NIEUWSBLAD
S ZEELAND.
No. 116. 1907.
Vrijdag 15 Februari
!le Jaargang.
CHRISTELIJK-
IST0R1SGH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Werkstaking te Rijssen.
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
£N VAK
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Het Eerste-Kamerlid, de heer D. W.
Sterk, plaatst het navolgende ingezonden
stuk in onze Rotterdammer.
Mijnheer de Hoofdredacteur
U gelieve in de eerste plaats te aan
vaarden de betuiging van mijn dank en
mijn waardeering voor het feit, dat U
«eerlijkheidshalve" in Uw No. van '2
Februari mijn schrijven over deRijssensehe
staking in zijn geheel onder de oogen
van Uwe lezers hebt gebracht. Echter
zult U mij tevens wel veroorlooven eenige
kantteekeningen bij de door U daaraan
toegevoegde opmerkingen te maken.
U noemt mij een tegenstander van de
stakers. Daartegen moetik bezwaar maken;
ik heb mij daarover niet uitgesproken
slechts betoogde ik (maar daarvoor is men
niet een tegenstander van de stakers) dat
een voortduren van dezen strijd voor de
arbeiders niet gewensoht was, omdat er
naar mijn stellige overtuiging «niet eenige
kans, hoe gering ook" bestaat dat de
stakers dezen strijd winnen. Daarom ont
ried en ontraad ik steun, 't Nuttig effect
dat deze staking hebben kon heeft zij
reeds gehad, dit n.l. dat zij de oogen, ook
der Firma, geopend heeft voor minder
goede toestanden, waarin zij nu zeker ver
betering aal trachten te brengen. Dat daar
aan vroeger niet genoeg aandacht gewijd
werd, moet uit velerlei oorzaken verklaard
worden, o. a. uit deze, dat de Firms niet
«neen" heeft willen zeggen, waar nog door
gedeeltelijk invalieden arbeid verlangd
werd. Doch een uiteenzetting van al die
oorzaken zou mij te ver voerenzij zijn
ook elders reeds uiteengezet. Dit echter
staat bij mij vast, dat in dezen stand van
het geding voortduring, voortzetting van
den den strijd door de arbeiders, waar de
Firma niet wijken zal, slechts verarming en
demoralisatie over heel Rijssen, niet enkel
over de jute-arbeiders, brengen zal.
In Uw onderschrift noemt U de toestan
den te Rijssen vóór de staking «kortweg
ellendig". Dit acht ik onjuist. Maar hoe
dit zij en dat was het eenige wat ik
inbracht tegen Dr. Kuyper's qualiticatie
«ellende zonder wederga" het staat vast
dat de toestand in Rijssen en omgeving
overal minder gunstig was dan in de fabriek
der Firma Ter Horst. De huisarbeid ver
moordde ook de vrouwen en de kinders,
zoo zegt U. Ik merk op dat de afschaffing
van dien moordenden Jhuisarbeid niet
door de stakers verlangd wordt en dat
die huisarbeid door de Firma gehand-
FBUILLBTON.
T&ö Is
Een verhaal uit de vervolging der Hugenooten
naar een oud Fransch handschrift.
Jean Migault had onder de Hugenooten
in La Roohelle vele trouwe vrienden.
Onder deze waren ook 'n drietal families
die hem hare kinderen ter opvoeding had
den toevertrouwd, toen hij nog te Mauzé
als schoolmeester werkzaam was. Zoodra
deze vernomen hadden, wat met den armen
balling was voorgevallen, van zjjne opslui
ting in den St. Nicolaaetoren, wat hun, die
de woede der tegenstanders kenden, waar
lik niet veel goeds spelde, waren zy
onmiddellijk bereid, de gemeenschap der
heiligen beoefenend, al het mogelijke te
doen, om haar ongelukkigen medebroeder
ter hulp te komen en alzoo zyn treurig lot
te verzachten.
De drie huisvaders trokken de stoute
echoenen aan, en klopten bij den gouver
neur of bij de bewakers aan, teneinde verlof
te bekomen,hun vriend te bezoeken doch
1vergeefs De deuren van den ouden St
N icolaastoren bleven voor hen gegrendeld,
zp konden niet toegelaten worden.
In zoover werd aan hun dringend verzoek
•yoldaan, dat zij den gevangene mochten
haafd werd, niet ten haren eigen bate,
doch (en profijte der arbeiders ieder, die
ook maar eenigszins van industrieele
exploitatie verstand heeft, begrijpt, dat
zakken naaien machinaal in de fabriek
economischer, voordeeliger zijn moet, dan
wanneer dit werk als huisarbeid verricht
wordt. Trouwens in heel het bedrijf be
duidde dit onderdeel niet veeltegen de
circa f 6000. fabrieksloon stond slechts
f230. als betaling voor huisarbeid, lu
elk geval, die huisarbeid is nu afgeschaft.
Vermoordt de jute-industrie allengs de
arbeiders Raadpleegt men de officieele
«Statistiek van den loop der bevolking in
Nederland over 1905", dan vindt men dat
voor het Rijk de sterfte (zonder de leven
loos aangegevenen) in van de mannelijke
bevolking bedroeg 1.59 voor de vrouwe
lijke 1.48 Voor Rijssen nu zijn de
overeenkomstige cijfers 1.88 (nl. 57
mannen overleden op 8019 eD 1.66
(ol. 47 vrouwen overleden op de 2893)
Gaat men de pereenteijfers na voor de
provincie Overijsel, dan ziet men, dat deze
bedragen 1.60 voor de mannelijke en
evenveel voor de vrouwelijke bevolking.
Het peroenteijfer voor Rijssen is dus ten
aanzien der mannen booger, ten aanzien der
vrouwen slechts zeer weinig hooger, dan het
provinciaal percentage, hetwelk voor de
vrouwen hooger is dan hetRijkspereentage.
Neemt men dien maatstat voor het Rijk
(1.59 mannen en 1.48 vrouwen) voor
Rijssen aan, dan kan verwacht worden,
dat te Rijssen zouden gestorven zijn (over
1905) van de 3019 mannen 48, terwijl er
stierven 57, dus op de 3019 naar de Rijks
maatstaf 9 te veelen voor de vrouwen
kon verwacht worden een sterfte op de
2893 vrouwen van 43 terwijl er stierven
47, dus 4 te veel op de 2893.
Hooger dan het normale zijn dus de
cijfers te Rijssen zeker, maar tooh niet
zoo, dat hier van een «moordende" indus
trie gesproken kan woTden, te meer waar
zie de beschouwingen in De Nieuwe
Courant over de Rijssensehe staking
voor dit verschijnsel van hooger sterfte
cijfer vele andere oorzaken kunnen wor
den aangevoerd.
De uitslag van den strijd beslist niet
over de rechtmatigheid, zoo schrijft U aan
het slot. Ik merk op, dat de rechtmatig
heid der staking door mij niet is besproken.
Deelde ik Uwe verwachting, dat een nieuwe
commissie spoedig een bevredigende op
lossing zal teweeg brengen, dan zou ik
mijn schrijven in de pen hebben gehouden.
Maar waar ik zeerostellig geloof, dat
voorzien van een bed en zyn toebehooren,
alsmede van het noodige voedsel voor
iederen dag.
Hoewel niet voldaan, was dit drietal
edele vrienden het waren Elie Herault,
Jacques Martin en David Bion toch
dankbaar en blijde, dat zij althans iets
konden doen om de gevangenschap voor
Jean Migault eenigszins dragelijk te maken.
Zoo had hij althans een bed, waarop hij
zich kon neerleggen en behoorlijk voedsel,
zoodat hij gevangeniskost kon laten staar.
Iederen morgen zag men een drietal
jeugdige knaapjes, ieder met een kleine
mand aan den arm, welke door vrienden
handen ruimschoots was gevuld, de breede
en rechte straten van La Rochelle door
schrijden in de richting van de haven naar
den St. Nicolaastoren, waar zij aan de
zware poort aanklopten en binnengelaten,
hunne korfjes ledigden bij de wacht, die
nog menschlievend genoeg was, om zich
met de verdere zorg van den inhoud te be
lasten. De drie knaapjes, die reeds op
jeugdigen leeftijd in het werk der dienende
liefde bezig waren, behoorden tot de boven
genoemde Hugenootsche familiën, welke
reeds van vroeger den gevangene in den
toren als hun vriend, nu meer dan ooit als
hun medebroeder in het geloof beschouw
den. Samen vonden zij genot tn 't vervullen
der hun opgedragen taak, den liefdeplicht
om hunnen vroegeren onderwijzer, in ruil
hoelaDg de staking moge duren de firma
Ter Horst van haar standpunt niet zal
afwijken, daar meende ik in een onge
vraagd advies het verstrekken van steun
..ie moeten ontraden, als leidend tot be
stendiging van de ellende, die voortzetting
van den strijd door de arbeiders over hen
moet brengen. Uit medegevoel voor de
stakkers gelijk U ze zou willen noemen,
heb ik gezegd, wat ik mijn plicht achtte
niet te verzwijgen, hopende, dat zij, die
vertrouwen stellen in mijn gevoel van
verantwoordelijkheid voor zoodanig ad vies,
de gronden, waarop het advies steunde,
ernstig zouden overwegen. U, enz.
D. W. STORK.
De redactie antwoordt het volgende
De heer Stork erkent dus in elk geval,
dat de sterftecijfers in Rijssen hooger zijn
dan elders. Met de andere oorzaken voor
dit sterftecijfer is moeilijk te rekenen, wijl
daarmee zou samenhangen de vraag, in
hoever die lage loonen op die «andere oor
zaken" van invloed zijn.
De heer Stork ontkent niet, dat de loonen
in Rijssen laag zijn. Trouwensin zijn voor
gaand stuk schreef hij «niemand zal ont
kennen, dat de medegedeelde loonoijfers
laag zijn in vergelijking met de loonen
in de ceDtra der textiel-industrie".
De heer Stork betoogt wel, dat de af
schaffing van den huisarbeid niet door de
stakers verlangd wordt, maar het is de
vraag, of de stakers hierin niet zouden
treden, wanneer hunne loonen zoodanig
werden verhoogd, dat ze daarvan zelf
vrouw en kinderen konden onderhouden.
De heer Stork verklaart, dat de recht
matigheid der staking door hem niet is
bsproken. Kan wel zijn. Intussehen zegt
hij in den aanvang, dat deze staking reeds
een «nuttig effect" heeft gehad en de
oogen der firma heeft geopend voor «min
der goede toestanden".
Juist daarom, nu ook op het standpunt
van den heer iStork, de firma Ter Horst
niet van schuld is vrij te pleiten, ware
het gewensoht, dat de heer Stork niet bleef
bij zijn harde uitspraak in zijn vorig schrij
ven, waarin hij zede«na het uitbreken
van een werkstaking gaat het nu eenmaal
niet meer om billijkheid of reoht, maar
is er een oorlogstoestand". Stel dat er
«oorlog" zou zijn, is dan een „oorlog"
juist niet een middel, zij het een machts-
middel, tot verzekering van recht
Het komt onswoor, dat de heer Stork,
wellicht tegen zijn wil, den indruk geeft
van kortweg den slakers toe te roepen
spartelt maar niet langer tegen, de firma
voor de geestelijke schatten, die met geen
goud waren te betalen, de nooddruft den
liehaams te bezorgen tijdens zijn gevangen
schap om den naam des Heeren. Zoo gaarne
hadden zjj den hoogen toren beklommen,
om hun waarden meester de hand te druk
ken en vóór hem in de enge cel uitte stallen
wat iD de korfjes voorhanden was, kon het,
den beker der lafenis te vullen en dien hem
in de hand te geven, hem, den trouwen be
lijder des Heeren. Helaas, het mocht niet.
De bevelen waren gestreng en de soldaten
onverbiddelijk, zelfs voor den meest vrien
delijken blik.
Ongetwijfeld was het Jean Migault aan
gezegd, wat deze jeugdigeObadja'siederen
dag bestonden.
Zijn hart werd er door verkwikt en zijn
geloof versterkt. Hoe zag hij in dit liefde
betoon de goede hand zijns Gods over hem,
die hem door vriendenhand spijsde en
laafde als Elia door middel van de raven
weleer. Meermalen zijn gevoel gaf hem
den tijd aan stond hij op den uitkijkvoor
de nauwe, langwerpige opening in den
zwaren torenmuur, of hij ook ergens in den
omtrek zijne kleine weldoeners bemerkte.
En waarlijk enkele malen mocht het hem
gelukken, op eenigen afstand, gewoonlijk
op of in de nabijheid van de ophaalbrug,
waarop de St. Nicolaastoren uitzag, die
vriendelijke knapen te zien staan, de hoof
den by elkander gestoken, een hunner met
Ter Horst is toch de machtigsteafgezien
van alle rechtsquaesties.
En tooh, dat stemt bitter, en verergert
de treurige verhoudingen.
Veel hoop op den arbeid eener nieuwe
commissie heeft de heer Stork niet.
Wij zouden hem dringend willen ver
zoeken, neem gij als man van eer en aan
zien, die het vertrouwen der firma Ter
Horst geniet, en een man zijt van groote
praetische ervaring, eens het initiatief tot
zulk eene commissie.
Eer deze week om is, zou wellicht de
oplossing er kunnen zijn.
Als men thans ziet, op welk een door
en door schandelijke wijze in het socia
listische hoofdorgaan Het Volle, inzonder
heid in het Zondagsblad de Notenkraker,
de patroons te Rijssen worden beschimpt
en door het slijk gesleurd, zouden wij het
ons kunnen verklaren, dat, indien er weel
een socialistisch voorman het kantoor van
de heeren Ter Horst ten einde over be
middeling te spreken binnentrad, zij dezen
bemiddelaar „de deur uit trapten".
De firma moet trouwens ook te voren
de overtuiging hebben, dat de leden eener
bemiddelings-commissie later niet op grove
wijze tegen een der partijen publiek be
ginnen te schrijven.
Welnu, de heer Stork heeft' in Den Haag
maar de handen uittestrekkenova mannen
te vinden, die zoowel bij de patroons ais
bij de stakers vertrouwen zullen vinden.
Drijve hem daartoe ook de ellende
waarin de stakers verkeeren.
Zoodia «de vrede geteekend" is, houden
wij op met hel vragen ran steun.
Thans achten wij des te meer steun van
noode, naarmate eene oplossing vermeden
moet worden, die alleen zou afhangen van
de naakte manhtsquaestie, instee van wat,
in verband met ae omstandigheden, kan
geoordeeld worden te zijn billijk en recht.
14 Februari 1907.
De gelegenheid tot inschrijving van
iooukiezers, huishuur-, examen-, pensioen-,
grootboek- en spaarbankkiezers is nu on
herroepelijk afgesloten.
Voor de belastingkiezers die verzuim
den voor den lea Februari 1.1. hun be-
Iretingschuld heelemaal aan te zuiveren
bestaat evenwel nog een kansje.
Voor een belastingkiezer wordt gelijk
hij weet vereischt dat hij zijn aanslag
over het volle, laatstverloopen dienstjaar
voor den lsten Februari j. 1. hebbe vol
daan dit wil zeggen: de Rijksontvanger
moest op 1 Februari niets meer van hem
te vorderen hebben voor:
den vinger wijzende in schuinsche richting
omhoog, als wilde hij zijn makkers zeggen
„zie, daar zit onze meester, daar in de
hoogte, bij dit gat"
De gevaDgene zag dit alles duidelijk, zij
het ook van ver, doch helaas, de knaapjes
zagen hem niet. Z\j hadden zelfs geen flauw
vermoeden, dat hij daar juist op ditzelfde
oogenblik zich voor de opening bevond.
Wat hadden zij er niet voor gegeven te huis
het blijde nieuws te kunnen overbrengen
„Vader, moeder, we hebben mijnheer
Migault gezien. Hij stond voor zijn venster
en hij hoeft ons toegeknikt ook".
Ook de gevangene had zulks o zoo gaarne
gewild. Had hij zijn vroegeren leerlingen
maar eens door een enkel sein ofteeken
duidelijk kunnen maken, dat hij hen zag.
Later zou wellicht de gelegenheid zich nog
wel opdoen om hunne ouders en hen voor
hunne liefde dank te zeggen. Of zou nim
mer het uur zijner vrijlating slaan, het
oogenblik, waarop de kerkerdeur voor hem
zou worden ontsloten, en hij kon gaan,
waar hij wilde?
Dit stond aan zijn believen, tot de keuze
van dag en uur toe. Een enkele naam-
teekening en de Hugenoot Jeuo Migault
was vrij. Doch dan was hij geen Hugenoot
meer, dan was hij een afvallige geworden.
Een afvallige Het woord alleen deed een
rilli"£r gaan door al zijn leden.
Jean Migault had zc gekend, deonge-
a. het dienstjaar 1906 grondbelasting
en personeel
b. het dienstjaar 1905/1906 der ver
mogens- en bedrijfsbelasting.
De zaak is hierbij deze.
De burgemeester ontvangt elk jaar van
den Rijksontvanger een lijst van de be
lastingschuldigen om hunne namen op de
kiezerslijst over te brengen maar daarbij
wordt met zwart krijt aangeteekend, wie
zijne belasting op 1 Februari over het
laatstverloopen dienstjaar niet heeft be
taald en de nalatige komt niet op de kie
zerslijst.
Doch, gelijk wij zeiden, nu is er voor
den nalatige nog een kaDsje, wanneer hij
na dea len Februari zijn belasting heeft
arbetaald, of van plan is af te betalen.
In dit geval moet hij zelf naar den
Bui^emeester gaan, met het voldaan ge-
teekende-belastingbiljet in de hand.
Doet hij dit nog vóór den 3en Maart,
dan komt het leelijke kruisje van achter
zijn naam weg en hij wordt nog waardig
gekeurd om in het kiezerscorps te worden
opgenomen.
Op den Sen Maart is alle kans voor u
om kiezer te worden verkeken.
Met een ijver boven onzen lof zijn do
leiders der Katholieke Sooiale Actie in
onze provincie benoorden de Westersohelde
aan 't werk getogen en hebben hun geest
verwanten, voornamelijk die op Zuid-Be
land weten te bezieiep tot een krachtige
beweging in sociale solidariteit. Voor volle
zalen traden sprekers op, eenige vrienden
te Goes stelden geld en rijtuig beschik-,
baar, de geestelijkheid schonk krachtige
adhaesie, en zoo verrezen op vele plaat
sen talrijke afdeelingen der K. S. A.
Voor ons om jaloersch op te worden.
Want wèl onderschatten wij den arbeid
van ons Patrimonium niet, en slaan wij
met ingenomenheid het ontwakend leven
onzer Patrimonium-mannen te Goes gade
doch wat zou er niet nog veel ireec kun
nen verricht worden, gelet op den praeh-
tigen en krachtigen voortgang dien de
beweging der K. S.-A. in onze omgeving
maakt.
Konden alle chr. protestantsche arbei
ders en werklieden zich eens zoo veree-
uigen als de Roomsche werklieden op de
plaatsen door de heeren Engels en Smits
bewerkt
Natuurlijk verliezen wij bier niet uit
't oog het voordeel van het kerkelijk ca
chet en den steun der geestelijkheid, die
uitteraard in onze kringen wordt gemist
lukkigen, trouwe broeders in de belijdenis
naar het soheen, die in de ure des gevaars
bezweken voor de stem der verleiding,
hetzij die kwam van priester en jezuïet, of
wel van dierbare betrekkingen en afstand
deden van hun gelooftrouwe huisvaders,
die zouden pal staan naar zij meenden en
ook anderen geloofden, als het er op aan
kwam om hun Heer en Heiland te belijden
voor de menschen, doch die terstond
geërgerd werden, zoodra de dragonders
maar in aantocht waren moeders, bezorgd
voor heur kroost, die haren echtgenooten
smeekten, ter wille van de kinderen, het
Protestantsoh geloof te verzaken en maar
Roomsch te worden. Met smart had Jean
Migault, ook in zijne eerste woonplaats
Mouillé, velen, van wie men betere dingen
had verwacht, zich naar de mis zien be
geven, om wellicht in de Roomsche leer
te sterven.
En in die hoogst ernstige tijden, die
eerste tjjd der Dragonnaden vooral, was
het er ook voor den schoolmeester te
Mouillé op aangekomen. Gelukkig werd
hij voor af val bewaard. Met nadruk klonk
hem toen de stem in de ooren, als ware het
de stem van Jezus zelf: „Wie mij verloo
chenen zal voor de menscheD, dien zal ik
verloochenen voor het aangezicht mijns
Vaders." En Jean Migault had die stem
verstaan en was uit angst en vreezen gered.
(Wordt vervolgd).