No. 70. 1906. Donderdag 20 December
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
21e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISGH
i
Tweeërlei devies.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JON GE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Zij, die zich met 1 Januari 1907
op ona blad abonneereu ontvangen
het tot dien datum gratis.
Abonné'a die verhuizen, worden
vriendelijk verzocht bij hun nieuw
adres tevens het oude adres op te
geven.
DE ADMINISTRATIE.
Negen en iwiutig messen.
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02®.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
f
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Vrede op aarde, in de menschen een wel
behagen.
Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap.
Ziedaar de antithese, het tweeërlei be
grip dat onze wereld in twee deelen scheidt.
En niet alleen onze wereld, maar op den
langen weg van achttien eeuwen ons door
het Kerstfeest herinnerd, is altjjd de tegen
stelling geweest vóór Jezus of tegen den
Christus, en ze is dat nog altijd.
Rechts of links gaat alles bij die tegen
stelling uiteen. Of ge het stille huisgezin
binnentreedt dan wel het woelige school
leven naspeurt of ge het deftige kerk
gebouw binnentreedt, dan wel de rumoerige
raadzaal onzer staatslieden, altjjd is het
dien eenen Naam van den geborene te
Bethlehem, die scheiding maakt tusschen
de geesten.
Al is hart en zin ook uiterst irenisch
aangelegd, al trekt men de neutrale zóne
ook tot het wijdste begrip, al breidt het
terrein waarop men samengaan kan zich
ook ongekend uit, tooh blijft er één teer
gevoelig puntje en dat ééne is vóór of tegen
Christus.
Als het daar botst, dan helpen geen voor
zichtigheids-maatregelen meer, dan zijn
maatschappelijke welwillendheid, beleefd
heid en minzaamheid onmachtig om de
scheiding des geestes te bezweren.
Christus is de proefsteen van het men-
schelijk hart, al de lange eeuwen die voor
bijgegaan zijn. Hij stempelt uw persoon en
heel uw menschelijk leven. Zijn verschij
ning, die we op ons Kerstfeest herdenken,
groef een klove, die geen overbrugging
toelaat.
Zjjn verschijnen deelde de menschheid
FEUILLETO
Onder mijn oude papieren, zoo verhaalt
Ds. B., vind ik er eec, waarin mededeeling
wordt gegeven van een predikatie, gehou
den over bovenstaande woorden.
Het is een zeer belangrijke mededeeling,
die ons leert, dat zelfs zulke woorden in
GodsWoord, die dikwerf worden beschouwd
als van ondergeschikt belang te zijn, tot
grendslag kunnen gelegd worden van nut
tige overdenkingen.
Dr. Robert Smith, vader van Dr. Stan
hope Smith, een beroemd President van
Princeton College, was 'n voornaam leeraar
van de Presbyteriaansche Kerk in het begin
van de aohttiende eeuw. Hij werd geboren
in 1723 te Londonderry iH Ierland, en
kwam als een jongen met zijn ouders naar
Amerikah\j vestigde zich in de Piquca
valley, waar hij een Academie voor hooger
onderwijs vestigde, die indertijd beroemd
•was, en waar vele leeraren zoowel als
beroemde staatslieden van vroegere tijden
hun opvoeding verkregen. Zoo degelijk
werden de studenten in de oude talen
onderwezen, dat de Latijnsohe taal dagelijks
gebruikt werd in de school en in de gewone
gesprekken.
Dr. Smith was een man met een gezond
verstand, een fijn geleerde, een man van
diepe godsvrucht en godgeleerde kennis,
zoowel als van welsprekendheid op den
predikstoel. Hg was een leeraar en tevens
een van „die groote en goedkoope pioniers"
van de Presbyteriaansche Kerk, wier in
vloed zoo veel deed tot de vorming van het
zedelijk en godsdienstig karakter der
maatschappij een invloed, gevoeld tot op
den huldigen dag.
niet in staatspartijen, of in groepen die
zich schaarden om zekere zienswijze, ook
niet in scholen die met een eigen stelsel,
ieder voor zich, tegen elkander optreden.
Maar Zijn verschijnen deelde de mensch
heid in partijen die heel het menschelijk
geslacht raken. Zonder vraag naar natio
naliteit, zonder vraag naar ontwikkeling of
levensstand, zonder vraag naar leeftijd of
sexe, klieft en splijt en deelt deze verschij
ning in de wereldgeschiedenis allen zonder
onderscheid.
Aan de eene zijde hen die zich in heel
hun menschelijk leven wenschen te ver
binden voor tijd en eeuwigheid aan dien
eenigen Naam die onder den hemel gegeven
is om zalig te worden. En aan de andere
zijde hen die al hun kracht en gaven uit
putten om de glorie van dien Naam te
verdonkeren en de zegen aan dien Naam
verbonden te verkleinen.
Onafwijsbaar bij beiden is de erkentenis
dat Christus de machtigste verschijning in
de gansche geschiedenis is. Gelijk om geen
ander zoo schikt zich om den naam van
Jezus het leven van ieder persoon, van
ieder huisgezin, van eiken kring, van elk
volk, ten slotte van ieder werelddeel. En
misschien ook nu nog wel in toenemende
mate, nadat achttien eeuwen verloopen zijn
sinds de kribbe in Bethlehem stond.
Daar is in het jaar dat ten einde loopt
geen gevleugeld woord gesproken dat van
meer oppervlakkigheid en van meer een
zijdigheid getuigt als het woord van
Frankrijk's Minister Viviani, waarin hij
het leeghalen van den hemel en het blus-
schen der hemellichten aankondigde, want
j uist door en dus dank zjj het Revolutie
begrip is het Christenvolk van alle ten
minste vele landen zich weer den adel van
zijne herkomst gaan herinneren, het heeft
de helderheid van zijn hemelsch licht weer
gezien en het heeft door wolken van onrust
en spanning heen weer gezien in een niet
leeggehaalden hemel maar in die hemelen
waar Hij zit die gegeven is alle macht in
hemel en op aarde.
Zeker, eens was op het einde der acht
tiende eeuw, naar de geschiedenis ons
meldt, de Engelenzang nagenoeg wegge-
In Dr. Smith's buurt woonde een man,
voor wien hij hooge achting koesterde als
een uitnemend christen, die van godsdien
stige overtuiging een „Vriend'' of Kwaker
was. Op zekeren dag, in onderling gesprek,
zei Dr. Smith tot hem
„Vriend Haines, wij zijn lang goede
buren en vrienden geweest, maar gij zijt
nog nooit in onze kerk geweest."
Vriend Haines antwoordde:
„Vriend Robert, terwijl ik u zeer waar
deer als een vriend en buurman, zoo kan
ik met geen goed geweten gaan om u te
hooren prediken. Gij weet ons genootschap
veroordeelt een gehuurde bediening, en ik
kan niet verwachten bij u gestieht te
worden, wij gelooven alleen in hen, die
prediken door den Geest.
„Wel", zeide Dr. Smith, „mij dunkt ik
kan zeggen, dat wij ook het onderwijs van
den Geest volgen".
„O, neeD, vriend Robert, gij weet dat
gij uw predikatiën voorbereidt, voordat gij
den predikstoel beklimt".
„Dat is waar", zeide Dr. Smith, „doch
maar ten deele ik kan evenwel prediken
zonder zulke voorafgaande voorbereiding''.
„Wel dan zal ik u beproeven", zeide
vriend Haines„ik wil komen om u te
hooren prediken, op deze voorwaarde, dat
ik u een tekst zal geven, welke gij niet
ziet, totdat gij op den predikstoel gaat".
„Ik neem de voorwaarde aan", ant
woordde Dr. Smith.
„Zeer weldan zal ik naar de „vergader
zaal" komen, den aanstaanden „eersten
dag" en zal den tekst aan u zenden, nadat
gij het lange gebed gedaan hebt, gelijk
zoo ik hoor, uw gewoonte is".
„Dat is niet volkomen heigeen ik ver-
waohtte, toen gij uw voorstel deedt", zeide
Pr. Smith, „dooh ik neem het aan, en zal
storven. Niet uit Efrata's velden maar uit
Parijs kwam het Evangelie dat vele volken
bekoorde. Toen was waarschijnlijk meer
reden dan nu voor een woord als de
Fransche Minister sprak.
Nu gelykt zijn bulletin, de overwinning
van het ongeloof meldende, wonderveel op
de overwinningsbulletins van het altijd
retireerende Fransche leger en den strijd
tegen Duitschland in 1S70.
Met nuchterheid, maar ook met dank
baarheid vieren we ons Kerstfeest in de
weienschap dat die luid aangekondigde
overwinning niets meer is als schijn.
Hoe langer hoe meer zijn zij die sliepen
wakker geworden, en zij die van vrede
droomden hebben zich geroepen gevoeld
het bedreigde erf te verdedigen.
Christenouders kloptea aan de school
deur aan om te vernemen wat aan hunne
kinderen gezegd werd, en toen ze daarin
niet zelden een loon hoorden met hunne
heiligste overtuiging in strijd, toen staken
ze de hoofden bij elkander, om eigen
scholen te bouwen. Scholen, gelijk ze eiseh
zijn voor ouders die hunne kinderen door
den heiligen doop, met zijne beloften en
eisohen, doen kenmerken.
Toen de geloovige. godgeleerden uit een
sluimer van eenvormigheid ontwaakten,
stonden ze voor een reeks van ontken
ningen, en voor een hoop afbraak. Tot
bouwen geroepen, stonden ze als in het
tijdperk der hervorming.
Schrikkende van de ijlheid en van de
koelheid van het humanisme, hebben be
lijders van Jezus arbeid en goud en zilver
aangedragen om het verlorene en ver
waarloosde in de maatschappij te redden en
barmhartigheid te brengen in menschelijk
lijden.
Kunst en litteratuur, verwaarloosd als ze
zijn en getrokken voor een deel op den weg
der zonde, wekt aan de eene zijde, meer
dan ooit, de roeping op tot bestrijding van
het kwade, en aan de andere zijde tot het
onder aller aandacht brengen van het goede.
En nu in 't gezicht van ods Kerstfeest
van 1906, op stouter wijze dan ooit, in
datzelfde Frankrijk waar de Revolutie
ontlook, de Staat aan de Kerk den hand-
u in de kerk verwachten op den morgen
van den aanstaanden dag des Heeren".
Dr. Smith beklom den predikstoel den
volgenden Sabbathmorgen met gebed, doch
met zekere angstvalligheid. Een oogopslag
toonde bem, dat vriend Haines tegenwoor
dig was. Hjj begon den dienst als gewoon
lijk, en na het lange gebed, liet hij een
Psalm ziDgen. Toen de voorzanger opstond
om den toon aan te geven, kwam de koster
en overhandigde Dr. Smith een stukje
papier.
Dr. Smith was een man van zeer deftige
en ernstige manieren. Toen het ziDgen
gedaan was, stond hij op en kondigde zjjn
tekst aan„Negen en twintig messen,
Ezra, eerste kapittel, volzin van 't negende
vers".
Een glimlach van verwondering ging
over het gelaat van velen in de gemeente,
terwijl hjj herhaalde: „Negen en twintig
messen' Doch met groote plechtigheid
begon hjj een korte schets te geven van
de Babylonische gevangenschap.
God had de Joden uitverkoren tot zijn
bijzonder volk. Hij had hun zijne wetten
gegeven, naar welke zij hun leven zouden
regelen maar toen ze een rijke en groote
natie werden, rebelleerden zij tegen Hem,
en wilden niet bestuurd worden door Zijne
bevelen. Koningen en onderdanen deden
aanhoudend hetgeen kwaad was in de
oogen des Heeren. Hij zond profeten om
hen te waarschuwen, vanwege hun booze
handelingen, dooh zij bespotten Gods bood
schappers en verachtten Zijn woorden en
daarom trof hen het oordeel des Heeren.
De wreede Assyriër kwam in hun land
en nam Jeruzalem in, sloeg de jongelingen
met het zwaard, had geen mededoogen
met kind en jonge dochter, noch met den
Stokoudehij verbrak de muren van
schoen toewerpt, ontwaakt ook daar zelfs
nog bij eene, door de Revolutie van een
eeuw ontzenuwde Kerk een gevoel van
roeping om, naar riddersplicht en mei
ridderseer die handschoen op te rapen en
niet in smadelijke vlucht een goed heen
komen te zoeken.
Neen, het tweeërlei devies, de antithese
die alle menschelijk leven beheerscht, heeft
nog niets van zijn kracht verloren. Tegen
over de leuzeVrijheid, Gelijkheid en
Broederschap, een leuze door de geschie
denis gestempeld als de krijgszang der
ontevredenheid,8taat nog altijd onverzwakt
de Psalm des Vredes Eere zij God in de
hoogste, hemelen, vrede op aarde, in de
menschen een welbehagen.
Dit hemellicht, door engelen ontstoken,
is nog niet geblusoht.
19 December 1906.
Wij hebben in ons voorlaatste nommei-
direct gevat dat het de heer Talma was
die den reddingsgordel aandroeg voor den
Minister voor 't geval hij bij aanneming
van het amendement-Marchant het zinkend
schip zou moeten verlaten.
Talma heeft het booze spelletje doorzien
en hij heeft den volgenden dag ook door
zien dat zijn plan gelukken zou en de
Minister gered zou zijn met zijn motie,
waarmede hij verscheidene stemmen van
links aan het vijandige amendement van
den leider der vrijzinnig-democraten zou
onitrekken.
Dit hebben wij in ons vorige nommer
in beeldspraak geconstateerd,
Om te bewijzen dat wij juist zagen,
nemen wij hier enkele regels over uit
Het Volk, een der tolken van de anti
militaristen, die zoo kwaad waren toen
Talma zoo behendig, laten wij liever
zeggen op zoo gelukkige wijze, een spaak
kwam steken in hun wiel.
Maar tegen het eind van den middag stak
er een gevaar op. De heer Talma, die een van
de slimste reactionairen uit de Kamer is, had
heel goed geluisterd naar de liberale redevoe
ringen en zocht er een slaatje uit te slaan voor
het militarisme. De heeren Jansen en Van Gijn,
die zoo van leer getrokken waren tegen Neder-
landsche pantserschepen, hadden beiden hun
Jeruzalem, verbrandde hun paleizen met
vuur, verwoestte hun heiligen tempel,
voerde de heilige vaten van goud en zilver
weg om zijn heidenschen tempel te ver
sieren en die het zwaard ontkwamen,
werden gevangen om knechten te zijn van
de Babyloniërs.
Hij verhaalde van hun toestand in Ba
byion. Hun onderdrukkers eischten van
hen gezangen en vroolijkheid, toen hun
harten verbroken waren van angst. Hij
verhaalde van hun verlangen naar Jeruza
lem en hun beminden tempel van hun
gevoelig berouw, terwijl zij zaten aan de
rivieren van Babyion, waar zs weenden
als zij gedaohten aan Sion. God nam hun
bekeering aan, en verwekte het hart van
Kores, koning van Perzië, om een bevel
uit te vaardigen, dat zij naar hun land
zouden wederkeeren, hun tempel her
bouwen en de kostbare gouden en zilveren
vaten, vijfduizend en vier honderd in getal,
met hen zouden teruggezonden worden.
Onder deze heilige gereedschappen waren
negen en twintig offermessen. God had ge
zorgd dat niets van hetgeen gebruikt werd
in Zijn dienst verloren ging.
Hieruit leidde hij af de leerstelling van
een bijzondere voorzienigheid. In gering
heid en beproeving kent God degenen,
die in Zijn dienst zijn. Daarna maakte
hij met groote welsprekendheid een per
soonlijke toepassing voor zijn hoorders.
De zonde zal zeker straf en ellende aan
brengen, maar God heeft behagen in de
bekeering. Zoekt zijn dienstknechten te
worden en gij zult niet verloren gaan. Gij
moogt rusten in de donkerheid van het
graf, gelijk deze heilige gereedschappen in
den Heidenschen tempel, maar gij zult
zeker opgewekt worden om den tempel
hierboven te versieren, wanneer de tijd
redevoeringen besloten met een bereidverklaring
om voor Indië pantserschepen toe te staan. Daar
komt bij, dat de minister voor Nederland
pantserschepen van 4'/2 millioen gulden genoeg
acht, maar voor Indië het met niet minder dan
schepen van ó'/2 millioen zegt te kunnen stellen.
Fluks was de berekening van den heer Talma
gemaakthet pantserschip voor Nederland dat
de minister aanvraagt, heeft veel kans om te
duikelenpantserschepen voor Indië vinden
steun bij een deel van hen die het eerste be
strijdendaarenboven zal er dan nog wat meer
geld in het water gesmeten kunnen Worden,
een plannetje voor een militarist om van
te smullen. Zoo stelde de heet Talma voor,
om een 6'/2 millioens-schip te bouwen in plaats
van een 4'/2 millioensop de begrooting van
dit jaar zou in beide gevallen voor dit schip
hetzelfde bedrag van x millioen gulden druk
ken en met de rest zitten wij dan pas vol
gende jaren geschoren. De heer Talma bleek
aanvankelijk zijn berekening goed gemaakt te
hebbennamens een aantal Unie-liberalen ver
klaarde de heer Eland terstond groote sympathie
met de motie te hebben en de heeren Van
Wasscnaervan Catwyck en de SavorninLohman
knikten elkaar glimlachend toe bïj het listig
bedrijf van den genialen jongere.
En in 't no. van heden klaagt datzelfde
blad
Dit alles is gebeurd onder een ministerie,
voortgekomen uit een Verkiezingscampagne,
waarin bezuiniging op de militaire uitgaven
schering en inslag was. Dit alles is gebeurd,
niet alleen onder de regeering van dit ministerie,
maar door dat ministerie zelf. De motie-Talma,
die den goocheltoer bevatte, waarbij het be
streden Nederlandsche pantserschip door het
onbestreden Indische pantserschip vervangen
werd, werd door den minister van marine over
bodig gemaakt doordat hij een voorstel in dien
geest zoo maar in een vloek en een zucht, ge
durende een Kamerpauze van eenige uren, op
de begrooting bracht en er gauw nog geld voor
twee torpedobooten bij aanvroeg.
Men zegt dat de minister dit voorstel deed
na een in der haast gehouden ministerraad.
Maar al was dit niet zoo, dan is toch de heele
regeering voor de daden van haar marine-mi
nister verantwoordelijk.
De sociaal-democraat, diegeen vaderlands
liefde kent, en geen hooger ideaal voor het
behoud onzer koloniën begeert dan om ze
voor afbraak te verkoopen, scheldt dit
„panteersohepen-hartstoeht". Maar wij
noemen het geestdrift voor de landsver-
door de eeuwigheid zal vervangen worden".
Vriend Haincs, ofschoon blijkbaar aan
gedaan, verklaarde alleen met de kalmte
van zijne secte, dat hij „gesticht" was.
Doelt den volgenden dag liet hij Dr. Smith
vragen het middagmaal bij hem te komen
gebruiken. Na het middagmaal vroeg hij
hem om een wandeliDg te doen.
Komende bij zijn weideveld, bleef hij
->p eens staan en zeide
„Ik was zeer ingenomen met *w predi
katie, vriend Robert, op den „eersten dag".
Nu, gij weet, wij volgen onzen voorganger,
George Fox, die getuigenis gaf tegen een
gehuurde bediening. Wjj betalen onze
vrienden, die optreden, nooit, maar er is
niets tegen om hun een geschenk te geven,
en ik begeer u er een te geven. Ik heb hier
eenige goede melkkoeien en ik wenschte
dat gjj er een uitkoost voor uzelf".
Dr. Smith was geheel overrompeld en
wilde dat geschenk weigeren. Maar vriend
Haines zei„Ik zal het zeer kwalijk duiden
zoo gij er geen aanneemt".
De dominé had een kleine en, zooals hij
dacht, gewone koe opgemerkt, welke hij
vermoedde dat het minste waard was van
al de koeien.
H;j zeide „Indien ik dan moet, dan kies
ik dieterwijl hij haar aanwees.
„Wel, ik moet erkennen," zeide vriend
Haines, „gij kunt niet alleen door den Geest
prediken, maar gij kunt ook door den Geest
kiezen.Die kleine roode koe is de beste van
de kudde en mijn vrouw zou haar voor geen
honderd dollars willen verkoopenmaar
j gij zult haar hebben".
j Zoodoende werd „Sukie" dienzelfden
achtermiddag overgebracht en bleek een
zeer nuttig toevoegsel aan de melkerij van
de Pastorie. Excelsior.