NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No, 66, 1906. Zaterdag 15 December 21e Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISeH Baltenlandsch Oïerziehl. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J, DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Zij, die zich met 1 Januari 1907 op ons blad abonneeren ontvangen het tot dien datum gratis. Gemengde Berichten. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers0,02'. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Er is op 't oogenblik feitelijk oorlog over oorlog in de parlementaire wereld. Minister Staal neemt op strategisch ter rein proeven met militaire theorie der liberale concentratie. Er zijn er die deze proefnemingen ge vaarlijk vinden voor de rust van het land. Nu zouden we zoo zeggen, dat straks in het parlement de deskundigen over de methode van Staal's legerhervorming te oordeelen hebben en dat de meerdere of mindere deugdelijkheid van 's Ministers verdediging over het lot zijner begrooting beslissen moet. Het Ministerie heeft zondereen cabinet d'affaires te willen heeten in den gewonen zin des woords bij zijn optreden toch duidelijk gezegd, dat het optrad om zaken te doen en hierbij zijn steunpunt zooht in de deugdelijkheid van zijn arbeid in 't be lang van het geheele volk. Na het „theologisch intermezzo", waarin zooals het heette, veel was gedisputeerd, gephilosofeerd en gepolemiseerd, wilde het kabinet-De Meester de onafgedane zaken, die geen uitstel konden lijden, eindelijk eens afdoen. Het negen-man-sohap, dat na de publieke veroordeeling der antithese-politiek op 't schip van Staat de waoht betrekken kwam, was eigenlijk geen gezelschap van politici, maar van zaken-mensehen. Welnu, dan moet ook de arbeid zelf het criterium blijven, dat de positie van het kabinet bepaalt. Wil de Rechterzijde een politieken aan val beproeven tegen het Ministerie en het in een hoofdpunt van zijn taak treffen, het Ministerie stelle omdat het op geen parlementaire meerderheid steunt, doch van alle politieke groepen medewerking vraagt voor zoover deze met behoud van eigen beginsel dien steun Ier wille van't lands belang kunnen bieden tegenover elk pogen om het in zijn bestaan te bemoei lijken en in zijn arbeid te verlammen de K abinets-k westie. Dat is zijn reeht, wij zouden haast zeggen zijn plicht. Maar het spele dan ook niet met dit recht, door met heengaan te dreigen wan neer alleen zakelijke critiek op zijn arbeid wordt geleverd. Dit is een spelen met de landsbelangen, dat beneden de waardigheid is van Mi nisters der Kroon. Zoo wordt alle rechtmatige volksinvloed vernietigd en elke gezonde parlementaire politiek vergiftigd. Het volk heeft kraohtens historie en constitutie recht van meespreken over de wijze waarop de veiligheid des lands het best kan worden gewaarborgd. Het oefent dit reeht uit rechtstreeksoh in de pers en middellijk door het parlement. En indien een Ministerie, bedacht voor de critiek op haar bewind, van de politieke verwarring gebruik maakt en op een voor alle partijen zeer ongelegen momeDt met een politieke crisis dreigt, om zieh te vrijwaren voor een mogelijk zakelijk éehèo van den Minister van Oorlog, dan wordt zulk een Ministerie een politiek gevaar voor het lands- en volksbelang. Wij behooren tot degenen, die aan het Ministerie-De Meester het leven gunnen, nu het er eenmaal is en zijn levensdraad liefst tot 1909 verlengd zien om af te doen, wat om oplossing roept, maar wanneer het wil gaan poseeren als kwasi-parlementair Kabinet zonder parlementaire meerderheid en tegenover objectieve bestrijding geen argumenten, doch enkel dreigementen bezigt, dan zouden we zeggen laat het heen gaan, hoe eerder hoe liever. Hoe onvruchtbaar een ontijdige stagnatie ook voor de volksbelangen zij en hoe onge legen de politieke crisis met 't oog op de verhouding der partijen ook kome, oneindig veel beter is het, dat een Ministerie valt, dat om -eigen zwakte te bedekken, groot doet en ten koste van het landsbelang aan de critiek der volksvertegenwoordiging het zwijgen oplegt, dan dat het Parlement in zijn vrijheid van spreken wordt belemmerd en in de zelfstandigheid van zijn votum wordt bedreigd. Wij hopen dat het Kabinet de dwaasheid van zijn ongemotiveerde uitlating alsnog zal inzienen het dreigement, waarmede het enkel zieh zelf verwondt, zal terug nemen. Maar zoo het onverhoopt bij zijn ave- reohtsche houding volhardt, rekenen wij op de onverzettelijkheid van de Chr. Hist, parlij om pal te staan en desnoods de gevolgen eeDer mogelijke crisis vóórhaar rekening te nemen. Bovenstaand is nu eens geen hoofdartikel van ons, maar van de Friesch Christelijk- Historische Volksbode. De Rotterdammer, waaraan wjj 't ontlee- nen, merkt ondeugend op „De liberale bladen, die anders nog al eens gaarne het een of ander stuk uit de Volksbode overnemen, hebben bovenstaand artikeltje niet afgedrukt." Neen, dat zullen zij ook wel niet doen. Overigens wat Nieuwe Courant (lib.) en vooral Utrechlsch Dagblad (lib.) in deze aangelegenheid schreven, was vrij wat krasser. En 't is onze gewoonte, wanneer de staat kundige tegenstander zelf onze meening juist, en zoo mogelijk nog juister vertolkt, dat wij er dan niet heel veel aan te doen hebben. Daarom hebben wij tot nog toe gezwegen van den tegenvaller door den Minister van Buitenlandsche Zaken bereid, die ver bleef beneden de verwachtingen en van losse stukken papier de blijkbaar hem door zijn ambtenaren verschafte inlichtingen als ant woord op de bemerkingen der Kamer stond voor te lezen van den Minister van justitie die blyk gaf van groote zelfingenomenheid en de Kamer met hooghartige afwijzing zelfs van haar beste wenken irriteerde; van den Minister van oorlog die weigert de adviezen der inspecteurs inzake zijne be kende maatregelen in debat te brengen, omdat hjj deze adviezen eenvoudig heeft ter zijde gesteldenz. omdat de vrijzinnige pers zelve die al genoegzaam had opgelicht. Maar de goed-Zeeuwsehe ronde woorden van ds. Wagenaar in de Volksbode meenden wij te moeten overnemen; wijl de Volksbode door slechts weinigen gelezen wordt, en voor de verbreiding van dit artikel nu helaas den veel vermogenden, invloedrijken steun der liberale pers mist. Duitschland. Het groote feit van den dag dat de harten vervult is het besluit tot ontbinding van den Rijksdag. Een gevaarlijke zet van den Keizer, dewijl sedert Von Bismarck een dergelijk besluit bewerkstelligde de toestand ver anderd, en in 't belang van een ontbinding niet verbeterd is. Toen v. Bismarok den Rijksdag naar huis zond, rekende hij op de saam werking der anti-sooialistische elementen het zoogenaamde kartell I maar nu zijn het Centrum en de sociaal-democraten een stemmig. Daarbij zijn zij de twee mach tigste en talrijkste partijen in den lande die bij de herstemming zeker wel zullen samengaan om elkanders candidaten ge kozen te krijgen. Het is derhalve te voor zien dat de nieuwe Rijksdag evenmin een meerderheid voor de Koloniale plannen van den Keizer schept, als de oude die geven kon. De Rijksdag toch telt 394 leden waar van Centrum (103) en Socialisten (81) er saam 184, dus, over de helft uitbrengen. De nationaal-liberalen (dat zijn dezelfde als de oud-liberalen in Nederland^ geraken al meer in 't achtergaten ook de overige vrijzinnige partijen (evenals overal elders) gaan er niet op vooruit. Zoodat 't te vree zen staat, wanneer niet vrij-conservatief, Duitsch-conservatief (dat zijn ongeveer onze anti-revolutionairen) en agrariër de liberalen van alle gadiDg reeds bij eerste stemming te hulp schiet, er van de herwin ning van hun stemmenaantalin den nieuwen Rijksdag weinig komen zal. Dat zij een nieuwe meerderheid zullen verkrijgen, is heelemaal niet te denken. Het zal al mooi zijn wanneer zij ongeschon den uit den krijg terugkeeren. Eén ding kan natuurlijk goed doen. Zij hebben den Keizer, den Rijkskanselier, den Directeur van Koloniën vooral aan hunne zijde. De naam Dernburg kan hier wonderen doen. Het volk, dat droomt van zich uitbrei dend koloniaal bezit, als jeugdige koloniale mogendheid nog gloeien kan voor het ideaal van recht en vrede voor den in lander en in Dernburg het type ziet van den Hercules die den draak der ambte naarswreedheden en knoeierijen verslaat zal met groote geestdrift aan de stemming deelnemen. Maar het zal in zijn sym pathieën niet de vaderlandlooze sociaal democraten meekrijgende Katholiek vergeeft den Rijkskanselier stellig nooit dat hij naast Dernburg in het anti-missio naire schuitje heeft plaats genomen, een zwakheidsdaad misschien, waarin Von Bismarck hem stellig niet zou zijn voor gegaan. Voeg hierbij het feit dat alle partijen in den laatsten tijd zijn aangestoken door een geest van ontevredenheid over de wij ze, waarop het rijk bestuurd wordt, waarop de Keizer bij wijlen optreedt, waarop de oorlog in de koloniën en de politiek tegen over het buitenland gevoerd wordt en gij verstaat dat de regeeringspartijen recht hebben de toekomst donker in te zien. Wij herhalen één lichtpunt is: Dernburg. Hij, de man die de schandalen in 't beheer der koloniën open lei en voorloopig fnuikte, is 't, wiens naam nog eenige bezieling brengen kan. Over de gebeurtenis van dén dag nog het volgende Er zijn op het oogenblik nog 10.000 man in Zuid-West-Afrika tegen het over schot der opstandelingen in het veld. De regeeriDg wil er 2000 naar huis zenden, dooh de overige 8000 nog een jaar houden om de inboorlingen in bedwang te houden. Dit vordert een uitgaaf van 29 miljoen mark. Het Centrum (de katholieken) vond dit te veel; en vorderde dat het „blijvend gedeelte" uit slechts 2000 man zou bestaan. Zij stemde dan ook in de begrotingscom missie met de linkerzijde tegen de aan- vullingsbegrooting voor Zuid West-Afrika. Daarop volgden de heftige debatea der laatste dagen waarbij o. a. de katholiek Roeren zieh heftig roerde, tot dat het ten laatste den nieuwen kolonialen directeur, die de aanvraag te verdedigen had, te maehtig werd en hij Roeren in de volle vergadering afstrafte wegens diens kuipe rijen bij de regeering ten voordeele van zendelingen die plachten stil te zwijgen en toe te zien bij de gruwelen der ambtenaren. Nu Hohenlohe door Von Bulow pas in den steek gelaten was, kon deze moeilijk Dernburg loslaten, te meer daar deze blijk baar in de Kamer en op de Tribune zich vasten voet had veroverd, en de toejuiching van een groot deel der natie tegemoet scheen te gaan. Daarom stond gister in den Rijksdag, alvorens de stemming van de 29 miljoen mark zou plaats hebben, de Rijkskanselier nog eens op en sprak een warme rede uittot verdediging van den post. Het gaat er hier om, zoo sprak hij, of wij ons aanzien in de wereld, onze wapeneer, onze nationale positie in gevaar wenschen te brengen om een betrekkelijk geringe som te besparen aan het einde van een veldtocht, die ons honderden millioenen heeft gekost. Willen zij nu in een uur van neerslachtigheid de vruchten van jarenlange, dappere krachts inspanning in gevaar brengen zullen dan de zware offers aan goed en bloed, welke de koloniën ons tot dusver gekost hebben, tevergeefs zijn gebracht Dat is niet denkbaardat zou zijn oorlogvoering en militaire maatregelen af hankelijk te maken van partijoverwegingen. Zal het Duitsehe volk zich kleiner toonen dan andere volken Dat is de vraag, waarop de regeering het antwoord wenscht. Wan neer gijlieden den crisis wilt, zoo hebt gij die. Het gaat hier om de geheele positie der koloniale politiek, ja, het gaat hier om meer, om onze positie in de wereld. Gelooft gij dan niet dat zoo iets geen terugwerking op het buitenland heeft Wat zou dat voor indruk maken in binnen- en buitenland, wanneer de regeering in zulk een positie zou capituleeren en niet de kracht zou vinden haar nationalen plicht te vervullen. Wij zullen onzen plicht doen in vertrouwen op het Duitsehe volk 1 (Stormachtige toe juichingen maar ook gesis). Daarmede was het debat gesloten en begonnen de stemmingen. Na verwerping van het bemiddelings voorstel (6000 blijvend gedeelte, met ge leidelijke groote vermindering) van vrij zinnige zijde ingediend, met 176 tegen 171 stemmen, had de stemming plaats over het regeeringsvoorstel; vóór stemden 168, tegen 178 leden, zoodat de begrooting was ver worpen. Toen verhief zich de Rijkskan selier, zeggende dat hij een keizerlijke mededeeling had voor te lezen (groot applaus op de tribunes). De Rijkskanselier las daarop de boodschap voor, waarbij de Rijksdag werd ontbonden. Na deze voor lezing ontstond een stormachtig applaus, dat zich ook tot de tribune uitstrekte. De president Ballestrem bracht een Hoch uit op den Keizer, waarin de vergadering met geestdrift instemde. Frankrijk. De gesprekken loopen hier over niets anders dan over invoering van de Schei- dingswet. Men kent de geschiedenis. Na 11 Dec. moest de Scheidingswet worden ingevoerd. Deze wet stelt met miskenning van de zelfstandigheid der kerken, deze afhankelijk van een soort zelfstandige vereenigingen voor de stoffe lijke belangen. In plaats van eenvoudig de kerkelijke gebouwen in eigendom aan de kerken over te laten. Door het Vaticaan geleid hebben de kerken behoudens een enkele van het vormen van vereenigingen, noodig om het bezit harer goederen te behouden, afgezien. Goed, heeft de regeering toen gezeid, dan blijven de kerkgebouwen ook aan den Staat en kunnen de geloovigen er in blijven vergaderen, maar alleen, zooals overal elders geschiedt, met onderwerping aan de wet op het vereenigen en vergaderen (Wet 1881). En zoo ziet de Kerk met blijdschap de berooving harer stoffelijke goederen aan, en laten geestelijken zich molesteeren en verbannen, om haar geestelijke goederen te kunnen bewaren en in veiligheid stellen. Wjj zeiden reeds dat deze smadelijke behandeling der Katholieke kerk in Frank rijk de Gereformeerde nam de zaak dood kalm op en stelde zich gemakzuchtig en beginselloos onder den druk van den Staat! te denken geeft bij de historie der Refugié's van 1685 doch zij geeft ook te denken aan de nazaten dier Refugié's. Schamen toch moesten zij zich over hunne broederen die, in het land der vervolgingen achtergebleven, met prijsgeving van de geestelijke zelfstandigheid hunner kerk, zieh tot een soort zelfstandige vereenigin gen lieten verlagen, om conflicten en uit banningen te ontgaan. Een lafheid waarin men het pitlooze Moderne Protestantisme herkent, en waar mede de fiere houding der Roomsche gees telijkheid en van het Vaticaan zoo bescha mend contrasteert. Over de gevolgen dezer vervolging kan natuurlijk niemand zich met zekerheid uit laten. Maar dat de vrijdenkers zich zullen gaan roeren, schijnt zeker. Te meer nu er een kabinet is opgetreden dat den regel huldigt van stil-laten-doen. Toen de werkstakers in Noord-Frankrijk allerlei gruwelen pleegden, hield Clemen- ceau zich aldoor maar aan zijn wachtwoord „geen geweld onzerzijds". Thans heeft de regeering weer iets der gelijks gelast in verband met de betoo gingen die hier en daar door de vrij denkersverenigingen gehouden worden. Bij den bekenden licht ontvlambaren Franschen geest en 't gehalte der vrijden kers en hunne meest betaalde handlangers mag men wel voor bloedvergietingen vreezen, waarvoor de verantwoordelijkheid terugvalt op de regeering. Middelburg. Donderdagmiddag werd alhier gehouden de vergadering der afd. Zeeland van den Nederlandsohen Bond van Gemeenteambtenaren. Met het bestuur waren 27 leden aanwezig. Na de opening der vergadering stelde de voorzttter, de heer J. N. Elenbaas allereerst aan de orde de bespreking van de door de daartoe benoemde commissie opgemaakte adressen met memories van toelichting inzake de salavisverbstering van de burgemeesters, secretarissen, gemeenteontvangers, ambte naren ter secretarie en ten kantore van den gemeenteontvanger in deze provincie. Na eenige discussie werd besloten te ver zenden aan Gedeputeerde Staten dezer provincie twee adressen, eene inzake de salarissen der burgemeesters en secre tarissen en eene inzake de gemeenteont vangers, waarbij in aansluiting van het geen dit jaar reeds door Gedep. Staten in andere provicies ia geschied, er op aan gedrongen wordt ook in Zeeland die jaar wedden te verhoogen, daarbij wijzende op het steeds vermeerderende werk, dat op de schouders dier titularissen wordt ge laden door allerlei nieuwe wetten en voor schriften. Uit de discussies wordt hier alleen gereleveerd, dat in verscheidene gemeenten in deze provincio de burge meester en de secretaris eene jaarwedde geniet nog minder dan indertijd is bepaald als het bedrag, dat bij de regeling van den hoofdelijken omslag moet worden af getrokken als zijnde noodig geacht voor noodzakelijk levensonderhoud. Verder werd besloten aan de raden der gemeenten en ook aan de raadsleden afzonderlijk, een adres te zenden, om in die gemeenten, waar ter secretarie en ten kantore van den gemeenteontvanger ambtenaren werkzaam zijn, eveneens adressen te zenden om de jaarwedden van die ambtenaren billijkte verhoogen en wel aan de 5 groote ge meenten en eenigszins gewijzigd aan de kleinere gemeenten. De voorzitter bedankt daarna de commissie voor haren omvang rijken en nauwkeurigen arbeid. Daarna wordt, nadat de heer Elenbaas, ondanks het feit dat hij bij de twee stemmingen met zoo goed als algemeene stemmen als voorzitter herkozen was, verklaard heeft tot zijn leedwezen zich genoodzaakt te zien bij zijn besluit tot aftreding te moe ten volharden, omdat hom reeds meerma len gebleken is, dat zijn voorzitterschap hem in botsing brengt met zijn hoofd redacteurschap van het bondsorgaan, met 17 van de 23 stemmen tot voorzitter ge kozen de heer J. L. Richel, burgemeester van Borsselen, die deze benoeming aan vaardt. Nadat uit den boezem der ver gadering den heer Elenbaas dank is ge zegd voor al hetgeen hij voor de af deeling deed en deze onder dankzegging verklaard steeds zijne beste krachten aan de afdee- ling te zullen wijden, wordt de vergadering gesloten. Middelburg. Door B. en W. is, op voordracht van het bestuur der godshuizen en het burgerlijk armbestuur, tijdens de ziekte van den heer dr. J. G. Kindermann de gemeentepraktijk opgedragen aan den heer L. Weijl.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1