NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 90. 1907. Woensdag 16 Januari 21e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN ELK EN !)A« ZO31. Ib ee»n zeker dorp had men op een avond een spreker uitgenoodigd om de belangen te bepleiten van.het Christelijk onderwijs. Men was in die gemeente reeds tal van jaren een School met den Bijbel rijk, en vele ouders maakten er voor hunne kinderen een dankbaar geb.'uik van doch het ging ook daar, gelijk men het al overal elders ziet, er waren nog heel wat vaders en moeders, die het voorrecht niet waardeerden en het met de opvoe ding van hun kroost niet al te nauw na men. Dat waren menschen, die schenen uit !e gaan van de leer, dat het lichaam meer is dan de ziel, en als de maag van hun kinderen maar gevuld werd met dege lijke spijze, dat het er dan minder op aan kwam, waarmede het hart werd gevoed. Ze redeneerden wel niet op deze wijze maar ze leefden toch alzoo. FEUILLETON. Het Evangelie in Rusland. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers0,02'. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zulke menschen woonden er ook op het dorp, waar de bedoelde spreker de be langen van het Christelijk onderwijs kwam bepleiten. Het was juist met het oog op hen, dat de uitnoodiging geschied was. Want het waren mensoheD, die trouw ter kerk gingen, hun kinderen lieten doopen, in den Bijbel lazen en hel was dus wel te denken, dat althans enkelen hunner ook nu zouden komen hooren, en zoo kon het hooren hun wel eens tot zegen zijn. De spreker kwam. En hij kweet zieh uitnemend van zijn taak. Hij was trou wens vergrijsd in den dienst, en diende met heel zijn hart en met veile overtui ging. Het zal wel niet noodig zijn hier te herhalen, wat hij dien avond len ge- hoore bracht. Hij wees er op, hoe een Christenouder niet genoeg doet, wanneer hij werkt in het zweet zijns aansohijos om zijn kinderen eten, drinken en kleeren te kunnen geven hoe hij ook niet genoeg doet, wanneer hij zijn kinderen door de beste meesiers laat onderwijzen, in lezen, Bohrijven, rekenen, en alle mogelijke kun digheden maar hoe hij ook en bovenal verplicht is zijn kinderen op te voeden in (Fragment uit Timotheus. Geïll. Weekblad; uitgever Voorhoeve Ben Haag.) En toch kunnen we melden van licht in de Russische duisternis. Gods Woord is een licht, en dat licht wordt gezien in het groote rijk en verlicht vele harten. Onze lezers weten, dat de Grieksche kerk in Rusland de heerschende is. Er zijn ook Roomsch-Katholieken, vooral in Polen; Lutherschen, vooral in de Oostzee-provin- ciën Mohamedanen, vooral in het Zuiden bovendien hier en daar verspreid kleine gemeenten van Baptisten en Stundisten, en dan nog vele aanhangers van allerlei Rus sische secten. Doch voor korten tijd waren dezen allen onderworpen aan allerlei be perkende bepalingen, zoodat er geen sprake was van godsdienstvrijheid, zooals West- Europa ze kent. Menigwerf is een getrouw prediker van het Evangelie gevangen gazet, verbannen of naar Siberië gezonden. Eén liohtpunt was er slechts in die duisternis de Bijbel was in Rusland geen verboden boek. Reeds Czaar Alexander I bevorderde in 't begin der vorige eeuw de verspreiding van den Bijbel, en de volgende regeeringen hebben die verspreidingniettegengewerkt. Daarbij was het evenwel jammer, dat zulk een groot deel van de Russische bevolking niet lezen kon, zoodat het volk toch niets nit den By bel vernam, dan wat de Griek sche priesters mededeelden, en dat was meestal verborgen onder allerlei dwalingen en ketterijen. Rusland had behoefte aan predikers, en juist het prediken ging er zoo bezwaarlijk. Daarom is het van zoo groote beteekenis geweest, dat met Paschen van 1,905 door 4en Czaar godsdienstvrijheid, al is het nog de vreeze en vermaning des Heeren, en dat in dit laatste de Christelijke sehool hem op zulk een uitnemende wijze te hulpe komt. Het is niet voldoende, dat het lichaam onzer kleinen wordt gekoesterd, dat het verstand wordt ontwikkeld, maar ook hun hart moet van jongsaf worden bewerkt met onverdroten ijver en met onvermoeide toewijding, van uur tot uur en van dag tot dag. In dien geest sprak hij. En hij besloot met een kleine, doodeenvoudige geschie denis. Er was een man, en die man had 'n vriend. Maar die vriend ging tot zijn spijt elders woDen, en zoo namen ze afscheid van elkaar. Doch eer hij vertrok, bracht zijn vriend hem een geschenk tot gedach tenis. Een paar mooie planten, die dank baar werden aanvaard. „Als ge er een lang genoegen van wilt hebben, zoo waar schuwde ae gever, d&n moet ge niet vergeten, dat ze veel water en veel zon moeten hebben". De vriend vertrok, en de planten werden voor het venster gezet. Doch bet duurde niet lang, of ze begonnen te kwijnen. Het blad hing zoo slap, ze bloeiden zoo traag, en de bloem was zoo flets. Dood gingen ze wel niet, maar ze tierden toch ook niet. De man keek ze eens na, of er soms een worm aan den wortel knaagde. Hij zette ze in een anderen pot; gaf ze versohe aarde. Maar het hielp niet. Toen komt zijn oude vriend hem weer eens opzoeken. Hij ziet ook de planten vraagt verwonderd: „Wat is hiermede gebeurd „Wel niets!" is het antwoord. „Ik heb ze water gegeven en in de zon gezet, maar ze tieren niet". De vriend voelt met zijn vinger in de aarde, en zegt: „Voeht hebben ze genoeg, maar komt in deze donkere kamer wel ooit de zon „Neen, nooitis het antwoord. „Maar ik zet ze ééns in de week een gangeben dag buiten in de zon". „Daar hebt ge hetroept nu zijn vriend uit. „Daar hebt ge hetgij zet ze één eenigszics beperkt, is toegestaan. Sedert dien lijd werken in Rusland vele evangelie predikers, en verschijnen er vele tijd schriften tot verspreiding van 't Evangelie. Zoo geeft b.v. de evangelist Tharajanz, die vroeger uit Rusland moest vluchten, en die wegens zijn arbeid gevangenisstraf heeft ondergaan, thans ongehinderd te Bakoe een blad uit, dat „Bari-Loer" heet, in onze taalGoede Boodschap. Dat blad wordt onder de Armenische bevolking verspreid en draagt rijke vruchten. Niet lang geleden kreeg de uitgever een brief van een Arme- nischen bisschop, waarin deze meldde, hoe hij door het lezen van het blad tot bekeering was gekomen. „Dat gaat boven onze bede en boven ons begrip", schrijft Tharajanz, „dat een geleerde bisschop bekeerd zou worden door ons eenvoudige blad". De bisschop vertelt in zijn brief, hoe het klooster, waarin hij woonde, in Augustus 1905 door Tartaren was overvallen en geplunderd, waarbij vele bewoners werden gedood. De overblij venden vluchtten naar de stad Schoesoha, waar zij leefden in grooten nood en angst. Menigmaal zuchtte de bisschop „Ach, wanneer zal God ons een goede boodschap doen geworden Toen kreeg hij op zekeren dag het blad „Goede Boodschap" uit Bakoe in handen. In één adem las hij het door, en eensklaps werd het hemduidelijk, dat Gods Woord de goede boodschap is. Een nieuw leven kwam hem toehij leerde gelooveu in het volbrachte werk van Christus en kon nu sohrijven, dat hij gelukkig is in alle stormen des levens. En zulke berichten komen uit geheel Rusland. God heeft groote dingen gedaan in het land. Overal hoort men van honger en dorst naar het Evangelie, en men hoort eveneens van vele zielen, die rust en vrede vonden in Jezus. Onder dezen zijn mannen en vrouwen, die behoorden tot de party der onruststokers en revolutionairen. Tot deze dag in de zon en zes dagen in het donker. Maar ze moeten zeven dagen van de week het zonnelichten den zonnegloed genieten, en dan zullen ze groeien en bloeien naar hun aard." Met dit verhaal was de rede ten einde. Er behoorde nog een toepassing bij, maar deze toepassing te maken, liet de spreker aan zijn hoorders over. Of ze allen die toepassing hebben gemaakt, weet ik niet; maar één van de hoorders deed het en deed het goed. Deze daoht terstond by zichzelvenik ben die man, die dat geschenk onving. Ik kreeg ook planten ten geschenke, mijn vier lieve kinderen. Ik moet ze ook kwee ken. Maar ik ben al even dwaas als de man uit de gelijkenis. Want ik geef ook eiken dag water, doch slechts één van de zeven dagen geef ik ze zon. Van Maandag tot Zaterdag zend ib ze naar school en laat ze leeren lezen, schrijven, rekenen en zoo al meeren dan noem ib ze des Zondags mee naar de kerk, stuur ze een uur naar Zondagsschool en catechisatie, en dan denk ik, dat ib my nog al aardig goed gekweten heb van myn plioht: Doch nu versta ik mijn dwaasheid. Mijn kinderen moeten eiken deg en ieder uur door de zon worden 'beschenen en ik zet ze in een donkere kamerik breng ze naar een school, waarin het heldere, warme zonnelicht van Gods Woord niet door dringen magwaar alles geleerd wordt, behalve hoe men God moet vreezen en Zyne geboden onderhouden. En dat is toch het allervoornaamstewat een mensoh behoort te weten en te leerenwat hij nooit vroeg genoeg en nooit goed genoeg kan leeren en weten. En ik dwaas, zet ze zes dagen in het donker en één dag in de zon. Zoo dacht die man bij zich aelven. En hij deed meer. Hij was niet alleen een hoorder des woords geweest. Hij werd ook een dader. Hij zette zijn kinderen voortaan eiken dag in de zon. Hij bracht ze daar, waar partij behooren immers niet alleen ruwe en slechte lieden, maar ook vele ernstige, op rechte personen, die een natuurlijk recht vaardigheidsgevoel bezitten, maar daar zij GodsWoord niet kennen, kwamen zy te recht op den weg van opstand en revolutie. In Odessa waar vroeger een kleine, zwakke Baptistengemeente bestond,komen tegenwoordig eiken Zondag duizend men schen samen om het Woord Gods te hooren. Dit Samara wordt geschreven „De Heers doet wonderen in onze dagen. Wij hebben een zaal moeten huren, waar plaats is voor duizend personen, en bijna in elke samen komst komen er ineuschen tot bekeering". Uit Peteraburg schryft een Evangelist, die er sedert drie maanden werkt: „Eerst hield ib samenkomsten in een balzaal, later in een grootere zaal, waar plaats is voor 1500 personen, en die behoort bij een groote olie- fabriek, waar duizend arbeiders werken, onder wie vele revolutionairen. Het hoofd der politie gaf ons dan ook wel verlof tot de samenkomsten, doch hield in stilte sol daten verborgen in de keuken, terwijl vele politieagenten in de zaal waren. Doch er kwam nimmer stoornis in de dicht bezette zaalde arbeiders luisterden aandachtig naar 't Woord Gods Slechts eenige ortho doxe (Grieksche) priesters, verbitterd om dat zoo velen dagelijks de samenkomst be zochten, trachtten de orde te verstoren, en de menschen terug te houden. Eén van de priesters werd echter getroffen door Gods Woord, en verzocht ons eenige woorden tot het volk te mogen spreken. „De woorden van den spreker", zoo zei hij, „hebben mij doordrongen en branden in mijn binnenste. Nooit te voren hoorde ik zoo de waarheid. Tot dusver heb ik Jezus slechts gezien in sacramenten en heiligenbeelden, maar hier hooren we van een anderen weg, om tot Hem te komen." De andere aanwezige priesters spraken hem tegen, maar de ver gadering juichte den eersten spreker toe." ze ook lezen, schrijven en rekenen leeren, maar waar ze bovenal leeren, wat het zegt God te vreezen overeenkomstig Zijn Woord; waar hun van jongsaf wordtin- geprent wat goed en kwaad is, niet naar het oordeel der menschen, maar naar den maatstaf,dm onfeilbaren maatstafder Schrift. Lezer, wat zijt gij f Enkel een hoorder of ook een dader des Woords? Zet gij de kinderen, die God u gaf, ook dagelijks in het zonnelicht Gods, of maakt ge er u af met enkele uren Hoelang hinkt ge nog op twee gedach ten Bruinisser Crt. 15 Januari 1907. Tot welke zonderlinge rechtsbegrippen men komt, wanneer men het recht heeft losgemaakt van zijn wen'tel, bewijst een artikel van zekeren heer De Haan in de (groene) Amsterdammer van 30 Dec. naar aanleiding van den eisch voor de twee bekende falsarissen uit de Boll. Hypo theekbank. Deze man, nog wel een ex-socialist, ver kondigde de zonderlinge meening dat deze twee, omdat zij boosdoeners uit de hoogere standen zijn, al genoeg waren gestraft, wanneer zij voor de vroeger genoten ach ting minachting oogstten. De rechter behoorde hen nu vry te doen uitgaan Doch men leze 's mans eigen woorden Onrechtvaardig zou iedere gevangenisstraf voor de beklaagden De Geer en De Montigriy zéér beslist zijn. Hun leven is meer dan genoeg verminderd. Beiden zijn ze verdrongen uit het openbare maatschappelijke leven, waarin ten minste één hunner zich tot dusverre op een onlaakbare en onletbare wijze bewogen heeft. Ook zonder gevangenisstraf zijn zij uitstoote- lingen geworden. Waar aldus de maatschappij zóó beslist werkte in dezelfde richting als het staatsstrafrecht, en nogal met zekerder zuiver heid, daar verliest de van staatswege opgelegde straf hare noodzakelijkheid. En zij wordt tot positief onrecht, waartegen ieder rechtvaardig staatsburger wel protesteeren moet. Deze jaren van gevangenis hebben enkel het karakter van eene onnoodige lijfsstraf, die het laagwaardige wraakgevoel van de onmondige massa bevredigt. Maar die zal scherp schijnen in de harten van Sedert dien tijd predikten de priesters op den kansel tegen de evangelisatie en wek ten de lieden op, om de vergaderingen te verstoren, doch tevergeefs 1 Zeven weken lang heeft de evangelist aan duizenden arbeiders in die zaal het Evangelie ver kondigd, en velen voaden vrede met God. Een andere evangelist meldt uit Moskou van een opwekking, juist ten tijde, dat de staat, van beleg daar afgekondigd was, en ei' geen twee menschen samen over straat mochten gaan. „Niettegenstaande den maandenlangen staat van beleg", zoo schryft hij, „niettegenstaande het onop houdelijk schieten met geweren en gedu rende veertien dagen zelfs met kanonnen, hebben wij ongestoord dag op dag kunnen vorgadereo. Onze zaal, die slechts honderd zitplaatsen heeft, was altijd meer dan vol de menschen stonden in de gang en op de trap. Dikwijls brachten we de stoelen weg zoodat 200 personen in de zaal konden staan. Als we 's avonds om zeven uur begonnen, kwamen de mensehen reeds om drie uur, om toch een plaatsje te krijgen. En velen gingen na de vergadering niet weg, vóór zij vrede hadden gevonden. Een jonge man, een eerste revolutionnair, die het dikwijls had uitgesproken, dat hij niet zou rusten, eer hy in het paleis des keizers was doorgedrongen, om den keizer dood te schieten, kwam in dien tijd op een avond in onze vergadering. Na heteindigen weende hij en vroeg, of er ook voor hem nog genade te vinden zou zijn. En nog dienzelfden avond dankte hij met nog eenige van zijn revolutionnaire vrienden den Heere, die hem in het bloed van Christus verzoening en verlossing had ge schonken samen dankten zij den Heiland, dat Hij voor hen in den dood was gegaan. Ook baden zy van harte voor den geliefden keizer Nicolaas Alexandrovitoh, en baden God, dat Hy het den czaar mocht laten gevoelen, Jat zyn bitterste vijanden thans hen, die geen recht tot straffen erkennen, buiten het gebied van de noodzakelijkheid. In 't algemeen zal 't wel waar wezen, dat beklaagden met een maatschappelijke positie, die het verhezen waard was, geen staats-strai meer noodig hebben, Hen wel te straffen ware onrecht. Het laatste woord spatieerden wy. Reeds die laatste volzin alleen spreekt van ongezonde rechtsopvattingen waartoe men komt in kringen waar de ordinantiën Gods contrabande zijn. Van het verhevene tot het belachelyke slechts één stap 1 Wij zagen van dit soort omkeering van begrippen, deze revolutie in derechtsbe- schouwing, waaruit het zonde-vraagstuk is verwijderd, nog een staaltje in een dezer dagen voor de Amsterdamsche rechtbank door mr. J. A. Levy gehouden pleidooi. Daar was een oplichter, die zich van het goed zijns naasten door logen en bedrog had weten meester te maken, met zijn buit over de grenzen trok en nu in Duitschland een fatsoenlijk leven leidde. De officier had echter 's mans uitlevering gevraagd en nu stond hy voor de gepleegde feiten van diefeta' en oplichting terecht. Ze«r tot ergernis van zijn rechtsgeleerden raadsman, die den ambtenaar van het open baar ministerie een uitbrander gaf, omdat hij dezen jongeling, die in Duitschland plan had, zooals hij later zei, zijn leven te ver beteren niet in Duitschland gelaten had. Hij noemde het een schande en een on recht dat deze dief en oplichter, die zyn buit op fatsoenlijke wyze wenschte te gaan besteden, en dus 'n eerlijke jongen stond te worden, voor de rechtbank gedaagd werd. Dat is een belachelijke verwringing van het recht, in den mond van een jongen kroeglooper maar 't is ergerlijke revolutie in den mond van een man als Levy die tot de beste van Neerlands rechtsgeleerden ge rekend wordt. Ook dat is een treurig staaltje van ver val in onze reohtskundige wereld, droef gevolg van de verwerping van God Al- voor hem baden. En de bekeerde revo- lntionnairen hebben sedert alom in de stad bekend gemaakt, evenals de bezetene vru Gadara, wat groote dingen de Heere Jezus hun had gedaan. Ook een revolutionnaire schrijfster en liederdichteres, die onophoudelijk dag en nacht geijverd heeft voor de omwenteling, is bekeerd geworden met haar man. Zij kwam in de vergadering, om eenige jonge meisjes terug te halen, die medegewerkt hadden voor de revolutie, doch thans naar het evangelie van Christus luisterden. De schrijfster kon het weldra in de zaal niet uithouden en snelde naar huis. Doch nog in denzelfden nacht lag zy als een boet vaardige zondares aan de voeten van Jezus en zeide: „O Heere, ik kom totU zooals eenmaal de zondares kwam in het huis van den Farizeër". En evenals aan die zondares schonk de Heere ook haar vergeving, ver lossing en vrede. En dadelijk den volgen den dag maakte zij openlijk in de vergade ring der revolntionriairen bekend, wat zij in Jezus gevonden had. „Mijn lieve vrien den en kameraden", zei ze tot de vergader den, „heden nacht om drie uur heb ik volkomen vrijheid ontvangen. Die volkomen vrijheid heb ik gevonden in Jezus Christus, mijn Heiland en Verlosser. En daarop vertelde zy aan haar verbaasde toehoor ders, hoe zij tot bekeeriog en tot vrijheid was gekomen, hoe de Heere haar ter aarde had geworpen en door Zijn Goddelijke kracht had overwonnen. En zij wekte haar hoorders op, 09k tot dien Heiland te gaan velen hebben dat gedaan en hebben evenals zy de ware vrijheid gevonden. Niet waar lezer, het is heerlijk te hooren, hoe God ook in het donkere Rusland Zyn licht doet schijnen. Zij er bij ons slechts veel gebed om arbeiders en om zegen op den arbeid, waar God de deur des Woords opent.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1