Kerknieuws. Schoolnieuws, gestelde reken it g 1905 en der begrootiog voor 1907 meledeeling aandeelkjsten in de administratie der lustende schutterij ad f4,995 rekening van het post- en talegraafnantoor te Kortgene, in welker tekort door deze gemeente moet worden betaald f 93,69 opgave van den omnibu-t- houder Orttrbeeke da' het aantal vervoerde passagiers tusschen Wolfertsd.-veer-Goes en tusschenliggende plaatsen in 1906 heeft, baclragen 5745de verslagen van de 3 commissies tot wering van schoolverzuim welke bij de raadsleden zullen worden rondgezonden en het procesverbaal van knsopaeming, waaruit bleek datop7Jau. 1907 f3121,19 iu de gemeentekas was Aan de orde wordt thans gesteld de stem- m tig over het adres Marcusse tot geheel verbod berijden trottoir te Kamperland mot fietsen, waarover in de vorige ver ga lering de stemmen staakten. Thans w <rdt met 5 tegen 4 stemmen besloten at vijzend op dat adres te beslissen. Vóór s einden de leden Schippers, Marcusse, Nmuwdorp en Abrahamse en tegen Maria, dn Looff, Meulenberg, v. d. Maas en de v> uz tter, die zjjn stem motiveerde met d opmerking dat hij gedurende den ge- li.-lea winter van geen ODgalukken had g. hoord. Daarop komt in behandeling 't re :en-adres van A. v. See c. s. waarbij alleen beperking van 't berijden met fietsen vr r It gevraagd. Naar aanleiding der daar- o r gevoerde besprekingen verklaart de v "„v.iiter dat B.euW. een verordening zullen on'w-rpen voor die beperking, welke dan later zal worden behandeld. Waarmede genoegen wordt genomen. Ingekomen is een adres van de telefoon- houdsters op het dorp en te Kamperland om verhooging van traktement voor de uit breiding van dienst wegens langere open stelling der kantoren. Óp gunstig advies van B.en W. wordt met algemeene stemmen besloten, ieder dier traktementen te bren gen van f 75 op f100 Op 't adres van de® Bond van gemeente ambtenaren in Zeeland omtrent verhooging traktement van den ambtenaar ter secre tarie, wordt door B. en W. geadviseerd, dat adres voor kennisgeving aan te nemeD, daar op verhooging, door den betrokken ambtenaar alhier, geen aanspraak wordt gemaakt, wegens het er bij kunnen waar nemen zijner overige betrekkingen. Aldus met algemeene stemmen goedgevonden. Daarna wordt met algemeene stemmen vastgesteld een besluit tot af- en overschrij ving uit onvoorziene uitgaven op 10 ver schillende poeten der begrooting van 1906. Op een adres van den onderwijzer J. Robijn te Kamperland om vergoeding der verplichte storting van f 37,50 voor wedu wen- en weezenpensioen wordt, na gunstig advies van B. en W., met algemeene stem men gunstig beschikt. Tot leden der commissie tot wering van schoolverzuim worden herbenoemd: op het dorp de heeren A. T. C. Swenne, C. N. v. d. Heyde en P. den Boer te Kamperland de heeren A. Heule, A. Heyboer, C. Janse en F. Kipperman en te Geersdjjk de heeren J. J. Verhulst, M. C. Mol, P. Willemsen, P C. Heyboer en J. Heystek. Bq de rondvraag wordt door den heer Nieuwdorp ter sprake gebracht het ont breken van een overrid vóór de stalling van wed. Karelse, aansluitende aan het trottoir. De voorzitter licht toe dal B en W. niet overal konden nagaan of daaraan behoefte bestond en dat daarin thans te voorzien is door het leggen van planken voor de be trokkenen. Nog komt ter sprake het al of niet ver plaatsen der lantaarn, thans staande bij Adr. Heyboer te Kamperland. De voorzitter spreekt als zijn gevoelen uit, dat de weg neming dier lantaarn aldaar later zal wor den betreurd, waarom hij met October een nieuwe lantaarn zou wenschen aan te schaffen bij Buijze. Aldus wordt goedge vonden. Ten slotte spreekt de voorzitter nog ponige afscheidswoorden tot het raadslid Meulenberg voor 't geval deze vóór zijn vertrek naar Amerika geen zitting meer mocht bijwonen en wenscht hem van harte het beste op zjjn veornemen. Heinkenszand. Zaterdag 1.1. had alhier bij .1 Allemekinders de gewone jaar- lijktche vergadering plaats der algemeene vee-assurantie voor Zuid-Beveland. De vergadering werd bijgewoond door 86 leden. Door den directeur werd overgelegd de. Tekeningen van ontvang en uitgaaf, met de balansen over 1906 van iedere afdee- liug afzonderlijk. Na onderzoek werden die stukken vastgesteld als volgt: Rekening paarden in ontvaog op f 7551.8 pu uitgaaf op f7525.51® alzoo een goed slot vaa f26.315. Balaos idem met een actief en passief van f5227.405. Rekening rundvee in ontvang op f2986 93 in uitgaaf op f' 297 i 90® en met een goed slot van f13 078. Balans idem met een actief en passief van f2289 908. De aanslag over 1906 werd vastgesteld voor paarden op f2.63 per f100 en voor rundvee op f0 90. Uit het hierna door den directeur voor gelezen verslag over 1906 bleek dat op 31 D c 1906 nog waren verzekerd in de »fd. paarden 109 leden met 593 paarden en 124 veulens voor een gezamenlijk bed rug van f172467 en in de afd. rundvee 102 leden met 458 koeieD en 817 runders n kalv-rs voor een gezamenlijk bedrag van f I 1661. Du io 1906 voor 24 gestorven en af gemaakte paarden en veulens is uitgekeerd f5052, verminderd met de opbrengst der cadavers f801,30, blijft werkelijke schade. f4250,70, en voor 13 stuks rundvee is uitbetaald f1160, verminderd met de op brengst id. f 330,55 blijft werkelijke schade t 829,45. De heer J. Koert te Wolfertsdijk met 1 Mei a s. moetende aftreden, werd bij acclamatie als zoodanig herkozen. Nabe spreking van nog eenige huishoudelijke zaken werd de vergadering gesloten. Vrijdag j.l. heeft te Ter Neuzen in het hotel «Des Pays-Bas", een zeer belangrijke vergadering plaats gehad iu zake de tram wegverbindingen tusschen de gemeenten liggende in het- z g. 4e en 5e district van Zeeuwsoh-Vlaanderen. Deze tramwegverbindingen worden voor gestaan zoowel door de IJzendijksche Stoomtramweg-Maatschappij als door een comité, hetwelk zich iu de betrokkenstreek heeft gevormd en waarcan laatst in de bladen reeds melding is gemaakt. Dit comité nu hield Vrijdag jl. een ver gadering waarin ook tegenwoordig waren de heeren Zijlstra, notaris te IJzendijke en M. LippeDS uit Gent (België), beiden com missarissen der I Izendijksche stoomtram. In de vergaderiag kwam men tot vol komen overeenstemming en werd besloten tot algeheele samenwerking der beide lichamen en tot het voeren eener krach tige propaganda voor de zaak. Aan den Ingenieur W. E. Cramer te 's-Gravenhage, die mede ter vergadering tegenwoordig was, werd opgedragen het maken der plannen voor de tramwegen en werd hem verzocht allereerst een onderzoek in te stellen naar het beste tracé voor de verbinding dér Gemeenten IJzendijke, Hoofd plaat, Bier vliet, Philippine Hoek, Ter Neuzen, Zaamslag, Axel, Westdorpe en Sas van Gent, met aan sluiting te Axel of aan de Drie Schouwen aan den ontworpen, geeonoessioueerden en gesubsidieerden Stoomtramweg van Honlenis=e naar Selzaete. Ten einde een fonds te kunnen vormen, waaruit de te maken kosten zullen kunnen worden bestreden, werd besloten dat het Comité en de IJzendijksche Stoomtram zich gezamenlijk zullen weuden tot de Gemeentebesturen met verzoek een bijdrage te willen beschikbaar stellen van Fl. 0,20 per inwoner, welke bijdrage aan de Ge meenten wordt teruggegeven als men er in slaagt de gewenschte onderneming tot stand te brengen. Het is zeer te hopen, dat de Gemeenten alle zonder onderscheid zullen iDgaan op deze voorstellen, opdat ook zij er krachtig toe medewerken, dat eindelijk eens een einde kome aan den onhoudbaren toestand der verkeersmiddelen in het 4e en 5e district. Vlissingen. Het Noorsche schip «Ti- maru", kapitein Johnson, dat de vorige week met een lading cokes van hiernaar Christiania vertrok, is volgens ontvangen bericht in den jongsten storm gestrand. De geheele bemanning is omgekomen eo het schip zoowei als de lading zijn totaal verloren. Door den Directeur-Generaal der Staatsspoorwegen is een eervolle vermel ding toegekend aan H. H. van LoDden, ploegbaas vaD de ploeg Vlissingen—Goes, wegens betoonde activiteit. Rilland. Door de kinderen werd op de openbare lagere school te Rillaod voor de Heye-stiohting ruim f 8 en door die te Bath ruim f2 bijeengebracht. Ned. Herv. Kerk. Aangenomen naar Oisterwijk doorP. A. Riedel te Loohem naar Hedel door G. Benes te Hoogblokland. Geref. Kerken. Aangenomen naar Andel door H. L. Both cand. te Besoyen. Bedankt voor Harderwijk door J. G. Kunst te Nijkerk. Vlissingen. Tot onderwijzer aan de chr. school in de Nieuwstraat alhier is benoemd de heer J. Dorleijn te Apeldoorn. Scheepsramp aan den Hoek van Holland. Thans volgen eenige bijzonderheden omtrent de reddiDg der drie laatst overgebleven schipbreukelingen van de «Berlin." Schipper M. Sperling, van Dordrecht, lag met zijn blazer aan den Hoek. Hij sprak Vrijdagavond met den kapitein van de zeesleepboot Wodan af, dat hij zou traohten met de reddingsboot de schip breukelingen aan den wal te brengen. Daartoe ging hij des nachts 2 uur aan boord van de sleepboot met zijne neven C. en L. Sperling en G. Moerkerk. Het was '8 avonds elf uur. Zij namen een vlet mee. De Wodan bracht hen zoo dicht mogelijk bij de pier; daar gingen de vier genoemde mannen in de roeiboot en zoodra zij bij de steenen waren, sprong sobipper Sperling zelf er uit. Bij deed wat nog niemand vaor hem gedaan had hij bevestigde een lijn uit de vlet met den lichttoren. VervoigeDS ging hij naar den kop van de pier, telkens door do golven teruggeslagen. Gekomen bij h( t wrak, klom hij langs het daar nog uit hangende touw naar boven, en vond de drie nog levende vrouwen zitten bij een 10 a 12-tal lijken. Bij zijn versohijnen gilden aij van vreugde en grepen hem zoo klemmend vast, dat hij dreigen moest «als gij mij niet loslaat, laat ik u zitten." Het eerst bond hij friiulein Theile een touw om het lichaam en liet haar zoo langs een loopende knoop glijden over het naar de pier gespannen touw. De drie andere mannen, die inmiddels ook het hoofd hadden bereikt, grepen haar vast ,en bonden haar aan den liehttoreD, opdat zij niet door de zee zou worden weggeslagen. Hetzelfde gebeurde eerst met mevr, Wennberg, en het laatst met het dienstmeisje, Lina liipler, die zioh het flinkste had gehouden. Een redacteur van T)e Telegraaf die dezen tocht meemaakte, beschrijft dien als volgt Een reeks lichten komfen ons te gemoet doch de twee, die aldoir maar flikkeren, staan daar heel in de verte aan den iogaog van den "Waterweg. Verder in zee liggen lichtboeien, lichtschepen en achter ons een zee van lichten. Kwart voor tweeën na deren wij de zee. De boot begint te schom melen en door de gevallen sneeuw kon men zich nauwelijks staande houden. Ein delijk dan ontdek ik, vlak achter den liehttoreD, iets zwartshet wrak, waar tegen de zee klettert en het schuim met geweld over heen gaat. Nog nader gekomen ontdek ik een stukje van den mast van het gedeelte, dat inden Waterweg gezon ken ligt, doeh plotseling, als wij thans meer en meer pterwaarts stevenen, daar komen we, trots het watergekletter, trots de windvlagen, daar hooren we iets als gehuil en ja, 15 seconden later is het gehuil vrouwengejammer, dat wij hooren. Wat zeg ik, vrouwengeschreeuw om hulp in dezen donkeren nacht, in een sneeuwstorm, die ons belet te zien, juist wanneer de maan een oogenbllk verdwijnt. Er heerseht doodsche stilte aan boord, doch dan spontaan brullen wij terug, wij schreeuwen maar in de hoop, dat die arme schepsels want vrouwen zijn het maar iets zullen hooren en werkelijk 'n oogenbltk bedaart het gehuil. Door 'n handige manoeuvre zijn we nu niet verder dan 50 M. van den lichttoren. Vlak naast mij ligt voor het grijpen de mast van de eens zoo fiere «Berlin''. De vlet, die onze boot volgde, wordt opzij gehaald en binnen 1 minuut hebben 5 man de riemen te pakken. De meeste mannen zijn van zwemgordels voorzien en met een dikken kabel wordt naar He pier gestevend. Alle mannen zijn in de weer. 'n Heel enkel woord. Alles wordt letterlijk als vanzelf begrepen. Het touw wordt gemeerd aan een der palen, die als golf brekers dienst doen en twee man blijven daar, totdat de vlet meer menschen haalt. Weer melden zich vier aan, die nu vlak bij de golfbrekers midden op de pier staand gaan liggen, terwijl twee der stout- moedigsten tot aan de knieën toe door de zee op het immer zoo gladde bazaltsteen, langzaam, zich aan ieder paaltje vast houdend, voetje voor voetje naar den licht toren gaan. Weer klinkt gehuil, aeh, hoe afschuwelijk, te meer daar men aan den uitslag van de poging twijfelt. De zee is zoo hoog, het weer onstuimig. Dan door leven we een uur van spanning, waarbij gelukkig dat akelig gehuil geheel staakt en zoo nu en dan mannenstemmen tot ons doorklinken. Daar komt de reddingsboot ons ter zijde. Weer volgt een akelige stilte. Ik hoor i duidelijk stemmeu, doch het is te donker om iets te zien. Doch opeens daar klinkt een gegil van frissche mannenstemmen en in 9 slagen ligt de vlet langszij met zich voerend een vrouw, die door twintig han den voorzichtig naar boven wordt gehaald, en in de kajuit wordt neergelegd. En nog /.(jn er meer. Geen 3 minuten later brengt de vlet nog twee vrouwen aan. Die worden ook al in dezelfde kajuit gebracht. Druip nat zijn de wakkere redders, druipnat de arme slachtoffers. Alles vergetend ontdoen we ons van jassen en beginnen met behulp van den pastoor en eenige zeelieden de drie vrouwen te ontkleedec. „Lieve red ders, menschen, sein naar myn moeder in Dresden", dat is 't eerste woord, dat door eau der schipbreukelingen (bovengenoemde dienstbode) wordt geuit. Alle handen aan het werk met mes en schaar worden de doorweekte kleedeien loegereten, dekeDs en handdoeken worden aangebracht. Terwijl de pastoor met alle kracht met een drietal schepelingen Friiu lein Theiler en Lina Ripler behandelen, doe ik Frau Wennberg allen behoorden :ot het Van Dyck-gezelschap naar de kapiteinskajuit vervoeren. Van kleeren ontdaan, warmpjes ingerold, begint het klagen over dorst. In geen drie dagen ge dronken. „Mijn guter Herr"half Engelsch half Duitsoh, bidt zij om een slokje drinken om even daarna te klagen over haar voeten, die geheel wit van de kou en opgezwollen zijn. Alle drie de vrouwen blijken ernstig verwond aan de beenen, vermoedelijk door het stooten van de boot op den dag van het oogeluk. Frau Wennberg, die ik speciaal verzorgde, heeft heele vellen er bij hangen en dan een paar bloedwonden aan de knie. Zachtkens aan laat ik haar een slokje lauw water, vermeDgd met een beetje jenever drinken en nog meer wil z(j, al maar meer. Hartverscheurend zijn haar klachten, doch np eens licht zij haar hoofd op het door weekte haar werk ik van haar gezicht af en dan plotseling met holle oogen mij aan kijkend, fluistert zy vertrouwelijk „Toe, waarom ben ik hier 1 Alles ver loren.Mijn man, mijn lief meisje,dochtertje, dat ik meenam, omdat ik haar niemand toevertrouwde. Geen geld, niets meer en toch ben ik gered, ach God, wat moet ik beginnen." Zooveel doenlijk met tranen in de oogen, terwijl een goede zeebonk haar telkens maar wrijft aan voeten en kuiten, zonder dat zij er leven in begint te ge voelen, de goede man wreef zoo twee uren lang stel ik haar gerust, wijs ik haar op de hulp, die haar toch niet zal ontbreken, en dan moet ik haar vermanen, toch vooral niet te spreken. Drinken, drinken, is dan weer de jammerklacht, even later gevolgd door hevige uitingen van smart, door knieën en enkels veroor zaakt, en met haar doorleef ik angstige momenten. Het hoofd is warm, wordt gewasschen met eau de cologne, maar zwijgen wil zij niet. Zeven dekeDS voelt zij niet. Nog drie dikke jassen maken het iets beter, doch dan huilt zij over haar voeten, die er zoo uitzien, alsof daaruit reeds al het leven is gevloden. Van de drie geredden houdt Lina Ripler zich het flinkst. Deze zit bjj de kachel, doch van staan is natuurlijk geen sprake. Ook haar voeten en knieën en die van Friiulein Theiler zijn voor het moment onbruikbaar. Dan verhaalt Frau Wenn berg mij, terwijl ik haar pijnen tracht te stillen, dat zij Donderdagochtend juist van de hofmeesters aan boord vernam, dat het nog maar tien minuten duurde, vóór zy aan land waren, toen de schok kwam en alle mannen naar de machinekamer vlogen ter assistentie en haar kindje zoo voor haar verloren ging. „En myn lief Mildohen van 4 jaar is gestikt, mijnheer, ik weet het, zijn ze al gevonden Ach, wat heeft dat mensch moeten lijdenwetend dat haar man en kind verdronken waren, heeft zij van Donderdag af op het stukje dek van den achtersteven, op een stuk bank vastge klampt, nog juist een beetje beschut door de brug, met haar metgezellen gelegen t>u dat te midden van 14 lijken. Juist als ik haar een beetje gekalmeerd heb, komt de man, de held van dezen nacht, die deze vrouwen van een wissen dood redde, om een hoekje kijken, en nauwe lijks heeft Wennberg hem gezien, of zij wil zich overeind zetten, valt door zwakte weer terug, doch de hand te voorschijn halend, zegt zij altijd met holle, strakke oogen, niets anders dan„dank, edele redder, dank." Die man is M. Sparling, wonende Wijnstraat te Dordrecht. Mijnheer, zoo verhaalt ons deze kloeke redder, toen heb ik met geweld haar naar hun bank teruggeduwd en één voor één op genomen en langs het touw naar beneden laten glijden, waar mijn neef haar in ont vangst nam, goed omarmd om het wegslaan te voorkomen. Mina Ripler liet eerst haar meesteres en toen Friiulein Theiler gaan dat waren angstige oogenblikken. En nu waren de schepsels zoo goed als gered.Van het wrak af moesten ze nog 30 M. langs de pier tot aan de vlet. Dit stoute staaltje hebben M. Sparling en C. Sparling vol bracht, niet het minst ook dank zij den steun van de mede op de vlet aanwezigen. Dat waren L. Sparling, broeder van C Sparling, Geert Kofferman enJanBoute- stijn, beiden van Maassluis, Jan van Waar- denberg uit Den Briel en J. Moerkerken te Ouddorp. De vier laatsten, allen behooren- de tot de vaste bemanning der „Wodan". Allen, zonder onderscheid, hebben zich als helden gedragen. Niet minder dan een 12- tal lijken heb ik op het wrak gezien. De arme vrouwen zaten er compleet op. Ze waren in den nacht niet te herkennen en dan, de tijd drong. Maar zeker is, dat geen levend wezen meer op het wrak aanwezig was, toen ik het verliet. Van de dooden vond hij in het ruim zitten sommigen tusschen deuren of andere werkende houtdeelen beklemd. Ook bleef aan boord het 5-jarig dochtertje van mevrouw Wennberg, dat eerst zich vast geklemd had en toen door de golven was doodgeslagen. Mevrouw Wennberg wierp zich op het verstijfde lijk van haar doch tertje, hield 't wanhopig stevig vast en wilde het meenemen. 'tKon niet meneer, 't kon niet. Ik zou God danken, als ik de levenden eraf kreeig, kon geen dooden meenemen. En weer trad ik wat stevig op, zei, dat er haast was en niet behulp van Mina, kreeg ik 'r eindelijk van d'r kind los. Daarop begaf Sparling zich weer met veel gevaar voor eigen leven van het wrak langs het sloeptouw. Hrj ging naar de vlet en vijftien minuten later waren de drie geredde vrouwen behouden aan boord van de «Wodan" gebracht. Tegen vier uur Zaterdagmorgen kwamen ze met de «Wodan" voor den wal bij het station. Per automobiel zijn de drie vrouwen toen iu twee ritten naar American Hotel gebracht. Goddank De levenden zijn nu allen van boord. Totaal zijn nu gered Parkinson, Yung, Brodersson, Jaboulet en de damrs Sohroeder, Gaebler, Buttel, Wennberg, Ripler, Teiler en voorts vijf man van de equipage. Bij al het ontzettende dat we reeds kenden, komt zich nu noghet meest wreede voegen: de kennis van een drama, dat in ontzetting zelfs alle fantasie overschaduwt. Het drama n.l., dat zich daar op dat wrak stuk met de kust in het gezicht moet hebben afgespeeld. Bijna twee dagen laug hebben, zooais we nu weten, een dertigtal een kamp gevoerd tegen den dood. In een krankzinnigen angst voor de zee, die den romp beukte en den ongelukkigen geen droge schuilplaats liet. Wel zochten ze beschutting, zooveel mogelijk onder het bruggedoek, maar ook daar slo. g het water over, wrikte én kraakte de heele kast als een notendop en bij eiken hoogen golfslag bestond de vrees, dat het achterschip het lot van het voorschip zou gan doelenen on van de pier zou worden afgelicht, om in de diepte te verdwijnen. De Haiwichboot bracht Zaterdagmorgen vele Engelschen aan, meest familieleden, die gekomen waren om hun betrekkingen te herkennen of op te sporen. InBngstig zenuw-gedoe seinden allen dadelyk hen behouden aankomst naar huis. Van het station gingen zij naar 't groote doodenhuis, waar de laDge ryen met enkele aangebrachte vrouwen en mannen weren vergroot. Van verscheidene lyken was in- tu8schen de indentiteit vastgesteld. Er liggen Diet meer dan tien onbekenden, meestal vrouweD, zoodat een massa lyken nog niet zjjn aangespoeld. Helaas bestaat echter thans de treurige zekerheid, dat o„k alle opvarenden dood zijn, op de vyftien geredden na. Een groote tuil van witte leliën was i.u neergelegd op het lijkje van den 5-jarignn Aug. Hirsch en op een rouwkaart stond een groet van moeder en grootmoeder. Volgens de pleegzusters en de medici is de toestand van al de geredden vrij goed alleen mevrouw Wennberg, die he' Hik van haar kind op het wrak moest achterln, is lichamelijk en moreel ernstig ziek. Ft mi- lein Theile lijdt aan vreeselyke pjjnen in de voeten. Trouwens van alle gereddbu waren de voeten min of meer bevroren. De vrouwen liggen in 'n kamer bjj elkaar in de beschikbare ledikanten. Mevr. Wenn berg met haar dienstbode in een aparte kamer. De mannen liggen op biljarts en tafels, tegen elkander aangeschoven. Z(j zijn haast niet te verwarmen. Er komen veel oppervlakkige verwondingen van beenen vooreen dame wist niet, dat zij gezeten had met een plank op de beenen, waarop zes menschen eaten. Een lichtmatroosje moest een kamferin- jectie worden gegeven. Sommige geredden spreken honderd uit. De Engelschen zeg gen zoo goed als niets. Sterke contrasten zijn er. Dames, die ontkleed binnenkwamen, droegen nog een gouden armbaod. Een barer vraagt voortdurend naar haar gouden horloge een jongen naar zijn pet, die hij verloren heeft. Omstreeks 11 uur kwam de Prins on verwacht. Hij was te zeer benieuwd naar het lot van de drie, om in Den Haag te kunnen blijveu. Hij sprak Jangen lijd met de geredden, bezocht de lijkenzaal, sprak schipper Jansen en bekeek de sloep, waarmee de laatste redding is gebeurd. Van het omgekomen jongetje Hirsch kwam de vader over, die het lijkje her kende. De zwager, die het kind in Engelaod aan boord had gebracht, kwam met hem mee. Het was een ontroerend oogenblik. Omdat de kosten voor een begeleider te bezwarend waren, moest het kind wel alleen reizen. Zijn moeder ligt in Duitsoh- land zorgelijk ziek. Zooeven is het lijkje van het jongetje te 's Gravenzande begraven. Zaterdag was te Amsterdam voor de kranige redders om 3 uur 40 ter beurze reeds voor f 11,000 geteekend. Namens de beursbezoekers heeft de heer Van Eeghen, voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, aan Prins Hendrik een telegram van hulde gezon den wegens zijn moedig en bemoedigend optreden bij de redding. Naar de N. Grt meldt is onder de lijken uog herkend dat van den heer Prinselaar uit Den Haag, die gedurende verscheiden jaren werkzaam was, eerst als monteur en later als inspecteur bij de lirma Barger. De ongelukkige was 38 jaar oud en laat een weduwe met 6 kinderen achter. Ook de heer Hendrik Spijker, technisch directeur van de automobielenfabriek te Amsterdam is onder de slachtoffers. Op last van den minister van Justitie is een onderzoek ingesteld naar de beweerde berooving van lijken, aangespoeld aan het strand van Hoek van Holland. Uit dit onderzoek is gebleken dat de beschuldiging omtrent de berooving geheel onwaar is. Het lijk van den heer v. d. Meulec, kaas handelaar, is naar Leeuwarden overge bracht. De zakken met brieven voor Kopenhagen en elders, die Herbert, de koerier van koning Eduard by zich had, zyo, volgens de Tribune, naar hunne bestemming ver zonden. Maar de bijzondere en vertrouwe lijke lastgevingen die hij bjj zich had, zijn nog niet gevonden. Deze zijn in een leeren tascbje dat een koerier van den Koning onder geenerlei omstandigheden 'n oogen blik alleen mag laten. Men verwacht het by zyn lijk te vinden. Aan het ministerie van buitenlandsche zaken te Londen is men er zeer in spanning over. De gevonden verzekeringspolis was, blijkens het onderzoek door den Duitschen gezant in Den Haag gedaan, niet van de Duitsche gravin, maar van een Duitsche nnoelspeelster, die uit Londen was ge komen. De in Stuttgart wonende verloofde vau Dara, den met de Berlin omgekomen opera zanger, is hij het vernemen van de doois- tydiDg krankzinnig geworden. Buitenlandsche regeeringeu en flagb'a- den toonen groote belangstelling. De Keizer liet zich telegrafisch inlichten. Briaud heeft een extra tooneeluit» oering voor de nagelaten betrekkingen toegestaan. De Engelsche bladen prijzen in de warmste bewoordingen de edele tedders. Te 's Grayenhage vcor het Paleis Uj4

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 2