NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No, 75 1906.
Vrijdag 28 December
21e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Butteilandsch Overziebt.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUiJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Zij, die zich met 1 Januari 1907
op ons blad abonneeren ontvangen
het tot dien datum gratia.
Geen „politiek"
maar landsbelang*.
rEtriLLETOW.
Snippers uit de oude doos.
RILLAND-BATH.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
IJK
Goes, ook voor Kloetinge, Katlendijke,
's-Heer Hendrikskinderen en Wissekerke
11, 12, 13, 14, 15, 16, 18, 19, 20, 21, 22
en 23 Maart.
Er wandelt door onze provincie een
beestje, dat door de vrijzinnig-democra
tische pers in onze omgeving is losgelaten.
Het heet leugentje.
Het vrijmoedigst in die loslating was de
Goesehe Courant.
Die vertelde eenvoudig weg dat er aan
de rechterzijde, wat het verzet tegen de
ministerieele oorlogsplannen aangaat, poli
tiek in 'tspel is geweest.
Dan vertelt dat bladMen heeft van
a.-r. zjjde getracht den minister bang te
maken fsioby de debatten, in de hoop dat
hij van zyn hervormingsplan het een en
ander zou afdoen. Toen het bleek dat zulks
niet ging (zoo waar het staat erheeft
men toch geen crisis aangedurfd, omdat
het dan bij de crisis-verkiezingen gaan zou
voor of tegen minister Staal en de heeren
dat niet aandorsten.
W at 'n geduldige menschen zijn toch de
lezers die dergelijken vrijzinnig-democra-
tischen onzin voor zoetekoek opeten.
Dan vertelt de Goesehe er nog bij dat het
Kamerlid Talma, die zoo heftig tegen den
minister gesproken heeft, zelfs nog na
diens repliek had moeten stemmen tegen
de begrooting, doch nu hy voor stemde, dat
natuurlijk gedaan heeft uit redenen van
politiek".
Een poging om deze logenachtige be
schuldiging te bewijzen doet de Goesehe
natuurlijk weer niet.
En daar zy toch onze opmerkingen niet
onder 't oog harer lezers brengt, zullen wy
ons wel van 't bewijs van het tegendeel
onthouden.
Alleen zy ens de volgende herinneringen
geoorloofd
lo. dat toen by de behandeling der
vorige begrooting van oorlog minister Staal
den spot dreef met de bszuinigingsleuzen
zyner party, het juist zyn partygenooten
waren die tegen zyn begrooting stemden,
zoodat minister Staal toen al naar huis zou
gemoeten hebben, indien de rechterzijde
hem niet had gesteund
2o. dat terstond daarna het unie-liberale
blad De Vaderlander (red. een bekend lib.
159
DOOK
SCALD1S.
II. (Slot).
Toen dan, zooals wij by onze vorige
bijeenkomst zagen, den 13 Febr. 1791 de
eerste godsdienstoefening was gehouden,
werd na afloop van die dienst als eersten
dienaar voor Forth-Bath beroepen
JOHANNES SCHUTTE.
Geboortig uit de provincie Drenthe,
werd hy, na praep. examen gedaan te
hebben te Sleen, den 2 Sept. 1767 en een
proefpredicatie over Joh. 3 4 tot prop.
bij de Cl. van Emmen aangenomen.
Daarna als recommendatus prop. te
Amsterdam geworden zijnde, nam hij daar
ter stede een tijdlang de Evangeliedienst
waar.
Als zoodanig beroepen te Ommeren 12
Nov. 1775, werd hij by de Cl. Tiel pér
gefx. den 7 Jan. 1776 door ds. L. Vrede
Legou van Rijswijk en werd hy, na een
proeftekst behandeld te hebben over Joh.
3 17 aan de roepende gemeente toege
wezen.
Kamerlid, en medewerker o.a. mr. Borge-
siusuitsprak het „vertrouwen dat de
minister het volgend jaar meer in overeen
stemming met het verkiezingsprogram"
zou optreden, en niet vergeten „dat zijn
positie in dit oogenblik niet zuiver is, daar
hy zonder de rechterzijde daar niet meer
zou zitten, ware die positie een blijvende
(zy) zou een politieke misgreep wezen van
de ergste soort". „De wyze waarop zyn
begrooting werd aangenomen kan, uit een
zuiver politiek oogpunt beschouwd, niet
door den beugel".
3o. dat hierop gevolgd zijn de bezui
nigingen, waaronder de afschaffing van
het blijvend gedeelte ook bij de huzaren
en de rijdende artillerie, een maatregel die
een buiten de politiek staand deskundige
drong, met opoffering van toekomst en aan
zienlijke pensioen-rechten, den dienst te
verlaten
4o. dat met name de heeren Lohman
en Talma herhaaldelijk hebben verzekerd
den maatregel buiten de quaestie van poli
tiek, uitsluitend uit 't oogpunt van lands
belang, evenzeer als de oud-liberale
opponenten te willen beoordeelen. De
verwijten van den oud-liberaal Tydeman
die ten slotte ook voor stemde, waren dan
ook niet minder scherp en raak, dan die
van de leden der rechterzijde, die ten slotte
evenals hij door de toezegging van den
minister bevredigd waren
5o. dat ten slotte alle partijen het hierin
eens zijn dat de minister al te geheimzinnig
is geweest in de verdediging zijner plannen,
veel te laat zijn toelichtingen gaf en ten
slotte alleen zijn begrootiög redden kon
door de toezegging van meerder licht, waar
mee hij de stemmen der rechterzijde en der
oud-liberale bezwaarden wist te winnen.
Dit alles schijnt ons vrij duidelijk. Maar
de Goesehe Crt., die dit alles toch ook wel
weten zal, blijft maar roepenPolitiek
Politiek
Laat zij dan de jongste Kamerrede van
haar geestverwant mr. Marehant maar eens
vóórhaar lezeisafdrukken. Dan zullen dezen
weten aan welke zijde de politiek was.
Terecht schrijft dan ook De Nederlander
De aanneming der begrooting van Oorlog is
wel het meest afdoende bewijs, dat de »rechter-
zijde" van het militair vraagstuk, of laat ons
liever zeggen van de vraagstukken die op 's lands
verdedigbaarheid betrekking hebben, geen poli
tieke quaestie wil maken. Niets zou voor ons
land dan ook verderfelijker zijn dan dat, en de
poging, thans wederom door den heer Marehant
aangewend, om bedoeld vraagstuk te slepen in
de wateren der politiek, schromen wij niet te
noemen eene slechte daad, al is zij een
Den 3 Maart d. a. v. werd hy aldaar
bevestigd door genoemden examinator
met Titus 2 15 en deed zyn intrede
met Colloss. 1 29.
Vandaar herwaarts beroepen, werd dit
beroep den 4 Mei 1791 door de Cl. van
Z.-Beveland goedgekeurd. Hij nam te
Ommeren afscheid 26 Juni d. a. v. en werd
te dezer plaatse bevestigd 24 Juli 1791
door ds. O. van den Brink van Krabbendijke
met Hand. 20 28, en ving zijn dienst
aan predikende over Ps. 119 124a.
Hij doopte voor het eerst den 4 Sept.
1791Johanna Catharina (naar hem en
zijne vrouw genoemd), dochter vaD Marinus
Glerum en Willemina van den Boomgaard.
Gehuwd met Catharina Kerkhoff, over
leed hij te dezer plaatse den 28 Jan. 1806.
Dertien leeraars bedienden de gemeente
tot op heden.
De lijst inziende willen wij nog even een
stukje leven nagaan van den opvolger van
ds. Schutte:
JOHANNES WILLEM KöNIG.
Geboren te s-Hage den 1 Dee. 1772,
werd deze prop. bij de Cl, van 's-Hage
den 6 Febr. 1795. Als zoodanig beroepen
te Lopikerkapel in April 1797 werd hij
aldaar bevestigd den 17 Sept. d. a. v. door
ds. J. M. Hacke van s-Hage
"Vandaar beroepen naar Yerseke $6 Jan.
natuurlijk uitvloeisel van de door de liberale
partij bij de verkiezingen aangenomen houding.
Hieraan zij onzerzijds toegevoegd dat
wij, die van den beginne ons tegen ver
zwakking der landsdefensie hebben verzet,
de aanneming der Oorlogsbegrooting, nu
de minister toezeggingen deed, waardoor
de landsverdediging onverzwakt bleef,
terstond hebben toegejuicht om die reden,
al mag tooh zeker onze tevredenheid ook
worden gemotiveerd door het feit dat wij
zijn bewaard gebleven voor een ministrieele
crisis met hare ongewenschte gevolgen
In onze omgeving zou men dit echter,
gelijk de stem voor van Talma met een
huldebetoon dat den indruk maken zou
van //hoongelach" bejegenen.
27 December 190fl.
Nu de Staatsbegrooting er door en de
Kamer naar huis is, mag het Kabinet ge-
lukgewenscht dat het er het leven heeft
afgebracht.
Het heeft, een enkele maal zelfs door
eigen schuld en door de schuld zijner
onhandige vrienden, uiterst zwak gestaan.
Het heeft scènes in het leven geroepen
die niet licht zullen vergeten worden.
Nu het er zijn Hoofdstukken zoo goed
als ongewijzigd heeft doorgehaald, laten
wy dit, voorloopig althans, rusten.
Wij moeten echter bereids opkomen
tegen de poging om dit kabinet als een
kabinet van bezuiniging voor te stellen.
Minister Staal had 9 ton op zijn be
grooting bezuinigdeen bezuiniging die
echter voor de helft reeds opgewogen werd
door een uitgaaf van ruim 4 ton voor de
stelling Amsterdam.
De minister van Marine vroeg een
nieuw pantserschip van 4'/2 miljoen voor
Nederland, doch was leep genoeg, toen
hij de gedachten der Kamer kende, dit
schip los te laten en voor te stellen een
nieuw pantserachip voor Indiëvan 5 mil
joen en 8 tonmet daarenboven nog 3
ton voor den aanbouw van torpedobooten
in Nederland.
Dat was 17 ton in eens meer
W at toch zeker het tegendeel van be
zuiniging zal heeten.
Nu zal men aan de overzij allicht zeg
gen dat wy hieraan hebben meegewerkt.
Dat is zoo maar de vrijzinnigen heb
ben de meerderheid, Het versje luidt
nog 5149
Bovendien stemden alle unionisten
Goeman Borgesius voorop, voor die ver
hooging.
Land en Volkhet vry zinnig democra
tische blad onder redactie van het Kamer
lid Marehant, heeft het dan ook zoo kras
1804, nam hij te Lopikerkapel afscheid 10
Juni 1804 en werd te Yerseke bevestigd
17 dito door zijn zwager ds. C. van Driest
van Alblasserdam.
In Jan. 1807 zag hij de keuze op zich
gevestigd hier ter plaatse, welk beroep
10 Febr. door de Cl. werd goedgekeurd
nam te Yerseke afscheid 1 Maart d. a. v.
en werd hier bevestigd 15 Maart 1807,
bij welke gelegenheid gedoopt werd
Magdalena Christina Jaeoba r dochter van
Benjamin Paainve eo eva Susanna Steenaart,
waarbij ds. König en zijne vrouw Magdalena
Christina Vinjer, als doopgetuigen stonden.
Van 1809 tot 1814 was het Fort te Bath
eerst door Engelsohe en daarna door
Fransche krijgslieden bezet. Dientenge
volge, was hier sedert 24 Nov. 1809 geen
godsdienstoefening gehouden, wijl hetkerk-
gebouw, voor de troepen tot een magazijn
was ingenomen en eerst op den eersten
Paaschdag van 1810 mocht de gemeente
hare godsdienstige bijeenkomsten hervatten.
Ds. König was intusschen 29 Maart 1810
beroepen te Wanneperveen. Dit beroep
aangenomen hebbende werd den 3 Juli
1810 zijn ontslag bij de Cl. en 13 dito
van zijne gemeente toegestaan.
Nu deed zich het vreemde geval voor,
dat hij voor Wanneperveen tooh bedankte
en hier opnieuw werd beroepen 19 Juli
van 't zelfde jaar.
mogelijk veroordeeld. Zij noemt het een
ongeluksdag, een verspilling van miljoenen
en klaagt „dedertien leden van de Liberale
Unie" aan, „de helden van dezen onge
luksdag die den doorslag geven". En
Het Volk roept uit: „Ditallee is 'ttreurig
einde van den bezuinigingsveldtocht. Nieuwe
zware lasten op de schouders des volks
gelegd.
„Dit alles is gebeurd onder een mini
sterie, voortgekomen uit een verkiezings
campagne, waarin bezuiniging op de mili
taire uitgaven schering en inslag was.
Dat alles is gebeurd niet alleen onder de
regeering van dab ministrie, maar door
dat ministerie zélf.
„Men zegt dat ook de heer Borgesius,
de formateur van dit kabinetaan den loop
van zakm niet vreemd is, al hield hy zich
openlijk zoo stil als een muis. Maar al
was dit niet zoo, dan is toch de heele
liberale partij voor het gebeurde verant
woordelijk.
Hoe durft die
Toen de heer v. Kol Maandag in de
Tweede Kamer den toestand te Rijssen
besprak, en zich beriep op mededeelingen
van mr. Sybrandi, werd hem door een vrij
zinnig-democraat toegeroepen: Is dat nu
allemaal wel waar 't
De man die dat riep, en zoo zijn waar
heidsliefde of politieke haat luchtte, was de
heer Ketelaar, de man van de verzonnen of
overdreven school verhaaltjes uit het„Kuy-
per-regimé"
Hoe durft die
Rjssen.
Vrijdag verzonden wij aan ds. J. H.
Gunning te Rijssen de bijdrage der Krab-
bendijksche vrienden, en ontvingen Woens
dag een briefkaart met bericht van ont
vangst en van dank aan allen die iets
bijdroegen tot de toegezonden gift", «In
de hoop dat al degenen die nog iets
gevoelen voor het lot der Rijssensehe
arbeiders zullen medewerken om hen te
steunen, verblijven wij uw toegenegen
vrienden A. J. v. d. Willige, voorzitter
G. J. Timpers, seer.H. W. Schintz,
penningmeester van het Stakings-Comité.
Wij nemen deze gelegenheid te baat om
de woorden dezer broeders en zusters
nogmaals al onzen lezers op 't hart te
binden.
Is er iemand dieeenKerst-ofNieuwjaars-
gave wil zenden aan een van deze genoemde
drie of aan ds. Gunning te Rijssen, of
liever ons ter hand stellen wil, opdat wij
haar voor hen overmaken, hij doe naar
hetgeen in zijn hart is.
Eerst den 5 Febr. 1811 verleende de
Cl. hare goedkeuring aaD dit beroep, nadat
gebleken was, dat men te Wanneperveen
in zijn bedanken berustte, door het vol
doen van de, op zijn verzoek aan de Pas
torie aldaar gemaakte kosten. Opnieuw
werd hij alzoo hier bevestigd den 24 Febr.
1811 door ds. J. de Lepelaar van Waarde
met 2 Cor. 6 110 en deed intree met
Phil. 1 25 en 26.
Bij dispensatie van den Secretaris van
Staat voor de Binnenl. Zaken van 27 Oct.
1814 werd ds. Koning vrijheid verleend,
zoolang de onbewoonbaarheid zijner pas
torie hem noodzaakte, zijn verblijf te Goes,
op drie uren afstands van Fort-Bath, te
houden, bij deze zijne gemeente 's Zondags
slechts éénmaal de dienst waar te nemen.
Bij besluit van Z. K. H. van 17 Juni
1815, tot legerpredikant benoemd en dit
aangenomen hebbende, werd den 12 Juli
d. a. v. de zorg voor de gemeente aan de
classis opgedragen.
In 1816 was hij predikant te Brussel
en werd hij door Z. M. den 4 Maart 1817,
benoemd tot garnizoenspred. van Namen,
Marienburg en Philippeville, en waardoor
dan ook de gemeente alhier, nu bijna twee
jaren van een eigen leeraar beroofd, vacant
werd verklaard.
Te Namen wijdde ds. König den 15 Juli
1821 het kerkgebouw in mei Ezra 7 27. J
De belooning der meeste arbeider* aan
de jute-zakkenfabrieken te Rijssen is aller
ellendigst. Er zijn een paar fabrieken bij
met een duizendtal arbeiders, wier werk
is zakken eo dekkleeden te weven van
Bengaalsche hennep.
De fabrikanten verdienen schatten, doch
de arbeiders genieten over 't algemeen een
loon zoo laag dat ook de vrouwen moeten
mee helpen, en wanneer zij dan een heelen
dag hard zakken naaien, twintig cent
zegge twintig cent maken kunnen.
Op de quaestie loonsverhooging, welke
door de firma Ter Horst werd geweigerd,
is nu de staking of uitsluiting uitgebroken.
Niet dat deze menschen zoo staaklustig
zijn. Integendeel. Verreweg het grootste
deel zijn eenvoudige gereformeerde, Chr.
gereformeerde, of oud-gereformeerde
mensohjes, waaronder verscheidene die
om der consciëntie wil zich niet laten or-
ganiseeren, die het zonde noemen tot een
vereeniging, zelfs al is deze Christelijk, toe
te treden.
Daar moesten dan ook inderdaad wel
treurige toestanden in Rijssen bestaan om
zoo snel een organisatie te doen geboren
worden, namelijk van 28 leden in No
vember tot 700 leden in December; en
een werkstaking, als die van 3 Deo. jl.,
spontaan ontstaan kon, na inachtneming
van een behoorlijken opzeggingstermijn.
Het zijn meest al te zaam ordelijke
Gereformeerde, Hervormde en Roomsehe
arbeiders. Het geld is derhalve niet aan
kwaadwilligen verspeeld. Dooh ook al
ware dit zoo, dan nog eisoht de Chr.
naastenliefde het medelijden met deze arme
gezinneD, in dit barre deel van den winter,
dat in de eerste plaats gevraagd worde
is er nood en nietwie heeft er nood
Laten wij ons opmaken en deze men
schen helpen, opdat deze staking slage,
en 't loon derwijs stijge dat de vrouwen
er hun 20 cent daags aan geven kunnen,
naar de ordinantie Gods zieh wijden kun
nen aan de zorg voor de huishouding en
de opvoeding van hun kroost.
Blijkens de jongste berichten uit Rus
land had graaf Ignatief, de moordaanslag
op wien verleden week zoo jammerlijk
gelukkig geslaagd is, het vorige jaar deel
genomen aan de bijzondere conferenties
over de geloosvrijheid. Hij zat Zaterdag
avond met eenige andere Semstwo-afge-
vaardigden aan het buffet in de zaal van
den Raad van Adel, waar de Semstwo
hare zittingen houdt, in Twer.
Dit gebouw was, op machtiging van Z. M.
den Koning tot eene Prolestantsohe Gar
nizoenskerk afgestaan zijnde een gedeelte
van het voormalige klooster «des Dames
blanches".
In 1822, op ontvangen collatie van
Z. M. tot pred. te Brussel in N. Brab.,
beroepen bedankte voor dit beroep en
woonde sedert als gepens. garnizoenspred.
te Bergen in Henegouwen, waar hij 27 Jan.
1826 overleed, ruim 53 jaar oud zijnde.
Op den eerstvolgenden Zondag .hield
ds. H. van Idsinga, pred. bij de Prot.
garnizoensgemeente aldaar, eene lijkrede
over hem, naar 2 Cor. 5 1.
Met militaire eer den 31 Jan. begraven,
hield gemelde pred. mede een gepaste
toespraak bij het graf.
Hij liet als weduwe na Magdalena Chris
tina Vinja (geboren 16 Apr. 1774 en met
wie hij sedert 1798 gehuwd was), bij welke
hij in 1812 vier kinderen had, nl.
Cornelisgeb. te Lopikerkapel den 1 Jan.
1800.
Adrianus Antonie, geb. 11 Mei 1802 te
idem.
Joh. Willem, geb. te Forth-Bath 18 Juli
1809 en
Sibilla, geb. te idem 16 Dec. 1810.
(Bevolking in 1824 Bath 170 en Ril
land 301in 1906 te zamen 2006 zielen)
f