NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 119. 1907
Dinsdag 19 Februari
21e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
BuitenlandsGli Overzicht.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J, DE JONGE-VERWEST. te Goes
F. P. D'HUSJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
SN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
18 Februari 1907.
Men begint zich te Vlissingen voor te
bereiden op het Ruyter-feest dat 23 Maart
staat gevierd te worden.
Zaterdag 23 Maart.
Dat het juist op Zaterdag valt geeft
eenige hoop op het weder, want ieder zegt
Daar is geen Zaterdag zoo kwaad,
Of de zon schijnt vroeg of laat.
Eerst zal het standbeeld van Michiel
bebloemd en bekranst worden, en dan zal
Prins Hendrik de eerste steen voor de te
bouwen zeevaartschool leggen,en daarna in
tegenwoordigheid van Z. K.H. in de Groote
Kerk de feestcantate worden gehoord.
Vier hellebaardiers, gevolgd door 80
musketiers en door 30 piekeniers, gecom
mandeerd door 1 hopman en 4 rondassiers
zullen de feeststemming op 't hoogst bren
gen, als zij, voorafgegaan door muziek, de
eerewacht betrekken zullen aan het stad
huis, waar de Prins de intocht van den
Admiraal zal gadeslaan.
We kunnen ons voorstellen hoe vol het
bij gunstig weder zijn zal aan het Dok en
de Dokkade, aan het Arsenaal en bij Albion
en op het Eiland, als de sloepen De Ruyter
en zijn gevolg zullen binnenbrengen.
Deze oud-Hollandsche statiesloepen ge
volgd door 8 sloepen met matrozen en
krijgsvolk bemand zullen den optocht ver
men die door het gebulder van een geschut-
batterij by Albion geplaatst, begroet den
Admiraal voor het stadhuis brengen zal.
Daar zal oud-Holland, het vaderland der
zeventiende eeuw herrijzen. De Baljuw van
Vlissingen en Gedeputeerden van Hunne
Hoogmogenden de Staten-Generaal zullen
in de oud-Hollandsche taal den Admiraal
begroeten.
Het stads ven del, voorafgegaan door
herauten te paard zal een ommsgank door
de stad maken, De Ruijter zelf, gevolgd
door de vroedschap, matrozen en zee-sol
daten zal zijn geboorteplaats doortrekken,
geco3tumeerden zullen den zeeheld een
lied ter eere zingen, en hier en daar hoopt
men ook zelfs in uiterlijk aanzien oud-
Vlissingen voor het oog onzer tijdgenoot en
te doen herrijzen.
Zoo denkt men Zaterdag 23 Maart te
Vlissingen te wijden aan den meest popu-
lairen en ook meest beroemden onzer
admiralen Michiel Adriaansz. de Ruijter.
In de familie.
Het „buitenland" van de Middelhurgsche
begon Zaterdag met de volgende ont
boezeming.
Ongeveer een jaar geleden was het koek
en ei tusschen de Belgische liberalen en
socialisten, want toen naderden de verkiezingen
waarbij zij een eind hoopten te maken aan
het clericaal bewinden dan, ja, dan zou
den ze samen aan de regeering moeten ko
men, samen een regeeringsprogramma moeten
opstellen.
Maar het heeft niet zoo mogen wezen, en
nu die band uit den knoop is geschoten, ligt
het voor de hand dat ze niet meer ongekend
vriendelijk tegen elkaar zijn.
In 1905 waren ook in ons land de socia
listen met de liberalen koek en ei, gelijk
zij straks bij de Statenstemming 't ook en
in 1909 weer wel zullen wezen.
Zoolang de gemeenschappelijke vijand
aangepakt moet worden, is men aan dien
kant koek en ei. Maar de Middelhurgsche
Courant durft het dan niet zoo openhar
tig constateeren.
Overigens is 't wel een vermakelijk
relaas dat zij geeft van een scheldparty
tusschen liberalen en socialisten in de
jongste Belgische Kamerzitting
Zij weet-, haar lezers lezen wel eens
graag van relletjes.
En dan niemand wordt er door ontstemd,
want het is uit België, en ver van huis ver
telt 't gemakkelijkst.
Maar, apropos, waarom gaf de Middel
hurgsche Courant dit jaar zoo'n kort verslag
van een ander relletje dat in haar eigen
stad, vlak onder den rook van haar bureau,
als protest tegen, en ter illustratie van den
maatregel van minister Staal tot terug
roeping van 't blijvend gedeelte, in de
kazerne is afgespeeld, met de daarop ge
volgde desertie van twee miliciens die te
Goes zijn aangehouden
Waarom toch zou zij daar den domper op
zetten
Domperstaktiek, zij is er zoo tegen, dat
zij heelemaal uit Engeland een cliché heeft
laten komen met een grooten don: per er op,
en dien voor haar lezers liet afdrukken.
Een aardige plaat toch die domper aan
een touwtje boven de kaars en als nu dat
touwtje afbrandt, valt de domper, met het
woord Lords er op, op de kaars en 't licht
is uit.
Aan dien domper van de lords van de
Middelhurgsche Courant dachten wy toen
wij 't verhaal hoorden van het opstootje
in de kazerne te Middelburg, en van het
feit dat de Middelhurgsche Courant het ge
val schijnt do®d te zwijgen.
Als 'tonder het ministerie-Kuyper ge
beurd was, en als motief tegen een maat
regel van een clericalen minister, zouden
deze „lords" er hun domper wel niet op
gezet hebben.
Daar is maar weinig aandacht gewijd
aan het verslag der Grondwetsherzienings-
commissie ran zeven leden, die behalve
het verslag, ieder voor zich ook een afzon
derlijke nota, dus zeven nota's, inzonden.
Geen wonder.
Grond wetsherziening wekt op dit oogen-
blik de algemeene belangstelling niet. Heel
andere onderwerpen zijn aan de orde.
Zal men over de Eerste Kamer en de
benoembaarheid harer leden, of over het
al of niet toekennen van het reoht van
amendement of over de zittingsduur der
Staten-Generaal of de schadeloosstelling
harer leden gaan praten terwijl weieven
in den tijd van een ministerieële crisis,
terwijl de eischen van het sociale leven
hoofd en haTt vervullen, en terwijl een
belangrijke verkiezing voor de deur staat
Immers neen, zeker niet.
Een overbodig jammeren.
De vrijzinnige pers is, na de aanvrage
van het ontslag van het tegenwoordige
Ministerie, aan het jammeren geslagen.
Zij betreuren het heengaan van dit
Kabinet, waarvan nog zooveel kon worden
verwacht.
Zoo schrijft het Vaderland overgeno
men door de M i d d. C r t. onder meer
Met haar gaat het Arbeidscontract, een stuk
werk dat de vrucht was van het innigst over
leg dezer regeering met alle partijen in de
Tweede Kamer
Met haar verdwijnt het eerste werk op dat
gebied, de Ziekteverzekering van Veegens.
Met haar zal dan zijn weggemaaid de
Ouderdoms- en Invaliditeitsverzekering.
In navolging van De Nederlander willen
wy hier enkele kantteekeniugen aan toe
voegen.
Ten eerstedat het arbeidscontract vol
strekt niet van dit Ministerie afkomstig
is, maar van het vorige overgenomen.
Is 't dus met het vertrek van het mi
nisterie-Kuyper niet in den doofpot ge
raakt, waarom zal het nu met het heen
gaan van dit Kabinet gebeuren
Ten tweede zij opgemerkt, dat't vader
schap van 't wetsontwerp ziekteverzekering
evenmin by het juist afgetreden Ministerie
kan worden gezocht.
Dit wetsontwerp „het eerste op dit ge
bied" behoort ook tot de nalatenschap van
het vorige Kabinet, waarvan men 'tvolk
heeft wijs gemaakt, dat het niets uitvoerde.
Het werd door het tegenwoordig bewind
ingetrokkenom na verloop van een jaar
er weer, bijna ongewijzigd, meê voor den
dag te komen. j
Én ten derde zij opgemerkt, dat van
een „wegmaaien" van Ouderdoms- en In-
validiteits-verzekering in het geheel geen i
sprake kan wezen, om de eenvoudige
reden, dat niet „weggemaaid"kan worden,
wat er nog niet is.
Feit is het toch, dat juist het vorige
Kabinet een wetsontwerp betreffende
Ouderdoms- en Invaliditeits-verzekering
had ingediend
Het tegenwoordige Ministerie heeft niets
anders gedaan dan het in te trekken.
De In validiteits-verzekering is zelfs voor
de eerste jaren buiten de orde gesteld.
Misschien dat door een opvolgend Mini
sterie het „weggemaaide"ontwerp-Kuyper,
al of niet gewijzigd, weer in eere wordt
hersteld.
Wij hebben het aftreden van de heeren
De Meester en zy'n collega's niet gerecht
vaardigd genoemd en wij betreuren het
aftreden onder deze omstandigheden.
Maar met De Nederlander zijn wy het
ook volkomen eens, dat men ook te zwart
gallig kan zyn omtrent „de voorstelling
van de gevolgen die dit hebben zal
Graafschapper.
Wanneer zullen wy de Tweede Kamer
weder zien en wie zullen wij als Raad der
Kroon zien plaats nemen
De rechterzyde P
Is zij het verplicht?
Wel neen
De rechterzijde heeft door haar afstem
men van de begrooting het politiek beleid
de»- regeering niet veroordeeld. Een ge-
sohil, èn afwachting van nadere ophelde
ring, van tactiek, niet van principe. Op die
wijze kan iedere afstemming van 'n regee-
ringshandeling tot crisis leiden.
Heeft de rechterzijde daartoe geroepen
de bevoegdheid?
Waarom niet?
Zij en niet de linkerzijde heeft de meer
derheid.
In de Eerste Kamer, numeriek zeker, en
in de Tweede Kamer staan de beide
groepen op het doode punt, wegen tegen
elkander in stemmenaantal op.
Veel meer nog als vast aaneen gesloten
geheel heeft de rechterzijde de meerder
heid. Immers bij de hopelooza verwarring
van de wijzigingen, is allen arbeid onzeker,
behalve als het den strjjd tegen de anti-
clerioalen betreft.
En van dien strijd en by dien strijd
kan het dierbaar vaderland niet leven.
Een beetje practijk behoort er ook by I
Nog steeds blijft de verwondering aan
onze zijde gaande over de ontslagname van
het geheele kabinet tengevolge vod de ver
werping der oorlogsbegrooting door de
Eerste Kamer.
En nog steeds vraagt men zich afzou
het ministerie-De Meester niet wenschen
gebruik te maken van de gelegenheid om
van den last af te komen, die de regeerings-
taak oplegt?
In 1890 verwierp de Eerste Kamer de
begrooting van minister Keuchenius. Ver
moedelijk zal er wel niemand zijn, die zich
deze geschiedenis herinnert, van meening
dat de beginselen van 't toenmalig kabinet
buiten gedrang bleven. En toch bleef het
ministerie - Mackay aan, Mr. Lohman
trad op.
In 1900 verwierp de Eerste Kamer de
voorgestelde ongevallenwet van den minis
ter Lely, en toch bleef het ministerie Pier-
son-Borgesius. Een tweede editie kwam
en werd wet.
In 1907 verwerpt de Eerste Kamer de
begrooting van minister Staal, zonder de
algemeene politiek der regeering te ver-
oordeelen, en 't geheele kabinet gaat heen I
Een kabinet, dat de gewichtige roeping
had de antithese te dooden en de sociale
wetten te brengen.
Vreemd toch
We lazen ergens in een-courant dat
Maandag, na de mededeeling van den Mi
nister De Meester dat het Kabinet ontslag
had gevraagd, de voorzitter van de Tweede
Kamer zei
Aangezien de aan de orde gestelde on
derwerpen thans niet kunnen afgedaan
worden, is er niets meer aan de orde en
sluit ik de vergadering tot nadere bijeen
roeping.
Dat was een kostelijk staalt je van humor,
misschien van onbewuste humor. Maar
voor de linderzijde een pijnlijken humor.
Hoe, niets meer aan de orde van een
Kabinet, waarop zoovele verwachtingen
gebouwd weren
Vaü een Kabinet dat gezeteld was om in
democratisohen geest te regeeren
Van een Kabinet dat geroepen was in
verzoenenden geest, tegenover de bitter
heid der clericalen positie te nemen, en
daarom Wessels en Ketelaar benoemde!
Van een Kabinet dat volksleger en be
lastinghervorming in zijn banier had ge
schreven, en van zoo'n Kabinet niets meer
aan de orde
't Zal voorzeker voor de vrijzinnigen
geen verheffend oogenblik geweest zijn.
Een burgemeester is zoo vriendelijk ons
't volgende te berichten
De kennisgeving in De Zeeuw van 16
Febr. betreffende het zich nog kunnen aan
geven van kiezers, die elders in de belas
ting zyn aangeslagen, is onjuist, daar ook
voor hen de termyn geldig is, als by andere
aangifte kiezers, n.l. vóór 15 Februari.
De ontvangst der Rijksmiddelen in Jan.
1907 is weder 268 duizend gulden meer dan
in Januari 1906. Hiervan is een meerdere
opbrengst der successierechten de hoofd
oorzaak.
In alle geval ook zonder deze nog steeds
stijging.
Hel zal den vrienden der homoeopa-
thÏBehe geneeswijze zeker genoegen doen
te vernemen, dat deze geneeswijze meer
en meer wetenschappelijk behandeld
wordt.
Dr. Voorhoeve met zijne uitgaven tot toe
lichting giog voor en de homoeopathische
arts van Leiden, dr, Van der Harst besprak,
dezer dagen voor de medische faculteit
der Leidsohe Universiteit' bedoelde ge
neeswijze.
Ze is daardoor officiéél in de wereld
der medische wetenschap aan de orde
gesteld. Na eene wetenschappelijke uit
eenzetting van den weg door de homoeo
pathische geneeswijze gevolgd, ook in
vergelijking met de allopathische, betoogde
de inleider terecht, dat niemand het recht
heeft een richting te verguizen, die met
het waarachtig doel om aan de lijdende
mensehheid hulp te brengen, afwijkt van
den gewonen weg en meent een betere
gevonden te hebben tot bereiking van
het doel.
Zoo is het
Een flinke reoruut.
Een recruut stond onder de directe
orders van een korporaal, die er van
hield, zijn ondergeschikten, wat men noemt
uit te vloeken, vertelt ude Echo.''
B.v. zoo„Zal je (vloek) je poot beter
bijtrekken, of ik zal je (vloek) straf laten
exerceeren, dat je de tong uit je (vloek)
mond hangt en je achter elkaar (vloek)
twee emmers water uitdrinkt (vloek)
voor je weer bij bent. (vloek}.
De reoruut vraagt heel bescheiden
„Wat zegt u?"
„Wat ik zeg" (vloek) en nu volgt een
opvolging van vloeken, die getuigenis
afleggen van 'smans talent in deze.
Weer vraagt de reoruut bescheiden
„Wat zegt u?"
Eu zoo gaat het gevalletje voort, totdat
de korporaal buiten zich zelf van driff,
rapport gaat maken van den betrokken
milicien, die zich zou schuldig hebben
gemaakt aan grove insubordinatie tegenover
zijn meerdere in rang.
De milicien wordt voor zijn kapitein
geroepen en deze, een beschaafd, ont
wikkeld, welwillend man, spreekt hem
aldus toe
Zoo, zoo, heb je je aan insubordinatie
schuldig gemaakt Doe je net, of je je
meerdere in rang niet verstaat?
Dat doe ik werkelijk niet kapitein. De
taal, door den korporaal gesproken, heb
ik nooit geleerd, noch in huis, noch daar
buiten.
Wat voor taal sprak hij dan
Godlasterlijke taal, kapitein.
't Is goed je kunt gaaD.
Niet de milieiën werd gestraft, maar
wel de korporaal en nog al streng ook
en 't gevolg hiervan was, dat meneer
voortaan, al kostte 't hem in 't eerst ook heel
wat moeite, het vloeken tegenover zijn
manschappen naliet.
De tranen Abrahams, (eene legende).
Eens zat, zoo verhaalt eene diepzinnige
legende, de aartsvader Abraham onder een
van Mamre's eikenbosschen. Zyn hoofd
rustte in zijne handen en weemoedig zag
hij naar boven.
Nu kwam zyn zoon Isaak tot hem zeg
gende „Myn vader waarom treurt gij
Wat scheelt u
Abraham antwoordde„Mijne ziel is
bedroefd vanwege de volken Kana&ns, dat
zij Jehova,den levenden God, niet erkennen
en in hunne eigene wegen der duisternis en
ellende voortleven
„Maar, myn vaderriep Isaiik uit,
„moet gij daarom zoo treuren Hoe kan dit
uw hart zoo bekommeren Het gaat den
volken Kane&us goed, en zy zyn vroolijk in
hunne eigene wegen
Nu stond vader Abraham op van zijne
zitplaats.
Hy nam zyn zoon bij de hand en leidde
hem naar eene niet zeer verwijderde tent.
Daar vonden zij een kind, dat krankzinnig
was. Demoeder zat weenend naast haar
kind.
„Waarom weent gij?" vroeg Abraham.
„Ach", riep de moeder uit„dit mijn
kind eet en drinkt met ons, en wy ver
zorgen het zoo goed als wy kunnen, maar
het kent zijn vader of moeder niet, en
eigenlijk is het ongevoelig voor al onze
liefde
„Verstaat gij mij nu vroeg Abraham
aan zijn zoon, „waarom ik weende over de
volkeren Kanaans?"
En Abraham ging weg om hun den Naam
van Jehova te verkondigen, die den hemel
en de aarde gemaakt heeft.
Zoo luidt de legende. En nu is de vraag,
of wij al ooit iets hebben gevoeld van die
droefheid Abrahams.
In de verte leven millioenen heidenen in
nacht en ellendenabij ons leven milli
oenen gedoopte menschen in zonde en
duisternis.
En die allen gaan de eeuwigheid te ge-
moet. Kunt gy, lezer, dat aanzien, zonder
te vragen„wat kan ik doen, om dien
blinden tot hulp te zijn Graafschapper.)
Rusland.
De verkiezingen voor de Doema zijn
een ingewikkelde quaestie. Eerst worden
door de kiezers de zoogenaamde eerste-
kiezers gekozen? En deze pa9 hebben het
recht de leden voor de Doema te kiezen.
Een verkiezing derhalve met twee
trappen.
Men zou haast zeggen dat Rusland zelfs
voor een zoodanige verkiezing nog niet
rijp is.
Immers bij de verkiezing voor de vorige
Doema waren 't ongeveer allen revolutio
nairen. Thans zal ook ongeveer tweederden
der stemmen weer in handen der revolutio
nairen zijn. In hoever de dreigende houding
door de regeering aangenomen tegen de
nog niet gekozen Deema hiertoe heeft
bijgedragen, valt niet te beslissen. Een
Franseh spreekwoord zegt terechtA beau
mentir qui; vient de lois. Hetgeen zeggen
wil ver van huis liegt gemakkelijk. Daarom
doen wij beter met te wachten tot de
nieuwe Doema er is en hare werkzaam
heden ga te slaan. De regeering zal overi
gens wel een moeilijke taak hebben om
ook dit tweede kind op den duur zoet te