NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 1l5. 1907. Donderdag 14 Februari
21e jaargang
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Snippers uit de oude doos.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers 0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
5N VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer S cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
PSALM 2.
Het oude lied,
Spelt d'ouden strijd,
Behoudt zijn kracht
Voor dit geslacht
En dezen tijd.
De Koninklijke Harpsnaar
Maakt in dit Psalmlied openbaar
Wat na den val heeft plaats gevonden.
Hoe dat de mensch gezondigd heeft,
Gescheiden van zijn Schepper leeft,
Den strijd met Hem heeft aangebonden.
Waar hij Gods beeld en gunst verloor,
Zag men hem, ai de eeuwen door,
In 't strijdperk met zijn Maker treden.
Hij klaagt en mort en vloekt zijn God 1
Drijft met Zijn Woord en Wet den spot,
Hoort naar vermaning noch gebeden.
De Heiden vraagt niet naar den Heer
Buigt nog voor stomme afgoön neer
Gelijk hij deed in vroeger dagen.
De volken over d' aard verspreid,
Bedenken enkel ijdelheid,
Zelfs zonder ooit naar God te vragen.
De meeste vorsten dezer aard,
.Die achten God geen hulde waard,
Hoe goed, en groot, en hoog verheven.
Geen lof en dank wordt Hem gebracht,
Ofschoon ze zelf naar roem en macht,
Naar eigen eer en glorie streven.
Wat doen de Christen-mogendheên,
Europa's vorsten groot en kleên,
Om God en Zijn Gezalfde t' eeren
Zijn 't voedsterheeren van Zijn Kerk,
En dragen hunne daden 'tmerk,
Dat z' in de vreeze Gods regeeren
Stierf Farao's" geslachte uit,
Dat zegt, 'tzij fluisterend, of luid:
Wie is de Heer Wat zou mij deren
Der „Sanheribs", dat snoeft en roemt,
Zich sterk en onverwin'lijk noemt,
Niet schroomt Gods Almacht te trotseeren?
Zit er geen vorst meer op den troon,
Wiens leven lijkt op Nebats zoon,
Die Israël deed afhoereerec?
Regeeren er geen Achabs meer,
Die zich verkoopen, telkens weêr,
Om kwaad te doen in 't oog des Heeren
Maakt menig vorst en staatsdienaar
Zich niet bekend en openbaar,
Door hun geschriften en gesprekken,
176
«SITILLETOW.
DOOB
S C A L D 1 S.
Sluis.
III.
Zooals wij de vorige keer zagen, werden
er bij den lïrand van de St. Janskerk vele
zich daarin bevindende grafteekens, óf
geheel vernield, öf zeer gesohonden. De
minst beschadigden waren die van
le. Godeoaerd de Wilde, ontvanger-gene
raal van Vlaanderen en Artniebekend als
krijg8- en staatsman. Hij overleed den 16
Maart 1429. Het beeld werd docr den brand
eenigszins geschonden.
2e. Jhr. Charles van der Noot; gouver
neur van Sluis, overleden 30 Aug. 1614'. Dit
monument van grauwen arduinsteen opge
trokken, was gedekt met eene kap, op vier
kolommen rustende, onder welke het beeld
lag van Van der Noot, met een leeuwtje aan
de voeten, terwijl geloof, hoop en liefde met
eenige geniassen en andere zinnebeeldige
sieraden het geheel verfraaiden.
Bij den brand zyn twee kolommen, het
onderste van het beeld, een deel der kap en
de genoemde sieraden verdwenen.
3e. Jhr. Philip de Soete van Laken, ge
zegd HautinHoogbaljuw van den Vrijen,
overleden 15 Nov. 1628. Het was eenvoudig
van wit marmer vervaardigd. De wapens
en opsohriften zijn verdwenen.
4e. Jhr. Willem de Soete van Laken, ge
zegd Hautin Ridder van St. Uithiel, admi
raal van Zeeland, enz., overleden 26 Sep
tember 1637.
Dit geJlenkteeken was het prachtigste
Van God en godsdienst, Woord en leer,
Zijn Driemaalheil'gen Naam en eer,
Met Gallio niets aan te trekken
En hoort men niet den wedergalm
Van d'oproerkreet in dezen Psalm
Weerklinken door de Christenlanden
Herhaalt men niet in Kerk en Staat
't Refrein, den Christus Gods ten smaad:
Werpt af Zyn juk, verbreekt Zijn banden
Zoo roept men in 't beschaafd Parijs,
't Socialistisoh paradijs,
De stad der vrijheid en verlichting.
Daar noemt men godsdienst slavernij,
Godsvrucht en vroomheid dweperjj,
Gods waarheid fabel en verdichting.
De godsdienst moet maar aan een kant,
Hij is de pest voor heel het land,
En maakt van vrije mannen slaven.
Hij werkt de domheid in de hand,
Daar hij de volksontwik'liog bant,
Begraaft de kunst, vermoordt de gaven.
Het onontwikkeld dom geslacht,
Dat licht en troost van Boven wacht,
Moet men zijn dwazen waan ontrooven.
Riep „Viviani" trotsch'lijk uit
Wij zullen, door geen macht gestuit,
De lichten aan den Hemel dooven.
Die trotsche goddelooze taal,
Geuit in 's Lands vergaderzaal,
Wordt toegejuicht en luid geprezen.
Besluit met groote meerderheid
Dat men 's Ministers woord verbreidt,
Dat elke Fransehman het kan lezen.
Zoo wordt Gods Woord en Wet veracht,
Zyn opperheerschappij en macht
Wordt snood ontkend en. stout bestreden.
Men drijft met 't heilige den spot,
En elke band, die bindt aan God
Wordt losgewoeld en doorgesneden.
HetGod bescherme Frankrijk gunt
Men zelfs geen plaats meer op de munt.
't Is onzin, God om hulp te vragen.
Dat men voorgoed die zinspreuk schrapp';
Vr^heid, gelijkheid, broederschap!
Zal 't Fransche geld tot randschrift dragen.
Zoo tracht men God uit Staat en Kei ki
Uit huis en school, van munt en zerk'
Met alle macht voor goed te weren.
Weg met den God van Israël!
Maar geld en kunst, vermaak en spel,
Dat zijn de goden die wij eeren.
van allen, en heeft betrekkelijk weinig door
den brand geleden. Onder eene, op ge
draaide kolommen rustende kap, in welker
frontespies het uit marmeren beelden des
Admiraals en zijner gadeOlympia de
Hertaing, met een hondje aan de vosten
gevonden werd. Op den achtergrond dezer
nis zag men op een' zwarten steen de
namen des gestorvenen enz. met gouden
letters; na den brand meest onleesbaar.
Nk den brand, moest, de talrijke gemeente
zich behelpen met de voormalige Fransche
kerk, waarin de laatste leerrede werd ge
houden den 14 Aug. 1825 door ds. A.
Pieterse van Zuidzande naar Gen. 28 16b.
Het terrein waarop de tegenwoordige
kerk werd gebouwd, behoorde eertijds tot
„het Huis van den Vrijen", in delaatste
belegering verwoest, en werd aangekocht
voor de som van 1275 gld.
Het gebouw werd aanbesteed op 4 Febr.
1823 voor 28000 gld. Van 's Rijkswege
werd er eene subsidie verleend van 8000
gld. en werd het tot de dienst ingewijd
21 Aug. 1825, door den consulent ds J. A.
Janssen van St. Anna ter Muiden met eene
leerrede over Openb. 21 22.
Sedert het bombardement van 1794 zag
de gemeente zich beroofd van het Avond-
maalszilver. Zij ontving dan ten geschenke:
vier zilveren bekers twee van deze waren
afkomstig van de opgehevene Waalsche
gemeente te dezer plaatse; de twee anderen,
nieuw daarbij gemaakt en geschonken door
een aanzienlijk lid di r gemeentedhr.
Mattheus Hennequin, Notaris alhier, lid der
Prov. Staten en Ridder in de Orde van de
Ned. Leeuw, welk geschenk voor het eerst
bij het H. Avondmaal gebruikt werd den
15 Apr. 1838.
Bij vrijheidslied en oproervaan,
Gordt zich de Fransche Natie aan,
Om Gods Gezalfden te bestrijden.
In dwazen overmoed en trots
Meet zich de worm met d'Almaöht Gods!
Wie zal de neerlaag moeten lijden?
Onzeker is de uitkomst niet,
Het door Gods Geest bezielde lied
Heeft d' uitslag van den strijd beschreven.
De Heer, die in den Hemel woont,
Een ontoegankelijk oord bewoont,
Door Eng'lenheiren is omgeven,
Hij kent der vorsten hart en raad
Der volken vijandschap en haat,
Der stervelingen ijdel pogen.
Hy lacht in stille majesteit,
Om 's menschen trots en ijdelheid,
Hun nietigheid en onvermogen.
Ik heb mijn Een'geboren Zoon
Spreekt God, verheven tot den troon,
Gezalfd tot Sions Vorst en Koning.
Ik heb mijn uitverkoren Knecht
Des aardrijks einden toegezegd,
Der Heid'nen erve tot belooning.
En wie dien Christus Gods nu haat,
Zijn Woord veracht,Zijn bloed versmaadt,
In 't aangezicht durft tegenspreken.
Dien ziet de Heer in gramschap aaD,
En zal hem wis in stukken slaan,
Gelijk een aarden vat verbreken.
Gods liefde is oneindig groot,
Maar wie Zijn lieven Zoon verstoot,
Wordt eeuwiglijk door Hem. verstoeten.
Wie Jezus ongehoorzaam is,
Blijft eeuwig in de duisternis,
Hij vindt de Hemelpoort gesloten.
Buigt Christen-vorstenbuigt u néér
Voor 's Vaders ZoonDer Eng'len Heer!
Eens de gevloekte en gesmade.
Leest dezen Psalm. Hoort naar vermaan,
Bid David's Zoon met David aan,
Valt voor Hem neêr, smeekt om genade.
Gij Volken, die deez' Aard bewoont
Ziet toe, dat gij Gods Zoon niet hoont,
Niet medeschreeuwtVerbreekt Zijn
[banden
Bestraalden met Zijn God'ijjk licht,
Vre68t voor het nadrend Godsgericht,
Wanneer Zijn gramschap zal ontbranden.
JeruzalemJeruzalem
Zoo klinkt heel Neerland door Zijn stem,
En op den 16 Apr. 1843 werd de ge
meente verrast, door de H. tafel versierd
te zien door drie fraaie bewerkte zilveren
schotels, uit de nalatenschap van dhr.
Jacob Hennequin, in leven Commissaris
van het 4e district van Zeeland en Ridder
in de Orde van de Ned. Leeuw.
Omtrent de vestiging der Hervorming
alhier vinden wij het volgende aange-
teekend Gelijk, naar 't schijnt, nergens
in den omtrek, zoo vielen er ook te Sluis
geene oproerige bewegingen voor in het
zoo onrustige jaar 1566. Ih deze stad geen
beeldenstorm, en geene openbare predi
king vau kettergeriehten hooren wij maar
van één gevalden 15 Maart 1563 te voren
werd er n.m. alhier' verbrand Michael
Ruetijcker van Aardenburg afkomstig.
Maar nauwelijks begon de Reformatie
in Vlaanderen te zegepralen, of de sterke
vesting was niet in staat der zegevierende
doen toegang te sluiten binnen hare muren.
Reeds in 1578 was er de Herv. gemeente
gevestigd.
In de stadsrekening van 1578'79 wordt
een post van uitgaaf vermeld aan den
guardiaan van de Minderbroeders, van
twee Pd. gr. voor het celebreren van twee
missen iedere week binnen bet Schepenhuis,
doch werd daarvoor niets in rekening ge
bracht, omdat er dat jaar geene mis ge
daan was.
Jaarlijks werd de processie van „den
heilige Kruise" gehouden, waartoe het
grootste deel der drie bedelorden te Brugge
overkwamelk dier orden trok daarvoor
1.50 gld.doch in 1578 was er niets voor
uitgegeven.
Ook werd er op den „ommegangdag"
Ik wil u nog tot Mij vergad'ren.
Dat Neêrlands volk die roepstem hoort,
Zich leiden laat door Geest en Woord,
Bekeere tot den God der Vad'ren
Den Zoon in den geloove kuss',
Eer Hij het licht der waarheid blussoh'.
A. WABEKE.
Wemeldinge, 13 Febr. 1907.
13 Februari 1907.
Let opHeden laatste dag
Niet 15 maar 14 Februari is de
laatste dag van Kiezersaangifte.
Dus heden Donderdag moeten
allen zich aangegeven hebben.
Vrijdag is het te laat.
Kiesrecht.
Als daar iemand is die mee belasting
betaalt in een onverdeelden boedel, bij
voorbeeld met zijn broers, of met zijn
moeder, dan moet hij zijn belastingpapier
op 't seoretarie laten zien, en dan zal men
hem daar een aanvrage-biljet laten teeko-
nen. Zoo iemand komt ook nog op de
Kiezerslijst.
Wie niet schrijven kan, die laat het
een ander doen, en gaat dan op 't secre
tarie bij zijn naam een kruisje zetten.
Geneeskundige behandeling van 't Arm
bestuur gehad is geen bedeeling.
En als men wat van een mijnheer of
mevrou\k gekregen heeft tot ondersteu
ning, dat is ook geen bedeeling. Dus zoo
danig een kiezer kan zich ook aangeven.
Die met 1 Febr. 1906 een spaarbank
boekje op zijn naam heeft met f 50 er op
die is ook kiezer als hij zich gaat aan
geven.
Wie een buisje in huur heeft dat den
huurprijs voor de wet niet bereikt, maar
hij heeft er een stukje land bfl in pacht,
die mag dat er by tellen en kan dan als
hij zich aangeeft, ook nog als woning
kiezer op de lyst komen.
Past op! Tot heden 14 Februari hebt u
den tijd. Daarna niet meer
I
Ook een advies
De Middelburgsche Courant weet er wel
raad op Hoor maar
Wij hopen nu maar dat aan hen, die de
crisis hebben veroorzaakt, zal worden opge
aan die van de Wet (de Magistraat) en
de Notabelen der stad presentwijn gepre
senteerd, maar dat jaar was dit niet ge
schied, zoodat de processie dus wel niet
gehouden zal zijn.
Den 14 Oct. 1578, werden bij voorbaat
Jan Cornells en Erasmus de Brouwer tot
ouderlingen en tot diakenen Charles de
Corbehen, Jochem Aeg en Charles van dei-
Wal gestemd en aangesteld.
Er was toen waarsobijnlijk nog maar
één predikant werkzaam, doch zeer spoe
dig zijn er twee gekomen. Die dienaars
waren Hasart Arcerius.
Van ds. Hasart hopen wij meer te ver
nemen, maer willen nu eerst een blik slaan
op de gemeente, op haren inwendigen toe
stand, op hare gewoonten en gebruiken.
Den 25 Febr. 1580 werd bepaald, dat
een ouderliDg des Zondags vóór de predi-
eatie altijd lezen zou en de predikant het
Psalmgezang zou inzetten, totdat er een
voorzanger benoemd zou zijn. Den 28 Juli
1580 besloot men dat in de weekpredi-
eatie de Handelingen der Apostelen zouden
behandeld worden, ook werd het prediken
over de Catechismus uitgesteld, totdat men
het Nachtmaal zou gehouden hebben.
De naamlijst van hen die aan dit eerste
Dit, en voor een deel ook het volgende,
is ontleend aan het oudste kerkenraadsacte boek
van Sluis. Dit actenboek loopt van 23 Oct.
1578 tot 22 Maart I587. Het behelst, behalve
de kerkeraadshandelingen in dit merkwaardig
tijdvak, eene naamlijst der lidmaten sedert het
eerste Avondmaal op 19 April 1579 tot 1587;
benevens de kerkenordening, gesteld in de
Nationale Synode te 's-Gravenhage gehouden
den :'J Juni 1586, en eenige godsdienstige ver-
toogen; naar 'tschijnt fragmenten van predieatiën,
dragen een nieuw ministerie samen te stellen.
Alleen mannen van de rechterzijde dienen
geroepen te worden.
En blijken zij machteloos te zijn om een
kabinet te formeeren, dat dan een midden
man zich belaste met die taak; een die een
ministerie vormt dat de werkzaamheden gaande
houdt totdat in Juni de kiezers voor de Pro
vinciale Staten uitspraak hebben gedaan over
de kwestie volksleger of niet, vermindering
van oorlogslasten en van dienstplicht.
Dat onze Koningin verstandige raadslieden
vinde, die Haar in die richting den weg wijzen
„Verstandige'' raadslieden zijn zij die
de zaken helder inzien, niet doen aan ge
schied ver valse hing, en het volk niet op-
zweepen met misleidende leuaen.
En tot dezen rekenen wij niet de re
dactie van de Midd. Crt., die de schuld
van de crisis op de rechterzijde werpt,
en het volk wil wijsmaken dat deze niet
wil vermindering vac oorlogslasten en van
dienstplicht.
De Middelburgsche Courant moet wel een
onnoozele voorstelling hebben van een
Koningin en van een Kiezer om hen der
gelijke onjuistheden zoo maar te doen
slikken.
„Door bijna de geheele Kamer.'''
De voorstelling alsof de afstemming
der begrooting van oorlog een votuin was
van enkel wantrouwen Rechts en van
enkel instemming Lioks (onder anderen
de Goesche Courant tracht deze legende
ingang te doen vinden) wordt bereids
gelogenstraft in het Kameroverzicht van
de Nieuwe Courant
De Eerste Kamer heeft het vonnis, over den
minister van Oorlog geveld, onverbiddelijk
voltrokken.
Het is de rechterzijde met den heer Van
Houten die zich met de voltrekking heeft
belast. Want veroordeeld was er door bijna
de geheele Kamer, op zeer weinige uitzonde
ringen na. Wat sommigen ten slotte bewoog
hun stem vóór de begrooting uit te brengen,
was allerminst een goedkeuring van het mini-
sterieele beleid, veeleer een voorwaardelijke
veroordeeling. Den heer Stork, maar vooral
ook den heeren Rengers en Van Leeuwen
moet het groote moeite gekost hebben het
uiterste van welwillendheid te betrachten, dat
noodig was om hun stem ten gunste van dit
budget te bepalen. Moge daarbij sympathie
voor het ministerie den doorslag gegeven hebben
Avondmaal deelnamen, behelst 66 perso
nen, onder wie wij de twee burgemeesters,
den Pensionaris en Griffier der stad en
voorts een tal van aanzienlijke personen
opmerken.
Dat de gemeente toenam, bewyst de
verkiezing der kerkeraadsleden op 8 Mei
1579. Er werden toen zes ouderlingen en
drie diakenen verkozen.
De Hervormden hadden, althans in
grootere plaatsen, in den beginne de lof
waardige gewoonte om iederen avond of
ten minste op eenige avonden der week
in 't Heiligdom zaam te komen, ten einde
God gemeenschappelijk te loven en te
danken. Die samenkomst werd het Avond
gebed genoemd. Te Sluis had men aan
vankelijk besloten dii avondgebed niet
te houden, en zich tevreden te stellen met
eene wekelijksche predioatie des Donder-
dagsvoormiddags. Het duurde echter niet
lang of ook da avondgebeden werden in
gevoerd.
Ook het houden van lijkpredicatiën was
iu den beginne eene gewoonie der Herv.
kerk. Den 4 Febr. 1580 werd daaromtrent
bepaald, dat men zich ten dezen voegen
zou naar de verordening der Dordtsche
Synode van 1578.
Deze had voorgeschreven dat men ze
niet invoeren zou, waar zij niet gebruikelijk
waren, overmits haar gebruik „zeer zor
gelijk is".
Te Sluis was men dus ook in 't algemeen
voor de afschaffing van dit gebruik.
Werd echter een lijk begraven op een
dag waarop men predikte, dan zou de
dienaar daaruit tot nuttige vermaningen
aanleiding mogen nemen.
Wordt vercolgdj,