verlatene
kinderen door de Regeering subsidie
worden toegestaan.
De diakonie heeft als voogd dezelfde
bevoegdheden, die aan den voogd zijn
toegekend. Ten opzichte van de verplich
tingen zijn zij vrijgesteld van het afleggen
van den eed en van het geven van zekerheid
van het beheer, wijl het finantiëel beheer
der eigendommen van de minderjarigen
door den voogdijraad gesohiedt.
De diakonie kan, evenmin als eeDe
vereeniging of stiehtiDg, niet verplicht
worden de veogdij, waartoe zij geroepen
wordt, te aanvaardeo. Slechts dan is zij ver
plicht haar te aanvaarden, wanneer zy zelve
om de uitoefening daarvan heeft verzocht.
Of de bestuurders(diakenen)afzonderlijk,
dan wel de instellingen (diakonie) aan
sprakelijk zijn voor de voogden j de wet
is in dezen niet duidelijk. Wel kan het
bestuur (diakonie) een of meer zijner leden
schriftelijk machtigen (et de uitoefening der
voogdij, maar naast dezelasf hebbers blijven
ook de andere bestuurders aansprakelijk.
De diakonie moet de haar toevertrouwde
minderjarigen plaatsen en verzorgen over
eenkomstig de voorschriften van het Kon.
Besluit van 15 Juni 1905, en van de plaat
sing kennis geven aan den officier van
justitie en aan den voogdijraad. Wanneer
de officier ran justitie en de voogdijraad
de verpleegden wensehen te bezoeken,
heeft zij hun toegang te verleenen, alsook
desverlangd, eenmaal per week aan den
toezienden voogd (Art. 421a).
De Regeering staat gestiehts- en gezins
verpleging beide toe (Derde Kinderwet,
Art. 12). Aan degestiohtsverplegingworden
door de Regeering nog al hooge eisohen
gesteld. Doch wijl weinig diakonieën een
eigen gesticht hebben, is het een voor
recht dat ook gezinsverpleging is toege
staan, en dat aan de voorwaarden, hier
bij gesteld, gemakkelijker te voldoen is.
Deze voorwaarden zijn in hoofdzaak de
volgende 1. De uitbesteding van den ver
pleegde moet geschieden bij schriftelijke
overeenkomst2.)Er moet gezorgd worden
voor reinheid, voldoende kleeding, gezond
voedsel, goede ligging, afzonderlijk bed,
genees- en heelkundige behandeling, school
onderwijs tot 14 jaar, herhalingsonderwijs
tot 16 jaar, doelmatig vakonderricht
3. Hij mag slechts arbeid verrichten in
overeenstemming met zijne krachten en
niet jeveel met huiselijke bezigheden wor
den belast4, De woning waarin hij wordt
geplaatst, moet gezond gelegen zijn en
voldoende ruimte hebben5. De menschen,
bij wie hij wordt geplaatst, moeten van
goed gedrag en voldoende beschaving zijn
(Kon. Besluit, 15 Juni 1905. Art. 142147).
De Regeering laat door ambtenaren toe
zien of deze voorwaarden nagekomen
worden. (Kon. Besluit, Art. 157).
Wensohelijk is het voor de diakonie
ook hierop te letten dat, wanneer achter
lijke kinderen aan hare zorgen zouden
kunnen worden toevertrouwd, zij moeite
doe dat deze overgedragen worden aan
eene christelijke stiehtiDg voor achterlijke
kinderen, daar in zulk een inrichting beter
voor de opvoeding van een achterlijk kind
kan worden gezorgd, en zulk een stichting
een booger subsidie kan ontvangen.
Wij kunnen hier niet dieper op deze
materie ingaan. Slechts de hoofdlijnen
kunnen wij aangeven, op de groote be-
teekenis van de Kinderwetten wijzen. In
een bepaald geval is het voor eene diakonie
noodig, in overleg met den voogdijraad
te handelen.
Eéue vraag wensehen wij ten slotte nog
te behandelen, en wel deprinoipiëele vraag:
of het de diakonie geoorloofd is subsidie
van den Staat aan te nemen.
Over het al of Diet geoorloofde van het
aanvragen van subsidie uit de publieke
kas ten behoeve van de kerk en vaD de
diakonie, is er in den boezem van de Ge
reformeerde kerken verschil. Sommigen
achten het ongeoorloofdanderen vinden
het geen bezwaar, wanneer er maar geen
voorwaarden gesteld worden, waardoor de
kerk of de diakonie iets van hare vrijheid
inboet. De Synode van Arnhem (1902)
verleende aan de Deputaten der Generale
Synode tot de zending machtiging, „ten
behoeve der Keuehenius-sohool, voor zoo
ver hare eerste afdeeling aangaat, subsidie
bij de Regeering aan te vragen, indien
blijkt, (dat deze door geene overwegende
bezwaren wordt gedrukt" (Art. 97.) Vele
diakonieën zien er geen bezwaar in om
voor hen, die in krankzinnigengestichten
of ziekenhuizen verzorgd worden, onder
steuning aan te vragen bij de overheid.
Zeer velen oordeelen dat de aanvrage van
subsidie uit de publieke kss geoorloofd is,
wanneer deze maar niet aangewend wordt
voor de bediening des Woords, of voor de
opleiding tot den dienst des Woords, of
voor de verzorging van de gewone armen
der gemeente.
Bij de Kinderwetten is ook een bijzonder
geval aanwezig. Hel betreft bier kinderen,
die niet in den gewonen zin arm zijn, en
niet rechtstreeks behooren bij de diakonie,
maar kinderen, die huip bohoeven, omdat
zij verwaarloosd zijn, omdat de ouders
niet bij machte zyn voor de opvoeding te
zorgen, of omdat de ouders bovendien een
•slecht leven leiden. Het is niet de armoede
der kinderen, die groote uitgaven noodza
kelijk maakt, maar hunne verwaarloozing,
Het loopt hier over gevallen, waarin
niet rechtstreeks het ambt der diakenen
moet optreden, maar waarbij de diakenen
optreden om voor het geestelijk welzijn
van de betrokkene kinderen te waken.
Om die reden wordt door velen geoor
deeld dat de diakonie niet mag weigeren
de zorg voor de kinderen te aanvaarden,
wanneer gevaar voor eene verkeerde op
voeding bestaat, of wanneer de kinderen,
zoo de diakonie hen niet voor hare reke
ning neemt, naar een ryksop voedings
gesticht worden gezonden, waar de op
voeding niet kan zijn naar ebch des
verbonds. De diakonie handelt meer over
eenkomstig hare roeping, wanneer zy de
wégzinkenden tracht te redden, al is het
ook, dat zij daar oe subsidie van den Staat
moet aanvaarden, dan wanneer zy zegt
Onze kracht is te klein en dus laten wy
de verzorging der kinderen maar over
aan den Staat.
Ook wy oordeelen dat de diakonie
beter doet, al is het met de aanvaarding
van de subsidie, de kinderen een christe
lijke opvoeding te verzekeren, dan hen een
verkeerde opvoeding te laten geven.
Maar zoo staat de kwestie niet. De
diakonie is niet het eenige lichaam, dat
voor verwaarloosde kinderen zorgen kan.
Er kunneu ook vereenigingen opgericht
worden, aio ten doel hebben voor de op
voeding der weezen en der verwaarloosde
kinderen zorg te dragen. Deze kunnen in
vele gevallen zelfs beter dit werk ver
richten dan de diakonie, die reeds zoo
gewichtige taak op hare schouders heeft
Wanneer de diaconie ook als weesvader
en voogd voor verwaarloosden optreedt,
loopt zy in menige groote kerk gevaar zóó
veel werk op zich te nemsn, dat zij onmoge
lijk naar behooren al dien arbeid kan ver
richten, en dat zy dientengevolge hetgeen
rechtstreeks tot haar ambt behoort, gebrek
kig doet. Daarom zou het o. i. aanbeveling
verdienen, niet alleen om het bezwaar van
subsidie te vermyden, maar tevens, opdat
de diakonie niet met al te groote zorg be
zwaard worde, dat zich vereenigingen
vormen, die tot taak hebben de verzorging
van weezen, verwaarloosde kinderen, enz
Deze vereenigingen, staande op Gerefor
meerden grondslag, kunnen in een bepaald
omschreven verband met den kerkeraad
staan. Bepaald kan, dat de leden der ver
eeniging, in het bijzender de bestuursleden
moeten zyn leden der Gereformeerde Kerk
ter plaatse, dat jaarlijks rekening en ver
antwoording moet gedaan worden, en dat
de vereeniging, zoo noodig, een subsidie
kan ODtvangen van de diakonie. Wanneer
zulk een»vereeniging de verzorging van de
weezen en de verwaarloosde kinderen van
de gemeente op zich nam, zou het doel, n.l.
de christelijke opvoeding van de betrok
kene kinderen der gemeente worden be
reikt, en de diakonie zou niet tot de nood-
zakelykhid gebracht, subsidie van de
Regeering te moeten aanvragen.
In kleine kerken, waar het zeer waar
schijnlijk slechts een enkele maal zal voor
komen, dat de diaconie verwaarloosde
kinderen tot zich moet trekken, kan do
diaconie zonder al te groot bezwaar zelve
de verwaarloosde kinderen voor hare reke
ning nemen, zonder subsidie aan te vragen
Bazuin Prof. Dr. H. Botjwman,
In de gister gehouden zitting van den
Hoogen Raad nam de Adv.-gen. mr
Retl""»n Macaré oonolusie in de zaak van
0, <J, en J. C, Bergs, rijwielherstellers te
Kruiningen, door het gerechtshof te 's-Gra-
venhage veroordeeld respectievelijk tot
5 en 3 jaar gevangenisstraf wegens poging
tot zware mishandeling op ambtenaren in
de rechtmatige uitoefening hunner bedie
ning en medeplichtigheid daaraan. In
cassatie was aangevoerdle. dat de uit
aanwijzingen verkregen omstandigheid dat
er gemikt is op de beenen van een der
veldwachters, gebruikt was als bewijs
middel voor het opzet van den eersten
requirant om zwaar lichamelijk letsel toe
te brengen, zoodat hier een aanwijzing
bewezen is verklaard, hetgeen niet ge
oorloofd is i 2e. dat in het gemeenschap
pelijk prooes-verbaa! der veldwachters
omstandigheden vermeld waren die zij niet
heiden hadden waargenomen, nl. het feit
dat één der twee verbalisanten in zijn
been een stekende pijn gevoelde, en voorts,
dat zij surveilleerden in een jachtveld, in
pacht bij A. C. B.3e. was hun verkla
ring, zich niet in den persoon van de re-
quiranten te kunnen vergissen, eee rede-
ueerÏDg, geen wettige getuigenverklaring.
In de vierde plaats was een eassatie-
tniddel gericht tegen de omstandigheid dat
de rechtbank als bewijsmiddel heeft aan
genomen het „eigen oordeel" der rechtbank
zij het ook, dat dit steunde op de ver
klaringen der deskundigen. 5e. was het
opzet van den requirant om den eersten
requirant in de gelegenheid te stellen tot
het plegen van het misdrijf niet afzonderlijk
gemotiveerd. Adv.-gen. achtte het eerste
dezer middelen gegrond en concludeerde
op grond daarvan tot vernietiging van het
arrest en verwijzing der zaak naar een
aangrenzend gerechtshof.
Uitspraak Dinsdag 2 April.
Het N. v. d. D. spreekt tegen, dat
de levenslange gevangenisstraf van den
als dader van de.n moord op den wacht
meester der maréehausseó Hoekman, te
Os, veroordeelden v. G., veranderd zou
zijn in 20 jaren gevangenisstraf.
Scheepsramp aan den Hoek van
Holland.
De drie kapiteins gaan niet naar Londen.
Zij waren trouwens niet uitgenoodigd door
den Koning en de Koningin, maar door
de directie van het Paleis Theater, waar
reeds geruimen tijd bioseoop-tafereelen van
de ramp worden vertoond. De bedoeling
der directie van het Paleis-Theater was
om de drie kapiteins als reclame-heiden
te doen dieoen, o. a. 's avonds bij een
tooneelvoorstelling, waarbij vele artiaten
spelen zouden, en zij dan op het tooneel
zouden vertoond geworden zijn. Van een
ontvangst bij den Koning en de Koningin
was ook gansch geen sprake. Deze toch
zijn Maandag al naar het vasteland van
Europa vertrokken, naar Biarritz.
Naar aanleiding van het feit, dat een
der Engelsche Parlementsleden eerstdaags
de Regeering zal vragen of het niet moge
lijk zou zijn in den vervolge volledige
passagierslijsten achter te laten van hen,
die den overtocht naar het vasteland
maken, hebben verschillende directies vau
maatschappijen, die een geregelden passa-
giersdienst tusschen Engeland en het vaste
land onderhouden, eenstemmig verklaard
dat het, zoo niet onmogelijk, dan alihans
toeh hoogst bezwaarlijk zal wezen der
gelijke passagierslijsten af te geven vóór
de boot in zee gaat. Immers, de meeste
passagiers nemen hun biljet aan de spoor
wegstations, evenals een gewoon spoor
kaartje, en daar zou het ondoenlijk ziju
hun naam en adres te noteeren.
En bijaldien men al <'e namen en adres
sen moest opschrijven vóór de boot ia zee
gaat, zou dat aanmerkelijke vertraging
veroorzaken en zou het vertrek der trrinen
naitr de booten moeten worden vervroegd,
óf dat der treinen vèm de aangekomen
booten moeten worden verlaat. In elk
geval zou dus de treinenloop belangrijke
wijziging behoeven.
Aau boord van de „Bafavier''-bnoten, die
'«namiddags van Rotterdam naar Londen