NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 74. 1906.
Dinsdag 25 December
21e jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
in Maag- en
andziekte
P. van Bijsterren,
Buitenlandseb Overzicht.
Hypotheekbank
lederland,
te Groningen.
KOOP
lugge Trekhond
mdkiiecht
mend Meisje
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST. te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Zij, (lie zicli met 1 Januari 1907
op ons blad abonneeren ontvaugeu
het tot (lien datum gratis.
Snippers uit de oude doos.
-V
IDELBVBO
genezing door te
uiken de
te Rotterdam.
on f2,50 met ge-
aanwijzing.
by Apothekers en
gen toezending van
postwissel a/d Maat-
ura", Houttuin 9,
lAG
per flacon.
Fabriekmerk an
van den uitvii 'o
te Goes bij Gebr.
rte Kerkstraat.
kapitaal ƒ1.000.000 j
|n op eerste hypotheek
raardengeeft uit 4 °/0
ien koers van 100
flOOO.—, f 500.-,
ieft voor Zeeland, be-
i, sub-agenten en cor-
P. DIELEMAN te
limlssaris der Bank.
lieM. BROUWER.
Mr. W. SWITTERS.
F. J. BOLT.
renschen mede te doen
iiaat te bestellen, ver
den 12 Januari 1907 by
tapelle.
treclitsch Wagentje,
ire Rijtuiglantaarns,
taarnoogen met buis-
zeer billijken prijs, bij
dplein, Middelburg.
[JVLNG TE KOOP
sl Bouwland
g, ter grootte van 28
3D. In gebruik bjj J.
pruikneming na rooven
'tjaar 1907.
leveren vóór of op 29
VAN DEN BROEKE,
igen verstrekt, Seroos-
INSCHRIJVING
llmeboomen
nstede, in pacht bij de
:it, Rilland.
|de hofstede. Conditiën
KRIJGER, waar de
■ingewacht vóór of op
lering TE KOOP
kar oud.
5UIJZE, bakker,
Kamperland.
Bt Mei
HOUTERMAN, te
i
Bt Mei
arkeur die genegen is
te gaan, bij
MANSE, Grvjpskerke
by Poppendamme.
tart of Mei
iitlliiieclit
)E VISSER, te Aag-
Iht met Maart of Mei
ndknecbt
WISSE, O.-Souburg,
gevraagd; jj
|ht. Te bevragen by
iddelburg.
onga-V erwwt Gom,
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
24 December 1906.
Evenals men in Frankrijk dacht eerst
een Nationale vergadering te hebben zoo
men het bestaande verband der standen
ophiel, en de 600 leden eigenmachtig om
zette in vertegenwoordigers van het „eene"
souvereine volk werd ook ten onzent
op zulk een nationale vergadering aan
gedrongen, gekozen naar districten van
15000 zielen.
Er was eenerzijds de ware eenheid prijs
gegeven tevens werd een gansch ver
keerde maatstaf van verdeeling, een waar
element van verdeeldheid ingevoerd.
Voor de „Nationale" Vergadering van
1796 mochten alle burgers stemmen, mits
de volksoppermacht erkend enalleerfelijke
waardigheid afgekeurd werd.
Alle burgers behalve de tegenstan
ders van het nieuwe systeem. Alleen het
„denkend deel".
En zoo stelde de nieuwe staatsregeling
van 1798, meer Fransch dan nationaal,
als eisch voor het stemrecht de verklaring
van „onveranderlijken afkeer" van het
Stadhouderlijk Bestuur, het Federalisme,
de Regeeringloosheid en de Aristocratie.
Wie daaraan neg hecht, behoort niet tot
het Volk.
In stee van het Volk, een „pays légal"
een deel, een fractie, een wettelijke liotie.
Jammerlijke verwarring doet weldra de
reactie triumfeeren.
De Staatsregeling van 1801 houdt reeds
in dat de wet zal bepalen „de gegoedheid
der Kiezers". (Art. 26).
Die beperking bleef ook onder de Grond
wet van 1814 en die van het volgend jaar,
al toonden dezen overigens, dat van het
verband tussohen Rijk, Provinciën en
Gemeenten weder iets gevoeld werd.
Tot straks in 1848, onder inwerking der
verkeerde beginselen, die nooit ter zijde
waren gesteld, het directe stemrecht van
alle burgers werd ingevoerd, doch aan
vankelijk gebonden aan een census, waar
van de grenzin in de Grondwet waren
opgenomen.
Zoo zou men dan hebben naar den
ouden naam, in 1814 teruggekeerd, Staten-
Generaal.
Of beter gezegdmen zou hebben den naam
158
ritTïLLETOlT.
DOOB
SCALD1S.
RILLAND-BATH.
I.
Nadat bij den watervloed van 1530 en
1532 een aanzienlijk gedeelte van Zuid-
Beoeland, en daarby ook het fraaie dorp
Billand verloren was gegaan, werd eerst in
1773, door de bedijking van den Reigers-
bergschen polder eenige verloren grond
herwonnen.
In genoemden polder verrees nu allengs
het gehucht Rillandwaarna in 1785 in een
ander gedeelte van den polder 't Fort Bath
werd aangelegd.
Op raad van den in de geschiedenis des
Vaderlands zoo bekenden advocaat-fiscaal
bij de admiraliteit op de Maas,PieterPaulus,
werd, tot bescherming van de invordering
der inkomende rechten, welke aldaar van
da voorby varende schepen moesten geheven
worden, nadat men de forten Lillo en Lief-
kenshoek aan Keizer Jozef II had moeten
afstaan, dit fort gabouwd.
De bewoners van laatstgenoemde forten,
waren dan ook meerendeels de eerste inge
zetenen van dat te Bath. Zy hadden zelfs
hft tafelzilver voor het H. Avondmaal uit
Lillo overgebracht.
Ingevolge de Resol. van Gecomm. Raden
van Zeeland van 3 Dec. 1790 tot het oprich
ten eener kerkelijke gemeente te Fort Bath
Straks werd de kieswet ingediend, waar
bij de laagste grens in de Grondwet gesteld,
tot regel werd genomen.
Groan van Prinsterev, die de gansehe
regeling, zooals zij in 1848 gemaakt was,
had afgekeurd, bestreed dit. En omdat hij
het in strijd met de Grondwet hield, èn
wijl voor den lagen census werd gepleit
op grond van vollediger toepassing der
volkssouvereiniteit.
Tooh ging de voordracht door, maar
daarmee was dan ook de uiterste concessie
gedaan.
Nu geen stap verder meer.
En de ernst daarvan zal men toonen
door op wie buiten dit kiezers-personeel
bleef met minachting neer te zien. Dat
was de massa waarmee men niet te rekenen
had (quantité négligeable).
En als Groen het waagt, daar toeh in
zake de sohool in de behoefte van het
geheele volk, nu in den zin van alle ge
zinnen, gelet moet worden, op de wensehen
van „het volk achter de kiezers" dienaan
gaande te wijzen, schroomt Thorbecke niet
hem revolutionaire gezindheid te verwijten.
De Tweade-Kameroverzichten in de
Middelburgsche Courant schijnen door een
partijdigen vrijzinnig-democraat te worden
geschreven.
In het jongste product van 's mans pen
vinden wij omtrent de stemming over de
Oorlogsbegrooting geconstateerd„de heer
Talma stemde onder hoongelach voor".
Verbeeldt n de leider der vrijzinnig-
democraten had den heer Talma verweten
dat hy uit politiek da maatregelen van
den minister bestreed.
Een dwaze opgewonden speech hield
deze beschuldiger, waarover een man als
Drucker het hoofd schudde, en waartegen
terecht de heer Talma opkwam.
Want de heer Talma was niet uit po
litiek tegen de begrooting maar om ern
stige redenen van landsbelang tegen de
afschaffing van het bly vend gedeelte ge
keerd, wanneer niet de minister bevre
digende toezeggingen kon doen.
Na rijp beraad aan alle zijden, in een
ure waarop een ieder 't groot gewicht der
zaak besefte, en na de bevredigende toe
zegging van den Minister een ieder de
gevolgen van zijn stem wel te overwegen
had waren het de drie leiders der be
zwaarde partijen Tydeman, Lohman en
werd door die Gecomm. Raden den 30 dito
aldaar een kerkeraad benoemd.
Gezegde resol., den 4 Jan. 1791 bij de
Cl. van Z. Beveland ter tafel gebracht
zijnde, werd daarover gedelibereerd en
besloten, dat, ter voldoening daaraaD, de
predikdienst daar ter plaatse zou worden
waargenomen door de ringpredikanten,
zoodra bericht ontvangen was dat het
gebouw, ;voor de godsdienstoefening be
stemd, in orde gebracht zou zijn.
Ds. C. van den Brink van Krabbendjke
deelde nu aan de Cl. mede dat hij door
den kerkeraad te Fort-Bath tot director
was verkozen, ingevolge daartoe verstrek
ten last van H. M. Gecomm. Raden en
verzocht handopeniDg tot het doen van een
beroep, welke door de Cl. verleend werd.
Zoodra nu een pakhuis van de Admira
liteit tot kerkgebruik was ingericht, ge
schiedde daarin op 13 Febr. 1791 de eerste
godsdienstoefening, in tegenwoordigheid
van Heeren Gedep. van H. E. M. de Raden
van ZeelandMr. J. P. van den Brande,
Ridder, Baronet, heer van QapingeMr.
W. Scliorer Johsz. en Mr. W. A. de Beveren,
secretaris.
Deze eerste godsdienstoefening werd
geleid door ds. Abr. Lankhorst van Yerseke,
die bij die gelegenheid predikte over
Zaeharia 6 13a.
Den 6 Maart d. a. v. werd het eerste
kind gedoopt, n.m. Simon, zoon van Jan
Dronkers Sirnz. en Cornelia Schakels.
Nadat vervolgens ook eene begraafplaats
was aangelegd, werd in Mei 1796 voor
het eerst dpqrop begraven, zijnde het lijk
Kolkman die namens een groot deel
hunner groep kwamen verklaren dat zij
voor de begrooting zouden stemmen. Ook
de hee>r Talma aehtte zioh door de belofte
van den Minister gerustgesteld, doch kon
hieromtrent geen verklaringatleggen, dewijl
zijn groep, op een enkele na, haar bezwaren
handhaafde.
Maar 't schoonste bewijs leverde de heer
Talma dat de besehuldiging als zou hij uit
politiek tegen de begrooting zijn geweest,
door, nu zijn bezwaar was opgelost, voor
de begrooting te stemmen.
In Het Handelsblad en andere vrijzinnige
bladen zagen wij dit met waardeering ge
constateerd.
Maar de vrijzinnig-democratische Mid
delburgsche Courant, die zich niet tot die
hoogte kan opwerken van waaruit men
den tegenstander waardeert, gewaagt van
hoongelach
Den gullen lach der blijdschap die uit
de vryzinnige rijen opging over de ge
bleken onjuistheid van Marchants beschul
diging en de opnieuw gebleken grootheid
van karakter eerst bij Marine, daarna
bij Oorlogdoor Talma met zyn stem voor
getoond, ziet hij voor hoongelach aan. Of,
zoo 'c hoongelach geweest zij, wat dan niet
pleiten zou voor de grootheid van deze
heeren dan helpt zy toch met zekere
instemming verbreiden.
In ieder geval, óf de vrijzinnig demo
cratische Kamerleden, die als lachende
kwajongensden tegenstander bij 't
publiek verdacht maken, hebben zich
hier vergist of vergrepen aan den goeden
naam van genoemden afgevaardigdeóf
de Midd. C'rt. is zoo onnoozel geweest
voor hooBgelach aan te zien wat door haar
geestverwanten in de Kamer als dankbe
tuiging en schuldbelijdenis bedoeld was.
Ook een derde is mogelijk, n.l. dat de
leden links er ook in hun huldebetoon er
een toon op na houden die den indruk van
hoongelach maakt, in dit geval gaat de
Midd. Crt. vrij uit.
Maar in ieder geval heeft de heer Talma
geen hoongelach verdiend. Hij redde den
minister van marine, en hielp den minister
van oorlog op de beeD, toen beiden on
herroepelijk verloren schenen.
Toen minister Kraus Zaterdagmiddag
5 uur het woord nam in de Tweede Kamer,
waren er behalve de voorzitter nog 3 leden
van Johs. Willemse de Pujt.
Inmiddels was bij overeenkomst der
bewoners, van 19 Mei 1792 besloten dat
Rilland met fort Bath tot ééne,kerkelijke
gemeente vereenigd, bij goedkeuring van
Gecomm. Raden en duurt deze combinatie
nog steeds voort.
Met het eerste kerkgebouw heeft men
zioh beholpen, totdat in 1828 besloten werd
om zes Dominiale gebouwen tot kerk, pre
dikantswoning en verdere aanhoorigheden
voor de gemeente te doen inriohteD, waar
toe 4000 gld. rijkssubsidie werd verleend
en de aanbesteding van dit werk plaats
had te Goes den 6 Mei 1828. Deze nieuw
gebouwde kerk werd 30 Aug. 1829 plech
tig tot den dienst ingewijd door den con
sulent ds. J. Dagevos van Kruiningen naar
aanleiding van Haggai 2 8b.
Later werd het gebouw met een keurig
bewerkt orgel verrijkt, 't welk voor het
eerst werd gebruikt den 7 Juni 1868 met
eene toepasselijke leerrede door den toen-
maligen leeraar A. van Oosten.
's Jaars te voren was het ook door kerk
voogden (voorz. J. de Jager te Rilland)
voorzien van geschikte petroleumlampen
gelijk ook de pastorie, bij aanbesteding
op 4 Juli 1873, belangrijke herstelling
onderging.
Het Fort Bath was intusschen door het
afdammen van de Oosterschelde grooten-
deels achteruitgegaan, en in verval ge
raakt, zoodat Rilland, waar ruim drie
vierden der gemeenteleden wonen, van
welke velen zioh een wandeling van drie
kwartier moesten getroosten om de kerk
tegenwoordig. De heer De Stuera was een
dier drie.
Of de Kamer ook moe is
Heel merkwaardig
Toen het vorige ministerie van tariefs
herziening sprak, vlogen de dure petten
en klompen als in een orkaan door de
lucht.
Nu dit kabinet vyf ton meer uit het
tarief wil kloppen, is er geen vuiltje aan
de lucht.
Merkwaardig
Toen het vorige kabinet vijf opcenten
wou heffen, ging er links een storm op
en in alle toonaarden, werd het uitge
zongen dat opcenten al de allerslechtste
vorm waren van belastingheffing. Nu
dit ministerie met tien opcenten kwam,
werd er verleden jaar niets van gezegd.
Merkwaardig
Toen het vorige ministerie den drank
accijns wou verhoogen, viel daar van
alles en nog wat op te zeggen, zoodat
Mr. Harte tot twee malen toe zyn ont
werp moest terugnemen.
Nu dit ministerie den accijns nog méër
verhoogen wil, wordt er welwillend van
ja geknikt.
Merkwaardig
Aan minister Kuyper werd het kwalijk
genomen, dat hij bij de groote politieke
debatten gewoonlijk „namens allen" sprak.
Onder dit ministerie liet de heer De
Meester verleden jaar alle ministers voor
het front komen. Nu schijnt hij er al
genoeg van te hebben. Hy spreekt ook
al „namens allen", 't Wordt hem niet
kwalijk genomen.
Heel merkwaardig
Wij ontleenen dit aan „Nederland en
Oranje" onder opmerking dat wij 't ove
rigens met die verhooging van den drank
accijns eens zijn.
De hoofdredacteur van het Handelsblad
Charles Boissevain ergerde zich aan
de uitspraak van de Standaard omtrent de
karakterloosheid der Fransche protestan
ten, die zich aan de scheidingswet onder
wierpen, hun kerk in een godsdienstige
vereeniging herschiepen en „aanvraag" by
de regeering deden om te mogen vergaderen.
Hy haalt brieven aan van orthodoxe en
moderne Fransche domine's, die zich over
de uitspraak „van dr. Kuyper" verbazen,
kerk te bezoeken, nu veel meer dan vroe
ger de kern der gemeente uitmaakt.
Dientengevolge werd er in Oct. 1885
een adres van 70 lidmaten te Rilland op
gezonden aan het kerkbestuur van Bath,
het verzoek inhoudende om de kerk van
daar te verplaatsen naar de kom van
Rilland. Op dit verzoek werd door ge
noemd bestuur den 24en dito, met 9
tegen 2 stemmen afwijzend beschikt.
Het volgende jaar, den 5 April, besloten
nu Kerkvoogden bij de hoogere authori-
teiten inlichtingen in te winnen, of zij ook
het recht hadden de kerk te Bath af te
breken, en zoo ja, in de plaats daarvan
eene nieuwe te Rilland te bouwen waarop
den 6 Juni 1887 een door den Minister van
Finantiën gunstig antwoord werd ontvangen.
Dit was ook reeds geschied met het ver
plaatsen van het gemeentehuis van Bath
naar Rilland, waarvan de aanbesteding had
plaats gehad den 31 Deo. 1884 en de in
gebruikneming den 25 Sept. van het vol
gende jaar.
Door het verplaatsen van het kerkge
bouw hoopte men ook beter te slagen met
de vervulling der predikants-vaeature,
welke reeds ontstaan was den 1 Aug. 1880
en waartoe 17 vruchtelooze beroepen waren
uitgebracht, en temeer, toen het traotement
door de gemeente met 100 gld. verhoogd
en alzoo op 1230 gld. gebracht was.
Nu de zekerheid hebbende om de ge
bouwen te mogen verplaatsen, besloten
Kerkvoogden in Sept. 1888 bij de Synode
eene subsidie aan te vragen, waarop voor
een guieJte gunstig werd beschikt. Om
allen om 't zeerst verklaren dat zy geen
enkel bezwaar hadden tegen die Schei
dingswet. Zij hadden trouwens altyd
scheiding van Kerk en Staat gewild.
Het verschil in waardeering van deze
aangelegenheid bewijst dat de Standaard
gelijk heeft.
Het Handelsblad mag nu oppervlakkig
of beginselloos wat wilt gij de
loftrompet steken voor de regeering die zoo
gematigd optrad, en voor de proteetanten
die zich zoo gewillig aan de wet onder
wierpen en zich verbazen over hen die
ongehoorzaamheid aan de wet uitlokken
hier is 't een quaestie van feitenwaar-
deering waarin de twee kampen elkaar
wel nooit kunnen overtuigen.
De Fransche protestanten noemen een
bloote formaliteit wat voor de Roomache
kerk, en feitelijk voor iedere kerk die prijs
stelt op hare autonomie, een levens-
quaestie is.
Dat nu de modernen er zoo voor staan
is te begrijpenmaar dat ook enkele
orthodoxen het er mee eens sohijnen te
zijn, bewijst wel dat zij de diepte van 't
kwaad nog niet hebben gepeild. Laat ons
daarop verder niet ingaan.
De Afscheiding zou in ons land onder
de auspiciën van deze heeren nooit hebben
plaats gevonden en de prinoipieeJe be
weging voor de "Vrije Kerk in andere
landen zou in de geboorte gebleven zijn,
indien deze „formaliteitsleer" van de Fran
sche protestanten ook daar geheerscht had.
Nu „de wintervorst haar zetel (heeft)
opgeslagen" maken wij onze jeugdige
lezeressen en lezers indachtig dat zy
hebben te zorgen voor onze zangvogels
die onder ons overwinteren en nu in den
hard bevroren grond geen voedsel meer
vinden kunnen. Men zette 's morgens een
bakje lauw water, en strooie een paar
maal daags wat kruimeltjes. Mosch en
vink en roodborstjelijster, spreeuw en
winterkoninkje zullen er u dankbaar
voor zyn.
s Rusland.
Ruwe tooneelen worden af en toe nog
afgespeeld.
Te Twer werd Zaterdag Alexis Ignatief,
vroeger gouverneur-generaal van Kief,
het restant der kosten te kunnen dekken,
trachtte men in Mei 1890, en met goed
eevolg eene geldleeniDg aan te gaan ven
3000 gld.
Alzoo de fondsen voor den herbouw nu
beschikbaar hebbende werd den 13 Febr.
1891 het werk aanbesteed, bestaande in
het afbreken der oude kerk te Bath en
het opnieuw opbouwen er van te Rilland.
Aannemer werd J. v. Boven te Rilland
voor 4800 gld. Op den dag der aanbe
steding was het juist 100 jaren geleden,
sedert de eerste godsdienstoefening op
't Fort Bath plaats had.
Gedurende de werkzaamheden werd,
voor het honden der godsdienstoefeningen
de meestoof te Rilland tot hulpkerk in
gericht.
Nadat het gebouw voltooid was, werd
het tot zijne bestemming ingewijd den 27
Sept. 1891 door ds. Wielinga van Kruiningen
met eene toepasselijke predikatie over
Ps. 842.
Den 1 Mei 1904 werd de kerk eindelijk
met een nieuw orgel verrijkt, geleverd door
dhr. Dekker te Goeshet instrument werd
op dien dag in gebruik genomen en inge
wijd door ds. Fontein met Colloss. 3 16 en
17 en werd by die gelegenheid meesterlijk
bespeeld door dhr. J. Kooiman van Goes.
En zoo werd dan eindelijk het Fort Bath
verlaagd tot een gehuchtje van zeer weinig
beteekenis meer, en vooral toen den 23
Febr. 1870 in 17 kavels publiek werden
verkocht de gronden en wateren van het
Fort met de daarop staande twee kruit
magazijnen. (8l°f volgtg.