NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND,
No. 108 1907.
Woensdag 6 Februari
21e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed, S, J. DE JONGE-VERWEST te Goes
F. P. D'HUU, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Gods werk in Moscou,
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS,
Prijs per drie maanden franco p, p1,25,
Enkele nummers 0,02E.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent,
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
IJK
Goes, ook voot Kloetinge, Kattendijke,
's-Heer Hendrikskinderen en Wissekerke
11, 12, 13, 14, 15, 16, 18, 19, 20, 21, 22
en 23 Maart.
Een bezoek aan onze vroe
gere landgenooten in het
verre Westen.
Wie onzer bent Michigan niet?
Wie heeft er niet familieleden of ken
nissen
Grand-Rapids, Holland en Zeeland, zijn
sse niet voor een goed deel gelijk aan onze
steden. Volkplantingen door onzen volks
stam, ginds en hier zoo levendig verbonden
door stamverwantschap.
Het was een uitnemende gedachte van
H. H. de Koningin onzen gezant te Was
hington, jhr. Van Swinderen, op te dragen
daar een bezoek te brengen, opdat de band
met het oude vaderland in eere bleven zou.
Onze Amerikaansche bladen meldden
dat dit bezoek, lang en met blijdschap tege
moet gezien, op het laatst van het vorige
jaar plaats had, en geven op echt Ameri
kaansche, d.i. breedsprakige wijze daarvan
verslag.
Het zij ons vergund ten behoeve van
velen onzer lezers die belangstellen in het
leven der hunnen, ginds in het verre Wes
ten, hier en daar iets te noteeren.
Een der bezoeken in Holland door onzen
gezant gebracht, gold het wel bekende
Hope-College, stichting van wijlen ds. Van
Raalte, de onder ons meest bekende Theol.
Sohool van het Westen.
Te midden van studenten, leeraren en
notabelen van Hollandschen stam werd
onze gezant daar ontvangen en overhan
digde daar namens H. M. de Koningin het
ridderkruis van de Oranje Naussau-orde
aan den eerwaarden president vac Hope-
College.
Dr. Gerrit Jan Kollen, de tegenwoordige
president, deed steeds zeer veel voor het
bewaren en versterken van den stamver
wantschap onzer vroegere landgenooten,
en het was daar en ook vooral in de gast
vrije woning van een landgenoot, de heer
Diekema, dat men zooverre van het vader
land verwijderd, weer eens te huis gevoelde
als Nederlanders, en de band versterkt
werd, die gehecht blijft aan den geboorte
grond.
Was Hope-College in Holland het cen
trum waar men samenkwam, in Zeeland
was het de Gereformeerde kerk. Cornelis
van Loo was daar de tolk om te zeggen
hoe groote eer het voor de Zeeuwen was de
officieels vertegenwoordiger van het oude
vaderland te mogen ontvaDgen en begroe
ten en hoe dankbaar de kinderen van
Nederland waren voor de attentie der
Koningin die de afwezigen niet vergat.
Daar in Zeeland was Henry de Kruijf de
gastheer en namen de predikanten A. Kei
zer en D. Drukker de honneurs waar.
Hoofddoel van het bezoek was natuurlijk
Grand-Rapids, 't centrum der Hollandsche
nederzetting.
FE UILLETON.
Gedurende de weken, waarin de revo
lutie te Moscou haar toppunt bereikt had
schrijft een Russische medewerker van
„the life of Farth" en velen hun leven
verloren, werd door den Heer in vele zielen
het verlaDgen naar het heil en groote be
reidwilligheid gewerkt. Daar de stad in
staat van beleg verkeerde, werden alle
bijeenkomsten ten strengste verboden
er mochten zelfs niet twee personen te
zamen op straat loopeD. En toch te mid-
deo van al de onlusten en gedurende een
veertien dagen van schieten met kanonnen
en geweren, hadden wij dagelijks groote
bijeenkomsten. Onze zaal, die ruimte biedt
aan honderd personen, was altijd bezet,
evenals de gangen en de trappen. Om
ïueer plaats te krijgen, namen wij meer
Daar had men die komst met vreugde en
spanning verbeid. Onze vice-consul, de
heer J. Steketee, had zich met de oude,
welbekende Knickerbockers-vet-eeniging
in verbinding gesteld, deze had een com
missie van ontvangst benoemd, bestaande
uit de heeren P. B Schravezande, Herman
van Aalderen, Willem van Leeuwpn, J. S.
Verdier, Johan Otto, A. B. Wilmink, G.
Kuiper en J. Steketee.
Behalve enkele openbare gebouwen wer
den daar ook een aantal fabrieken, vooral
meubelfabrieken bezocht, waar onze land
genooten arbeiden.
Een feestmaaltijd waaraan een honderd
tal Hollanders aanzaten was hen bereid en
het was daar dat jhr. Van Swinderen ver
telde dat hjj, verleden zomer in Nederland
zijnde, door de Koningin was ontvangen en
dat zij hare levendigebelangstellingtoonde
in hetgeen hij haar meedeelde van de
Nederlanders in Michigan, terwijl zij hem
allerlei vroeg omtrent hnn persoon, hun
karakter en hetgeen zij hadden tot stand
gebracht. Toen gaf zij den gezant de
opdracht waarvan hij zich nu kweet.
Onze Koningin zoo zeide hij draagt
mij op om alle hier aanwezigen en alle onze
Nederlandsche inwoners dezer stad en van
deze westelijke streken de verzekering te
geven van H. M. belangstelling in uw wel
varen, en van hare vereering voor een volk
dat op zulk een voorbeeldige wijze toont
wat het wil zeggen te zijn a loyal Dutch-
American.
Aan dat feestmaal herinnerde onze be
kende vice-consul, de heer Jaoob Steketee,
aan de geschiedenis der Nederlandsche
nederzettingen in Michigan.
In 1846 kwamen de eerste kolonisten in
die streken, die toen woest en met wouden
overdekt waren, en onder leiding van ds.
Van Raalte legden zij den grondslag voor
het thans zoo welvarende Holland. Het
daarop volgende jaar kwam een tweede
groep Nederlanders onder leiding van den
predikant Van der Meulen, en de heeren
Van de Luister en Jan Steketee en uit die
nederzetting ontstond het welvarende dorp
Zeeland. Een derde deel der bevolking van
Grand Rapids, 115,000 zielen, behoort in
afkomst of geboorte tot den Nederlandschen
stam. Niet minder dan 37 kerken zijn de
hunne-
Onze consul te Chicago, de heer Birkhoff,
nam de Nederlandsche nederzettingen niet
alleen in Miohigan, maar in de Vereenigde
Staten tot onderwerp van zyn rede. Hij
deelde mede hoe de N ederlanders zich eerst
in New-York hadden gevestigd, dat even
als New-Yersey nog niet lang geleden een
Nederlandsche kolonie was.
De Puriteinen die den staat te Plymouth
vestigden, waren afstammelingen van
Nederlandsche uitgewekenen. Twee kolo
niën in Connecticut zijn uit Nederlandsche
elementen samengesteld, in Pensylvanië
was de Nederlandsche invloed overheer-
schend en in Massachusetts sterk.
En in 1776 was het de Nederlandsche
Gouverneur van West-Indië die voor het
dan eens alle stoelen weg, zoodat dan 200
personen opeengedrongen konden staan.
Dikwijls kwamen reeds om drie ure per
sonen om een plaats te krijgen, hoewel
de bijeenkomsten om 7 ure beginnen. Het
heerlijke Evangelie wérd met kracht ver
kondigd, en dikwijls riepen verschillende
personen uit„Wij kunnen niet voortgaan
zoolang wij ons heil in Christus niet ge
vonden hebben".
Een jonge man, een ijverig terrorist,
kwam dikwijls in den winkel van een
vriend, die een Christen was, en zeide
„Ik hoop, dat het mij nog eens gelukken
zal in het paleis van den Keizer té komen
en een dergenen te zijn die op hem schie
ten". Wij trachtten hem van de liefde van
Christus te vertellen, maar hij wilde er
niets van hooren. In de eerste dagen eener
geestelijke ontwaking ging hij naar een
bijeenkomst, en toen onze evangelist vroeg:
„Wie wil tot Jezus komen?" brak hij in
eerst de driekleur als de vlag der nieuwe,
vrije natie begroette.
De heer Birkhoff liet niet na er op te
wijzen dat het Nederlaudsch element in
de groote samenkomst der volksstammen
ginds in het Westen zich steeds heeft
betoond als ordelievende en vreedzame
inwoners.
Yan uit Michigan breidde de Neder
landsche immigratie zich uit ook over
Illunois, Wiscousin, Jowa, Nebraska en
Minnesota en overal paste de opkomende
stam zich aan aan het leven der Amerikaan
sche burgers.
In 1893, bjj de wereldtentoonstelling van
Chicago, waren in Music-Hall 8000 Neder
landers bijeen waaronder 2000 uit Michigan.
Nooit zei de heer Birkhoff zal ik het
oogenblik vergeten, waarop deze menigte,
geleid door een koor van 200 stemmen, het
Wilhelmus aanhief.
De indruk was niet te beschrijven dien dit
op allen maakte, waarvan zoo menigeen het
lied in lange jaren niet had gehoord.
5 Februari 1907.
Patrimonium.
Voorzeker zyn wij veler tolk als we
onzen heilgroet bieden aan 't zijn zilveren
feest vierend Middelburgseh Patrimonium.
Ging de afdeeling stil haren weg, kwam
ze nog altoos niet op hare voile kracht,
ze was in ons volksleven toch 'n kostelijk
element en als ik nadat ds. W. H. Oosten,
ons eerelid gesproken heeft, op heden
Woensdagavond een woord spreken zal,
dan zal het een warm woord van waar
deering wezen, dat de mannen van Patri-
motiium teekent.
Onze afdeeling is niet verwend door te
groote belangstelling van de zijde van ons
christelijk publiek.
Laat heden avond om zeven uur de zaal
Bogardstraat eens te klein zijn. Laten onze
mannen van positie ditmaal Patrimonium
eeren. Ook onze jongelingen, onze vrouwen
en onze jonge dochters zullen dezen avond
zeer welkom zijn, en zich het komen
niet beklagen.
Zij deze openbare t ergadering een recht
opwekkende en opbouwende vooravond
van een dankbaar feest.
Dr. L. H. WAGEN AAR.
Middelburg, 5 Februari 1907.
De snuggere geest die de vrijzinnig-
democratische Goesche Courant redigeert
heeft gemeend dat wij zijn blad voor op
politiek gebied neutraal hielden.
Dat weten zijn lezers die hem af en
toe eens op De Zeeuw of op Kuyper,
Kuyperianen, en andere „gereformeerden"
hoorden schelden, toch wel beter. Doch
wij dachten dat hij in dien zin wel voor
neutraal wilde doorgaan dat hij in zijn
berichtjes en verslagen ieder het zijne gaf.
Hij geeft zoowat van alles, dachten wij.
Chr. Jongelingsvereenigingen en Tooneel-
opvoeringen Kerkorgels en Goochelaars
Christendom en socialisme; fijnen grof; alles,
dachten wij, wordt door dezen aartsvader
tranen uit en riep „Ik wil, doch ik weet
niet of Jezus zulk een revolutionair als
ik ben, verlossen wil". Deze woorden
maakten op een zijner vrienden zulk een
indruk, dat ook deze uitriep: „En ook ik
wil verlost worden''.Weldra konden beiden
den Heer danken voor hun verlossing door
Christus' bloed. Daarna konden zij den
Heer voor den Keizer bidden.
Een jonge, sinds kort gehuwde dame,
behoorende tot de hoogste standen van
Moscou, had sedert jaren door geschriften
en liederen tot ontbranding van de revo
lutie bijgedragen en was steeds bedacht
op nieuwe plannen om de regeering omver
te werpen.
Zy had onder de hoogere standen veel
partijgenooten gewonnen. Alle pogingen
om haar voor 't Evangelie te winnen, wees
zij met een verachteljjken lach af en zeide
„Gig deedt beter in ónze samenkomsten te
komen. Gy spreekt van liefde tot den
bedacht, zoodat ieder zijn beurt krijgt.
En daarvan nu, zoo meenden wij, was
de leepe baas nu afgeweken, door geen
verslag op te nemen van de vergadering
van 29 Jan., waar de heer De Wilde optrad.
Waarom, dat heeft hij al gezegd Geen
antirevolutionaire propaganda in zijn blad.
Hiermede heeft hij als nieuwsbrenger,
als verslaggever, als rondverteller ook van
hetgeen op politiek gebied voorvalt, de
neutrale lijn verlaten, en dit hebben wij
gemeend te moeten oonstateeren.
Ons is het natuurlijk wèlmaar dan
moeten ook zijn antirevolutionaire lezers
hun abonnement op dat blad opzeggen.
Dat ligt voor de hand, althans voor wie
zien wil en de consekwentie zijner daden
of verzuimen aandurft.
Laat ons even sprekenoverde Armenwet.
Eerst aan de orde gesteld door het Mi
nisterie Borgesius bleef het vorig Kabinet
daarop de aandacht gevestigd houden en
ook de tegenwoordige Minister gaf bij de
schriftelijke voorbereiding van het debat
over de begrooting te kennen, dat deze
zaak in studie is en dat men ijverig bezig
is met het ontwerp.
Het is te ho; en, dat deze belangrijke
zaak nok bij de diaconieën ter sprake ge
bracht worde, opdat als het ontwerp komt,
de diaeonitën blijk geven mogen op dit
terrein niet onbekend te zijn.
Van onze zijde willen we meêwerken
om de aandacht op dit voor velen onzer
zeer aai.gelegen punt te vestigen, en we
stellen ons daarbij voor binnen korten tijd
een overzicht te geven van de Armenwet
waaronder we nu leven.
1 i afwachiing daarvan willen we voor
heden de aandacht vragen voor tweeërlei
opvatting in onze diaconieën heerschende.
Eenerzijds vindt de meening ingang dat
de overheid waartoe we voor het gemak
in dit geval ook heeren doctoren zullen
rekenen bij nood in de diaeonie-kas
(en wanneer is er geen nood bijdragen
kan en dat die bijdragen door de diaconieën
gerustelijk kunnen aanvaard worden, an
deren nemen het standpunt in dat de
diaconie alleen tot het oefenen van barm
hartigheid bevoegd is. Er mocht volgens
deze geen andere liefdadigheid zijn dan
kerkelijke, men mocht als christen geen
aalmoezen geven dan in den buidel van den
oollecteerenden diaken.
De overheid brengt tot een tegenover
gesteld uiterste. Zij wil steeds het terrein
van het Burgerlijk Armbestuur verbreeden
en eigenlijk burgerlijke armenzorg tot
hoofdzaak bij ondersteuning maken, aan
gevuld en geholpen door kerkelijke en
particuliere armenzorg.
Als sprekend bewijs daarvoor moge
dienen dat geregeld ieder jaar de uitgaven
voor armenzorg uit openbare kassen toe
nemen. In 1876 was het twee millioen
en in 1904 reeds meer dan vier millioen.
En dat terwijl de ongevallen-wet is
tussohen beide gekomen en in- en uitvoer
en opbrengst van rijksbelastingen getuigt
van toenemende welvaart
naaste, maar wij bewijzen deze door de
daad, terwijl wij bereid zyn ons leven voor
onze broederen te laten". Toen een jong
meisje uit de familie van haar man tot be
keering kwam, kwam zij in een onzer bij
eenkomsten, om met haar te spreken en
haar voor het anarchisme te herwinnen.
Maar toen men sprak over wat de Heere
Jezus ook voor haar gedaan had en hoe
voor haar en andere terroristen gebeden
werd riep zij uit„Dat kan ik niet ver
dragen Hoe is het dezen metschen moge
lijk zulk 'n buiten gewonen invloed op hun
gehoor te hebbenEindelijk werd een
schoonzuster, die met deze revolutionaire
samenwoonde, tot den Heer gebracht, en
een geest van berouw kwam over het huis.
Ik werd per telefoon geroepen, en eindelijk
vond ook de echtgenoot van deze dame
vrede. Om half 2 verliet ik de familie, maar
reeds eau half uur later kwam de man bij
my zeide„Mijn vrouw zoekt redding", Ik
iiiwiu—
Dit toont dat naast klimmende welvaart
ook toenemende armoede staat, en dat
en dit is door ieder te vermoeden de be
hoeften grooter zijn, en er meer neiging
bestaat om zich tot vervulling van die
behoeften tot de overheid te wenden, die
daarvoor oor heeft.
Begrijpelijk is het dat wij antirevolutio
nairen, al eisohen wij ook voor de Dia
conieën nu juist niet het monopolie van
alle liefdadigheid op, en al weuschen wij
het goed recht van persoonlijk weldoen
volstrekt niet weg te cijferen, indien we te
kiezen hebben tusschen Diaconie en Over
heid, ervoor pleiten dat de (aak der barm
hartigheid aan de Diaconie kome of blij ve.
Immers de Overheid kan geen barm
hartigheid bewijzen. Zij kan nooden le
nigen, zij kan verschaffen wat de armo
behoeft,maar barmhartigheid, liefdadigheid
beoefenen kan zij niet omdat er geen liefde
is. Het geld dat zij beurt komt desnoods
in door dwang.
En hoe meer we dien weg opgaan, zoo
veel verder gaan we den weg op van den
revolutionairen, soeialistischen, almachti
ge n en alwijzen Slaat, die het tegenbeeld
is van liefde en barmhartigheid.
Maar tegenover dit drijven van de wet
tot uitbreiding van het Burgerlijk Armbe
stuur staat nu het alles opeisohen voor
de Diaconie, het onbevoegd verklaren van
iedere Corporatie daar buiten. Hier is
geen rekenen met de praktijk van het
leven die het oog opent voor toestanden
en ervaring, toestanden en ervaringen
die de een den ander leere'n kan omdat
ze overal en altijd verschillend zijn, maar
die dan ook geen reoht geven om allen
en alles over ééu kam te scheren en ééne
waarheid als onweersprekelijk en absoluut
voor aller oor te verkondigen.
Overdrijving zoowel aan de eene als
aan de andere zijde, schaadt, en het is bij
een maatschappelijk belang als Armenzorg,
dat zooveel individueels in zich hervat, dub
bel moeilijk algemeene regelen testellen.
De Goesche Courant vertelt aan haar
lezers dat de „clerioale pers" alles in 't
werk stelt om de Eerste Kamer te ver
leidende (oorlogs)begrooting te verwerpen.
Wanneer zij onder clericale pers de
Katholieke bladen verstaat, dan zal zy
zeker niet bedoelen Gelderlander en
HuisgezinZelandia, Zoom en Nieuwe
Zeeuwsche Courantterwijl ook de Chr.-
Historische bladen De Nederlander voor
op,met de toezegging van den minister
genoegen namen.
De antirevolutionaire bladen hebben ook
niet hard gewerkt op de Eerste Kamer.
Immers De Standaard deed reeds herhaal
delijk het tegenovergestelde andere bla
den van die richting lieten zich niet uit
en wat De Zeeuw aangaat, deze hee4t
terstond hare ingenomenheid met de toe
gezegde blootlegging der plannen aan de
Tweede Kamer uitgesproken, en verlangt
niets anders dan een loyaal zich houden
aan de wederzijdsche overeenkomst.
ging terug en vond de vrouw diep over
tuigd van haar zonde. Eindelyk zeide zy
„Heere Jezus, ik kom tot u zooals de vrouw
in Simons huis". Het duurde niet lang of
zij riep „Heere Jezus, thans heb ik uw
liefdehand gegrepen". Naar menschelyke
berekening was het nu voor haar onmoge
lijk tot het terroristisch comité te gaan. Zij
deed het echter en zeide „Lieve vrienden,
hedenmiddag om 3 uur ben ik vrij gewor
den, een vrijheid die niet menschen, maar
Jezus Christus gegeven heeft. Gy allen
hebt my als een tegenstandster van den
levenden God gekend Hjj heeft my echter
overwonnen en ter neder geworpen".
Daarna noodigde zij haar vroegere party -
genooten uit om ónze bijeenkomsten te be
zoeken, en velen hunner, die zy vroeger
voor 't anarchisme gewonnen had kwamen
tot den waren vrede en de ware tryheid.
-M-