No. 60. 1906.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Zaterdag 8 December
21e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISGH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. X DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Zij, die zicli met 1 Jauuari 1907
op ons blad abonneereu ontvangen
het tot dien datnm gratis.
151
Snippers uit de oude doos.
Gemengde Berichten.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1-^5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
7 December 1906.
Een ivoor(I van lof.
Een minister is ook maar een mensoh.
Derhalve kunnen wij ons voorstellen
dat wanneer hij meent een goed werk
verricht te hebben, het hem aangenaam
is dat men zijn werk prjjst. En vooral
wanneer kenners dat doen, moet dit hem
dubbel aangenaam zijn.
In die stemming zal onze oud-minister
Kuyper wel gebraoht zijn bij het lezen van
hetgeen dezer dagen over zijn, helaas nu
ingetrokken wetsontwerpen op het Mid
delbaar Onderwijs is gesehreven.
In het //Maandblad voor Vakopleiding''
van December komt een schrijven voor
«aan het Bestuur der Vereeniging tot Be
vordering der Vakopleiding voor Hand
werkslieden in Nederland", van de com
missie benoemd in (de) vergadering van
8 Sept. j.l. om rapport uit te brengen over
het schrijven van dhr. H. P. Priester d.d.
Juni, waarin deze als zijn meening uit
spreekt dat (de) Vereeniging zich tot den
Minister van Bmnenlandsche zaken behoort
te wenden met het verzoek de Wet op
het Middelbaar Onderwijs te herzien, ter
wijl zij dan meteen haar oordeel dient te
geven over sommige artikelen der be
staande Wet, speciaal de Burgerscholen
betreffende".
„In het reeds genoemde schrijven
aldus de oommissie van dhr. Priester
wordt gememoreerd dat de vorige minister
dr. Kuyper een wetsontwerp heeft inge
diend tot wijziging der wet op het M. O.
en dat dit ontwerp door het nieuwe kabinet
ie ingetrokken.
„Genoemd onlwerp bezat, volgens de
innige overtuiging der oommissie, zooveel
goeds, vooral ook omdat daarin aan het
vak-onderwijs een wettelijke bassis werd
gegeven, zonder dit in een al te nauw
keurslijf te rijgen, dat de commissie het
werkelijk betreurt dat het ontwerp niet
tot Wet is verheven kunnen worden.
TEUILLETOIT.
DOOK
SCALD1S.
AARDENBURG.
I.
Deze Oud-Vlaamsche stad bezoekende,
willen wij allereerst zien wat de geschie
denis van haar naam zegt.
Eertijds heette zij Rodanborch, wat ook
wel Rodeborg geschreven werd; zelfs,gelijk
uit een handelsprivilegie der stad blijkt
ook Ordenburch, ja zelfs ReddenburgDit
laatste wordt weer door verlettering Erden-
burg, zooals zjj nog in den volksmond heet.
Na 1672, tengevolge van het na te noemen
heldenfeit, schonken Zeelands Staten, om
reden onbekend haar den naam van Kronen
burg, doch dezen naam is nimmer officieel
gebruikt, veel minder populair geworden.
Wanneer wij Aardenburg, van uit Sluis
komende bezoekeD, en voorbij den tol
komen waar de grindweg naar Oostburg
zich afbuigt, zien wij uitgestrekte riet-
bosschen en aan weerszijden daarvan: bin
nendijken beplant met hooge iepen. Wij
zijn hier in de voormalige haven van Aar
denburg. Door die rietbosschen sÜDgert
zich een smal en ondiep watertje, dat nu en
dan den dijk nadert, 't Is het overschot van
de rivier de Eede, die in de zandheuvels van
het niet ver verwijderde Maldeghem, op
Belgisch grondgebied, ontspringt. De oudste
waterweg naar zee, waaraan Aardenburg
zijn vroegtijdigen voorspoed dankte, is dit
riviertje echter niet.
Vdór eeuwen lag de stad aan eeo'breeden
£u diepen zeearm, die ook de muren van
„Ook voor de Burgeravondscholen die
ten opzichtte der Wettelijke bevoegdheid
nog al eens in het gedrang zijn gekomen,
zou de totstandkoming van dat wetsont
werp een bevredigende oplossing zijn
geweest.
Den vorigen minister komt dan ook alle
lof toe, niet het minst voor de Toelichting,
welke het Wetsontwerp vergezelt en op meester
lijke wijze is geredigeerd.
De duur van den cursus is op minstens
drie jaren gesteld, wat reeds een groote
verbetering moet worden genoemd, en de
bevoegdheden zijn zoodanig omschreven
dat iedereen daarmee vrede zou kunnen
hebben, ook al had de commissie deeischen
voor de bevoegdheid in natuur- en werk
tuigkunde en kennis van werktuigen gaarne
wat lager zien genomen.
„Ook aeht de commissie de keuze der
verplicht gestelde vakken van onderwijs
gelukkig, te meer nog omdat de Minister
de gemeenteraden vrij laat dit aantal met
nog andere vakken te vermeerderen, wat
misschien voor sommige plaatsen wensche-
lijk is, terwijl bovendien voor deze niet-
verplichte vakken subsidie in uitzicht
wordt gegeven".
Deze hulde door vakmannen aan het
werk van den afgetreden Minister gebracht,
zal allermeest door hemzelven op hoogen
prijs gesteld worden. Zij toch kunnen het
beoordeelen.
Het aftreden van 't vorig ministerie moet
vooral hierom betreurd worden, dewijl zoo
menig degelijk opgezet wetsontwerp er
door i i de papiermand terecht kwam, en
zoo velerlei goed werk voor misschien
lange jaren is vertraagd.
Dat nu Minister Iiink de beide ontwerpen,
ook tot oprichting van de Technische school
te Haarlem, introk is jammer.
Maakt hij nu studie van de zaak, werkt
hij de ontwerpen van zijn voorganger om,
maakt hij gebruik van het rapport van den
heer De Groot en komt hij dan eenmaal met
een verbeterde editie van het ontwerp-
Kuyper in de Kamer, dan wordt het allicht
nog „uit verlies winst" voor het vak
onderwijs.
Oostburg bespoeldde en de natuurlijkegrens
was tussohen het Aardenburger- en Oost-
burger-ambaoht. Het zoo even genoemde
riviertje de Eede doorsneed destijds de
„gemeene weiden" alshet„Aardenburgsche
moer" bekend. Maar bij het verlanden
van den zeeboezem, werd in de 18e eeuw
de rivier die bij Slepeldamme in het Zwin
viel, aanmerkelijk verbeterd. Ook in de
volgende eeuwen werd er veel aan ten
koste gelegd om dit vaarwater voortdurend
door opslijking of watervloeden bedorven,
op behoorlijke diepte te houden. Alles was
eohter tevergeefstegen de natuur was
niet te strijden en te minder, omdat allerlei
uiteenloopende belangen, vooral in den
loop der 18e eeuw, de mond der haven
beurteling toedamden en openden, totdat
in 1813 deFransohe Generaal \an Damme,
krachtens door Napoleon verleende con
cessie, voorgoed de mond der Eece sloot
en de haven in bouwland veranderde. Wat
er over was van de rivier, die door een
sluis met het Zwin gemeenschap had,
werd nog een tijd lang voor kleine beurt
en vrachtschepen gebruikt. Zóó bad Aar
denburg opgehouden een zee- en koopstad
te zyn. Na deze korte inleiding willen
wjj een blik werpen op de opkomst, den
bloei, den strijd tegen hare vijanden en
den ondergang der plaats als handelsstad,
om eindelijk een bezoek te brengen aan
wat er nog over is van het eertijds zoo
welvarende Aardenburg.
Als men de oudste bescheiden gelooven
mag dan zou er reeds in de 3e eeuw
sprake zyn van Rodenbosch en van hare
ligging aan de reede, ten oosten waarvan
de Oostburg verrees.
In de vijfde eeuw wordt ze reeds als ver
woest opgegeven, doch werd weldra her
bouwd en meer uitgelegd en in de 7e eeuw
Een dagbladschrijver is bij mr. Van
Leeuwen, den burgervader van Amsterdam
op onderzoek uit geweest, in hoever te
vreezen stond dat deze bekwame man bij
expiratie van zijn diensttijd in April, a.
heengaat. Burgemeester v. Leeuwen heeft
geantwoord dat hij er nog niet over ge
dacht heeft, dat hy overigens op een her
benoeming niet gesteld is, en dat zijn aan
blijven zal afhaDgen van den aandrang
door de burgerij op hem uitgeoefend.
Overigens, zoo was de indruk van dezen
verslaggever, heeft deze burgemeester,
gelijk trouwens alle burgemeesters van
groote plaatsen, het veel te druk.
Als voorbeeld noemf hij dat de man in
tijd van drie minuten zijn lunch moet ge
bruiken, des middags amper tjjd heeft voor
zijn middagmaal, en des avonds, ja zelfs
na middernacht nog werkt.
Dat is wel druk. Maar het is een lot
dat deze burgervader deelt met menig
ander mensch.
Zoodanigen zijn er vrywat meer.
Alleen het wordt niet zoo aan de groote
klok gehangen.
Naarmate het jaar nadert in welks eerste
kwartaal de herdenking valt van onzen
meest bekenden vlootvoogd de Ruijter,
verlevendigt ook de belangstelling in zijn
eeuwgetijde.
Naast zijn beeld in metaal, dat daar van
af de rotonde de Schelde overziet, zal
straks op weinige meters afstand van zijn
standbeeld een zeevaartschool verrijzen
die de Ruijter's naam zal dragen.
En op den boulevard gekomen zult ge
dus, ook als de feesttoon is gestorven en
het feestuur is gedoofd, wandelen in de
schaduw van de Ruijter.
Links zijn beeld en rechts zijn school.
Dat forsche beeld zal u getuigen van kloek
heid en kracht, van forschheid en moed,
die school zal u getuigen van mechaniek
en intellect.
Neen, de lluijtev heeft nooit gedroomd
van monitor's en torpedo's, van electrische
batterijen en onderzeesche stoomers. Zijn
zeven provinciën had wel een mooie ge
beeldhouwde spiegel maar kostte toch
geen millioenen.
werd de stad reeds van muren voorzien.
In 'tjaar 830 werd zij door de woeste
Noormannen ingenomen en geplunderd en
nu wordt er gedurende drie eeuwen niets
meer van haar vernomen. Het oudste, nog
aanwezig zynde charter is van 1201. Uit
dit stuk blijkt ons, dat de stad reeds toen
allerlei lotgevallen had ondergaan en er
omtrent dien tijd een nieuw tydperk was
ingetreden om zich zeiven te verheffen en
tot meerderen bloei te komen.
Uit dit charter zien wij ook dat Graaf
Boudewijn, van Konsiantinopel, bijgenaamd,
den vreemdelingen het Poorterschap ver
gunt, wanneer zij zieh të Rodenburg neer
zetten. In de 13e eeuw verkreeg de stad
nog vrij wat meerdere voorrechten, zooals
tolvrijheid te Damme en te Maldeghem,
vrijheid van de belasting op de huizen en
andere eijnsen.
Gedurende de 14e eeuw komt Roden
burg voor als eene belangrijke handelstad
groote handelsrechten werden haar gege
ven met name aan de Duitsche en Spaan-
sche kooplieden ook had het den handel
al vroeger tot Engeland uitgebreid.
De stad had ook volop haar aandeel
aan oordeel en verwoesting, want in 1436
werd ze door 400 Bruggenaren overrom
peld en verwoest en in 1452 en 1469 nog
maals, doch thans door de oproerige Gen
tenaars. Door deze rampen moest zij veel
jaren van kwijning doorlevenvele pri
vilegiën en keuren werden haar daarom,
vooral den gilden, geschonken, of de be-
staanden vermeerderd.
Koning Eduard IV van Engeland be
zocht de stad in 1470 en zes jaren later
werd hare Lievevrouwekerk AooELodewijk
XI van Frankrijk rijk begiftigd.
Maar ook in diezelfde eeuw had Aarden
burg en het Ambacht veel tp lijden door
Maar om te blijven die we gelukkig
ook nog drie eeuwen na hem zijn, een
der eerste handeldrijvende en koloniale
mogendheden, hebben we andere hulp
middelen noodig als die de Ruijter kende,
en daartoe behoort ook een vakschool voor
de zeevaart.
Gelukkig dat ze komt, of liever dat ze
komt op een wyze een zeevarende mo
gendheid waardig.
De Kuyter's beeld neerziende op het
levendig tafereel dat de drukke vaart op de
Schelde altyd aanbiedt. De altyd rookende
schoorsteenen van de werf De Schelde,
waar, onder altyd dreunen en kloppen
onze zeeschepen voor de groote vaart wor
den gebouwd, en daar tusachen in de
zeevaartschool. Het zal het panorama zijn
onzen meest beroemden Admiraal waardig.
Het Regeeringstelegram, gisteren onder
onze Telegrammen opgenomen, gewaagt van
een ernstige ontmoeting der onzen met
oproerlingen op het eiland Timor.
Op dit eiland waar wij citeeren hier
de Nieuwe Courantvan ouds de meest
ongeregelde toestanden heerschten, worden
in den laatsten tijd verschillende land
schappen, waarvan de bestuurders wat op
hun kerfstok hebben, door kleine militaire
colonnes bezocht; dan worden bestuurs
maatregelen getroffen, bestemd om een
beteren stand van zaken in het leven te
roepen in de allereerste plaats wordt tot
een algemeene ontwapening overgegaan.
In Juli j.l. kreeg het zg. Keizerrijk Ama-
noebang een bezoek, waar 187 geweren
zonder noemenswaardig verzet ingenomen
werden. En thans is Waiwikoo aan de
beurt geweest. Beide zijn kleine staatjes
aan do Z.-O. kustlaatstgenoemde ligt iets
noordelijker dan het eerste nabij de Por-
tugeesche grens.
Wij hebben bij deze ontmoeting vrij
zware verliezen geleden (4 dooden en 7 ge
wonden, maar het bevochten succes schijnt
afdoende, waar de vijand het hoofd van het
verzet en niet minder dan 108 geweren op
het veld heeft laten liggen.
storm en watersnood. Om in de geleden
schade daardoor de stad eenigszins tege
moet te komen, verkreeg zij in 1469 wel
vrijdom van 's landslasten voor 50
jaren en verhief zij zich wel een weinig,
maar toch bleef ze voortkwijnen en hare
ellende bereikte in 1496 het toppunt.
De eerste helft der volgende eeuw bracht
haar echter weder zulken voorspoed, dat
zij onder de regeering van Karei V, dezen
Vorst, zelfs voor dien tijd aanzienlijke
kapitalen kon leenen.
Door den inval der Watergeuzen, in
1572 werden kerken en kloosters deerlijk
verwoest. In 1578 kwam de stad onder
de Prins van Oranje, maar in 't volgende
jaar plunderden er de oproerige Gentenaars
opnieuw.
Gelijk verreweg de meeste plaatsen in
Vlaanderen, kwam ook A ar denburg, in 1584
weder onder de macht van Spanje, maar
werd in 1604 door Prins Maurüs hernomen
en opnieuw versterkt. In 1625 werden de
nieuwe vestingswerken aangelegd, waar
door een groot deel der oude, deerlyk ver
vallen stad buiten de muren gesloten en
afgebroken werd.
De plaats en de namen van enkele straten
en pleinen zijn nog bekend overigens zijn
het tuinen, velden en landwegen, die de
uitgestrekte halvemaanvormige ruimte bin
nen den omtrek der bier en daar nog her
kenbare wallen innemen,en den ingezetenen
aangename wandelingen verschaffen.
En nu komen wij aan het gedenkwaardige
jaar 1672, waarin den bekenden Elias
Beekman zich in den oorlog tegen de Fran-
schen zoo verdienstelyk maakte. Hij, met
behulp van Peurssen en Roman verdedigden
op 26 en 27 Juni van dat jaar, met een
dertigtal soldaten en de burgerij en met
groot EUCC33 de stad tegen den vyand.
Do firma Ter Horst van de jute-fabriek
te Rijssen heeft van de staking aan haar
inrichting een politieke quaestie gemaakt,
en met name aan mr. Sybrandi den titel
van „hoofdopruier" verkend, terwyl zij het
driemanschap „den kerkelijken burgemees
ter, den dito rijksontvanger en den Her
vormden predikant Gunning" beschuldigt
dezen „hoofdopruier"tehebben „aangezet".
Dit verhoogt niet het vertrouwen in de
rechtheid harer zaak.
De meerderheid der stakende werklieden
zijn Christenmenschen, en de leiders zyn
'took. Doch welk bezwaar tegen de staking
zou daarin steken
De vraag is maar, is de staking gerecht
vaardigd; en in de ontkenning hiervan
staan deze oud-liberale heeren, die volgens
mr. Sybrandi in enkele jaren met hunne
onderneming millionair geworden zijn
vry zwak.
Goes. Met hartelijken dank ontving de
Wijkzuster om uit te deelen, van de Ned.
Naaivereeniging eene zeer mooie bezen
ding kleeren, waaronder waren lakens,
sloopen, 2 dekens, hemden, kousen, enz.
Van Woensdag- op Donderdagnacht
omstreeks 12 uur was een gedeelte der
's-Heer Hendrikskinderenstraat in rep en
roer. Een ingezetene vermeende dat zyn
echtgenoote zich ophield in de woning
zijns schoonvaders, en toen hem de toegang
daarin werd verboden, trachtte hij door
geweld daarin door te dringen, hetwelk
hem niet gelukte. Door deze handeling
werd een groot gedeelte der bewoners dier
straat in hun nachtrust gestoord. Toen
de politie kwam ging de man er van
door.
't Was gisteren voor de Ver. v. Alg.
Wetensch. Bel. een hoogst interessante
avond. De heer Vogel gaf het Grieksche
treurspel „Oedepus" van Sophocles. De
heer V. trad in Grieksch costuum op en gaf
eerst een inleidend verhaal van de verschil
lende gebeurtenissen, die in het dichtstuk
voorkomen, alsmede een overzicht omtrent
De bekende Kenau Hasselaer is niet het
eenige voorbeeld in de geschiedenis van
dapperheid en moed der vrouwen, maar
ook bij deze belegering hadden onze wak
kere Aardenburgsche huismoeders een groot
aandeel in de algeheele overwinning op den
vijandwant stout en onversaagd traden
zij op. Zy begaven zich met hoeden op het
hoofd op de wallen, om voor mannen te
worden aangezienzij vulden de bandeliers
der strijdenden met buskruit en toen er
kogels begonnen te ontbreken', brachten
zij den mannen spijkers en loodgewicht
uit hunne winkels aan.
Eene der aanzienlijkste vrouwen Mar-
garetlia Sandra, huisvrouw vanPieter Roman
voorzittend schepen der stad) zat met eene
bende jongens op hare stoep, kappende de
kogels die te groot waren middendoor, en
liet deze, bij hoeden vol, naar de wallen
zenden.
Zoo werd de stad behouden, mede door
de hulp van zulke kloeke Zeeuivsche hel
dinnen en zal het overigens rampspoedige
jaar 1672 met gulden letteren in de annalen
van Aardenburg geboekt blijven.
Gelijk geheel Z. Vlaanderenwerd ook
Aardenburg in 1794 door Morean bezet en
onder de Fransche Republiek gebracht.
Bij de Belgische troebelen moest de stad
den 1 Nov. 1830, voor de Belgen zwichten
en bezet worden, maar werd reeds den
21sten dier maand door de N. Nederlanders
herwonnen.
Alzoo in 'tkort het wel en weegezien
hebbende, waaraan ook Aardenburg een
ruim aandeel heeft gehad, hopen wij een
volgenden keer het plaatsje te bezoeken,
zooals wij het heden nog zien.
(Wordt vervolgd.)