Gemengde Berichten.
haald, want Raisoeli regeerde al heel spoe
dig als ware er geen Sultan. Tot Frankrijk
en Spanje als uitvoerders van het besluit
van de conferentie te Algeciras den Sul
tan kwamen aanzetten de geëischte her
vormingen in te voeren.
Voor den Sultan een moeilijk geval
want was hij Spanje ter wille, werd Rai
soeli weer zyn vijand, en hield hij zich
aan Raisoeli, dan zou 't er met de mogend
heden niet net zitten.
Eindelijk gaf hij dezen laatsten hun zin.
Zaterdag vielen de regeeringst roepen de
benden van Raisoeli aan en dreven die
terug. Ook Zaterdag had een hevig ge
vecht plaats met denzelfden uitslag.
De troepen van den Sultan hebben hierop
Zinat, het dorp waarin zich zijn burcht
bevond, gemakkelijk genomen, maar von
den de sterkte ledig.
Volgens de laatste berichten heeft de
mehalla 19 dooden ea 27 gewonden. Ook
Ben Baghdadi, de leider der Mehalla, werd
gewond, doch hij nam de kogel uit de
wond in zijn hals, toonde die aan zijn
mannen en riep «Baghdadi is niet dood!
Goat het aan Guebbas zeggenToen
knoopte hjj de kogel in zijn burnous en
zeide «deze kogel zal mij wreken en Rais
soeli dooden
Guebbas is de opperbevelhebber van de
regeeringstroepen, Ben Baghdadi was de
leider van het beleg.
Er werden bij de inneming der vesting
twee Spaansohe muilezel 1rijvers gevangen
genomen, waarmede de Spaansche gezaDt
is in kennis gesteld.
Volgens nadere berichten werden be
halve deze drijvers in de leege vesting
ook nog gevonden een oude in lompen
gekleede vrouw in doodsangst, doch onge
deerd, een valk en een kanarievogelDit
was de buit, om dan niet te spreken van
de gestolen koffie, thee en suiker van den
armen Lhermitte, den onlangs beroofden
koopman, waaraan de overwinnaars zich
in de Raissoeliaansche residentie te goed
deden.
Daarna werd het huis in brand gestoken,
zeer tot schrik van een 15-tal gevangenen,
die gelukkig bijtijds luide kreten deden
hooren en zoo gered konden worden.
Geen dooden of gewonden werden ge
vonden Raissoeli had ze dus waarschijn
lijk meegenomen, daar zijn bende wel niet
heelhuids den kogelregen (er zijn 300,000
patronen door de mehalla versohoteD) zal
hebben doorstaan, al sohoten hun tegen
standers, naar men zegt, dan ook verbazend
slecht.
Baghdadi kwam ondanks zijn verwon
ding zelf de genomen vesting bezichtigen.
Wat er in was werd door zijn lieden
buitgemaakt. BreDg mij de koppen mee
en verdeel den buit, had Guebbas tegen
hem gezegd. Maar de koppen waren op
den loop. Alleen de valk en de kanarie
vogel konden gevangengenomen worden.
Men gelooft dat Raissoeli by den Sjeik
Beni Msoear een onderkomen zou hebben
gezocht. De Mehalla, die zware verliezen
zou hebben geleden, heeft bij Soearez zes
kilometer van Zinat,haar leger opgeslagen.
Raissoeli moet volgens de laatste berich
ten in zijn schuilplaats gevangen genomen
zijn.
UIT DE PROVINCIE.
Goes. In de Raadsvergadering van Don
derdag a.s. 's avonds 8 uur worden behandeld
I. Stukken. 2a. Verordening op de keuring van
vee en vleesch. 2b. Verordeningen op de
hefftng in invordering van loonen voor het
keuren van vee en vleesch. 3. Veorstel B. en
W. tot het stichten van een veilingslokaal en
het verbeteren van de koopmansbeurs. 4, Al
en overschrijving van posten op de gemeenle-
begrooting, dienst 19O6. 5. Vaststelling 2dé
supplettoir kohier hoofdei, omslag, dienst 1906.
6. Voorstel B. en W. tot het bepalen vaneen
tweede rooilijn aan den Oostsingel voor het
plaatsen van hekwerken. 7. Adres M. Snijder
om kwijtschelding van schoolgeld voor school A.
8. Reclames H. O. Ie. suppletoir kohier 1906,
Men verzoekt ons de aandacht te
vestigeu op het Groot Nationaal Concours
te Middelburg, voor Harmonie- en Fan
fare-gezelschappen, uitgesohreven door de
Vereeniging «Uit het Volk—Voor hot
Volk" op 20 en 21 Mei 1907.
De Vereeniging «Uit het Volk—Voor
het Volk" te Middelburg heeft besloten,
een Nationaal Concours uit te schrijven
voor Harmonie- en Fanfare-gezelschappon,
in de overtuiging, dat vele Vereenigingeii
ook dat geeeelte van ons land eens willen
bezoeken.
Om dat bezoek te vergemakkelijken,
zijn voor den Wedstrijd de 2e Pinksterdag
(20 Mei) en de daarop volgende dag (21
Mei) gekozen, terwijl het Bestuur niet zA
nalaten alles aan te wenden, wat het ver
blijf der Muziek-gezelsohappen in de hoofd
stad van Zeeland aangenaam kan zijn.
Op verlangen zal het Bestuur op de beste
en billijks!» wijze voor naoht-logies zorgen.
De stad Middelburg, bekend om haar
schoone gebouwen en ruime, fraaiepleiDen,
beroemd Stadhuis, interessante Abdij, om
niet in meerdere bijzonderheden te ver
vallen, hare fraaie omstreken, de nabij
heid van Vlissiugen, de oude stad Veer>
de badplaats Domburg, zijn allen aan
trekkelijkheden voorde vreerode bezoekers.
Daarbij is Middelburg door spoor- en boot
gelegenheden zeer gemakkelijk te bereiken.
Het B stuur twijfelt dan ook niet, of het
plan zal van vele zijden instemming onder
vinden en velen zullen de gelegenheid
benutten, ditmaal Walcheren te bezoeken,
nu Middelburg een feest organiseert,
H'ff bestuur stelt zich voor beide dagen
ten 11 of 12 ure de feesten te openen nu t
een optocht van de mededingende geztl-
statistieke opgaven.
Bevolking der onderdaande gemeenten in Zeeland.
GEMEENTE.
Bovolking
Januari 1906.
Geboren.
Overleden.
Huwelijken.
In de
gomeente ge
komen.
Uit de
gemeente
vertrokken.
Bevolking
Januari 1907.
m.
totaal
m.
otaal
m.
totaal
m.
vr.
totaal
m.
vr.
totaal
m.
vr.
totaal
Weetkapelle
986
922 1908
37
29 66
15
19 34
21
'20
24
44
16
22
38
1012
934
1946
1063
1128 '2191
61
36 97
20
23 43
15
38
30
63
76
52
128
1060
1119
2 85
366
348 714
10
9 19
7
5 12
5
25
26
51
15
10
25 i
379
368
747
Heinkenszand
869
844 1713
27
29 56
17
9 I 26
15
22
31
53
35
42
77
866
8.3
1719
Waarde
430
391 821
10
9 19
3
1 4
8
7
10
17
11
11
22
433
398
831
Katteudijke
578
534 1112
13
14! 27
10
5 15
5
50
33
83
70
54
124
561
522
1083
*1 Gnesche Courant.
schappen, die zich daartoe op een nader
aan te wijzen terrein zullen vereenigen.
De opening van den Wedstrijd heeft
ten één ure precies plaats.
De Wedstrijden worden gehouden in
den historisohen tuin van het Schuttershof
«De Edele Handboog", een uitgezochte
gelegenheid, terwijl bij onverhoopt gunstig
weder, zalen beschikbaar zijn voor'de
aanwezigen.
Wolfaartsdijk. Voor de derde maal
is hier weder een chr. jongl.vereeniging
opgericht. Zij draagt den naam «Dient
den Heere". Als bestuursleden zijn ge
kozen L. v. Leeuwen (voorz.), M. Zuiddijk
(secr.) en J. Slotboom (penningm.) De
vereeniging telt 7 leden.
Domburg. In verband met de verbete
ring van den Roosjesweg is heden alhier
in het Schuttershof een vergadering gehou
den. Zij droeg nog slechts een voorloopig
karakter. Vier heeren zullen hervatten
wat in 1902 mislukte, f4000 zijn noodig,
die men hoopt te krijgen, mits steun van
invloedrijke personen wordt verkregen.
Axel. Op de Maandag alhier gehouden
markt van Zeeuwsoh-Belgische paarden
waren aangevoerd ruim 200 stuks. Er
waren Belgische en Duitsohe kooplieden.
De handel was zeer levendig. Er werden
prijzen besteed tot 1700 francs. De proef
met deze paardenmarkt kan als uitstekend
geslaagd beschouwd worden. (M. C.)
De Minister Havelaar in 't ijs. De
Kamjper Ct. geeft de volgende beschrijving
van de mo«ilyke dagen die zijn doorge
bracht aan boord der postboot, die op
Nieuwjaarsdag vergeefs probeerde door
het ys van Enkhuizen naar Urk te komen
„Toen de postboot met de post en veertien
passagiers, waaronder een dame, voor Urk
aan boord Enkhuizen verlaten had de
zee was vóór laatstgenoemde plaats op dat
oogenblik open kwam men op nog aan-
merkelijken afstand van het eiland voor
een aaneengesloten ijsveld, waar geen
doorkomen aan bleek. Kapitein de Groot
gaf toen bevel noordwaarts te stoomeo, in
de hoop daar open water te vinden oin van
die z^de het eiland te kunnen naderen
Deze hoop bleek echter ij del en zoo besloot
men des avonds ten anker te gaan en den
volgenden ochtend af te wachten. In dien
nacht echter schoof het ijs onmerkbaar om
de boot heen en sloot zich vervolgens tot
zoo'n vasten gordel aaneen, dat er aan geen
ontkomen meer te denken viel. Toch zat
men niet stil, maar werktezonderophouden,
ai was het met weinig sucoes, aan de be
vrijding, tot als blijde verlosser de „Ren-
gers" opdaagde. Het was tyd, want het
water was tot den laatsten druppel ver
bruikt (men had reeds koffie gezet van zee
water en gebruikte het brouwsel daarna
met karnemelk) en ook de eetwaren
raakten zoo leelijk op een end, dat de vis-
sehers-passagiers reeds een pak kaarsen
naar bannen gewerkt hadden. De proviand
toch, zeer voldoende voor de bemanning
alleen, was geheel ontoereikend ook nog de
gezonde magen der veertien passagiers te
vullen. Toen de „Rengers" 't eerst bij de
„Havelaar" kwam, wetd dan ook onmid-
dellij k per vlet mondvoorraad o vergebracht,
omdat men vreesde dat er gebrek aan
levensmiddelen zon heerschen. Bij 't be-
vrijdingswerk knapte een buitengewoon
zware stalen tros, maar later ging het voor
spoediger. Omstreeks drie uur 's nachts
kwamen redder en geredde veilig voor den
jjszoom van Urk ten anker, ten aanschouwe
van de geheele eilandbevolking, die vol
onrust en hartelijke deelnemingopgebleven
was en onophoudelijk vuren aanstak om de
opvarenden als bakens te dienen. Een groot
aantal teertonnen en allerlei andere zaken
moesten daarvoor in vlammen opgaan. De
burgemeester en mevr. Van Suchteleo van
de Haare waren in persoon tot drie uur op
de pier aanwezig. Nadat de passagiers aan
wal waren gezet, vertrokken beide booten
weer, de „Havelaar" naar Enkhuizen, de
„Rengers" naar Kampen.
Men schrijft uit Ooststelfingwerf
Wat zijn «vaste veren P"
Deze vraag doet tegenwoordig van zich
spreken, nu de sohippers met vaartuigen
van meer dan 60 too en vaste beurt
schippers in de Ongevallenwet zijn opge
nomen. In vroeger jaren werd voor een
beurt- of veerschip octrooi aangevraagd,
om machtiging te erlangen r oor een vaste
en geregelde vaart over zekeT traject en
werd meermalen zoo'n «recht" om te
varen onderhands of publiek verkocht.
Niemand zou het dan ook wagen om naast
het bestaande veerschip een ander in de
vaart te brengen, op poene van een wets
overtreding, welke schadelijke fluancieele
gevolgen meebrengt. Dat waren «vaste
veren", en wijl tegenwoordig in het geheel
geen aanvraag behoeft gedaan te worden
om te mogen varen (daaronder te verstaan
een geregelde wekelijksehe of 14-daag«ohe
dienst), zijn, naar hunne meening, ook de
«vaste veren" vervallen en spreekt alzoo
de Ongevallenwet van een belasting
plichtige, die inderdaad Diet bestaat.
Te Winterswijk heeft zich een
geval van hondsdolheid voorgedaan.
Te Zaandam zou een jongen, die
hoogstens een jaar aan het werk is, een
overweg van 't spoor passeeren, teen juist
van twee zijden treinen naderden. Het
scheen, dat hij beslist door een van
beide zou worden overreden. Gelukkig
zag een voorbijganger het gevaar en riep
„Laat je valleu, jongen De jowgen deed
het en ontkwam op die wyze aan het
dreigend gevaar. Hij was echter zoodanig
verschrikt, dat hij eenige oogenblikken
bewusteloos op de baan bleef liggen.
De loopers van het Volk. Zooals in
dit blad reeds werd medegedeeld, heeft
de commissie van beheer naar aanleiding
van de houding der loopers op de laatste
bijeenkomst van de commissie van beheer
en het bestuur van de LoopersvereeuigiDg
besloten de onderhandelingen over het af
te sluiten contract te staken en deze zaak
bij het partijbestuur aanhangig gemaakt.
Dit is nu geschied en in zijn laatste ver
gadering besloot het partijbestuur de
loopers in do gelegenheid te stellen van
hun kant mede te deeleu welke redenen
zij hebben gehad voor hun houVrg, die
tot het afbreken der onderhandelingen
aanleiding heeft gegeven. tN. C.)
Naar Het Volk mededeelt, zal op
Zaterdag 2 Maart, zoo mogelijk te Am
sterdam, een propaganda-oongres worden
gehouden tot invoering van den wettelijken
tieuurendag. Het congres zal uitgaau
van de S. D. A. P.
Een vrouw te Steenbergen, uit de
kerk thuis komende, wilde eeu kind dat
schreiende op den vloer lag oprapen, doch
struikelde en viel zoo ongelukkig op het
hoofd, dat zij onmiddellijk dood was.
Toen Zaterdagavond de laatste stoomtram
te Diemen bij den wissel aankwam, wilde
eene vrouw uitstappan, terwijl de train niet
geheel stilstond. Zij had het oDgeluk te
vallen en kwam onder den laatsten wagen.
Haar hoofd werd geheel afgereden; zij was
terstond dood. Te Kessel is een oude
man bij het uitgaan der kerk door de duis
ternis misleid te water geloopen en jam
merlik verdronken. Een paar maanden
geleden werd te Sittard een man door een
hondje gebeten, welk diertje later wegens
verschijnselen van dolheid is moeten wor
den afgemaakt. De indertijd gebetene ge
voelde zich dezer dagen niet wel, bleef te
bed liggen en weldra vertoonde zich eeu
verschrikkelijke razernij. Onder onduld
bare pijnen is de nog niet 40-jarige man
spoedig bezweken.
Men schrijft uit Veenhuizen:
Van tijd tot tijd kon men in 't afgeloopen
jaar in de verschillende dagbladen berich
ten vinden als: „In de afgeloopen week zijn
te Veenhuizenpersonen ontvlucht".
Ongetwijfeld zullen slechts weinige lezers
zich de vraag gesteld hebben „Waar blij
ven de menschen?" En toch is de vraag wel
de moeite van het stellen waard. Een groot
gedeelte dier deserteurs tracht zoo spoedig
mogelijk over de grenzen te komen. Velen
hunner worden echter reeds weer geknipt
voor ze zoover zijn. Anderen zwerven door
ons land of houden zich op in de groote
steden. Menigeen, niet vindende wat hij
zoekt, meldt zich na verloop van tyd bij de
politie aan of wordt onverwacht „einge-
sperrt'' en daarna teruggezonden. Een be
trekkelijk gering aantal weet zich or.danks
alles staande te houden. Wanneer 2 jaren
sedert hunne desertie zijn verloopen, is de
straf vervallen. De meesten dergenen, die
het zoolang volhouden, bevinden zich in
Duitschland. Wat ze dan gedurende dien
tijd hebben uit te staan, is dikwijls ver
schrikkelijk. Het gelukt immers maar een
enkele zich in bezit te stellen van papieren,
die hem het rustig verblijf in eene plaats
mogelijk maken. De meeeten, zonder papie
ren zich in Duitschland ophoudende, wor
den door de politie van de eene naar de
andere plaats opgejaagd, zonder ooit zeker
te zijn hun hoofd ergens rustig neer te
kunnen leggen. Bewonderen moot men de
energie, die hen desondanks bezielt, om
toch vol te houden. Dat dit nogal een be
duidend aantal bedraagt, bewees het j aar
1906. In dit jaar toch werden aan de drie
gestichten resp. 11,17 en 7, totaal 35 per
sonen afgevoerd, sedert wier desertie twee
jaren waren verloopen, terwijl dit getal
over 1907 alleen voor het 2de gesticht ver
moedelijk 21 zal bedragen,
Huwelijken tussohen Nederlanders
en Japanners behooren tot de zeldzaam
heden. Daarom vermelden wij als een
bijzonderheid, dat onze sedert een aantal
jaren te Tokio gevestigde landgenoot, de
bekende ethnoloog dr. Herman F. C. ten
Kate, zoon van wijlen den sohilder Her
man ten Kate, te Yokohama iw het huwelijk
is getreden met inej. Kimi Fujii. (N. Crt.j
Boefje. Van Nieuw-Vennep kwam
hij met zijn sportkar en had Hillegom uit
gekozen als terrein zijner operatiën. In
de Meerlaau ontving hij van medelijdende
menschen wat aardappelen en zette zijn
tocht door de Hoofdstiaat voort, iu «'t Wa
pen van Hillegom" vond hij de gelagka
mer onbeheerd. Brutaal zette hij zijn
onderzoekingstocht voort iu de richting
der geldlade van het buffet. Haastig trok
hjj die open, om zich van den inhoud
meester te makeD, maar de la was kort
en zijn greep te heftig. Wat gebeurde
laat zich raden. De klank van '1 vallende
geld waarschuwde de bewoners en de
dienstbode zette het haastig vluchtende
knaapje na, die sportkar en aardappelen
in den steek liet. Waarschijnlijk zou ons
jeugdig boefje den dans ontsprongen zijn,
als een paar tietsrijders het ongewone van
dezen wedloop niet spoedig hadden door
zien en de twee achterna zetten met het
gevolg, dat de knaap bij 't begin van den
Stationsweg gegrepe» werd en aan de
politie overgeleverd. Bij fouilleering vond
men op den jongen nog wat chocolade,
door hem in de Meerlaan weggenomen.
Het ventje beweerde door zijn moeder
tot dergelijke handelingen te zijn aangezet.
Hoe dierm zich tegenover auto's ge
dragen. Tussohen Dordrecht en Rotterdam,
op weg naar laatstgenoemde stad, ont
moette Octave Mirbeau, zooals hij in de
Illustration van 15 Deo. vertelt, op een
donkeren avond eeu verhuiswagen. De
lichten van den auto straalden helder en
beschenen den mist, waai' goudstof indwar-
relde en waar nachtvlinders op afkwamen,
terwijl nu en dan een hoekje van een vaart
ziohtbaar werd met schaduwen, die erover
gleden. Plotseling daagde een wit paard op,
dat zwaar trokjaan een wagen, vol ver-
huisgoed, blijkbaar op weg van Rotterdam
naar Dordrecht. Pas hadden wij den voer
man onderscheiden, die zat te slapen tegen
eeo hoop beddegoed, teen het paacd, ver
schrikt door onze lichten, onmiddellijk na
ons voorbijgaan rechtsomkeert maakte en
op den gelukkig daar zeer breeden weg
het voertuig omdraaide en het met de
meubels en den koetsier rustig achter ons
aan verder trok, naar Rotterdam, waar de
geschiedenis denkelijk vandaan kwam. De
koetsier was niet wakker geworden. Hij
lag met open mond te slapen tegen ziju
matrassen en kussens en had de teugels
om zijn pols geslingerd. Wij lachten harte
lijk bij de gedachte aan het verschrikte
gezicht, dat de man zou zetten, als hij den
volgenden morgen zioh in Rotterdam zal
zien in plaats van in Dordrecht.
Eén moordgeval, vertelt Mirbeau, dat
tussohen Leiden en Haarlem werd bedreven
op den hond van een herderinnetje, een
m ooien hond met zilverkleurig haar en
allergoedigste, verstandige oogen. Er was
een klein troepje, het meisje met de korie
wollen rokken, twee koeien en een klein
getal schapen. Een ongeproportionneerd
groote hond lag kalm aan de andere zijde
van den weg. Hij scheen te slapeu en zijn
kop lag op zijn pooten. Het ongeluk wilde,
dat het meisje den wagen bemerkte en
het noodig vond, haar wereldje om zich
te groepeerenze keek rond naar den
trouwen vriend en daar wij niet hard reden,
riep ze hem.
De chauffeur vloekte, maar de held van
de trouw, dom ia zijn gehoorzaamheid,
stak den weg over, kwam vlak voor de
wielen er klonk een gekraak van been
deren en omziend kregen de inzittenden
van de auto een aanblik, om nooit te
vergeten. De mooie hond trachtte zieh nog
op te heffen, liet zijn droevige oogen rond
gaan, draaide in de rondte en stierf. Her
meisje stond wezenloos stil, en de koeien
vlogen in een veld met hyacinthen.
Kippen zajn allerdolst, bepaald allemaal
verstandelijk gedéséquiiibreerd. En het
komt alles door gulzigheid. Het zijn bloed
dorstige beesten, die vaak elkaar veeren
uittrekken, en op ieder klein bloeddrop
peltje aanvallen. Geen sperwer is wreeder
dan zij. En wat het oversteken betreft, zijn
ze weergaloos dom. Ze hebben altijd midden
op den weg wat te pikken, onappetietelijke
dingen vaak, en ze steken over, al is er
aan den overkant niets, dat hen aanlokt,
dus alleen om het plezier te hel ben, ach
te laten overrijden. Hebben ze bij ongeluk
zioh nog gered, dan was dat enkel om
tegen een telegraafpaal op te vi egen en
zioh zoo te verpletteren. Ook kiezen 7*
daarvoor wel eens een muur of een boom
stam en soms (ladderen ze in een heg en
breken daar hun pooten.
(De Aarde en haar Volken).
Schoenmakerblijf hij je leest 1 Eerste
hoofdstukNa het ontbijt vertelde z'n
vrouw, dat het slot op de eetkamerdeur
kapot was en vroeg of het niet het beste
zon ain dadelijk den slotenmaker er bij
te halen.
Nuusena, zei m'nheer. Wat 'n idee om
een paar gulden uit te geven, als je 't werk
even goed zelf kunt doen
Tweede hoofdstuk Zoo wat om 11 uur
zag men hem zitten op z'n knieën bjj hetslot,
om hem heen lagen veel gereedschappen.
Toen z'n vrouw in de buurt kwam, had
hij juist z'n zoontje uitgestuurd om nog
een schroevendraaier.
Hoe gaat het, zei z'n vrouw, kan je d'r
niet by komen
Als jij een beetje uit het licht wil gaan
en je houdt je snater, dan zal het zeker
in orde komen.
Derde hmofdstuk M'nheer boord in het
houtwerk van de deur, hij bad z'n j 13 er
bij uitgedaan en toen nog z'n vest. 1
haar was heelemaal in de war. Toen by z'n
zoontje weer in de gaten kreeg, werd die
gestuurd om nog een vijl en een nijptang.
Intusschen rende mevrouw Daar de
apotheek om pleisters en watten, verband
en verdunde carbol.
Het eerste bloed was reeds gevallen in
den strijd tegen het slot.
Hij zat op zijn vinger te zuigen ru
beweerde tegen de meid, dat ie nu spoedig
zou weten waar het aan lag en dan zou
het wel verder in 'n handomdraaien ver
holpen zijn.
Vierde hoofdstukZoo wat om 7 uur
's avonds stond m'nheer 't van weck op.
Er was 'n soheur in z'n broek, hij zat
vol met zaagsel, z'n handen waren zwart,
z'n stemming was nog zwarter. Hij trapte
zijn gereedschap weg, zond z'n zoon om
den slotenmaker en gaf zijn voornemon
te kennen om te trachten er achter te ko
men, wie er met z'n vingers aan dat slot
gezeten had! (Gelderl.)
Driekoningen-avond.
Wel ligt de tijd achter ons, dat op Drie
koningen-avond de knapen langs de huizen
der poorters trokken, zingende van de «Dry
Goninghen'', die «quamen ghereden wel
verre uut Oriëntenlant", om op die manier
geld bijeen te brengen, dat, volgens Casper
Coolhaes, den Driekoningen-dag moest
maken «tot het eerste Baochusfeest van 't
jaar", maar nog altijd bleef, op de eene
meer, op de andere plaals minder, en
't meeet wel in de dorpen behoorende tot
de Zuidelijke provinciën van ons land,
het Driekoningen-zingen op straat in eere
gehouden. En zijn woorden en wijze van
den Driekoningen-zang voor het meeren-
deel voor de bewoners van de meerNoorde-
iijk gelegen streken van ons land voor
een goed deel, zoo niet geheel en al, ver
loren gegaan, in Noord-Brabant kent bijna
iedereen nog het
Hier komen, we aan met onze lanteeren,
Wij zoeken den Heer en we vonden hem geeren,
Wij klopten al aan Koning Herodes zijn deur,
Herodes, de Koning, kwam zeivers veur.
Herodes, de Koning, sprak met een valsch hart
Hoe zie er de jongste van je drieën zoo zwart
Al is hij ook zwart, hij is wel bekend,
Het is de Koning van Oriënt,
Wij kwamen die hooge bergen opgegaan,
Daar zagen wij de sterre stille staan,
O sterre, gij moet er zoo stille niet staan,
Gij moet er met ons naar Bethlehem gaan,
Te Bethlehem in die schoone stad,
Daar moeder Maria met haar kindeke zat,
Hoe kleiner kind, hoe grooter God,
Daar al de Joden mee hebben gespot.
Dit ongetwijfeld zéér oude lied wordt
gezongen op eene wijze, die voor alle
regels dezelfde is.
Niet altijd hoort men de woorden ge
heel juist als hierboven afgeschreven in
sommige streken der Meierij komt Herodes
niet «zeivers veur", maar heet het
Wij klopten al aan Koning Herodes zijn deur,
Maar die lag in bed, zijn wijf kwam veur
Voorheen gÏDg het zingen van het lied
gepaard met eene huiselijke vertoonina,
waarvan Jan de Regt mededeeltEen
drietal personen, van wie een het aange
zicht zwart had gemaakt, kleedden zich
zoo goed en zoo kwaad als het ging, als
Oostersohe Vorsten. De middelste, tevens
de jongste, was de zwarte. Hij had een
langen stok in de hand. Aan het boven-
j einde daarvan was een ster van klatergoud
bevestigd, in het midden er van brandde
een kaarsje. Door een wieltje of klosje,
waarover een touw liep, kon de ster
draaien. Van tijd tot tijd werd aan het
touwtje getrokken en draaide de ster.
Ter Gouw spreekt ook van beeldjes, die
by de vertooning behoorden in 'n torentje
I zat Herodes, in een priëeltje zag men de
drie Koningen, die men door aan een
touwtje te trekken, nit het prieeltje te
voo-schyn kon doen komen ook een stal,
in> t bind en kribbe, Maria, Jozef, os en ezel
ecliy ten er bdj te bebben dieDSt gedaan.
Volgers den heer Hezemans zou zekere
Piper, die in het begin der vorige eeuw
schepen was te 's-Hertogenbosch, het
zingen van het liedje op straat en langs de
huizen hebben verboden en zon toentertijd
een ander liedje in zwang zijn gekomen;
Drie KoningenDrie Koningen
Geel xnfj een nieuwen hoed
De oude is versleten,
Men stelde indertijd voorCasper, Mei»
chior en Balthazar, met Melchior als de jongste,
die zwart was. 1»