NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 100. 1907.
Maandag 27 Januari
21e jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed, S
J.
DE JONGË-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, ts Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
HST IS EU P E it 8.
Kecüits&ikeii.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers0,02®.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 15 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
EaBgsaMwiSBarmaBBKtiHaBaaBZESzgs&siiBSiss
ssessBBaasieaw^Ttasssa
Waarheid in de politiek. Onder dezen
titel plaatst dr. De- Visser het slot-artikel
iu De Nederlander. Hij heeft het thans
over „de thesis van rechts
De vraag rijst hoe hel te verklaren is,
dat de liberalen, die zelf de antithese
opriepen, thans tot eiken prijs de antithese
willen vernietigen en daartoe den volke
verkondigen, dat zij eigenlijk reeds dood is.
Ons antwoord is drieledig
lo Het liberalisme was vroeger
oppermachtig; het Christenvolk is nu
ontwaakt.
Ten eerste kon de lust om al onze staats
instellingen op den leest eeoer moderne
levensbeschouwing te schoeien zich bot
vieren iu een tijd, toen de Christelijke par
tijen zwak stonden. Maar thans moet men
zeer voorzichtig zijn, omdat de liberale
overmoed eene ontwaking van het Christen
volk tengevolge beeft gehad. Zelfs tokkelt
men hier en daar in vrijzinnige kringen
krachtig de religieuse snaar der volks-
conscientie.
Een meester daarin is mr. Borgesius
Hij, de man die dr. Kuyper zoo ernstig
beschuldigde, dogma's te brengen op het
erf der staatkunde, wat deed hij zelf anders,
toen hij in de vergadering der Liberale
Unie sprak„Wie zou er aan denken
iemand uit de rijen der vrijzinnigen te willen
bannen op dezen grond, dat hij gelooft aan
Gods Openbaring in de H. Schrift en dien
invloed ook in het staatsbestuur tot zijn
recht wil doen komen Maar in de Kamer
kwam scherp uit, dat deze uitspraak louter
op kiezersvangst was gemuLt. Want taeo
ik er mr. Borgesius aan herinnerde, dat
een vrijzinnige aldus niet kan en mag
spreken, en ook de heer Tydenian zich
er min gunstig over uitliet, schoof mr.
Borgesius er een verklaring voor in de
plaats, die de vroegere volkomen krachte
loos maakte: „Dit bljjf ik volhouden en
verdedigen dat het niet aangaat dat de
vrijzinnigen iemand uit hun gelederen
zouden wensehen te baunen, omdat hij in
God gelooft en Gods invloed op het Staats
bestuur erkent en tot zijn recht wil laten
komen, ook al staat hij, wat zijne politieke
beginselen betreft, aan hun zijde''.
Want wij hadden het niet over het
geloof in God en Diens invloed op het
staatsbestuur, maar over den invloed van
het geloof „aan Gods Openbaring in de
B. Schrift", een zuiver dogmatisch begrip
Dat is zoo klaar als de dag. En even
begrijpelijk als het is, dat de liberale pers
dezen ommezwaai met den mantel der
liefde bedekte, vooral omdat mr. Borge
sius, na de terugname van zijn uitspraak
in de Liberale Unie, weder staat in het
vrijzinnige gelid.
2o. Het liberalisme, terrein ver
liezende links, gaat steun zoeken
rechts.
Ten tweede verklaren de liberalen tbans
gaarne de antithese dood, omdat, naar
mate zij meer steunsels in de arbeiders-
en bleinambtenaarswereld aan de sociaal
democraten moeten af staan, zij te begeeriger
blik slaan op de hulp van rechtzinnige
protestanten. Als zij deze geheel verloren,
zou het voor goed met hunne meerderheid
zyn gedaan. Daarom is de verzoenings-
leuze zulk een politieke leuze 1 Vooral
omdat daaronder tevens rustig met de
liberaliseering van ons volk kan worden
voortgegaan. En het is dus geen wonder,
dat iemand, die deze rust verstoord door
de herinnering aan de antithese, met een
boos gezicht aangezien wordt. Veelliever
eet men dan nog bet kind op dat men zelf
heeft voortgebracht.
So. Het liberalisme zit met zijn con-
centratie verlegen.
in de derde plaats moet de antithese
worden doodverklaard, omdat men links 1
met de concentratie verlegen zit. Eener-
jijcs vindt men het gezelschap der sociaal
democraten zeer onbehagelijk, al zijn dezen
nog zoo ministrieel. Vooral zijn zij voor
de oud-liberalen een wonderlijk blok aan
't been 1 En omgekeerd zouden de Vrij
zinnig-democraten en de Unie-liberalen
zoo gaarne van remmers als de heer van
Karnebeek ontslagen zijn. Maar dit alles
is onmogelijk zoolang de antithese leeft.
Daarom neem ik voor mij het den organen
van links niet kwalijk, als zij eens uit de
koets vallen op het punt van fatsoen te
genover hen, die haar blijven bepleiten.
Wie. die in het nauw zit, spreekt uiet wèl
eens ongewone taal?
Het is dan ook om droevig gestemd te
worden als men zoo weinig voldoening
heeft van zijn pogen. Dit bleek nog kort
geleden, toen ik zelf de prinoipieele anti
these in de Kamer besprak. Eerst trachtte
men haar van de baan te schuiven met
de redeneering, dat zij een jaar te laat
kwam. Toen dit echter niet gelukte, zeide
de liberele pers, dat het niet „tactisch"
was, er te lang bij stil te staan. Zoo
kwam de aap uit den mouw „Niet tac
tisch". En ten slotte met de zaak toch
zeer verlegen, stelde men mij, met dikke
woorden, als een overwonnene voor
terwijl tot mijn spijt geen mijner bestrij
ders in de Kamer over de door mij ge
poneerde antithese ook maar ééa woord
heeft gerept! Men had het over mijn aan
val op de oud-liberale partij, Doeh daar
mede was het ook uit. Eu de onaange
vochten antithese bleek dan ook, na de
bedoelde zitting, nog even ilink op hare
beeoen te staan als te voren.
Dat werd duidelijk uit het eenparig
getuigenis van rechts.
De Nederlander met haar artikel over „de
Antithese" voorop. En het was voor mij
eene voldoening, dat juist De Banier, hot
uitnemend orgaan der Pr. Christ. Hist,
partij, met warme sympathie myn repliek
vermeldde, die de liberalen, omdat ajj den
spijker op den kop sloeg, het bitterst
stemde. Trouwens dat kon niet anders
Want 't is de kracht en de eer der Fr. Chr.
Historischen zoo principieel mogelijk
tegenover het subjectivisme van het libera
lisme te staan. En in dit opzicht sta ik
geheel aan hunne zijde.
Dr. de Visser vraagt hereeniging van
alle Christelijk protestantsche groepen
omdat
Allen weerstaan de liberale anti
these.
Ie Negatief.
Maar ik ga nog verder. Alle Christelijk-
Protestantsche staatkundige groepen, van
die om namen te noemen van dr.
Bronsveld af tot die van dr. Kuyper toe,
wederstaan de antithese, die door de libe
ralen in de politiek is gebracht en voorloo-
pig op utiiiteitsgrondcn bemanteld wordt.
Want de mannen van den Christ. Hist.
Kiezersbond dragen even goed als de anti
revolutionairen in het staatkundig leven
een objectief-Christelijk beginsel in, ont
leend aan de H. Schrift, dat als maatstaf
dient ter beoordeelÏDg van wat op politiek
gebied al of niet geoorloofd ia.
2e Positief.
Er is één band die al deze groepen
samenbindt.
Dr. Bronsveld schreef in het door hem
geconcipieerde program van 1897, „dat in
het Evangelie van Jezus Christus begin
selen liggen opgesloten die behooren geëer
biedigd te worden op elk levensgebied"
in het antirevolutionair program lezen wij
„Ook op staatkundig gebied belijdt zij de
eeuwige beginselen van Gods Woord"
bet program van den Bond van Kissver-
eenigingen op Chr. Hist. Grondslag in de
provincie Friesland zegt: „De regel, waar
naar het gezag moet worden uitgeoefend,
is de H. Schrift, als hoogste Openbaring
van Gods wil"de beginselverklaring der
Ohristen-Democratisohe party erkent als
„richtsnoer voor staatkundige gedragslijn
in de allereerste plaats, dat wat God in Zijn
Woord heeft geopenbaard als Zijn wil ook
voor 't volksleven" onze Chr. Hist.-party
eischt met nadruk dat„demaatschappelijke
ontwikkeling bij het licht van Gods Woord
verder geleid worde".
Die band is dus de erkenning dat in de
Heilige Schrift een objectieve norm is ge
geven, waaraan ons staatkundig leven moet
worden getoetst. Welnu 1 dat wil geen
enkele groep van links. Alle liberale pro
gram's negeeren de beteekenis der H. S.
voor de politiek. Dit is door niemand te
ontkennen. Doch het kan zijn nut hebben
daarop eens het volle licht te laten vallen.
De geachte schrijver richt z;ch dan meer
bijzonder tot dr. Bronsveld, die gezegd
heeft: „Wij steunen niet wat leiden kan
lot soheiding van staat en godsdienst".
Maar dan kan hij ook geen enkelen ma
nifest-liberaal steunen, wijl deze allen
zich verzetten tegen vermenging van gods
dienst en politiek, omdot zij „slechts kan
strekben tot ontwijding van den godsdienst,
tot schade aan waarheid in wetgeving en
bestuur, en tot verkorting der vrijheid van
denken en spreiten." De Bronsveldiauen
en de oud-liberalen staan daarin zoo scherp
mogelijk tegenover elkaar.
Daarbij komt nog iets. Dr. Bronsveld
schreef in zijn program ook „Wij steunen
niet wat leiden kan tot het verdringen
van de Ned. Herv. Kerk van de plaats,
die zij inneemt in ons openbare leven."
Maar is het dan niet vreemd dat hij
bijv. mr. de Beauffort steunt, die hiervan
niets wil weten en zjjn man vindt in Vinet P
Dr. Bronsveld heeft veel te veel chris-
telijk-historischen zin om niet veeleer
naast Groen plaats te nemen, als hij vau
de verhouding tussehen Kerk en Staat zegt:
„Geen seheiding, maar onderscheiding en
gemeen overleg, in wederzijdsche onaf
hankelijkheid", dan naast "Vinet, die elk
verband uit den booze acht. Daarom noem
ik het een der mirakelen op politiek
gebied, dat dr. Bronsveld de oud-liberale
partij, die tbans optreedt met de leuze:
„Soheiding van godsdienst en politiek,
onafhankelijkheid van Kerk en Staat", als
de aau hem naast verwante beschouwt.
Het slot van dr. De Vissers betoog
luidt
Mr. Schokking zeide zoo terecht in de
zitting van 29 November ,,De onderstel
ling van die leuze (dat godsdienst en
politiek niet mogen vermengd worden) is
nu eenmaal, dat de godsdienst alleen voor
de binnenkamer is, terwijl deze als er
kenning inderdaad ook eischen steltvoor
het publieke leven". Dit laatste beamen,
krachtens hunne programs, alle Christelijk-
Protestantsche staatkundige groepen. En
zij denken daarbij alle met voorliefde aan
de historie van ons vaderland. Tegenover
dat Christelijk-Historisch verleden staan
echter alle liberale groepen met haar an
tithese van louter subjectief christelijke
beginselen, met haar onvast ethisch, hu
manitair Christendom. Die antithese heeft j
helaas I verschillende triomfen in de staat-
kunde behaald Elk oogenblik kan zij op
nieuwe overwinningen uitgaan, ook al
hangt thans de witte vlag in top. Daar- j
tegenover de thesis te handhaven, dat de i
Eeuwige beginselen van Gods Woord het J
hoogste Gezag ook op staatkundig gebied
moeten blijven uitoefenen, is de roeping,
die allen rechtzinnigen protestanten is op
gelegd.
Eendracht maakt maoht 1
J. TIL DE VISSER.
26 Januari 1907.
Eergisteren vestigden wij reeds de aan
dacht op de te Amsterdam door dr. de Clerk
gehouden Kunstrede, waarin hij 't bestaan
der authithese op kunstgebied tussehen Cal-
vinisme en Romanisme poneerde.
In die rede kwam nog een „aardigheid"
voor, die er was geen debatdoor
dhr. Postmus, red. van De Standaard, die
tegenwoordig was, nog even tot haar rechte
verhouding werd teruggebracht.
De spreker had in ziju rededeBilderdijk-
rede van dr. Kuyper afgebroken en tegelijk
diens „verheerlijking" van den Calvinist
Cats gewraakt met de herinnering aan
diens bekende rijmpje
Het is een deftig werek en waert te zijn
[geprezen,
Godtzalig en meteen ook rijck te mogen
[wezen.
Dr. De Clerk was hier op voetspoor van
dr. Jonekbloedt onnoozel genoeg om te
meenen dat Cats hier bedoeld had de
godzaligheid te prijzen in 't licht van den
aardsehen rijkdom.
Dhr. Postmus wees hem er echter op
dat „deftig" hier volgens dr. Buitenrust
Hettema en Beets „moeilijk" beteekende.
Natuurlijk hield dr. De Clerk zijn rneening
vol met een beroep op dr. Kallf. Maar zoo
ergens dan was 't hier duidelijk Al re de
leugen nog zoo snel, de waarheid achter
haalt haar wel.
En dat was voor ons de „aardigheid".
In een soc. dem. volksmeeting te Goes
moet Roosje Vos gezegd hebben dat de
godsdienst de grootste oaeenigheid in de
maatsohappij heeft gebracht.
Met deze aanklacht steekt de Nieuwe
Zeeuwseht, het katholiek orgaan voor de
Zeeuwsche eilanden, op de volgende, niet
onverdienstelijke wijze, den draak.
Wel zeker: 't is de Godsdienst, die one enig
heid teweeg brengt
Hoe kan 't anders, waar in den boezem der
sociaal-democratie alles is »pais en vree"
hoe kan 't ook anders, waar in het roodc huis
allen als sbroedezen" samenwonen.
Maar moge de vraag ons vergund zijn
zijn die broederen-socialisten dan zoo kort van
geheugen, dat zij zich niet meer herinneren
»oneenigheden om niet erger te zeggen
in eigen ingewand
Hoe willen zij dan toch ^eenigheid" brengen
en den vrede herstellen, zij, die hopeloos ver
deeld en verzwakt staan in twee vijandige
kampen de zgn. marxisten en de revisionisten
Herinneren de marxisten zich dan Troelstra's
brechure zinzake Partij leiding" niet meer
En is de obstructie van Gorter, Van der
Goes en consorten uit het gehevgen der re
visionisten gewischt
Die «oneenigheid" onder de «partijgenooten"
is werkelijk «eenig" 1
Nietwaar het posten en als onderkrui
per uitmaken van het Kamerlid-partijgenoot
Hugenholtz is «eenig", en zeer bevor
derlijk voor de «eenigheid" 1
De ioopersstaking aan het soc. dem. hoofd
orgaan «Het Volk" is een «eenig" bewijs
voor diezelfde lieve «eenigheid".
Het conflict bij de herstemmingen voor de
Tweede Kamer maar daar hebben we
't al eens over gehad, enz. enz. 't zijn
altemaal bewijzen voor de lieve eenheid, de
eensgezindheid, de eendracht, de zelfverloo
chening, die de sociaal-democratie zich eigen
noemen magwaarvan de roode dames en
heeren uitsluitend beweren de vergenoegde
«beziters" te zijn eigenschappen die vooral de
«godsdienst" niet vermag te geven.
En op ernstigen toon gaat het blad voort:
Och, de aap komt hier te ver uit den mouw
gluren.
De godsdienst juist is de slagboom, die
elk geloovige onoverkoombaar van de socialisten
afscheidtwant van het onhoudbare in het eco
nomisch soc. dem. stelsel heejt de massa geen
begrip, bemoeit zich er ook niet mee.
Daarom dan ook laten Marx' volgelingen de
kinematograaf van gouden bergen en weelderige
paradijzen voor de oogen der arbeiders dansen.
Daarom is het de godsdienst, die on
eenigheid brengt en vrede de sociaal-democratie;
daarom gaat de strijd der „clericalen" der geloo-
vigen Roosje Vos zei hetaltijd tegen de
arbeiders
„De clericalen tegen de arbeiders" 1 dat is het
geliefde stokpaardje niet alleen van socialisten,
maar van alle z.g.n. vlijzinnigen.
De clericalen, ja, de hatelijkste scheld
naam, die deze witgedastec in verkiezings
dagen ons in het gezicht kunnen slingeren
En tegen de arbeiders, dat zeggen de
nazaten van de mannen van het laat-maar-
waaien-systeem, waarbij de arbeider te
gronde gr g.
Er is toch altijd baas boven baas.
Dit blijkt weer uit onderstaand staaltje
van parlementawelsprekendheid in de
Oosteurijksche Kamer. Men had het daar
over de traktementsvorhoogingen, waarbij
dhr. Sternberg, nog al een graaf, zich zoo
onhebbelijk moet gedragen hebben, dat
hem na herhaalde waarschuwing het woord
moest ontnomen worden.
En geen wonder. Heer graaf ontzag zich
niet om den Minister van Justitie te b: -
schuldigen van lage handelingen. ZExo.
j zou namelijk de pers omgekocht hebben,
om Sternberg's minder of meer interer-
santé redevoeringen te verdonkeremanen.
Dat was toch al te kras. De verontwaar
diging van den spreker was dan ook groot.
Met een geweldigen vuistslag op de tafel,
welke slag zeer denkelijk meer indruk
maakte dan al de groote woorden, brulde
hij zijn «tegenstander toe„Ik laat me
zulks niet welgevallen, schooier En de
graaf vond zijn houding zoo kranig en die
woorden zoo ad rem, dat hij naar den (vice)
voorzitter liep, om het nog eens dun
netjes over te doen.
De verhouding der partijen in den Duit-
schen Rijksdag is als volgtConservatieven
54; Rijkspartij 21; Nationaal Liberalen
51Linkerpartijen 36 Centrum 100
Socialisten 81andere partijen (Polen,
Elzasser», Denen, Argariërs en Anti
semieten) 54. Totaal 397. Bij de jongste
stemming in den Rijksdag was de verhou
ding 208 tegen, en 186 voor het regeer in gs-
voorstel.
Er moeten derhalve 12 zetels „om" gaan.
Dit sohijnt te kunnen.
De uitslag der gister gehouden verkie
zingenis, voorzoover bekend, dat deSoeiaal-
Democraten al 16 zetels aan de Nationaal
Liberalen en Vrijzinnig-Democraten heb
ben verloren en zij bij de herstemmingen
nog kunnen verliezen. Het Centrum hand
haafde zijn bezit.
De toestand te Berlijn is onveranderd
gebleven. Vijf districten hebben sociaal
democraten gekozen. In het eerste district
heeft de vrijzinnige candidaat de overwin
ning behaald.
Het liberale kabinet heeft het in Spanje
na eeD zevenweeksch bestaan reed» afge
legd. Het conservatieve kabinet Maura is
opgetreden.
Een voor ons postvervoer belangrijke
quaestie werd Vrijdag voor den Hoogen
Raad behandeld, de vraag c.l. of, wanneer
een aangeteekende brief door de post wordt
uitgereikt aan een verkeerde persoon, die
met de kennisgeving zich ten postkantore
aanmeldde, de post dan bij wij ze van schade
vergoeding de geldswaardige inhoud heeft
te betalen aan den geadresseerde. Iemand
te Alblasserdam had per aangeteekenden
brief f 250 naar Rotterdam verzonden, die
brief werd ten postkantore uitgereikt,maar
niet aan den geadresseerde of zyn gemach
tigde, welke nu de staat aansprak tot scha
devergoeding van f 250. De staat beriep
zich hierop, dat art. 12 der Postwet van
1891 den afzender alleen schadevergoeding
toekent in geval ven verlies en in geval van
vermissing van den inhoud of een gedeelte
daarvan in caau was ncch het een noch
het ander het geval. Doch de rechtbank te
's-Gravenhage, *p grond van de woorden
en de gesohiedenis van art. 12 besliste dat
onder „verlies" mede te begrijpen is het
niet terecht komen van een brief aan zyn
adres, doordat hij aan een ander, dan de
geadresseerde is uitgereikt.
Tegen die uitlegging kwam de staat in
cassatie, voor haar werd gepleit door d<*n
landsadvocaat mr. W. Thor'oecke, voor den
geadresseerde door mr. J. Limburgh, ter
wijl adv-gen. mr. Ort over 14 dagen zal
conclusie nemen.
5 Te Heerenveen is ty« ons de terecht
zitting der rechtbank Donk 'rdag dij pr^-