nvoeder.
BLAD
VOOR ZEELAND.
No. 76. 1906.
Zaterdag 29 December
21e Jaargang.
HISTORISCH
ichines
Grl RSSTELIJ K-
riünnpr een ^er °udste
lUlVUun merken in den
is nog al die jaren
gehalte aan Eiwit en
lydraten en minerale
handhaaft daardoor
iden roem, als een der
ie beste, en zuiverste
?1 zijn.
RANSJES
■SDERSÜ!
e garantie,
zeer concurreerend.
iD, Oostkapellé.
ide 2de Knecht
Ineclrt
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUiJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
DDELBVMG
van het toedienen van
ïdvoeder, 's morgens als
aan kippen en andere
evordering der eierpro-
e vakbladen, in dag-en
e laatste jaren reeds zoo
schappelijke en bevat-
eit, dat die als algemeen
orden geacht,
ijkheii is het dikwjjls
ers, om uit de velerlei
rikaten, tegen zoo veler-
prijzen aangeboden,
se te doen. Want het
)r het steeds hooger op-
iwitgehalte, hebben vele
iet oog verloren, dat de
leien daaronder te veel
riste voederveihouding
|oog verloren. Bij het
ilk voeder worden; ca-
als: hardnekkigdiar-
of andere kwalen ln
iepen, en het behoeft
'g, dat van het leggen
dan geen sprake is en
ral gemist wordt.
t dit voeder is waarlijk
ppen, hiermede gevoed,
meer dan met eenige
terwijl de kosten bijna
ian met gewone graan-
[ippen hebben slechts
noodig, terwjjl de
[m graanvoeder worden
er hierover, benevens
Ig, prijzen en attesten
iene brochure van 40
|age aan ieder gratis
it toegezonden.
Hn 5 kilo f 0.90, 10
kilo f4, 50 kilo
ithouders. Naar plaat-
ipothouder is, worden
25 en 50 kilo franco
de lijn Roozendaal—
prijsverhooging, door
fabriek toegezonden
5 kilo door geheel
per post na ont-
rissel h f 1,
[oorheen Eversdijk,
ral, Amsterdam.
|3. 262 medailles.
iurg, D. Alewijnse Sr.
Zierikzee, M. J.
en, Abr. du Burck
Idohs. Goedegebuur
Krabbendijke, Adr.
izen, P. J. van Strien
id, J. Yogel.
op alle plaatsen bij
Igrutter of kruidenier
ijke voorwaar den ge-
ïet het oog op de
even Uwe aan-
br onze
merken Biscuite
|otjss" en „Liliput".
eniers- en Comesti-
erkrfjgbaar.
f AN DOESBURG
„De Lindeboom".
in RIJWIELEN
?geld voorhanden
LAND, Oostkapelle.
et Maart a.s.
l, landbouwer,
Rilland-Bat h.
aart a.s.
IDOMINICUS, land-
1 d i n g e.
a ge-Verwest üoe»,
-4
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,025.
Tot Maandag a. s. II uur
worden te Goes voor dit
blad fêieuwjaars-advarten-
tiën ingewacht.
28 December 1906.
Bilderdijk.
Het Centrum deet nog de volgende aan
haling uit Jos. Alberdingk Thijm „in de
dubbele opdracht zijner Gedichten enz.
C. L. v. Langenhuijsen, 1850.
»Bilderdijk was de voortreffelijkste dichter
van Nederland, die, ter linkerzijde door de
hand der grieksche en latijnsche zanggodin ge
steund, en ter rechter door den schutsengel
zijns ridderlijken voorgeslachts begeleid, met
het hoopvol oog op den gekruisten Christus
zijne lange en moeilijke baan ten einde ging
die der kunst in Nederland haren christelijken
en eenig vasten grondslag heeft terug gegeven
die de taai als het verhevenst godgeschenk en
de edelste kunstvorm waardeerende, meer dan
iemand zijner landgenoolen in haren geest was
doorgedrongen en dien ter meerdere bevruchting
van anderen in zich had opgenomen".
Na zulk een oordeelvelling, zoo gaat
Het Centrum voort, ons door den meest
begaafden van alle vaderlandsohe letter
kundigen in den mond gelegd, mag men
wel de keerzijde zien en het zal du9 niet
vermetel heeten de vraag te stellen Heeft
Bilderdijk onze onvoorwaardelijke goed
keuring verworven
Wij antwoorden onpartijdigNeen Er
zijn vlekken in dat zonnelicht.
Door de kracht zijner inborst, geprikkeld
door vervolging, miskenning en ellende,
in zijne verzen over te gieten, heeft hij
er eene stroefheid, eene stugheid aan mede
gedeeld die noeh zjjn fijne smaak, noeh
zijne uitgebreide geleerdheid kunnen ver
goeden, integendeel worden zijne verzen
soms ware uitspattingen, die ergerlijk voor
den lezer zijn.
Wij willen hier niet alles aanraken. Wij
wijzen op enkele punten.
Hij heeft in zijn hart gezegd „Weg met
dien slaperigen verzendeun van een Fei-
tamaweg met die verwijfde minnekozerij
van een Bellamy weg met dien gekun-
stelden herderskout van een Pooti. Weg
met den Franschen modegeest der acht-
tiende-eeuwsohe dichtersIk zal u vuur
en vlam geven Waarheid en levenden
mensoh zal ik schilderen gelijk hij is en
niet gelijk hij zijn moet. En hij heeft
zijn pen genomen en daarmede Gods ver
hevene dichtgave neergestort in boeken,
als de Odilde, de BloemtjeDS, de Verlus
tiging, Vertellingen en het groot aantal
gloeiende minneliederen, meer heidensoh
van leest en geest dan zijne overige pen-
nevruchten.
„Het is hier, (zegt hij in eene zijner
voorreden) het is hier de zoete somberheid,
de kwijnende zwakheid van de liefde niet;
het is hier vuur en vlam, die, terwijl zij
de kracht van den geest uitput, het lichaam
verteert. Maar voor wie dan (vraagt
hij verder) of voor hoe velen zijn deze
stukken ter lezing geschikt Voor weini
gen Ach (antwoordt hij) dat er in
't geheel geen lezers voor te vinden waren
Bilderdijk! Bilderdijk! Hoe? Gij, de
wijsgeer in de dichtkunst 1 Gij, de grootste
geest, dien God boven Hollands wateren
als eene sohitterende en verlichtende vuur
baak omhoog hield, Gij, de steen des aan
stoots worden voor de oogen van een on
schuldig kindGij, de oorzaak worden
van het kostbare rood der schaamte, waar
mede de wangen van eene maagd zich bij
de inzage van een boek, dat uw naam
draagt, moeten bedekkenGij de borst
des jongeling8 tot gemoedsbewegingen
stemmen, die hem rust noch lust laten 1
Op den boom des levens bloeit een licht
te vernielen bloesem, en gij zoudt er de
handen naar uitstrekken, om dien te ont
bladeren eer die rijp geworden is
O. k heeft de oprechte, christelijke man,
die uitriep: „Ach! dat er in 'tgeheel
geene lezers voor te vinden waren I" nooit
geloofd, nooit kunnen gelooven, dat er
jonge legers of le*er«sen konden gevonden
worde, die zich zeiven zoo weinig eer
biedigen, dat zij zulke schadelijke vruchten
uit dien dichterlijken lusthof zouden uit
kiezen.''
Wij laten in het midden of de Katholieke
schrijver hier niet veel te zacht oordeelt.
Maar met genoegen vestigen wij op zijn
oordeel de aandacht, en nog meer op het
slotwoord van den reeds meermalen door
ons geoiteerden Roomsohen oritious pTof.
Smiets
Eens, het was in het jaar 1837, lag te
Florencie, in Italië, een zieke, aan zijn bed
gekluisterd; het was Hollands koning, Lodewijk
Bonaparte. Wat doet hij Hij laat aan zijn
smartebed het borstbeeld plaatsen van den
grooten Bilderdijk. Hij was daar. die vriend
van zijn hart, dat licht van zijnen geestHij
was bij hemnu staarde hij op die trekken
hij las in dat wezenhij sprak met dat ka
rakter. Bilderdijk, ofschoon slechts in marmeren
vorm, was zijn kracht- en troostgever
Plaatsen wij ook zoo Bilderdijk, in lettervorm,
voor onze lijdende moedertaalOHerinneren
wij ons aan BilderdijkHouden wij hem als
schrijver, als burger, als dichter, als geleerde,
als taalkenner voor oogen Putten wij moed
en gloed uit zijn charakter, licht uit zijne
gedichten, lafenis en versterking uit zijne
wetenschappelijke kennisHouden wij de
oogen op hem gevestigd, en wij zullen ons
waardig toonen te wezen, telgen van heldenras,
kroost van ridders, mannen van het Dietsche
vaderland De Dietsche taal zal blozend en
glansend van welvaart, als eene koninklijke
dochter wandelen onder het volk
De onderdanen zullen zich vereenigen, en
even als de Spanjaarden zeggen Somos Her
manos «Wij zijn broeders!
Daarmede wil ik eindigen.
Deze, en meer dergelijke uitspraken van
onpartijdigen overstemmen de schetter-
kreten van den vooringenomen Bnsken
Huet die jarenlang in zijn critieken den
toon aangaf op de middelbare scholen en
bij de studie voor de hoofdacte, en wiens
meeningen, ook bij knappe Ghrislen-men-
schen, vaak een evangelie golden.
De verguizing heeft voor waardeering
plaats gemaakt. Eu wel een waardeering
die niet geinspireerd wordt door de liefde
die blind is, maar door de liefde die, 0ok
op 't gebied der Chr. KuDst, van één kant
komen kan.
Napoleon 1 vroeg eens aan Bilderdijk, terwijl
hij hem met een kouden, strakken blik aanzag,
of hij (Bilderdijk) dan bekend was in de wereld
der letteren? En den keizerlijken blik ont
moetende met een oog, dat er niet aan gewend
is zich neer te slaan voor den aanblik van eenig
mensch, antwoordde de Hollander»lk heb
tenminste datgene gedaan, waardoor ik ver
diende daar bekend te zijn".
afc
Oude plunje. Onder dit opschrift schrijft
de roomsch-katholieke Tijd:
Wat is er al niet te doen geweest over dr-
Kuyper's „oude plunje", die dan nog slechts
voor de hoofdzaak in de verbeelding van zijne
aanvallers bestond.
Bij de debatten over de Marine-begrooting
heeft zich echter 'n grappig geval voorgedaan,
wat als tegenhanger van vroeger wel even
afzonderlijke vermelding verdient. De heer
Goeman Borgesius n.l. toonde over de vraag,
of een Departement van Algemeen Bestuur
goed doet zich bij de Rijksverzekeringsbank
aan te sluiten of niet, gansch anders te denken
dan in 1902. Door den heer Treub op de ver
loochening van deze oude plunje geattrapeerd,
zei de heer Goeman Borgesius (Hand. 1083
ie kol.): „Mijnheer de Voorzitter! Men heelt
hier in de Kamer altijd, en te recht, succes,
wanneer men kan aantoonen, dat een lid van
de Kamer het een of ander ontwerp in een
anderen zin bespreekt dan vroeger. Ik gun den
heer Treub dat succes gaarne en als hij trouw
de Handelingen van vorige jaren naleest, zal
hij nog dikwijls datzelfde genoegen smaken,
want welk lid van de Kamer blijft altijd over
elk onderwerp, dat hier aan de otde komt,
gelijk denken?"
Evolutie der denkbeelden is volkomen natuur-
lijk, dat geven wij toe, maar in welk licht
verschijnt nu het „oude plunje-argument", tegen
dr. Kuyper zoo uitgebuit?
Troef. Onder dit opschrift lazen wij in
het Centrum:
Op ongenadige wijze nam de heer Talm*
UITGAVE DER FIRMA
EM VAM
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
in de Kamerzitting den humoristischen heer
Roodhuyzen onder handen.
't Was heel terloops maarkort en krachtig.
De anti-revolutionaire spreker betoogde, dat
er bij een eventueel votum tegen den minister
van Oorlog een politiek votum zou vallen,
waarop de heer Roodhuyzen lachte.
»De heer Roodhuyzen lacht", zeide de heer
Talma, „maar dat is geen argument, al is lachen
van dien afgevaardigde een zijner sterkste
argumenten".
De Kamer lachte, en de heer Roodhnyzen
vermoedelijk als de bekende boer.
Een der invloedrijkste leden van de
Tweede Kamer, dhr. De Beaufort, merkte
ia den loop der begrootings-disoussien op
dat het met het spreken over de antithese
toch veel minder was en nu maar uit zijn
moest.
Duidelijk en waar was dit antwoord van
den heer Talma
lk kan mij volkomen indeuken in de be
geerte van leden die zeggen godsdienst-
voorstellingen komen hier in de Kamer
eigenlijk niet te pas, godsdienst-debatten
zijn hier niet aan de orde, ze behooren
elders. Ze komen hier dan ook eigenlijk
niet te pas als zelfstandig element in het
debat, maar als iets dat er in komt door
misverstand.
Het spreekt toch van zelf dat als God de
souverein is boven alle souvereinen, als
de grondslag van onze staatkundige, van
onze maatschappelijke en van onze per
soonlijke vryheid ten slotte voor ons hierin
is gelegen, dat wij, boven de reeliten die de
staat ons verleent, erkennen de roeping die
God ons geeft in ons leven, dan kan het niet
anders ais dat, als iemand ons zegt, die
roeping hebt gij buifeu u te stellen als gij u
met staatkunde bemoeit, hy den grondslag
aanrandt waar alles op rust, de beteekenis
die niet de godsdienst, maar die God voor
het wereldleven heeft.
Daarom, indien iemand zegt dat wij
daarvan in de debatten weinig merken,
daar antwoord ik daarvan behoeft in de
debatten nooit sprake te zyn, wanneer wij
in onze opvattingen van de zaken die wy
hier behandelen ook die welke behooren
tot het neutraal gebied toonen, dat wij
eerbied hebbeD, niet in de eerste plaats
voor elkanders overtuiging, maar voor het
gezag dat God ook op het gebied van den
Staat heeft.
We vieren sinds eeuwen Kerstfeest op
25 December.
Dat is niet altijd zoo geweest.
In de eerste eeuwen onzer Christelijke
jaartelling vierde men op ongeregelde
tijden dit geboortefeest.
Ter oorzake van de vervolgingen en ter
wille van de heidensehe feesten, die toen
nog in zwang waren, vond men het ge
schikt, ook ter wille van de bekeerlingen,
den datum van het Kerstfeest telkens te
veranderen.
Maar evenals nu was er ook toen een
partij, die zich wat ook geschiedde, stipt
aan de gewoonte houden wilde, en er ont
stond over die vraag eenlangdurigenstrijd.
Eindelijk echter werd de datum voor goed
vastgesteld en alzoo dat het feest nooit
gelijktijdig met heidensehe plechtigheden
samenviel, waardoor tevens de valsche
broeders niet verborgen bleven.
Men moest kleur bekennen.
In het jaar 98 n. G. werd het eerste
Kerstfeest gevierd.
Paus Thelosophus die omstreeks 137
leefde was de eerste die den gedenkdag
tot een feestdag maakte.
Tien jaren geleden was de prentbrief
kaart nog élleen in haar vaderland, Duitsch-
land bekend.
Vandaar de oorspronkelijke naam an
sichtkaart.
En nu is er geen hoekje meer op de
wereld waar men ze niet kent.
Aan de sneeuwgrens als in het hart van
Afrika, overal is ze doorgedrongen.
Men zegt dat toen, tijdens den Russisch-
Japansohen oorlog de stad Ctjarbin in
vlammen opging een handelaar in Berlijn
duizend mark per telegrafisch postwissel
zond om dit zeldzaam tooneel op prent
briefkaarten af te beelden.
Twaalfhonderd millioen stuk werden
verleden jaar binnen de Duitsehe grenzen
aan de post afgegeven. De kaart gemid
deld op 7'/s penning verkoopwaarde be
rekend vertegenwoordigt dit cijfer een be
drag van 90 millioen Mark.
•Aan karton behoeft men daarvoor 480
spoorwaggons.
Geef werk Geef brood
„Wie bescherming noodig heeft, heeft
geen recht van bestaan.'' 'n Woord van
een vrijhandelaar, voor degenen, die met
oog op onze industrie voor bescherming
pleiten, 'n Tegen woord kwam ons dezer
dagen onder de oogen, een woord, dat wel
waard is overdacht te worden.
In de statistiek betreffende de onder
steuning van behoeftigen levert Nederland
verreweg het grootste contingent, dat be
deeling erlangt. Weet men dan niet, dat
door bescherming de Twentache groot
fabrikanten zoo groot en voornaam ge
worden zijn, en, nu ze eenmaal den kop
flink door den halster hebben, gaan ze in
landen, waar bescherming is, ook hun
fabrieken bouwen. Zoo hebben ook papier
fabrikanten gedaan, en zoo deed ook wijlen
de heer Van Marken, die in België een
fabriek oprichtte tot schade van ons en
tot schande van onze staatslieden, die door
hun eenzijdigheid de ontwikkeling van het
individu, en dus ook van het volk beletten.
Een volk, zoo rijk gezegend als het onze,
dat een grond bewoent, zoo overmatig over
vloedig aan voortbrengselen, waar een vee
stapel wordt gevonden als nergens ter we
reld, welks rivieren en zeeën de heerlijkste
en kostbaarste vissohen opleveren, jwelks
zonen en dochteren arbeidzaam en onver
moeid zijn, moet zoo'n volkarmoelijden?
Nergens vindt men beter en voedzamer
aardappelen, zwaarder koren, vaster turf,
smadelijker groenten en vruchten waar
om zijn onze staatshuishoudkundigen dan
toch machteloos, of tot machteloosheid ge
doemd, waar het betreft de nationale wel
vaart te bevorderen en in het leven terug
te roepen Waarom woekeren zij niet met
onze aangeboren eigenschappen Waarom
maken zij het volk slecht en verwijfd, door
het verheerlijken van het vrijhandelsbegrip
alleen, dat den arbeider gebruikt ten bate
van den kapitalist?
Geeft brood! Geeft brood! Verhoort de
beden van hen, die hun noodeu klagen, die
ondervinding hebbenBeschermt de bui-
tenlandsche nijverheid niet langer tracht
de onze op te heffen uit de machteloosheid,
waartoe ze verviel, tengevolge van de on-
practische verdragen, met andere regeerin
gen gesloten. En is reeds voor den Neder-
landschen industrieel de pas afgesneden
om zijn voortbrengselen in de landen, waar
hoo#e invoerrechten geheven worden, in te
voeren, toch kan door verhoogd tarief op
alle volledige fabrikaten van weelde nog
veel worden goedgemaakt.
UIT 1)E PROVINCIE.
Onze Middelburgsche corresp. schrijft
We beleefden ditmaal een Kerstfeest vol
komen aan het ideaal der bekende Kerst
verhalen beantwoordende.
Eerste, tweede en derde Kerstdag want
men kent en waardeert en bondt in Wal
cheren ook in eere een derde Kerstdag.
Verzet de oude palen niet, en waarom zou
men het in dit opzicht ook doen
Het huiselijk feest dat we, bijna zonder
uilzondering vieren, heeft zooveel lieflijks
en zooveel samenbindend vermogen.
Maar terzake. De sneeuw kwam op den
eersten Kerstdag ten 7 ure, om bij afwis
seling gedurende den heelen dag bij buien
voort te varen en den tweeden Kerstdag
viel de sneeuw van den morgen tot den
avond in zoo overvloedige mate, dat, naar
bekende waarnemers onp verzekeren, de
laatste evengroote hoeveelheid gevallen is
op 28 Januari voor 26 jaren. We waren
oompleet begraven. Men moest hier en daar
springen om de straat te passeeren. Deuren
en ramen vertoonden witte vlekken als
ruiten op een dambord. Trammen stopten
of vertraagden en de wachtkamer van het
station was voortdurend gevuld met reis-
lustigen, wie het wel eens aan te zien was
dat uitgestelde hoop het hart krenkt.
Op derden Kerstdag hakte en graafde
een gansch groote menigte op onze straten
om ze althans een weinig begaan- en berij-
baar te maken.
Sneeuw, sneeuw en niets als sneeuw
overal waar ge ziet, en waardoor geen ge-
druisch tot uw oor doordringt.
En nog in anderen zin geleek dit ons
Kerstfeest meer als ooit op de Kerstver
halen, want de Engel der Barmhartigheid
vertoonde zich aan menige arme woning
met goede gaven en bij een gastmaal aan
geboden aan velen die, misschien voor de
eerste maal in hun leven tot een dinee ge-
noodigd waren, en nog wel in een sociëteit
aan tafels met bloemen gesierd, bd met een
gesoigneerd menu, bestaande uit soep en
gevolgd door aardappelen met boonen en
worst.
Zoo werd wat we vroeger dachten puur
romantiek en fantasie te zjjn nu realiteit.
Middelburg. Heden morgen ten on
geveer 12 uur, viel zekere M. zoodanig
in de St. Janstrat alhier, dat hij zijn been
brak. Door een inspecteur van politie werd
hij naar zijn woning gedragen.
Goes. Een avontuurlijken nacht. Een
stalhouder had een gezelschap te brengen
naar Ellewoutsdijk. De twee rijtuigen
waren Woensdag prompt op tijd aan de
trein van half twaalf. Deze trein, die ruim
twee uren later kwam, bracht het ge
zelschap niet mede, men had deze trein
gemist, en eerst te half elf arriveerde het
gezelschap. Met het oog op het slechte weer
maakte de stalhouder ernstig bezwaar.
Het gezelschap moest per sé naar Elle
woutsdijk, al zou het er heen loopen. Er
heen loopen, verbeeld je, en in zulk weer.
Men waagde het er op. Behalve de koet
siers ging voor ieder gerij nog een man
mede, voor eventueele ongevallen. Dit was
een reisje van bonte koe. Stapvoets rijden
om den weg te houden, door bergen van
sneeuw waar de paarden soms tot de borst
ingingen, en men met de schop moest
graven om een doorgaDg te maken. Ein
delijk had men, na bijna vier uren tobbens,
de reis zonder ongelukken volbracht. De
koetsiers, die daarop weer terug moesten,
zija na een moeitevollen terugtocht, onder-
iütschen was de maan ondergegaan, eerst
te half zeven des morgens te Goes ge
arriveerd, sohoon zonder ongelukken, maar
verkleumd van de koude.
Heinkenszand. In de laatst gehouden
raadsvergadering is besloten, dit jaar geen
Nieuwjaarsbedeeling te houden. Een ge
deelte der burgerij, hiermede niet tevreden,
heeft zioh een commissie gevormd, be
staande uit de heeren A. J. Hoorweg, M.
van de Linde, W. A. Wisse, A. Huige,
J. van Damme, L. Kloosterman, H. van
Iwaarden en I. Cappon, welke aan den
Burgemeester aanvrage hebben gedaan, tot
het inzamelen van giften in de gemeente,
hetwelk is toegestaan.
Hoedekenskerke. Het stoomschip, dat
Zaterdagavond jl. aan den wal alhier
vastraakte, is nader gebleken te zijn de
„Olanda, bestemd van New Castle naar
Antwerpen.
Vlissingen. De stoomtram Vlissingen
Middelburg heeft eerst Donderdag na den
middag de dienst en dan voorloopig
nog sleohts half kunnen hervatten.
St.crt. no. 302 bevat de gewijzigde
statuten van de vereeniging „Gemeen
schappelijk Belang" te Vlissingen.
Bij kon. besl. van 24 dezer is san
L. A. Paardekooper OvermaD, op zijn
daartoe gedaan verzoek, met ingang van
1 Maart, eervol ontslag verleend als nota
ris te 's-GravenpoJder.