VOOR ZEELAND.
No. 103. 1907.
Donderdag 31 Januari
21e jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISGH
•estfr-0cl)dÖ£
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed, S. J. DE JOMGE-VERWEST. te Goes
F. P. D'HUU, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
H de Wilde over „De oude strijd".
1)1) ELB UIIG' -
op de Wester-Schelde.
lEN HAN S"W EERT.
toen met 80 April 1907.
jeesfihe of Spoortjjd.
fVanWalBOOrden naarHans-
5, 8,46*. 12,30, nam. 3,25.
:t naar Walsoorden voorsa.
2,38, 5,38.
sizen worden geen goe-
rvoerd.
)D3LB. ROTTERDAM.
Febtnari.
;ezonderd Zondags, Woens-
f, van Vligsingen 6.30 van
m van Rotterdam 8.— nnr.
IDELBDSGZIERIKZEE.
|Februari.
irg dagelijks 's morgens
igs 2.30. (Zondagsmiddags
t A
n Zierikzee.
2,30
2,30
2,30
Mo
2,30
,30
È,30
f,30
2,30
p,30
2,30
2,30
Vrjjd.
Zater.
Zotid.
Maan.
Dins.
Woen
Dond.
Vrijd.
Zater.
Zond.
Maan.
Dins.
Woen
Dond.
7,30
7,30
7,30
7,30
7,30
6,30
22 7,30
23 7,30
7,30
7,30
7,30
7,-
28 6,30
2,30
2,30
2,30
2,30
2,30
2,30
2,30
2,30
2,30
2,30
2,30
2,30
4
Liemt „SCHELDE"
|Februari.
Vrjjd. 15 7,— 10,
Zater. 16 7,30 10,—
Zond. 17 8,- 10,—
b,30 Maan. 18 9,- 10,30
P,30 Dins. 19 8,30 10,30
Woen 20 8,30 10,
Dond. 2110,- 11,—
i;80 Vrijd.22 8,30 11,30
B,30 Zater. 23 8,30 8,30
b,30 Zond. 24 9,30 9,30
),30 Maan. 2510,— 10,30
p,30 Dins. 2610,— 10,30
Woen 2710,30 10,—
Dond. 28 6,- 11,—
;etal acbter een datum is
ikzee het tweede getal ii
|erdam).
-Europeesche of Spoortijd.
?0a) 5) nm. 3,23c) g)
pa) 3,50g)
1,55/j A V
3,23«)
juten na het vertrek va*
skerïe n. Neuzen vm, 8,80
Brsskens, Borsselen en
en Neuzes ten hoogste 30
1,55 van Neuzen naar
aten.
24 jaar gevangenisstraf
rd, weende hij bitterlijk,
had veel meer verdiend".
dat er in dit voorjaar in
bhristiania een ontwaking
Geest Gods zijn gezegend
l de muren der gevangenis,
een klein vonkje,
[kking op tot een geweldig
gevangenen ontstond de
eer toe te bekooren, zoodat
n en twee, ja dikwijls zelfs
ten houden moest. Boven-
[et ieder afzonderlijk gaan,
is met mij te spreken,
hij o.a. een groote, sterke
kind weende, omdat de
|eten had, hem mede te
oyeeckomst. In debijeen-
ruwe mensehen, dienst-
ide, uit huu zondeleven
In bijeenkomst, waar een
ojjna 100 misdaden op zijn
l degevangenis meermalen
elddadig optreden in de
ad, plotseling op de knieën
.r zijn zonden beleed, ont-
reweging dat alle mannen
enen.
ais van zonde, volgde wel-
«eëigening van de genade
gerigen grepen zij deze
[rvulde vrede en vreugde
ard aan de behoefte om
tetuigen. De vrede open-
in het zingen,
gevangenen vertellen, zoo
hun medegevangenen en
wat de Heer aan heu
ok schrijven zij dringende
pven aan vrienden en fa-
in menig dorp een op-
ld.
zeker: de opwekking in
is is geen menschenwerk
?en duidelijk bezoek van
ioht heeft zondaren zalig
IEDER EN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
KN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
In de Dinsdag te Goes gehouden open
bare vergadering van de anti-rev. Prnpa-
ganda-elub trad als spreker op de heer H.
de Wilde, lid der staten van Zuid-Holland,
en van den Haagschen gemeenteraad met
het onderwerp „De oude strijd".
Nadat de voorzitter, de heer Buijse, de
vergadering, die matig bezocht was, met
gebed had geopend en een kort welkomst
woord tot de aanwezigen had gesproken,
verkreeg de heer De Wilde het woord.
Spr. improviseerde ongeveer aldus
Bij het eerste politiek debat na 't
optreden van het ministerie-De Meester
werd van links en rechts critiek op dat
optreden uitgebracht, o.a. door Mr. Tyde-
man een oud-liberaal. Deze was 't niet
eens met heu die zeiden dat 't ministerie
Kuyper te weinig had gédaan. Integendeel
dat ministerie had, ook volgens hem, hard
gewerkt. Zijn grief was van anderen
aard en betrof den geest waarmee dat
ministerie bezield was. Hij noemde 't
tijdperk van 19011905 een kortstondige
ziekelijke afwijking van den nuohteren
geest van het Nederlandsche volk. Nu
behoeft men niet direct anti-revolutionair
te zijn om tegen den vorm van deze be
schuldiging op te komen. Maar aan een
voor ons denigreerenden vorm zijn wij ge
woon. Opzoomer noemde ons een halve
eeuw geleden al het niet-denkend deel
der natie.
En nog verleden jaar hoorden wij iets
dergelijks zeggen door mr. Palijn in het
kiesdistrict Zierikzee. Herinnerende aan zijn
reizen tijden» de verkiezingen voor de
Tweede Kamer, zag hij, zoo zei hij, die
zwarte streep (Flakkee) die hem den moed
benam, doch daarna zag hij de driekleur,
symbool der vrijheid, en toen greep hij
weer moed Maar die vlag is toeh nfet
symbool alleen van het liberalisme, maar
ook van ons zij is symbool onzer nationale
eenheid.
De N. Crt. sohreef gister Er waait een
frissohe wind door 't district Sliedrecht,
dewijl de liberalen er wakker worden. Zie
als hoogstaande mannen en bladen zulke
uitdrukkingen bezigen, dan moetin naam
der volkseenheid, waarnaar men zegt te
jagen, daartegen geprotesteerd worden.
In de grief nu van mr. Tydeman
een afwijking van den nuchteren geest van
het Nederlandsche volk lag de voor
stelling alsof de strijd door het minisferie-
Kuyper aangebonden iets nieuws was.
En dit is onjuist.
Hetzelfde was reeds te voren door mr.
Lohman bepleit en door Groen voorgestaan.
Het was „de oude strijd".
Het levensdoel van den stichter der
anti-rev. partij trad in tweeërlei vorm naar
voren Vrijheid voor alle burgers, en be
werking van den volksgeest in anti-rev. of
chr.-historischen zin. Allereerst vroeg hij
gelijkheid. Toen Maurits in den strijd tus-
schen Gomaristen en Arminianen, over
onderdrukking van laatstgenoemden door
geweld sprak, zeide Trigland„wij ver
langen enkel vrjjheid, en dan zijn wij,
Contra-remonstranten, nog krachtig genoeg
om de Arminianen dood te preeken".
Dat is het rechte standpunt. Eu dat
standpunt van vrijheid en gelijkheid werd
in dien tijd niet ingenomen. Nawerking
van 't stelsel van Constantijn den Groote
De godsdienst van den vorst moet ook zijn
die van het volk. Luther heeft met dit
stelsel niet geheel gebroken. Calvijn meer.
Het Calvinisme heeft op den voorgrond
gesteld gewetensvrijheid. In ons land, in
vergelijking met andere landen, bestond
een groote mate van vrijheid en gelijkheid.
Van vrijheid mannen als Descartes en
Spinoza konden hier een drukkerij vinden
om hunne geschriften ver buiten onze
grenzen te verbreiden.
Dooh gelijkheid bestond ook zelfs in het
bloeitijdperk van 't Calvinisme, hier niet.
Tot in 1784 de Fransohe broeders met hun
vrijheid, gelijkheid, broederschap" 'thun
pons zouden verbeteren 1 Sohoone woor
den in de Schrift gegrond doch het waren
slechts woorden. Het kwam niet tot daden.
Marat en anderen leverden van deze
drie deugden een spotbeeld.
Is nu na 1795 in ons land die vrijheid
eindelijk in daden toegepast? Het ging er
niet zoo bar als in Frankrijk, al klaagde
een Jacob Valckenaar er over dat de
Oranjegezinden niet allen konden worden
opgeknoopt.
In de Staatsregeling van 1793 was alleen
hy kiezer die tegenstander was van het
stadhouderlijk bewind, voorstander van
de bovendrijvende partij
En nog na de verdrijving van 't Fran-
sche bewind waren die begrippen van
vrijheid en gelijkheid averechtsch ge
bleven.
D8. Molenaar en de afgescheidenen in
'34 ondervonden 't.
Wie tegen den geest der eeuw inging
kon niet in eenig Staatsambt benoemd
worden. De openbare instellingen, vooral
die van onderwijs, kwamen in dienst van
de richting der bovendrijvende partij. En
toen onzerzijds getracht werd door eigen
inspanning andere instellingen te krijgen,
werd ons toegeroepen dat wij verdeeldheid
brachten. Het volk moest één zjjn, namelijk
vrijzinnig. De Fransche revolutie heeft
niet gegeven wat het beloofdein geeu
enkel opzicht staat zij hooger dan het
Calvinisme. Bilderdijk en Da Costa pro
testeerden tegen de ontkerstening onzer
openbare instellingen.
Helaas, zij kwamen niet met een ander,
een beter stelsel. Da Costa begreep het
ruime standpunt van Trigland niet. Groen
v. Brimterer heeft de machtige gedachte
der vrijheid gegrepen en op zijn staats
recht toegepast. Niet onmiddellijk. Eerst
was hij 't met da Costa eens en nam hij
eenigszins 't standpunt der Fransche re
volutie in. Doch allengs werd't hem dui
delijk dat in een land met gemengde be
volking 't beginsel van vrijheid en gelijk
heid volkomen moest worden aanvaard
ook voor de kerk, en ook voor den Staat.
Daarom aanvaardde hij in 1842 den gods-
dienstloozen, niet den anti-christelijken,
staat en eischte voor de Christenen in dien
staat vrijheid op ter christelijke plichts
betrachting. Hiermede was 't standpunt
aangewezen dat de antirev. partij voor
taan zou innemen ten opzichte van sohier
alle aangelegenheden, niet het minst in de
school, ook in zake benoemingen. Het
ministerie-Maskay heeft geeu ander stand
punt ingenomen.
Een kortstondige afwijking van den
nuchteren geest van het Nederlandsche
volk zei mr. Tydeman. Maar was dan
hetgeen van 't ministerie-Kuyper uitging,
in strijd met 't ruime, mooie standpunt van
Trigland De tegenstanders verwijten
Kuyper part«jwetten. De schoolwet-Kuy-
per een partijwetGanschelijk niet.
De schoolquaestie heeft een paedago-
gische zijde, dat ieder vrij zij zijn kin
deren te doen opvoeden in den geest van
zijn huisgezin. Dat is in de wet-Kuyper
aanvaard. Is dit niet een standpunt dat de
aandacht verdient van allen die belang
stellen in volksontwikkeling Ons stand
punt zal door velen onzer tegenstanders,
naar sprekers overtuiging, in de toekomst
worden overgenomen, want het ligt in do
lijn van onzen tijd. Spr. wil geen kwaad
zeggen van de openbare school, maar do
sociaal-democratische onderwijzers op de
openbare school zullen in 't gedrangkomen
wanneer zjj een ander standpunt hebben
dan de vrijzinnigen.
Wanneer de soc. democratie groote be
ginselen als recht voor den arme, afbre
king van de bourgeoisie poneert, zal deze
boti'irg niet uit kunnen blijven. Een symp
toom is reeds gezien in 't protest tegen
het zingen van Oranjeliederen op het
Koningionefeest. Tot hiertoe gold ook bij
de liberalen liefde voor Oranje, eerbied
voor 't Gezag een maatschappelijke deugd.
Dit schrapt de soc. dem. onderwijzer,
maar dan komt hjj in conflict met het
wetsartikel dat ppleiding tot alle chris
telijke en maatschappelijke deugden van
hem eischt. Op dat gebied oprichting
van bijzondere scholen als tegeDgif tegen
't optreden van dergelijke onderwijzers
kunnen de liberalen van ons, geschoolden
in den schoolstrijd, nog veel ieeren en wij
willen hen gaarne uit onze rijke ervariDg
met advies dienen. (Applaus.)
Maar de school quaestie had ook een
politieke zijde. Zij die aansluiting van de
school aan 't gezin begeerden, ondervon
den tegenwerking van den Staat en wel zoo
dat tot 1901 voor een kind op de openbare
school uit de openbare kas f36 betaald werd,
en voor een kind op de byzondere school
f 7,50. Zoo was de toestand bij 't optreden
van 't ministerie Kuyper. Alsof een liberaal
of een sociaal-democraat vijfmaal meer
waard ia voor den Staat, dan een Roomsche
of Chr. ProtestantToen is de sohoolwet-
Kuyper, „de ramp voor 't land" gekomen.
Hij heeft hierbij de openbare school niet
benadeeld, integendeel nog iets bevoor
deeld, en wel door hoogere wachtgelden en
een andere uitkeering dan volgens de wet
van 1897. En van die f7,50 heeft h\j ge
maakt niet f 36 (of f 38 zoosls 't nu is
maar f 15. En tooh gingen de openbare
onderwijzers 'tland rond, front makende.
Voor de openbare school in naam, voor de
onbillijkheid in werkelijkheid, in strijd met
hun leer van vrijheid, gelijkheid en broe
derschap En dat terwijl 't ministerie-
Kuyper meer dan zijn voorgangers voor
't openbaar onderwijs deed. Wachtgelden;
en opneming van weduwen en weezen van
openbare onder-wijzers in 't pensioenfonds
voor burgerlijke ambtenaren, danken de
openbare onderwijzers aan dr. Kuypers
wet. Indien er ooit sprake kwam van de
oprichting van een monument voor dr.
Kuyper, dan dienden de openbare onder
wijzers daarvoor het eerst hunne bijdragen
te leveren. (Applaus.)
Vrijheid, gelijkheid wensohen wij voor
de hoogescholen en de verschillende
kerkgenootschappen. Groen zeihet
Israelieiisch kerkgenootschap moet niet
beschouwd worden als een vereeDiging,
maar als een publiekrechtelijk lichaam.
Wij zullen dan ook niet rusten voor die
vrijheid en gelijkheid zijn veroverd.
Mr. Tydeman zeide in die merkwaardige
rede van 2 Deo. 1905 dat het stelsel-Kuyper
weg is, voor goed weg. En mr. Troeistra
klapte in de handen. De antithese, die
leidt tot de verdeeldheid en de olaseili-
ceering van het volk! Maar Dr. de Visser
schrijft terecht dat niet wij de antithese
in 't leven geroepen hebben maar de vrij
zinnigen.
Er was een theseGod de Souverein,
de Schepper. Het volk aanvaardde die;
dan de revolutie kwam met een stelling
daartegen de antithese van volkssouve-
reiniteit.
Is 't bovendien niet zonderling om te
spreken van een stelsel van een bepaald
persoon? Heeft die antithese tusschen het
geen uit God en hetgeen uit den mensoh
is, dan niet altijd bestaan Is er dan geen
antithese? Op straat struikelt men er haast
over. Men ziet ze in de huisgezinnen,
tusschen de scholen. Mag die dan niet be
staan op 't beteekenisvolle terrein van land
en overheid Mag de Almachtige daar
niets te zeggen hebben De antithese is
niet te loochenen en iedere partij moet
er rekening mee houden. Mr. Vosmaer
heeft 40 jaar geleden ook iets dergelijks
gezegd als mr. Tydeman. Hij toeh sohreef
in 1865 het conflict tusschen eeuwig en
modern heeft voor de Wetenschap en den
Staat afgedaan. En de Arnhemsehe Courant
heeft toen Groen in 1860 uit de Kamer
ging gedecreteerd dat men voortaan de
antirev. partij pro memorie kon opsehrij ven.
- Evenwel, wij leven nog en gaan voort
met de bewerking van den volksgeest.
Groens werk in dit opzicht is gezegend.
Hij heeft gepropageerd voor de Zending,
de Chr. opvoeding, en de Chr. practyk
der Barmhartigheid. De vruchten worden
alom waargenomen.
Veertig jaren geleden was al wat liberaal
was tegen de Zendingthans zyn zij er
nagenoeg allen voor. Zelfs de heer v. Kol.
Deze heeft in 1901 minister Cremer be
vordering der Zending aanbevolenin
strijd met hetgeen zyn geestverwantLevita
in een soc.-dem. volksvergadering te Am
sterdam zeide, namelijk dat de automobiel
van de sociaal-demooratie door de straten
snort en het versleten karreije van '1, Chris-
teddom achteraan komt sukkelenVan
Kol wilde niet die „automobiel" naar Indië
sturen, maar dat „karretje". (Gelach).
Chr. philantropie o. a. krankzinnigen
verpleging door prof. Lindeboom begonnen,
vindt thans bij alle liberalen waardeering.
Ook wordt het Chr. onderwijs bij velen
hunner thans heel anders beoordeeld dan
voor 25 jaren. Alberda v. Ekenstein,
Fransen v. d. Putte, Goeman Borgesius
legden daar openlijk getuigenis van at.
Deze kentering is bewijs hoe de Heere
aan de spitse gestreden heeft en zij be
moedigt ons tot volharden in Zijn kracht.
Applaus).
Na de pauze trad met spr. in debat de
heer Ossewaarde van Ierseke.
De heer Ossewaarde wien een half uur
wordt toegestaan, begon met een aaii-
merking te maken op het gebed van den
voorzitter. Deze had gebeden o. a. voor
de dienaren der Kroon en de Volksver
tegenwoordiging, en dat terwijl deze toch
niet van zijn kleur zijn. Wat moest hij vau
zoo'n gebed denken. Komende op de rede
van den spreker, debater vond veel in spre
kers rede dat bestrijding verdient. Hij zal
die rede op den voet volgen. Hij erkent dat
't ministerie-Kuyper hard gewerkt heeft,
doch de vruchten zijn weinige. Het Ned.
volk is er niet op vooruit gegaan. Demo
cratische wetten zijn er niet gegeven. Er
is dus niet goed gewerkt. Met de eritiek
van den spr. op mr. Tydeman's veroor
deeling dera.-r.stemthij in,dochdeanti-rev.
veroordeelen ook hun tegenstanders. Spr.
heeft gezegd dat de anti-rev. ook tot de
nationale eenheid behooren, maar, vraagt
debater, waarom noemde hij de soo.-dem.
niet Heeft hij ons ook al buiten de ge
meenschap gesloten zooals Kuyper gedaan
heeft
De antithese is nooitzooscherpgesteldals
door 't ministerie-Kuyper. En reactionair
was heteveneens de heer Lohman. Kuy
per is ver afgeweken van zijn leermeester
Groen v. Prinsterer door zijn splitsing der
natie in geloovigen en ocgeloovigen. Het
ministerie-Kuyper bracht geen vrijheid,
maar verdrukkirg. De matrozenbond.
Lindeman. De stakicgswetten. Verbod
aan soldaten om naar vergaderingen te
gaan. Speetwet. De Pensioenwet, waarbij
'n arbeider van zijn 16e jaar f2,50 moet
betalen en pas op zijn 70e jaar werd ge
pensioneerd. „Het een derde drie derde"
van minister Kuyper, en dergelijke be
wijzen dit, alsmede dat de sociaal-demo
craten in 1905 te Vliaaingen geen zaal
konden bekomen om een spreker te doen
optreden. De anti-rev. zeggen onze gods
dienst moet de godsdienst van 't volk zijn,
moet doorgevoerd worden op 't gebied der
Staatkunde, dit is even afkeuringswaardig
als de tirannie van Constanten. De mee
ning van Valckenaar bewijst niets tegen
de goede beginselen der Fransche Revo
lutie die, trouwens nu zij volgens den heer
De Wilde in de Schrift gegrond zijn, daar
om behoorden geprezen te worden.
Op 't gebied van 't kiesrecht zijt gij a.-r.
ook aanbidders der bovendrijvende partij.
Godsdienst moet privaatzaak zijnhij
staat de nationale eenheid in den weg,
wanneer hij naar buiten treedt. Tegen het
stelsel van 't Calvinisme stelt debater het
stelsel van 't Socialisme.
In de schoolquaestie heeft dr. Kuyper
ongelijkheid gebracht; de bijz. scholen
zijn in veordeeliger conditie dan de open
bare. Het onderwijs wat 't wetenschap
pelijke aangaat, is benadeeld door de vele
kleine scholen. In dat opzicht heeft dr.
Kuy er de openbare school kwaad gedaan.
De sohool aanpassen aan 't liuisgeziu is
goed voor ons soo. dem., want dan krijgen
wü ook vrije scholen. Op de openbare
school zullen de soc. dem. onderwijzers
nooit in 't gedrang komen, want de open
bare school is de school voor allen en
daar is geen godsdienst mogelijk. De soc.
dem. openbare onderwijzers hadden dus
schoon gelijk dat zij tegen het leeren van
oranjeliederen op de openbare school op
kwamen dat is godsdienst, dat is staat
kunde. Bovendien staatkundige en gods
dienstige dogma's passen niet voor de
jeugd. De antirev. hebben het Konings
huis niet altijd geëerd, adres Filips II,
en de Puriteinen in Engeland. Het antirev.
ministerie-Kuyper waa een partymini-
Disteriealleen de antirev. werden mee
geteld. Kuyper wilde alleen zijn richting
op den voorgrond stellen. De antithese
is wel degelijk uit, maar in de staatkunde,
natuurlijk niet in het leven. Spr. eindigt
met «en opwekking tot bevordering een er
democratische st altsontwikkeling.
De heer De Wilde begint met zijn ver
bazing uit te spreken dat de heer Osse
waarde 't debat inleidt met een aanval
op 't gebed van den voorzitter. Dat heeft
spr. nooit bijgewoond. Alle partijgenooten
van dhr. O. met wie spr. wel eens debat
teert laten dit als zijnde tegen den goeden
vorm na. Het gebed blijfi in alle verga
deringen buiten bespreking. Bovendien
de heer O. vergist zich. In den Bijbel
vindt hij de roeping der christenen om te
bidden voor de overheid en voor allen
die in hoogheid zijn, geteekend. Hy leze
er Rom. XIII op na en hij zal zien dat
in 't voorschrift daar gegeven, niet staat,
dat wij voor de overheid slechts bidden
zullen als zij antirevolutionair is. En om
nu op 't onderwerp terug te komen, spr.
verbaast zich dat de heer Ossewaarde
meent dat de anti-rev. de soc.-dem. buiten
de gemeenschap willen sluiten. Dat doen
de soc.-dem. zichzelf.
De heer Ossewaarde zelf heeft er weer
het bewijs van geleverd. En Troelstra on
de zijnen deden dit in 1903, door openlijke
prediking van ondermijning van 't gezag,
stremming van het internationaal verkeer
en dwangoefening tijdens het anarchistisch
avontuur. Toen Troelstra e. s. dit in en
buiten de Kamer verdedigden, heeft de
minister gezegddan stelt gij, soc.-dem.,
u buiten de gemeenschap.
Alleen de anti-rev. werden onder het
ministerie-Kuyper mee geteld, zei debater.
Spr. heeft elders 't tegendeel hooren be
weren, namelijk dat de antir. waren ver
kocht aan Rome. „Kuyper wilde alleen zijn
richting op den voorgrond stellen Dat is
ook mis. Wij aanvaarden de werkelijkheid,
een gemengde bevolking. De staat is niet
een anti-revol., maar een Chr. staat in den
algemeenen zin van het woord. Daarbij is
geen sprake van anti-revolutionairen op
den voorgrond. Bij de benoemingen trachtte
't ministerie de gelijkheid te betrachten.
Er werden ook liberalen, zelfs ook twee
soc.-dem. benoemd. Heel anders dan onder
liberale kabinetten regel was. Het Handels
blad in 1881 zei dat het kenmerkende van
een liberale regeering moet liggen in libe
rale benoemingen.
Minister Kuyper heeft 't volk niet ge
splitst in geloovigen en ongeloovigen hoe
komt de heer Ossewaarde aan deze dwaze
bewering Dus dan zouden bijv. hier te
Goes de ongeloovigen dit, nu pas, op een
maal zjjn geworden door het ministerie-
Kuyper De beschuldiging is even onwaar
als deze, dat minister Kuyper de onder
scheiding in Paganisten en Calvinisten had
uitgedacht. Doch die onderscheiding is
nooit gemaakt, dan door enkele leiders der
liberalen zeiven.
De beschuldiging als zou 't ministerie
Kuyper geen sociale wetten hebben ge
maakt, werpt Spr. terug op de liberalen.
Tot 1900 heeft geen enkel liberaal kabi
net ook maar één sociale wetin 't Staatsblad
gekregen.
De eerste (de Arbeidswet) was van minis
ter tyuys de Beerenbrouekj uit 't„elerieal§"