NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 104. 1907. Vrijdag 1 Februari 21e Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH Bnitenlandsch Overzicht. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE J0NGE-VERWE5Ï, te Goes F. P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Wat de Kieswet eischt om Kiezer te worden. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS, Prijs per drie maanden franco p. p1,25, Enkele nummers0,024. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Letten we al lereerst op de bela&tingkiezers. Belastingkiezer is hij, die over het laatste dienstjaar al zijn aanslagen in de Rijksbelasting heeft voldaan. Die belas tingen zijn Personeele belasting, Grond belasting, Vermogensbelasting en Bedrijfs belasting. Deze aanslagen behoeven niet te ioopeo over een vol dienstjaarmen moet eenvoudig de belasting op tijd hebben betaald. Belastingkiezers behoeven zich niet aan te gevenzij worden ambtshalve op de kiezerslijsten gebracht. Alleen zij, die mede-eigenaren zijn in een onverdeelden boedel, waarvoor in 1906 grondbelasting is betaald, terwijl hun aandeel in die belasting f 1 bedraagt, be- hooren zich tussohen 1 en 15 Februari aan te geven aan de seorstarie, waar zij een formulier ontvangen, dat vóór 15 Februari ingevuld en onderteekend aan de secretarie moet worden ingeleverd, met het belastingbiljet. Wie verhuisde naar een andere gemeente, en in een vorige belasting betaalde, dient zich eveneens aan te geven, met ©verleg ging van het voldaan geteekende belas tingbiljet. De rijwielbelasting telt niet raeê. "Wie op 1 Februari zijn belasting nog niet voldaan heefr, krijgt van den ont vanger een waarschuwing thuis, een gratie waarschuwing, waarin gezegd wordt, dat, is de belasting op 1 Maart niet voldaan, men niet op de kiezerslijst komt. Alle overige kiezers, d. w. z. de huur-, inkomen-, spaarbank- en examenkiezers behooren zich aan te geven tusschen 1 en 15 Februari ter secretarie. Zij ontvangen een formulier, dat onderteekend en inge vuld moet worden ingeleverd aan het Gemeentehuis. Huurkiezer is hij, die op den 31 Januari sedert 1 Augustus van het vorige jaar in een huis of een deel van een huis heeft gewoond van de huurwaarde, voor iedere gemeente bepaald. Men mag in dien tijd ook éénmaal verhuisd zijn mits dan ieder der woningen den huurprijs heeft, door de wet vastgesteld. Doch nu komt er nog iets bij. Men kan ook kiezer worden, wanneer het huis of het gedeelte van heihuis, dat men bewoont, niet den geëischten huur prijs heeft, docli wanneer men in zijn woonplaats grond in huur heeft, en samen daarmeê het voor de gemeente geldende bedrag wordt verkregen. Natuurlijk moet men dien grond minstens van 1 Augustus van 't vorige jaar af in huur hebben min stens even lang als het huis. De huurkiezer moet zich aangeven. Alleen wanneer hij in dezelfde woning bleef, als het vorige jaar, en hij stond reeds op de kiezerslijst, is aangifte niet noodig. De bepalingen voor de hnurkiezers gelden ook voor de schipperszij moeten alleen den vastgestelden tijd een schip in eigendom of huur hebben gehad van 24 M3 inhoud, of 25000 K.GJ. laadvermogen. Thans komen we aan de inkomsten- of loonkieaers. Dat zijn zij, die van 1 Januari van het voorgaande jaar tot 31 Januari van het volgende achtereenvolgens bij niet meer dan twee personen, ondernemingen, openbare of bijzondere instellingen in dienstbetrekking zijn geweest, en daar een loon hebben genoten, dat óók voor iedere gemeente in de wet is vastgesteld. Het loon, in vaste dienstbetrekking door de vrouw genoten, kan worden gesteld hij dat van den man, en evenzeer het halve loon van minderjarige, inwonende kinderen. Wanneer dat alles bijeen het door de wet geëischte bedrag haalt, kan de man kiezer worden. Men behoeft niet meer het juiste bedrag van loon of inkomen op te geven, doch kan volstaan met de verklaring, dat bet loon het door de wet gevorderde bedrag bereikt. Als loon wordt ook gerekend het pen sioen of de lijfrente, door openbare instel lingen vet! eend en ook dat, door onder nemingen of bijzondere instellingen uit betaald. Natuurlijk blijft het bedrag van het inkomen voor iedere gemeente onver anderd. Ongerallenrente wordt ook als loon be schouwd. Staat in een of ander bedrijf in den regel het werk gedurende een gedeelte van het jaar stil, dan wordt de tijd, waarin niet gewerkt wordt, toch als diensttijd beschouwd. Is men ten hoogste twee maanden ziek, dan wordt took het loon gerekend ontvangen te zijn. Ook de kost en de inwoning wordt als loon gerekend, naar een daarvoor bij de wet voor iedere gemeente vastgesteld bedrag. Wie op Zon- en Christelijke feestdagen den kost echter niet geniet, behoeft voor deze dagen niets af te trekken. Hij wordt toch gerekend vollen kost en inwoning te genieten. De bepalingen voor de inwonende zoons zijn dezelfde gebleven. Loonkiezers moeten zich ieder jaar op nieuw aangeven tusschen 1 en 15 Februari. Zien we nu even naar de Spaarbank- en Grootboek-kiezers. Wie op 1 Februari a s. sedert een jaar f 100 nominaal op het Grootboek heeft staan of f 50 in de spaarbank, zóó dat het inderdaad zjjn eigendom is, kan op grond daarvan aanspraak maken op het kiezer- schap. Hij moet tusschen 1 en 15 Februari zich op de secretarie aanmelden onder overleg ging van een bewijs van de directie van het Grootboek of het bestuur der Spaarbank, dat hij inderdaad sedert een jaar eigenaar is van de gevorderde bedragen. Het is niet meer noodig, dat men een boekje hebbe van de Rijkspostspaarbank andere spaarbanken, zooals die van het Am!1,tellen ook mee; doch natuurlijk moeten de lichamen, waarvan deze spaarbanken uitgaan, rechtspersoonlijkheid hebben, en, zoo ze na 1 Mei 1900 zijn opgericht, moeten ze een waarborgsom van f25000 bij de Nederlandsche Bank hebben gedeponeerd. Wie reeds Grootboek- of Spaarbank kiezer is behoeft zioh niet opnieuw aan te geven; daarvoor wordt ambtshalvegezorgd. Blijven ten slotte de jEcamew-kiezers. Welke examens geldig zijn, kunnen wij niet uitvoerig opgeven de wet zegt, dat zij kiezers kunnen worden, die «met goed gevolg hebben afgelegd een examen, inge steld door of krachtens de wet of aange wezen bij algemeene maatregel van bestuur en in verband staande met de benoem baarheid tot eenig ambt, de vervulling van eenige betrekking of de uitoefening van eenig bedrijf of beroep''. Herinneren we ten slotte, dat in het algemeen, het kiesrecht aan bovenge noemde categorieën van personen woidt toegekend, wanneer zij zijn mannelijke ingezetenen des Rijks, tevens Nederlanders, die den leeftijd van 25 jaren hebben bereikt. Wie dit jaar op 15 Mei zijn 25ste jaar bereikt en in de termen valt, kan dus kiezer worden. Ziedaar in het kort uiteengezet wat de Kieswet eisoht. 31 Januari 1907. Kiezerslijst, en geen einde! Denkt om de kiezerslijst, zóó luidt 't dagelijksch parool. 't Helpt niet, of we luide roepen dit Ministerie moét weg 1 't Baat niet, of we uit volle borst zingen (/Zij zullen ons niet hebben, de goden van den tijd''. Er moet gewerkt worden Vooral nu Auders geldt ook van ons als van Zuid- Afrika, waar door sommigen nu nog ten aanzien der Engelsehen werd gezongen «Zij zullen ons niet hebben'*. Waarop dezer dagen door een ander Zuid-Afrikaan naar waarheid werd geparodieerd «En daarom sal ons singe «Al is ons mage hol, «Ons broeke vol met lappe, «Ons hoede sonder bol. «Want één ding ia tog seker «Vas as 'n dam zijn wal «Hul sal ons tog nie krijg nie «Want hulle het ons al Zoo zou 't ook met ons gaan, wanneer de vrijzinnigen ons in de kiezersteelt den loef afstaken. (Rott.) De Goesche Courant geeft van de rede van den heer De Wilde en 't debat een verslag van 8 regelseigenlijk nog geen 4. Toch behoort dib „verslag" van nog geen vier regels tot de merkwaardigste die wij ooit gelezen hebben. Er wordt name lijk in verteld dat alwat dhr. De Wilde zei „oud nieuwe" was. Dus, dat Groen van Prinsterers levens doel was vrijheid voor alle burgers en be werking van den volksgeest in chr.-hist. zin. Dat onder het Calvinisme vrijheid en gelijkheid meer hebben gebloeid dan onder het vrijzinnige regime. Dat de vrijzinnig heid, ook in ons land, de revolutie-leus Vrijheid, gelijkheid, broederschap, in haar spotbeeld heeft verkeerd. Dat de vrijzin nigheid de nationale eenheid verstaat in den zin van liberalistische eenheid. Dat de vrijzinnigen de uitvinders der antithese zijn. Dit alles, zegt de Goesche Courant, is oud nieuws Indien de verslaggever dit in plaats van 'tachteraf te komen verklaren,jbij wijze van debat in de vergaderingzei vegeconstateerd had, zouden wij natuurlijk ook tevreden geweest zijn. Maar nu hij 't in zijn courant zet, zijn wjj dubbel content. Gouv. Idenburg en de Zondagsrust. De heer Idenburg, gouverneur vau Suriname, heeft gelijk wij reeds melden, bij de Koloniale Staten annhangig gemaakt een verordening op den wekelijksehen rustdag de Zoudag wordt erkend. Art. 9 zegtHet is verboden op Zondag winkels, handelskantoren en werkplaatsen voor het pnbliek open te stellen. Dit geldt niet voor apotheken en buiten kerktijd niet voor restauraties en ijs- en melkwinkels, bar bierswinkels mogen open zijn tot 12 uur. Volgens art. 10 is het houden van openbare vermakelijkheden op Zondag verboden en art. 12 verbiedt werkgevers Zondags door anderen arbeid te doen verrichten, behou dens de noodige uitzonderingen. Moet iemand door deze uitzonderingen op Zondag drie uur werken, dan moet hem een aaneen gesloten rusttijd van niet minder dan 24 uren worden toegekend. Israëlieten mogen 's Zondags hun winkels open hebben, mits ze den Zaterdag als rustdag gebruiken bij overtreding van dit laatste wordt de vergunning voor een jaar ingetrokken. Met den Zondag kunnen de algemeene christelijke feestdagen door den gouverneur, den raad van bestuur gehoord, worden gelijk gesteld. De Mem. van Toelichting, klaarblijkelijk van de hand des heeren Idenburg zelf, begint aldus ^Openbaring, geschiedenis en ervaring leeren, dat in de natuur des menschen als levens ordinantie is ingeschapen de behoefte aan een regelmatige afwisseling van arbeid en rust, in dien ain, dat het werkzame leven telkens na zes dagen wordt onderbroken door één dag rust. Loochening van deze ordinantie wreekt zich zelf en een poging om het getal Zeven door tien te vervangen leidde slechts lot teleurstelling. Deze scheppingsordinantie heeft oorsprong en doei niet in het schepsel, maar in den Schepperzij geldt niet slechts het leven des iichaams maar ook dat der zielzij beosgst niet slechts rust voor den mensch in zijn stoffelijk bestaan, maar biedt hem tevens de gelegenheid tot verhoogden arbeid in het geestelijke. Het onderhouden van deze ordinantie heeft derhalve, zijn maatschappelijke en zijn godsdienstige zijde De verzorging van deze laatste ligt grootendeels buiten de overheidstaak en moet worden over gelaten aan de consciëntie der burgers. Gingen dan ook oudere wetgevingen op dit gebied grootendeels uit van het religieus karakter van den rustdag, onder invloed en drang van den geweldigen omkeer, die in de vorige eeuw nijverheid en verkeer ondergingen, voegde zich bij dit geestelijk element een sociale factor, die in de nieuwere wetgeving bepaald op den voor grond treedt en die tengevolge heeft, dat tal van regelingen omtrent Zondagsrust een plaats hebben gevonden in arbeids- en andere sociale wetten. De roeping van de overheid ligt ten dezen opzichte dan ook hoofdzakelijk op maat schappelijk gebied en juist daarom kunnen, zooals de nieuwere Zondagswetgeving leert, op dit terrein samenwerken, wie uit geheel verschillend beginsel leven." Frankrijk. De strijd tusschec de Regeering en de Kerk is een ander stadium ingetreden. De bisschoppen hebben een door den Paus goedgekeurd verzoenings-document opgesteld, een tusschenvoorstel ingediend, waarin zij zei ven zoover dit met de souve- reine rechten der Kerk strookt toegeveD,en de B.egeering van haar zijde eveneens tot verzachting van haar eischen trachten te bewegen. Het is echter nog maar een proeve van een gedeeltelijke modus vivendi. Na eenige verklaringen van principieelen aard zeggen de bisschoppen, dat zy alles willen in het werk stellen, om vooral den openbaren eeredienst te redden en de ontwijding van kerkelijke gebouwen te voorkomen. „Hierom, en hierom alleen, zullen wij er in toestemmen, een proef te nemen met de organisatie van den openbaren eeredienst, indien de duisterheden van sommige ge deelten van de wet van 1907 genoegzaam worden weggevaagd". Behalve dit is echter de eisch, dat in het contract, waarbij een kerk door het burgerlijk gezag in gebruik wordt gegeven aan een pastoor, de expresse bepaling zal opgenomen worden, dat hij als gebruiker van het kerkgebouw alleen zal erkend worden voor zoover en voor zoolang hij pastoor is door den wil van zijn bis schop". „Daar de organisatie van de Kerk in Frankrijk niet behoort af te hangen van den willekeur van het burgerlijk gezag, stellen wij bisschoppen, in de meest vol strekte eensgezindheid, vast en verklaren wij, dat het contract bovengenoemd overal moet worden aanvoerd, en zoo niet, nergens door ons zal worden gewild". Er is een kleine kans, dat dit aanbod der bisschoppen (waarmee de hiërarchie in behouden haven is) door het ministerie wordt aanvaard, want het thans door haar bekostigde onderhoud der kerken kost veel geld. De verklaring heeft over 't algemeen een goeden indruk gemaakt. De Debate (libe raal) zegt er het volgende van „De bis schoppen hebben in overeenstemming met Rome een initiatief genomen, dat niet anders dan met instemming ontvangen kan worden. De openbare meening zal een weldadig gesterkt gevoel hebben over het feit dat er iets besloten is wat practiach is en de uitoefening van den dienst onder eervolle voorwaarden verzekert". Het blad hoopt, dat de regeering nu geen moeielijk- heden in den weg zal leggen dit zou haar alle onpartijdige menschen tegen zich maken. Hiertegenover staat echter dat de sterk vooruitstrevende beter ware gezegd reactionaire bladen bladen, die niet anders dan strijd willen en vernietiging der Kerk, en ook meenen, dat deze mogelijk is, zijn niet zeer goed te spreken over de kans, dat het tot een zy 't ook voorloopigen vrede zal komende Lantern e (revolutionair socialist) scheldt en de Action fradico- socialist) ziet minachtend neer op Briands „zalvende politiek". Doch gematigder bladen moedigen de regeering tot het deen van dezen terugtred aan, namelijk indien de bisschoppen afstand doen van den eisch dat de regeling over het geheele land zal worden aangenomen. In het model van een oontraot, dat de bj-Jan er bij publiceert»), wordt uitdruk kelijk vastgesteld dat bij vervanging van een pastoor door een anderen, alle reohten overgaan op den door den bisschop be noemden opvolger. De pastoor is alleen en geheel meester in de kerk en de burgemeester heeft zich daarin niet te mengen. Wat de regeering nu zal doen Canossa Maar daar zal zij tooh wel geen vertrou wen by winnen. Daarvoor was haar aanval te forsch, te eerlijk opgezet geweest. De Roomsche kerk zal wel weten hoe zij de concessies van een regeering die de lichten aan den hemel heeft uitgedoofd, moet opvatten. Gisteren onder onze Telegrammen meld den wjj reeds dat Kamer en Senaat de begrooting hebben aangenomen. Daarna zette de Kamer de beraadslaging over het ontwerp van wet op openbare bijeenkom sten voort. Hier werd op bovengenoemd punt reeds het meeniugsverschil tusschen twee ministers openbaar. Briand scheen weer verzoeningsgezind. Clemenceau, de premier, hield vast aan zijn oude denkbeeld van anti-clericaal door drijven. Briand, even fel als ziin collega, ia blijkbaar leeper dan deze. Een „jacobin ministre" is nog geen „ministre jacobin". Rood wezen als Kamerlid waarborgt niet rood wezen als minister, dat bleek hier ook weer. Jaurè», de leider van die groep der sociaal-democraten welke de regeering steunt, zeide Minister Briand is te opti mistisch en wat hij er ook van moge denken, de nota der bisschoppen is een onbeschaamdheid. Clemenceau erkende: Wij zijn het niet geheel eens maar ik ben daaraan niet mede schuldig Ik blijf op het oude standpunt. (Op dit oogenblik verliet minister Briand de zaal). De premier ging verder De nota der bisschoppen is een onbeschaamd ulti matum, wij zullen daarover niet in onder handeling treden. De bisschoppen zullen niets meer verwerven dan het gemeene recht, maar wij zijn nog niet aan het einde van den strijd. Clemenceau ontkende, dat hij „zijn vriend Briand" had willen kwetsen. Hij zou met hem overleg plegen en was er zeker van, dat Briand zijn steun zou blijven verleenen. De premier verliet de zaal en kwam ver gezeld van Briand terug. Deze laatste nam zyn oude plaats weer in. De wet werd tn haar geheel met 550 tegen 5 stemmen aan genomen en de zitting geschorst. O o s t e n r ij k. De Kamer is uiteengegaan en zooals ze was zal ze niet weer bijeenkomende nieuwe kieswet zal zeker zijn werk doen en vele oude leden der nieuwe met een nieuwen geest vervangen. De voorzitter, graaf Vetter, hield een afscheidsrede, waarin hij erop wees dat wal aangaat den verrichten arbeid het parlement het oordeel der geschiedenis niet behoeft te vreezen hij legde echter na druk op de noodzakelijkheid van wijziging van het reglement van orde, wil het nieuwe parlement met zijn 516 leden vrucht baar werk léveren, en ten slotte sprak hij den wensoh uit, dat alle groepen zich op den bodem van het algemeen stemrecht mochten satmenvinden. Toen volgde het drievoudig hoera voor den keizer, dat als gewoonlijk warme instemming vond. De Re'ichspost, het orgaan der democra tische katholieken, is niet zoo goed te spreken over hetgeen door de thans ge seheiden Kamer is verrichtzij huldigt niet den regel, dat men van de dooden slechts goeds mag zeggen. Vooral van de sehoone plannen tot sociale wetgeving is niet zoo heel veel terecht gekomen. De grootste zorg der regeering is geweest voor de ambtenaren en voor de hoogste het allermeest. Toch mogen de wetten op den mijn- arbeid. op arbeiderswoningen en Zondags rust tot de goede daden der regeering worden gerekend.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1