NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND, No. 65. 1906. Vrijdag 14 December 21e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S J. DE JONGE-VERWEST. te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02". UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij, die zich met l Januari 1907 op ons blad abonneeren ontvangen het tot dien datnm gratis LEERPLICHTWET. Wenken voor de Ouders, wier kinderen de Bijzondere School bezoeken. 1. De ouders zijn gehouden te zorgen, dat hunne kinderen geregeld de school bezoeken, teneinde ziohzelveen den hoofd onderwijzer voor inoeielijkheden te vrij waren en het welzijn hunner kinderen te bevorderen. 2. De ouders moeten zorgen, dat hunue kinderen op den gestelden tijd in de school zijn. Komen zij te laat, dan kan dit als schoolverzuim worden aangemerkt. 3. De ouders zijn gehouden te zorgen, dat de hoofdonderwijzer kennis draagt van het werkelijk verblijf (straat, huisnummer, enzder leerlingen. Elke verandering van adres (door verhuizing, enz.) moet den hoofdonderwijzer terstond worden mede gedeeld. 4. Indien een leerling wegens ziekte ver hinderd is de school te bezoeken, moeten de ouders zorgen, dat de hoofdonderwijzer er terstond, doch uiterlijk binnen 8 dagen, schriftelijk kennis van krijgt. 5. Indien de ouders verlangen, dat hunne kinderen om de eene of andere reden (die genoemd moet worden) de school zullen verzuimen, moeten zij daartoe den hoofd onderwijzer vooraf schriftelijk verlof vragen en afwachten of de hoofdonderwijzer dat verlof kan en mag geven. 6. Indien een kind de school verzuimt zonder dat de ouders daarvan kennis hebben gegeven aan den hoofdonderwijzer, dan moet door hem het verzuim voor ongeoor loofd worden aangeteekend en hierop kan voor de ouders eene aanmaning, later eene waarschuwing en ten slotte eene boete van wege de bevoegde autoriteiten volgen. 7. Om te weten wanneer de kinderen de school kunnen verlaten, hebben de ouders zich te wenden tot den hoofdonderwijzer, die hun kan mededeelen welke verplich tingen daaromtrent in de Leerplichtwet zijn voorgeschreven. 8. De kinderen moeten ten minste zes jaar school gaan j daarom mogen de ouders hunne kinderen wel een half jaar vöór hun 6de of 7de jaar laten inschrijven. Zij, die op hun 6de jaar school komen en op hun 12den verjaardag in de hoogste klas zitten, mogen, als zij een jaar in die klasse hebben gezeten, de school verlaten. Zitten deze kinderen nog niet in de hoogste klas, als zij 12 jaar zijn, dan moeten zij op school blijven tot zij 13 jaar zijn en mogen de school eerst verlaten, indien zij een jaar hebben gezeten in de klas, waarin zij op hun 13den verjaardag zaten. Zij die op hun 7de jaar school komen, mogen de school verlaten als zij 13 jaar zijn en een jaar hebben gezeten in de klas waarin zij op hun 13den verjaardag zaten. 9. Omtrent de vrijstellingen alshet missen van eene vaste woonplaatsbe zwaren tegen de soholeD, gelegen binnen een afstand van 4 Kilometers der woning gemoedsbezwaren tegen deopenbare school bezwaren tegen de inentinggebrek aan plaats op de schoolhet niet kunnen be talen van schoolgeld het doen geven van huisonderwijs zullen de hoofdonder wijzers wel de noodige inlichtingen willen geven. 10. Den ouders wordt ten ernstigste aan geraden door nauwkeurige opgaven het werk van den hoofdonderwijzer gemakke lijk te maken en met hem samen te werken om het schoolverzuim zooveel mogelijk te beperken, opdat allerlei moeilijkheden kunnen worden voorkomen en de goede Deze wenken, ter uitdeeling aan de ouders van schoolgaande kinderen, zijn te be komen bij den heer R. Derksen, Kievitstraat 40 te Rotterdam. Per 100 stuks a f 0,75. Per 250 stuks a f i,5o. Per 500 stuks k f2,50. Per 1000 stuks a f4, franco, na toezending van postwissel, verstandhouding tussohen ouders en onder wijzers niet verbroken worde. Ook dienen zij er op te letten, dat de hoofdonderwijzer verplicht is, JeLeerplicht- wet eerlijk en stipt te helpen uitvoeren. Komen de ouders daardoor in allerlei moeie- lijkheden met de autoriteiten, dan hebben ze geen recht, dit aan den hoofdonder wijzer te wijten, die slechts zijn plicht doet, gelijk de wet dat voorschrijft, en gaarne bereid is de verlangde inlichtingen te geven. Landbouw-doctoraat. Aan den Minister van Landbouw, Nij verheid en Handel is het volgende adres gezonden geven met verschuldigden eerbied te kennen, Ondergeteekenden, Bestuursleden en Le den der Vereeniging „Studiebelangen", allen studenten aan de Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Bosohbouwschool te Wa- geningen, dat zij hoogst dankbaar zijn voor de reorganisatie, welke het onderwjjs aan ge noemde Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Bosohbouwschool in den laatsten tijd heeft ondergaan, waardoor het naar inhoud ge heel aan de eischen van Hooger Onder wijs voldoet, dat zij het eveneens op prijs stellen, dat als wetenschappelijke voorbereiding voor de studie aan de Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Bosohbouwschool het goed af gelegd eindexamen van Gymnasium of van Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus ot het recht tot studie aan eën Universiteit geëisoht wordt, waardoor voor bereiding zoowel als onderwijs geheel overeenkomt met hetgeen aan de Neder- landsche Universiteiten en aan de Tech nische Hoogesohool als norm wordt gesteld, dat bij die geheele gelijkstelling met genoemde inrichtingen van Hooger Onder wijs, zij het billijk oordeelen ook aan de Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Bosohbouw school de gelegeuheid te kunnen vinden hun studie te kunnen bekronen door de promotie tot doctor in den Landbouw op grond van een wetenschappelijken arbeid in den vorm eener dissertatie. Deze redenen van billijkheid en van wetenschappelijk belang voor ons land, waardoor toch wetenschappelijk zelfstan dig onderzoek op landbouwgebied wordt bevorderd, nopen ons Uwer Excellentie eerbiedig doch dringend te verzoeken het spoedig daarheen te leiden, dat, nu de feitelijke overgang der Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Bosohbouwschool tot Hooger Onderwijsinrichting voltooid is, zij ook formeel en wettelijk daartoe gebracht worde. Dan eerst zullen de studenten dezer inrichting de rechten deelachtig wor den, waarop zij krachtens hun voorbe reiding en studie aanspraak meenen te kunnen maken. Een minister, die met zich zelf ingenomen is. De pers is niet bijzonder gesticht over de h. i. verwaande houding, die de minister van Justitie bij de begrooting heeft aan genomen. Zelfs geestverwanten en andere linkerzijde-redacteurs stoppen dat niet on der stoelen en banken. Zoo schrijft de Kameroverziohtsehrijver van de vrijzinnig-democratische Middel- burgsche Courant ;/Dat lang niet iedere minister slag heeft om met de Kamer naar behooren om te gaan, bewees de minister van Justitie, de heer van Raalte, weer heden. Uit de wijze, waarop hij naar de spre kers luistert, nit de manier, waarop hij ze beantwoordt, uit den toon, dien hij daarbij aanslaat, uit de geheele houding van deze excellentie wordt men dadelijk gewaar, dat men te doen heeft met iemand, die buitengewoon met zichzelven is ingenomen. Telkens en telkens voelt men zijn be wustzijn van ik en niemand anders weet het. Het opponeerende lid moge nog zoo kundig en bekwaam zijn, de pakkendste argumenten weten aan te voeren, het eenige wat deze er mede wint is een mee- waring hoofdknikje van den minister, dat zooveel zeggen wil alszoo zoo ventje, vindt je dat zoo, of een afwijzend gebaar, waaruit maar al te duidelijk blijkt het: ik doe het toch niet. Deze stijfhoofdigheid doet denken aan die van den schoolmeester, die voor de klasse staande, zegt//Kinderen, gij zult de som uitrekenen, zooals ik u dat leer, maar niet zooals gij meent, dat het ook we] zou kunnen". Éen dergelijke opvat ting sluit natuurlijk elk debat uit. In hoe hooge reputatie van geleerdheid de heer Van Raalte ook moge staan, is dit toch geen houding, die in de Kamer pas geelt, vooral niet bij een minister, die het hoofd stuk Justitie heeft te verdedigen, waarbij, behalve geleerde vraagstukken, ook zoo vele zaken van practisch belang te berde komen. Worden er feiten in het debat gebracht, dan zijn deze toch maar niet zoo weg te praten als met sommige//denk beelden", //stelsels" of //systemen" wel het geval kan zijn. En als dan feiten worden ontkend, alleen uit onwil om ze te erkennen, is het be grijpelijk, dat er uit alle hoeken van de Kamer een vijandige wind begint te blazen. Eu de steller van de Kamerkroniek in Het Volk zegt van des ministers optreden De voornaamste karaktertrek van den Minister van Justitie is wel een grenzen- looze eigenwijsheid. Hij is vast overtuigd, dat hij het alleen weet en dat alle andere sukkels zijn, de leeken zeker, maar de juristen ook. Wanneer hij daar zoo zelfgenoegzaam staat te oreeren, nu en dan met een sierlijken Fransohen zin er door, en achtereenvolgens alle sprekers met een geringschattende handbeweging- afpoeiert, of breed gaat uitmeten wat hij al niet voor moois onderhanden heeft, dan is het wel duidelijk dat hij zelf vindt dat er toch onmogelijk een beter minister is dan de groote vrijzinnig-democraat Eduard Ellis van Raalte. Het is alleen maar jammer dat hij van twee dingen geen slag heelt. Ten eerste slaagt hij er maar niet in om een enkele maal te toonen, dat hij lid van de meest vooruitstrevende burgerpartij des lands is, maar doet hij altijd maar alsof hij een doodgewone, nogal achterlijke liberaal is, eigenlijk goed conservatief, maar die ter wille van de mode zoo'n beetje mee vooruilstreeft. En in de tweede plaats heeft hij er absoluut geen slag van om met de Kamer overweg te komen, maar weet hij er integendeel goed raad op om alle hoeken van de Kamer, tot zijn naaste politieke vrienden toe, nijdig op zich te maken". Onder dit opschrift schrijft het Friesch Dagblad De heer Regout (R.K verdient onzen dank voor de pittigheid waarmede hij wees op het steeds toenemend zedenbederf en de Regeering opvorderde om daartegen iets te doen. Daar worden in Nederland straffeloos boeken uitgegeven, waarvan de heer Regout (die zich zelf vr(j noemde van alle „preuts heid") zelfs de titels niet wilde noemen in de vergadering der Tweede Kamer. In die boeken wordt vaak de zonde van Sodom verheerlijkt en in onze drie groote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag neemt deze zonde hand over hand toe. De heer Regout vroeg verscherping der strafbepalingen. Over heel Europa, tot zelfs in Konstanti- nopel staat ons land bekend wegens de straffeloosheid, waarin de vuildoeners zich mogen verheugen. Tegenover deze groote schande en schan delijkheden vroeg de spreker een krachtig optreden der Regeering. Te vergeefs! De Minister van Justitie kon geen wette lijke maatregelen toezeggen. Hij kon in z\jn werkprogram geen nieuwe ontwerpen voegen en een wettelijke voorziening als Mr. Ragout wenschte, kwam in 's Ministers werkprogram niet voor. Dit is zeer betreurenswaardig en zeer opmerkelijk. Die maatregelen stonden wel op het werkprogram van 't Christelijk ministerie. Ook is 't opmerkelijk dat de heer Regout van links niet gesteund werd. De heeren links staan klaarblijkelijk eenigszins anders tegenover die verfoeilijk heden dan de mannen der rechterzijde. Wat zou daarvan de oorzaak zijn? Verschil van beginselen, zegt ge mis schien. Hoe dwaas Dat is immers weer die anti these, die nu secuur dood is. Borgesius heeft de antithese doodge maakt Troelstra heeft haar doodgemaakt Tydeman heeft haar doodgemaakt. De antithese zit er dus niet achter. Dit is nu immers duidelijk genoeg, stijf hoofdige lezer Maar dat verschil in houding moet toch een oorzaak hebben. Waar schuilt die dan Dr. de Visser. Over het kabaal, in de Kamer tegen den nieuwen afgevaardigde voor Leiden gemaakt, merkt De Standaard op Door een redacteur, die tevens Kamer lid is, lekt soms nog wel iets uit. Zoo nu'weer in zake Dr. de Visser. Dat er van Links tegen dezen afgevaar digde, reeds bij zijn eerste optreden, op zettelijk kamerkabaai gemaakt is, lijdt niet wel tegenspraak. Bleef alleen de vraag W aarom Wrevel over het verlies van Leiden verklaarde, gelijk we reeds opmerkten, deze parlementaire ketelmuziek niet ge noegzaam. En daarom wezen we op het ondergaan voor de Oud-Liberalen van hun illusie, om de groep van Dr. de Viseer welhaast te lijmen, op gelijke manier als ze de groep van Ds. Wagenaar lijmden in Kampen, Gorkurn enz. enz. in Juni 1905. Doch wat hooren we nu Nu spreekt Land en Volk, zonder om wegen, duidelijk en klaar, haar verwach ting uit, dat de groep vnn Ds. Wagenaar bij de eerstkomende verkiezing haar steun wel aan Dr. de Visser onttrekken zalen dan is Leiden, zoo voegen we er bij, weer gewonnen voor Links. De politiek zat er dus wel terdege achter zelfs „kleinlicher" dan ons eerst toescheen. Leiden moet weèr om En vraagt ge, wat Dr. de Visser dan misdeed, dan zegt men u, dat hjj de be doeling had, en ,,een poging gewaagd heeft om de Leidsche Wagenaars (sic) voor goed van de oud-Liberalen te vervreemden". Mocht dit dan niet? W e zouden zoo zeggen, wie twee hete rogene groepen ontwart en uit elkaar haalt, doet een treffelijk werk, en meer hetero geen dan deze twee zijn kwalijk politieke groepen ten onzent denkbaar. Zij zijn elkanders tegenvoeters. Maar als die twee van elkaar raken, gaan er voor links drie, vier zetels te loor. En dat te betoogen is majesteitsschennis. Vandaar de „executie". Zoo zijn we er tenminste achter. Onze dank aan Land en Volk. Kostelijk, zegt de Rotterdammer, en waar dit woord op slaat, blijkt uit het volgende stuksken Velen onzer lezers zullen misschien weten dat de roomseh-katholieke homoeo- patische arts dr. Hoffman te Gouda nog al eens een artikeltje of ingezonden stuk schrijft in het een of ander blad. Eigenaardig van vorm, maar altoos in teressant. Thans is hij met de Nieuwe Courant slaags geraakt over door dit liberale OTgaan aan 's Paasen (toen dr. H. schreef nog in leven zijnde, maar thans overleden) lijfarts toegeschreven spiritistische gevoelens. Dr. Hoffman, die met nu wijlen dr. Lapponi, 's Pausen lijfarts, zelfs tot eenige dagen voor diens dood heeft gecorrespon deerd, betwist dit. Wij zullen ons in dien twist niet mengen. Amusant is evenwel, dat dr. Hoffman er de aandacht op vestigt, dat de bekende Italiaansche Professor Lombroso tegen woor dig ook spiritist is geworden. Dr. Hoffman schrijft over dit feit »Wie echter ook de verschijnselen van 't spiri tisme dezer dagen opnieuw met kracht heelt verdedigd in Italië (uw bericht gewaagt ook over 't spiritisme in Italië in 't algemeen), na ze op nieuw te hebben waargenomen, is de wereld beroemde Lombioso I U leze de »Lettura" van Milaan, waarin Lombroso het zelf beschrijft, de vader der crimineele anthropologie neemt daarin met beslistheid 't bestaan van geestelijke intelli- gentién boven den mensch aan, die voorbijgaand op spiritisme scènes b.v. de gestalten en eigen schappen van overledenen aannemen. Lombroso deelt mede gekust te zijn op een scène bij rood licht door een verschijning, die de statuur zijner overleden moeder had. De dame wierp haar sluier terug." En allervermakelijkst is dan de criliek, die dr. Hoffman oogenblikkelijk hierop laat volgen »Mijnheer de Redacteur, dat stuk moet gelezen worden: De vader der crimineele anthropologie, een soort peetoom van 't moderne materialisme, later agnoticisme, gekust bij rood licht door een soortement overleden moeder. Zeiden vertoond. Vijf professoren waren er bij. De tijden veranderen." Kostelijk 13 December 1906. Een pluimpje voor het vorig kabinet dooi den heer v. Raalte, die voor zijn ministrieel optreden zeer scherpe oritiek op dit kabinet leverde, vinden wij in de memorie van ant woord van den minister van justitie. Hij prijst de Loterijwet van minister Loeft Ook voorzooveel de ervaring aan het Depar tement van Justitie leert is door de Loterijwet aan de teugelloosheid welke in de laatste jaren op het gebied der loterijen heerschte, een einde gemaakt, zoodat inderdaad mag worden aan genomen dat de werking der wet aan de ver wachting beantwoordt. Dit laatste vooral is mooi, en kan zeer zeker niet van alle wetten gezegd wordeD. Inzonderheid van de Leerplichtwet en de Ongevallenwet niet. Als men er nu op let dat volgens den minister van arbeid zelfs de Speetwet en volgens den minister van binnenl. zaken de Drankwet geen wijziging behoeft, en de Onderwijswetten niet zullen worden gewijzigd, dan krijgt men al meer moed dat de volle waardeering van den arbeid van het vorige kabinet niet meer laDg op zich zal laten wachten. Onderstaand is een afdruk van eeD cir culaire door de Tentoonstellings- en Bil- derdijk-Commissie verzonden. Nu het Bestuur der Bilderdijk-Commissie de hem door deze Commissie opgelegde taak heeft volbracht, meent het een kort overzicht ver schuldigd te zijn over de uitvoering der plannen. Op den len October dan, werd des ochtends in het Rijks Museum te Amsterdam het borst beeld van Mr. Willem Bilderdijk onthuld, ver vaardigd door den heer Charles Van Wijk. De bij gelegenheid van die onthulling door Prof. Dr. J. te Winkel uitgesproken rede vond de haar toekomende waardeering. De rede werd door de Bilderdijk-Commissie in het licht ge geven. De avond van 1 October door onze Com missie in het Concertgebouw te Amsterdam georganiseerd, waarop dr. A. Kuyper zijne be langwekkende rede over Bilderdijk in zijne nationale beteekenis heeft uitgesproken, en waarop de heer Antoon H. Tierie als organist en Coers' Liederkoor hunne medewerking ver leenden, mag geslaagd worden genoemd. Zoo ook de tweede avond, in het Concert gebouw georganiseerd, waarop mevr. Ternooy- Apèl en mevr. Alida Roelofsen, de heeren Louis Bouwmeester, Eduard Verkade en Albert Vogel verzen van Bilderdijk hebben gezegd waarop de heer De Paauw als organist en verder de heer Willem Mengelberg met zijn orkest hunne medewerking hebben verleend. Het gedenkboek >Mr. Willem Bilderdijk

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1