I
Uit de Tweede Kamer.
Marktberichten.
Watergetijen voor Ierseke.
passen voor uitersten, en nietzooals vroeger,
te veel van het geheugen te verwachten.
Had de Genestet al niet volkomen gelijk
met zekere teksten van de wanden der school
te willen weren, zeker was er ook veel
min geohikt, wat vroeger geleerd werd.
'tKwam er minder op aan of het kind nut
had van 't geleerde, hoe meer het wist, des
te beter. Een eigenlijke methode van onder
wijs was er niet, ieder onderwees naar zijn
eigen zienswijze. Bracht Anslijn al verbe
tering in het leesonderwijs, deed Prinsen
zeer veel, toch was ook diens methode om
kinderen te leeren lezen, te veel op 't ge
heugen berekend om geheel te voldoen.
Toch móet het geheugen ontwikkeld
worden. Vele ouden, die klagen over een
„kort memorie", hebben in hun jeugd die
oefening gemist Juist op zeer jeugdigen
leeftijd is het geheugen het best en 't noo-
digst te oefenen. Doch niet enkel dient voor
het geheugen gezorgd te worden, ook het
verstand moet ontwikkeld worden.
De kinderen moeten zoo leeren, dat zij
later snel en juist oordeelen, waardoor zij,
ook sprekende, door anderen beter verstaan
worden. Wij, Nederlanders hebben den
naam van over 't geheel goed te kunnen
oordeelen, doch hebben soms te lang werk,
eer we de gedachten uitspreken. Zeker
leeraar en denkelijk vele predikanten met
hem, klaagde onlangs dat wanneer hij Zon
dags na de preek iets moest afkondigen, er
zoovelen waren, die zelfs het eenvoudigste
mis verstonden. Dit komt vooral omdat het
gehoorde door velen moeilijk wordt opge
nomen. Geheugen en verstand zijn niet
genoeg geoefend. Dit oefenen eischtzorg
en opoffering. Degenen, die daartoe geroe
pen zijn moeten zich kunnen verplaatsen in
den kring hunner hoorders, al zijn die hoor
ders dan ook kleine kinderen. Wil men dat
ons woord ingang vindt, dan moet men
leeren ons kleine publiek naar het hart te
spreken. Dit is lang niet ieders werk, ook
dit moet geleerd worden. Vele menschen
zijn er, die de dingen wel voor zich zelf
weten, maar om een eenvoudige zaak uit
te leggen, ontbreekt hun de macht.
Het gaat hun als met dien makelaar aan
wien gevraagd werd „Wat is toch een
plok en die na vele woorden gebruikt
te hebben, tot het besluit kwam, dat de
plok, „de plok was".
Hoe komt dit?
In de jeugd is verzuimd te leeren zijn
oordeel over de dagelijksohe zaken juist
uit te spreken. God heeft den mensch ver
stand gegeven en daardoor de maoht om
te oordeelen, doch zonder oefening komt
dit niet tot zijn recht. Is de bewaarschool
dus goed tot ontwikkeling van verstand
en geheugen, ook tot vorming van karakter
heeft zij een groote taak te verrichten.
De omgang van kinderen met elkaar
werkt gunstig tot die vorming mede. De
ruwe kanten slijten wat af, het kind leert
zich schikken naar anderen.
Zeker, de besten zullen er niet zonder
een duw of stoot afkomen, een leelijk
woord zal weieens tot de ooren doordringen
waarmede niet allen bekend zijn, doch juist
door het zijn onder degelijk toezicht, zal
het voordeel van den eenen kant wel op
wegen tegen het nadeel aan den anderen
kant. De kinderen komen onder vreemd
gezag en dit is dikwijls voor hen haast
even noodig als voedsel voor hun lichaam.
Vooral kinderen uit gezinnen, waar vader
drinkt en moeder uitloopt, is dit komen
onder vreemd gezag hoog noodig, wil er
nog iets van groeien. 'tKind voelt dit
dikwijls zelf. Doch ook uit andere gezinnen
hebben de kleinen het vaak noodig. Er
heerscht dikwijls in de gezinnen zoo weinig
orde en tucht en dit wordt op de bewaar
school, hetzij men werkt of speelt, geleerd.
Het kind zal ook komen tot een begrip
van gemeenschap.
Een kind dat steeds van andere afge
houden wordt, wordt zelfzuchtig en hoog
moedig door met elkander te zijn, leert
de een den ander verdragen, 't Ondervindt
dat één niet altijd de eerste kan zijn, maar
dat ook de beste ondergeschikt moet wezen.
Hoe jonger er dit inkomt, des te beter.
Wordt er al beweerd, dat de wereld
vooruit gaat in kennis en wetenschap, zeker
niet in beleefdheid en onderdanigheid. De
jeugd is vroeg rijp en voelt zulks. Teeke
nend is, wat een jongen van dertien jaar
antwoordde aan iemand, welke hem 's mor
gens om tien uur wandelend vond en
vroeg waarom hij zoo rondliep. „Ik ben
zonder werkde bazen zetten geen volk
meer aan''. Het woord „volk" zegt in dien
mond genoeg.
Als bestuurslid eener haveloozen school
zegt spreker, krijgt men eerst een denk
beeld van de iuwheid der jeugd. Waren
dezulken op een bewaarschool geweest, zij
zouden zioh zeker beter weten uit te
drukken, terwijl nu de ruwste uitdruk
kingen voor zeer gewoon gelden.
In de derde plaats moet de bewaarschool
kennis aanbrengen van Gods Woord. Er
moet eenvoudig en met eerbied verteld
worden, opdat ook de kinderen eerbied
leeren hebben voor het heilige.
Onze tijd leert vaak juist anders, zoo
b.v. in het socialisme. Dit volgend komt
men buiten het heiligdom te staan (pro-
fanum). Men wil er niets van weten en
spreekt dit onverholen uit, zoo b. v. als
laatst een predikant, naar hij meedeelde,
in zijn brievenbus vond.
„Dominee u preekt maar het volk den
[Hemel aan.
Gij moogt er zelf ook wel heenen gaan,
Maar laat voor ons brood en kollie staan."
Of ook als men durft zeggen van deugd
en ondeugd, dat ze stuivertje wisselen.
JDe chr. bewaarschool is, in zulke tijden
vooral, voor het kind van groot nutook
voor zfjn volgend leven. Zij oefent later
een zekeren invloed ten goede, zij wapent
tegen het verkeerde.
Toch is het dikwijls een zaaien, waarbij
haagt vooruit geweten wordt, dat doornen
het zaad zullen verstikken. Yan die door
nen noemen we hier drieèrleieerstens 't
godsdienstlooze huisgezin, waarin het kind
telkens terugkeert, ten tweede de ongods
dienstige school en ten derde de gods
dienstlooze maatschappij.
Als het kind op school eerbied voor
God en Zijn Woord wordt ingeprent en
't hoort thuis vader en moeder juist zoo
oneerbiedig daarover spreken, kan 't niet
anders of dit maakt indruk op het jonge
gemoed. Er wordt bedorven, wat met zorg
gekweekt is. En 't zijn juist niet enkel
de ruwe, onbeschaafde ouders, die het
goede zaad het ontkiemen beletten, soms
nog meer zij, die het woord van de on
derwijzers tot een leugen maken, door 't
kind te zeggensommige menschen leeren
wel dat er een boek is geschreven het
welk door God is ingegeven doch dat is
niet waar.
Ook de school helpt dikwijls mee het
gestrooide zaad te verstikken. Het is vaak
ontmoedigend voor de onderwijzeres der
chr. bewaarschool te weten dat een deel
der kinderen, welke zij onder haar hoede
heeft, straks naar de openbare school
zal gaan. Wij moeten deze kinderen op
onze school nemen, omdat Gods Woord
zegt: „zaait aan alle. wateren", maar toch
blijft het ontmoedigend. Het is daarom
zoo noodig, dat er band bestaat tusschen
de chr. lagere school en de bew. school.
't Is zeker een moedeloos werken, wan
neer er geen vooruitzicht is, die kleine te
mogen behouden. Er is een zeer leelijk
plat spreekwoord, dat zegt: „De duivel is
arm, want hij heeft geen vooruitzichten".
Toch niemand kan op den duur goed
werken zonder vooruitzicht. Dit ondervond
o. a. wijlen ds. Heldring, toen hy in een
tijd van groote werkloosheid mannen aan
nam om voor f I daags keien van 't eene
dorp naar 't andere dorp te breDgen en toen
ze daar waren de steenen weer terug liet
brengen. Na eenige dagen bedankte men er
voor, omdat het werk geen doel had.
Zoo ook met den arbeid op de christelijke
bewaarschool. Het doel moet wezen de kin
deren die er komen, ook later op den goeden
weg te houden.
Daartoe is het noodig, dat er een band
komt, die de chr. bewaarschool met de «hr.
lagere school verbindt. Ja, het mag zich
nog verder uitstrekken, zooals b.v. in Rot
terdam, door ook toe te zien waar de j on-
gens en meisjes geplaatst worden, wanneer
hnn schooljaren voorbij zijn.
Over het algemeen is reeds voor de be
waarschool veel verbeterd. Geen kelder of
achterkamer dienen meer tot bewaarplaat
sen voor kinderen. Geen bakers of afge
dankte dienstboden bieden zich meer aan
om voor 1 cent per dag en per hoofd kinde
ren te bewaren. Voor de vorming van hen,
die geroepen worden onder deze kleinen te
werken, wordt veel gedaan. Deze vergade
ring zelf is een verblijdend teeken. Er be
staat een vereeniging voor christelijke be
waarschool-onderwijzeressen en men heeft
een blad, waarin de belangen der bewaar
school besproken worden. Zij, die lust in
dezen arbeid hebben, moeten door een exa
men proeven van bekwaamheid afleggen.
En al zijn mbt goed gevolg afgelegde exa
mens n* juist niet altijd bewijs van be
kwaamheid, zij zijn toch een waarborg
tegen al te onbekwame hulp.
Goede voorbereiding is dus noodig, op
dat men vooral nu men op verschillende
plaatsen begint te spreken van openbare
bewaarscholen met gunstig gevolg de con
currentie het hoofd kan bieden. Doch open
bare bewaarscholen zyn uiteraard gods
dienstloos. Neutraliteitbestaatniet. Daarbij
scholen moeten uitgaan van de ouders. Als
de Staat moet zorgen voor scholen omdat
hij er belang bij heeft goed ontwikkelde
burgers te hebben, zou hij evengoed voor
voedsel en kleeding enz. moeten zorgen
omdat de Staat er evengoed belang bij
heeft, goed gevoede burgers te hebben.
De voorstanders der openb. school be
grijpen, dat zij gevaar loopt en daarom
is hun werkzaamheid zoo groot om haar
onderwijs uit te breiden. Doch wy houden
goeden moed voor het vrije Chr. onderwijs,
dat het ook verder zal winnen.
De presidente betuigde den geachten
spreker hartelijk dank voor het goede
woord door hem gesproken. Zy hoopte dat
ZEd. nog meermalen voor de vereeniging
zal optreden. Een flink applaus toonde
dat de vergadering de woorden der pre
sidente tdh volle beaambde.
De avond werd verder gezellig door
gebracht, verschillende leden voerden nog
het woord, waarna er met zingen van
Gez. 180 1 en dankgebed geëindigd
werd. Met dankbaarheid mag teruggezien
worden op dien avond.
Het doel der vereeniging is den bloei te
bevorderen van Chr. bewaarscholen in
Nederland.
Goede Chr. bewaarscholen zijn van even
groot belang als de Chr. lagere school.
Veel veranderingen ten goede zijn reeds
tot stand gekomeD, dooh veel, zeer veel
moet nog gedaan worden. Mogen velen,
die een open oog en hart hebben voor
onze Chr. bewaarscholen lust gevoelen
als begunstiger(sters) toe te treden tot de
vereeniging. Mejuffr. Bruininghuizen te
Vlaardingen, seor. dier vereeniging, zendt
gaarne aan allen een circulaire toe, waarin
het doel der vereeniging duidelijk wordt
uiteengezet.
Het grondbeginsel der vereeniging is,
dat de Heilige Sobrift Gods Woord is.
Zij gelooft, dat de Heilige Schrift ook bij
het onderwijs en opvoeden van kinderen
in het ontwikkelingstijdperk het eenige
richtsnoer moet zijn overmits in 's Heeren
Woord alle elementen neergelegd zijn
eener waarachtige opvoeding.
Dinsdag kon de zitting eerst te twaalf
ure aanvangen, wegens onvoldoend aanial
tegenwoordig zijnde leden. Aan de orde
was de Surinaamsche begrooting over 1907.
Daarover voerden het woord o.a. de heeren
Van Vnuren en Van Bylandtde Minister
beantwoordde de sprekers. De heer Van
Vuuren prees het bewind van den tegen-
woordigen gouverneur Idenburgdhr. Van
Bjrlandt, wien de vooruitgang der kolonie
een oorzaak van blijdsehad was, zou uog
gaarne meer bezuiniging zien het moeder
land moet nog altijd te veel bijpassen en
de kolonie dient zelfstandig te worden.
Daarmede stemt dhr. Van Kol in. Zuiniger
beheer, ziedaar het wachtwoord voor
Suriname. De traktementen en pensioenen
worden daar te hoog opgedreven en er is
veel te veel personeel op de bureaux.
Overigens gaat het wezenlijk goed. Nu
het middel gevonden is tegen de „krul-
loten ziekte", alsmede èen „nieuw soort
timmerhout" en de baooveneultuur vrij
goed rendeert ondanks Van Houten's on
gunstige voorspellingen in de le Kamer,
is werkelijk de toesiand van Suriname niet
zoo ongunstig te noemen. Ook de Minister
vond zulks. Z Ex. dankt de heeren sprekers
voor de vriendelijke woorden jegens den
vroegeren en tegenwoordigen gouverneur
der kolonie. Even vurig als de sprekers
hoopt hij, dat het bij geleidelijke ver
mindering nog eens komen zal tot alge-
heele afschaffing van het subsidie aan
Suriname, zoodat de kolonie zichzelf be
druipen zal. De algemeene beraadslaging
wordt hierop gesloten en nadat enkele
losse opmerkingen bij de artikelen door
Minister Fock zijn beantwoord, wordt de
Surinaamsche begrooting goedgekeurd.
Daarop werden de algemeene beschouw
ingen over de staatsbegrootmg begonnen.
De heer Kolkman zal de militaire kwes
ties de strijd om minister Staal èn
politiek èn technisch buiten debat houden
en zoo noodig wachten tot Hoofdstak VIII
aan de orde komt. Hij zal het voor
al nu hebben over de „opcenten". En met
de heffing daarvan gaat dhr. Kolkman
vooralsnog niet mede.
Naar het hem voorkomt op grond van
gegevens en becijfering komt hij tot de
conclusie, dat het met 's lands kas nog
zóó slecht niet staat. Het ging in het
loopende jaar beter dan men nog ver
wachtte. Wel viel de opbrengst van de
successierechten tegen, maar overigens
ging het toch wel met de inkomsten. En
waarom dan nu opcenten Om de sombere
stemming van den Minister Doch dat zijn
we van de ministers van Financiën ge
woon. Zeker, we moeten den Minister
geven wat hij noodig heeft, maar toch een
beetje krap houden kan ook geen kwaad.
Voorts viel dhr. Kolkman de regeering
op eenige punten aan. Hij vroeg o. a. op
heldering omtrent de „invaliditeitsver
zekering", welke door het Kabinet een
voudig op de lange geschoven is. En hoe
is zulks te rijmen met het liberale con
centratieprogram van '21 Januari 1905
Hoe met de verkiezingsbeloften En hoe
zal het nu verder gaan met de saamwerking
tusschen vrijzinnig-democraten en het Mi
nisterie Zal de linkerzijde den steun aan
het Kabinet gaan ontzeggen, volgens een
vroegere verklaring van dhr. Borgesius
in de Liberale Unie, nu er van die inva
liditeitsverzekering, een der voorwaarden
van saamwerking niets komt Ja
Dan beleeft de rechterzijde nog eens een
vroolyke vijf minuten. En voorts kapittelde
spreker Borgesius rede in de Liberale
Unie gehouden. Een mooie rede zeker,
zooals altijd. Maar een mengsel van
waarheid en verdichting, ook wel legende.
Waarheid was o.a. dat dit Ministerie geen
meerderheid achter zich heeft. "Waarheid
in die rede was, dat men den godsdienst
achter de groene tafel niet behoefde te
laten rusten. Het tegendeel zou door „Jan
Rap en zijn maat" zijn gezegd. Maar
dit is niet door „Jan Rep en zyn maat"
gezegd, maar op 5 Dee. 1904 door een
goeden bekende van de regeering.
En zoo ging dhr. Borgesius voort. Er
was zooveel. En aan een boom zoo
volgeladen met wormstekige vruchten be
hoeft men waarlijk niet te schudden. Als
men ze hebben wil, liggen zy voor het
grijpen. Kiesrecht-uitbreiding, blanco
artikel, belastingdruk, democratie, anti
these te veel om te noemen.
De heer De Visser heeft ook een aantal
pijlen op den boog. En meer dan een
schiet raak. Spreker wil aantoonen, dat
de beloofde „verzoeningsgezindheid" afstuit
op liet verschil in politiek beginsel. Voorts,
dat bij, hoewel onveranderd in de waar
deering der christelijke beginselen; wil
medewerken met de regeering inzake wets
ontwerpen, die op de neutrale zóne liggen.
Dr. De Visser blijft ehristelijk-historisch,
maar ook vrij man, los van alle kiesver-
band, vrij man in de opvatting tegenover
God en Zijn rede. Ziedaar de ongedwongen
bekentenis van den nieuwen afgevaardigde
van Leiden.
't Verhandelde in de zitting van Woens
dag kan de lezer in hoofdstukken lezen
onder de telegrammen in ons nummer van
gister«n. Vrij breedvoerig wordt daar de
inhoud'weergegeven van dhr. Heemakerk's
rede, welke begon en eindigde met de
regeering te kapittelen. Het begon al met
de tafelrede fe Valparaiso van minister
Kraus, meer technicus dan minister, en het
eindigde met de aanhaling van het gevleu
gelde woord v/d Franschen minister„wy
hebben de lichten des hemels uitgedoofd",
om te betoogen, dat de „geloofsvrijheden"
niet volkomen veilig zijn, by aldien de lin
kerzijde weder „oppermachtig" wordt.
Toch zou dhr. Heemskerk op het oogenblik
geen kabinets-crisis willen.
LAATSTE BERICHTEN.
Nisse. Woensdag 28 Nov. overleed
plotseling dhr. J. Kousemaker, oud-hoofd
onderwijzer, hij vierde juist zijn 749ten
jaardag. Dat de overledene een werk
zaam leven heeft gehad bewijzen de ver
schillende functies die hij heeft bekleed.
Van 1856 tot 1898 was hij hoofdonder
wijzer, tot 1 Oet. jl. voorlezer en koster
en tot aan zijn dood organist en ontvanger
der Herv. kerk voorts was hij voorzitter
van de com. tot wering van schoolver
zuim, en zulks ook van de kolenvereeni-
ging vanaf haar bestaaD. De overledene
zal zeer veel gemist worden.
Bij den arbeider J. Matthijsse on
stond Woensdag een begin van brand.
Gedienstige banden hebben het gelukkig
kunnen blussehen, zoodat er behalve een
bed niets van waarde verbrand is, het
geen evenw el erg genoeg is, daar de man
al in geen jaren iets verdienen kan.
Het l'rov. blad no. 148 bevat de be
kendmaking door den Commissaris der
Koningin dat sluiting der jaeht op hazen,
patrijzen, fazanten, korhoenders en kwar
tels in de Provincie is bepaald op Maandag
31 December 1906 met zonsondergang, ter
wijl het tijdstip van de sluiting der jachtop
houtsnippen en waterwild nader zal wor
den vastgesteld.
Tholen. In de gemeenteraadsvergade
ring van heden Donderdag bij afwezigheid
van den burgemeester was voorzitter dhr.
Christiaanse oudste wethouder. Tegen
woordig 10 leden.
De notulen worden goedgekeurd. De
begrooting van de school voor hand- en
bouwkundig teekenen zal den leden wor
den rondgezonden.
Aangeboden wordt een ontwerp alge
meene politieverordening die in handen
gesteld wordt van eene commissie be
staande uit de heeren Hollestelle, Elsacker
en Kegge.
Besloten wordt tot de aanstelling van een
gemeente-werkman op een salaris van f 8
's weeks. Zijn instructie zal den leden
worden rondgezonden.
Besloten wordt tot het plaatsen van een
electrische schel aan de overzyde van het
veer, welke bij nacht zeer gewensckt werd
geacht. Na rondvraag werd de vergadering
gesloten.
's-Gravenhage - Tweede Kamer.
Algemeene beschouwingen Staatsbe-
grooting. De heer Tydemcm verklaart dat
zijn beschouwing over de werkzaamheid
van het Kabinet zeer afwijkt van die der
partijen die hebben meegewerkt tot de
totstandkoming van het ministerie dat hij
criticeeren zal, maar dat die critiek vol
strekt niet bedoelt dat hij zich tegenover
het met ministerie zal stellen.
Uit het tot nu toe gehoorde van de leden
der anti-ministrieele partyen heeft hij wel
kunnen opmerken dat men zeer groote
grieven had tegen het ministerie zelf.
Men verschoot slechts pijlen van ver
nuft op den „f xtra ministriëelen staatsman
dien wij allen kennen"
In zijn bespreking van deze redevoe
ringen staat hij lang stil bij die van
den heer De Visser tegenover wien hij
de houding der vrij-hberalen verdedigt.
Overgaande tot een detailbespreking van
de werkzaamheid der regeering en hetgeen
hij daarvan verwacht, zegt hy dank voor
hetgeen zij deed ten opzichte van de boter-
oontroie en hoopt hij op een bevordering
van den kaas-export. Hulde brengt hij voor
hetgeen 't deed in zake de invaliditeits
verzekering.
Veel verwacht hy van de poging der Re
geering tot vereenvoudiging der rechts
pleging. Ten opzichte der financiën slaat
hy thans op een ander standpunt dan ver
leden jaar. Thans is hij voor de opcenten
omdat de toestand van anders is.
Ook zijn de financiën nu anders, zooals
hij uitvoerig nagaat. Op betere zorg voor
de onderwijzers dringt hij aan, nu zoo
veel subsidie wordt gegeven aan instel
lingen voor byzonder onderwijs.
Krachtiger handhaving der militaire
tucht acht hij ten slotte zeer noodig.
Na den heer Tydeman was de heer
Lokman als spreker ingeschreven, doch de
voorzitter deelt mede dat deze wegens
treurige familieomstandigheden (ernstige
krankheid zijner vrouw) niet aanwezig kan
zyn. Daarom is dhr. Schokking aan 'twoord,
die er ook op wees dat de critiek tot nu toe
grootendeels langs het ministerie heenging
en zich verloor in bestrijding van een
redevoering gehouden in de Liberale Unie.
Hij acht dit uit constitutioneel oogpunt
bedenkelijk voor een juiste verhouding
tusschen de Volksvertegenwoordiging en
de Regeering. Maar de oorzaak hiervan
ligt in de fout datj de Kabinetsformateur
niet zit' in 't Kabinet, een res mali exempli,
die 7i oh al wreekt.
O; men evenwel een vryzinnig ministerie
heeft dan wel een cabinet d' affaires is niet
duidUiijk. Wy zijn in een dualistischen
toestgnd te dien opzichte.
Spr. verklaart dat zoowel de iinancieele
als de militaire ontwerpen liggen op de
neutrale zóne en dringt aan op maatregelen
tot beteugeling van speelzucht en openbare
oneerbaarheid, alsmede toepassing der
Zondagswet. Een andere partygroepeering
dan volgens de antithese is vooreerst niet
te waehten.
Daarna wordt de beraadslaging geopend
over de conclusie in zake het adres van den
gew. sergeant Boekhout van 's Hertogen-
bosrh.
De heer v. Dedem verdedigt de houding
der commissie.
De heer v. Idsinga spreekt tegen de
verleening van het pensioeneveneens
de heer Blooker.
De heer Ter Laan gaat mee met dhr.
v. Dedem.
De minister van oorlog handhaaft zijn
meening dat pensioen niet verleenbaar is.
Het amendement-v. Idsinga om de con
clusie der commissie te doen vervallen
op de dankbetuiging na, wordt verworpen
met 57 tegen 21 stemmenen de con
clusie der commissie wordt zonder hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
Daarna is het woord aan dhr. Goeman
Borgesius. Bij de bespreking van sprekers
rede in de Liberale Unie brengt men het
persoonlijk element op den voorgrond en
men verheugt zich te vroeg in de meening
dat de kiesrechtquaestie de vryzinnige
partyen spoedig zal doen uiteenspatten.
Rotterdam. De schippersknecht L. uit
Terneuzen (zie Gemengde Berichten in dit
nois gisteravond in het ziekenhuis aan
de gevolgen van het hem overkomen
ongeval overleden.
Wittem aan de Ruhr. Tusschen hier
en Annem is gisteren een roburit-fabriek
in de lucht gevlogen. Het stadje Annem
is geheel verwoest en ligt in puin. Zelfs
te Dortmund zyn alle vensterruiten ten
gevolge van den schok gebroken. Ten
gevolge der paniek zyn al de bewoners
in den omtrek der fabriek gevlucht.
Reeds zyn 3 dooden en 80 zwaar gewon
den opgehaald. Men schat 't aantal dooden
op 300. Men vreest voor nieuwe ontplof
fingen, zoodat de plaats des onheils op het
oogenblik nog niet is te genaken.
Wittem, 29 Nov. 12 uur. Op 't oogen
blik berekent men dat er 24 dooden zijn
en 90 zwaar gewonden onder welke vele
doodelijk. Enkele personen zijn door den
slag doodgebleven. De woningen in de
nabyheid van de plaats der ramp zijn
ontruimd.
Madrid, 28 Nov. De ontslagaanvrage
van het ministerie heeft algemeen verba
zing gewekt. De president van den minister
raad heeft aan versoheidene voormannen
der liberale partij raad gevraagd, en daarop
schijnt het ministerie bij de ontslagneming
te zijn afgegaan. Het ontslag is door den
Koning aangenomen, die den oud-minister
Mores de samenstelling van een nieuw
ministerie heeft opgedragen.
Brussel, 29 Nov. In de Kamer zet de
soc. afgevaardigde Furnémont zijn inter
pellatie-rede voort omtrent den Congo-
staat. Hij zegt dat de regeering zich duide
lijker moet uitspreken omtrent het codicil
van den Koning in zake de wyziging van
zijn testament tot overdracht van dien
staat aan België.
Hei rechtmatigste verwijt aan den
Congostaat is, dat hij de rechten der in
boorlingen heeft vertreden.
Oostburg, 28 November 1906.
Oude Tarwe f0,00 k f 0,00. Nieuwe
Tarwe f8,75 a f9,25. Rogge f6.k f6,20
per H.L. Nieuwe Wintergerst f9.k
f9,15. Zomergerst f8,60 k f8,80. Haver
f 7,25 a f 7,50. Kookerwten f 9,50 a f 9,75
per H.L. Paardeboonen f 8.k f 8,25.
Waar het er niet bij staat, is de prijs per
honderd kilo.
MIDDELBURG, 29 November 1906.
Vrij ruime aanvoer. Witte Boonen 50
cent en Bruine Boonen 25 cent lager.
Men besteedde voor jarige tarwe f -,
k f -,nieuwe tarwe f 6,85 k f 7.
jarige rogge f -,k f nieuwe rogge
f6.k f6,25; wintergerst f-,kf-,
nieuwe zomergerst f 5 k f 5,25 haver f 0,
k f 0,paardeboonen f 7.a t 7,25 tuin-
boonen f 6,75 k f -,witteboonen gelezen
f 14,50 a f 14,75, ongelezen fk 1
ronde bruine boonen f 10,75 k f 11.lange
dito f9.k f9,25; groene erwten f-,
k f-,nieuwe kroonerwten f9,25 k f9,50;
koolzaad f k f karwijzaad per
50 K.G. f—k f—
Alles per H.L.
Opgaaf v. d. markteetters, handelaren.
Boter i 0,60 k f 0,65 per V2 kilo.
Eieren f7.50 per 100 stuks.
Opgaaf v. d. Zeeuwsche Landb. Maatseh.
Boter f0,60 a f0,66 per '/2 kilo.
Eieren f8.30 per 100 stuks.
Eieren (kleine) f-,per 100 stuks.
Dagen.
29 Nov.
30
1 Dec.
4
5
Hoogwater.
Laagwater.
Vrm.
Nam.
Vrm.
Nam.
2.4
2.23
8.14
8.31
2.47
3.7
8.54
9.14.
3 26
3.40
9.31
9.46
3.58
4.15
10.6
10.22
4.30
4.47
10.36
10.52
5.4
5.20
11.26
11.25
5,41
5,59
11.48