No. 40. 1906. NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. Donderdag 15 November 21e jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH Onsehuld en Misdaad. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed DE JONGE-VERWEST, te Goes LIBERAL!] UNIE. TEUïLLETOIT. F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN De Unie Links. V 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA EN VAN De oud-minister mr. Goeman Borgesius heeft de vorige week in de vergadering der Liberale Unie zijn voorzittersrede gehouden. De rede is te lang om ze over te nemen. Enkele passages er uit dienen wij er echter uit over te nemen. De rede begon met een herinnering aan den val van het ,,clericaal regime" in 1905. Daarna volgde een hulde aan de nieuwe regeering". Bedoeld is het nieuwe mini sterie. Het trad op verzoeningsgezind. „Men heeft gezegd, dat dit alleen uit nooddwang geschiedde, omdat 't ministerie zelf wel gevoelde niet sterk genoeg te staan om zich de weelde van een uitda gende politiek te kunnen veroorloven. „Men vergist zich. Zeis indien in beide takken der volksvertegenwoordiging de groote meerderheid uit vrijzinnigen be stond, zoo zouden toch de liberalen in den lande geen andere politiek dulden dan een verzoeningsgezinde politiek, die een einde tracht te maken aan de span ning en verdeeldheid, waarover wij ons tijdens de verkiezingen met reden zóó hebben beklaagd. Handelden wij anders, wij zouden ons schuldig maken aan dezelfde fout, die wij in onze tegenstanders ver- oordeelen. Het voorbeeld, dat Frankrijk ons te aanschouwen geeft, lokt werkelijk niet tot navolging uit. Zeker, wij hebben bij de stembus het clericale régime bestreden, fel bestreden zelfs en wij zullen dat moeten blijven doen, zoolang men van die zijde blijft voortgaan op den weg, in 1901 ingesla gen en vier jaren bewandeld. Maar wij zijn thans in de gelegenheid om metterdaad te toonen, dat wij dien strijd niet hebben gevoerd omdat wij man nen, op grond dat zij Gods Woord in eere houden op politiek gebied als tegen standers zouden beschouwen. Ik stel er prijs op het van deze plaats eens zoo duidelijk mogelijk te zeggen Veel meer gevoel ik mij aangetrokken tot den Staatsman, die met een beroep op de Schrift, in woord en daad vooruitstre vende, democratische hervormingen voor staat, dan tot den Staatsman, die alleen, 34 Hier kwam zijn broeder, die heen en weer geslenterd had, terug. „Daar", sprak hij, terwijl hij zijne hand uitstrekte, „daar is de beste plaats ter wereld voor een katoenfabriek. Een snelle, sterke stroom en als men die nuttelooze olmen laat weg halen, is er een prachtige plaats om te bouwen. Waarvoor ter wereld zijn de boomen anders geschikt, dan voor timmer en brandhout, dat zou ik wel eens willen weten. Zij brengen niemand voordeel aan, en staan hier nutteloos, dood kapitaal". „Ach," riep Aleida uit, „hij had geen oog dan voor geld en fabriekenhet zou my verwonderen, als hij ooit aan een volgend leven dacht." „Dat valt te betwijfelen," hernam De Witt, glimlachende, terwijl hij voortging „ik nam myn intrek bij hem, die zooveel van het buitenleven hield. Zijne dochters, aardige, lieve meisjes, met bekoorlijken eenvoud gekleed, groetten mij vriendelijk en praatten zoo bevallig en vrijmoedig met mij, alsof ik een oude bekende was. Zijne vrouw, eene dame, die er nog jeugdig uit zag, was even ijverig bezig als hare be dienden maar hare veelvuldige opmerkin gen gaven een beschaafden geest en een groot denkvermogen te kennen. De andere broeder had van het oogenblik af dat hij mij verwelkomd had, reeds weer de courant gekozen, en zag als gewoonlijk 4e handelsberichten in, met een gelaat, zoo angstig, als de grootste met vrees vervulde spekulant, terwijl Maarten mij medenam paar aijne welgevulde bibliotheek, mij de uit de rede redeneerende, zich zoolang mogelijk verzet tegen hervormingen die ik in 's lands belang wenschelijk, ja noodig acht. Neen er waren geheel andere redenen die ons noodzaakten in 1905 onze aan vallen speciaal te richten tegen het toen malige Kabinet." Spreker noemt dan de gevaarlijke wetten die waren ingekomen, te weten Hooger- onderwijswet, Schoolwet, Tariefwet, Post- wet en Vaccinewet. De sociale wetten waren in 1905 nog niet behandeld. En er was door het vorige Kabinet tweedracht en haat gezaaid. Het ging niet tegen de fijnen, maar tegen het ministerie-Kuyper, omdat het partijdig was geweest op onderwijsgebied en de sociale wetgeving had nagelaten. Niemand wordt uit de rijen der vrijzin nigen geworpen „op grond dat hij gelooft aan Gods Openbaring in de Heilige Schrift en dien invloed ook in het Staatsbestuur tot zijn recht wil doen komen? Trouwens in de praktijk is er niemand, hij moge nog zoo orthodox geloovig zijn, die op politiek ge bied alleen uit de Schrift redeneert. Ik kan mij in deze beroepen op dr. Kuyper zelf. In een ernstig debat, over de Christelijke be ginselen en de Openbaring zeide hij eens „Wat zouden wij hier doen, als wij enkel uit de Schrift redeneerden? Neen, wij komen hier als gewone landsdienaren, het zij als Kamerlid of als Minister „En evenzeer, hoe zou het buiten de Kamer gaan, wanneer wij ook daar alleen konden redeneeren uit de Schrift,onder bij zondere leiding van den Heiligen Geest?. „Ook wij redeneeren in ons gewone leven uit de natuur der dingen, en dat doen wij met dezelfde redeneeringsmiddelen en functiën,die den liberaal ten dienste staan". En eindelijk De openbaring ontleenen wy volstrekt niet alleen aan de H. Schrift maar evengoed ligt deze in de natuur en in de Kede. Ofschoon op een wijze die defect is, die correcties op de punten der bijzondere Openbaring noodig maakt". Zóó opgevat is er in dat standpunt niets, dat ons vrijzinnigen kan afstooten.Wieonzer zal be weren,dat onze rede altijd en op alle punten correct is Daaraan ontbreekt helaas veel, zeer veel. Men behoeft niet eens streng orthodox te zijn om te erkennen, dat een beste boeken aanwees, en mij ieder van hen zorgvuldig beschreef, ofschoon op eene hoogst bescheiden manier. En nu kunt gij de gevolgtrekking van het geheel maken de een had in zijn vrijen tijd boeken eh gedurende zijne bezigheden menschen en omstandigheden bestudeerd de ander was met zyn bekrompen geest alleen in staat geld te verzamelen, en toch bezat-hij niet meer dan zijn wijzeren broeder. Nu, in hunne oude dagen was de een een zenuw achtig, rusteloos wezen, die meer schoons zag in een grootboek dan in het groene veld en 't kabbelende water, en gelukkiger in een klein muf kantoortje, dan in zijne verblijfplaats op het land, omringd met al Gods goede gaven de ander, een vrijgevig en goedhartig, verstandig en tevreden man, gezegend in zijn leven vrij van de gewone misbruiken der maatschappij, die „Leven zag in boom, en beek, en steen, En goeds in elk voorwerp om hem heen." „HolaWat gaat gij nu beginnen riep hij uit, toen Hanna, opstaande, hem plotseling den bloemenkrans op het hoofd plaatste en hem daarna uitlachtte om den blos, die zijn wangen verwde. „Naar mijne meening, hebt ge hem ver diend, mijnheer, voor de wijze lesmaar nu hebt ge ons nog niet verteld, waar ge het liefst zjjtbuiten of in de stad." „O, wat dat aangaat," zeide De Witt schertsend, „toen Aleida daar was, hield ik meer van de stadnu, geloof ik aan het buitenleven de voorkeur te geven. Maar kyk, daar komt Kaat aan, rood van het loopen.', „MoederS" riep Hanna njt, „Wat ja er staatsman, met de Schrift vóór zich, daaruit licht en kracht kan putten voor de taak, die hem wacht. Gij, vrijzinnigen, zoo wordt ons toegevoegd, vindt het heel natuurlijk dat een waarlijk vroom en godsdienstig man, in huiselijken en kerkelijken kring zijn gods dienst hoog houdt, maar zoodra hij in de volksvertegenwoordiging komt of achter de groene tafel plaats' neemt, vordert gij van hem dat hij zijn geloof, zijn godsdienst over boord gooie, of althans niets daarvan doe merken. Dergelijke voorstelling is echter juist het tegendeel van correct. Jan Rap en zijn maat mogen zoo redeneeren, ernstige mannen denken er anders over. Die werkelijk vroom is, in leven en sterven troost zoekt in het Evangelie, in de Schrift ziet een goddelijke openbaring hij zal, in de Raadzaal komende,daar van doordrongen blijven, en zijne woorden niet alleen, maar ook zijn handelingen zullen getuigen van den geest die hem bezielt. En naarmate het hem met z'n godsdienst meer ernst is, zijne handelingen en zijn daden nog meer dan zijne woorden. Spreker beroept zich hier op uitspraken van prof. v. d. Vlugt, en vervolgt dan: /Zoolang echter de leiders van de z.g. kerkelijke partijen het geloof exploiteeren tot bereiking van politieke doeleinden, willens en wetens de geloovigen misleiden aangaande het werken en streven der vrij zinnigen op politiek gebied zichzelf én hunne volgelingen voorstellen als uitver korenen, die de werkelijk geloovige als leidslieden moet aannemen op gevaar anders zijn eeuwig zieleheil te schaden zoolang zij den godsdienstvrede in gevaar brengen door te speculeeren op kerkelijke onver draagzaamheid en door als paganist of ongeloovige af te schilderen, allen die aan dat drijven niet mee willen doen zoolang het kan niet anders zullen de par tijen en fracties, die zich onder dergelijke leuzen vereenigen, tegenover zich vinden allen, die met ons overtuigd zijD, dat een staatkundig beleid, uit een troebele bron voortgesproten, een ramp is voor het land". Spreker verwacht dat de politieke schei ding tussehen geloof en ongeloof plaats zal maken voor eene tussehen conservatieven en demoeraten. De brief van Patrimonium inzake Kiesrecht, en de actie der Katholie ken zijn er al voorteekenen van, meent hij. Kaat vroeg zij, geheel onthutst door den plotselingen schrik. „Wat is er te doen 1 Wel juffer, het eten staat al een half uur klaar en de baas is al anderhalf uur geleden thuis gekomen, en hier is een brief voor mevrouw De Witt." Aleida nam den brief aan, opende hemen gaf hem daarna aan haar man met de woor den „Wij moeten weg, arme Bella Men ging gezamenlijk, doch in veel kal mer stemming naar huis. De zieke moeder, die nu in staat was op een gemakkelijken stoel aan het venster in de huiskamer te zitten, berispte hen lachend over hun lang uitblijven. Welk een vriendelijke tafel met haar wit laken en eenvoudig theeservies 1 En welke vroolijke gezichten, die er rondom zaten 1 Ten eerste de huisvader, die nu onafhankelyk was door de hulp van zijn nieuwen vriend, die de belasting tot den laatsten stuiver toe betaald had, dan zijne vrouw, vriendelijk lachend, en die nu van hare zwaarste zorg bevrijd was; vervolgens Aleida tussehen haar echtgenoot en haar vader in, en ten laatste alle overig© leden van het huisgezin met inbegrip van Tom, wiens gelaat en houding toonden, dat hij zijn hartstocht overwonnen hadterwijl de goedhartige Kaat hen allen diende. Gezegend maal, daar waar liefde, vrede en onschuld rondom- vergaderd zijnhet is de prettigste maaltijd van den dag, gezegend door de rust na den arbeid en gevolgd door gebed en dankzegging. XXXIII. VERGEVING. Aleida was een korten tijd ziek geweest tengevolge van de verandering, die gevolgd was op de treffende gebeurtenissen; dje 1 van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Inzake benoemingen verwijst hij naar Suriname en Schiedam waar idenburg en Brants benoemd zijn. Kerkelijke ministers regeeren niets chris telijker dan andere. En overal heeft de ervaring geleerd dat overwinning van het clericalisme overwinning van conservatisme en reactie is. In 1894 zijn de vooruit- strevenden van links en rechts ook samen gegaan, waarom zou dit nu niet meer kunnen I z/Een probaat middel om de antithese die wij afkeuren uit de wereld te helpen is alles na te laten en te vermijden wat ook maar den schijn op ons zou kunnen laden van het niet ernstig te meenen met de vrijheid met den eerbied voor de ge voelens van andersdenkenden, met den eerbied ook voor het geloof dat niet het onze isen onze kracht te zoeken niet in maatregelen, die een groot deel van ons volk in hunne gevoelens kwetsen, maar wel in maatregelen en hervormingen die het geheele volk ten goede komen". Spr. erkent dat de Liberale Unie zieh nog niet heeft uitgesproken hoever zij de uitbreiding van het kiesrecht zou wenschen. Ook over de uitsluitingen zijn wij het nog niet eens, //wat er natuurlijk niet van mag terughouden om deze quaestie ook in algemeene vergadering der Liberale Unie aan de orde te stellen en te trachten ook daaromtrent tot overeenstemming te komen, maar uw bestuur heeft dit oogenblik voor de behandeling van dit vraagstuk minder geschikt geacht. Eerst dan toch zal het kiesrechtvraagstuk in zijn geheelen om vang als onderwerp van urgentie opnieuw aan de orde komen, als het aan de tegen woordige regeering gelukt zal zijn de grondwettige barrière van artikel 80 op te ruimen. Mochten wat wij allen vuiig hopen in het vierde jaar van deze pe riode de beide Kamers aan dergelijke her vorming hare goedkeuring schenken, dan zullen de daarop volgende verkiezingen nog niet beheerscht worden door de vraag van kiesrecht uitbreiding, maar door het blanco-artikel". //Ontveinzen mogen en kunnen wij het ons niet, dat het nog heel wat strijd zal kosten dit doel te bereiken. Onvermoeide propaganda voor de grondwetsherziening, zooals die in uitzicht is gesteld, blijft bij haar overkomen waren. Op den morgen dat zij met haar echtgenoot van de lieve buitenplaats afscheid nam, zag zij nog bleek, en het leedwezen, dat zij gevoelde voor haar ongelukkige nicht, riep een treurige uitdrukking op haar lief gelaat te voorschijn. Haar man (want Aleida was sedert eene week getrouwd) sprak onder weg slechts weinig, begrijpende, dat zij zich voorbereidde op een onderhoud, dat van meer dan gewoon belang -was. Maar toen het rijtuig stilhield voor het groote, doch nu zoo sombere huis, waagde hij het haar te zeggen„Aleida, ik bid u, wees voorzichtig; gij zijt nog niet zoo recht wel". Een lichte handdruk was haar eenig ant woord, en met moeite hare tranen bedwin gende, ging zij de zitkamer binnen. Hoe levendig kwam haar de laatste tijdvoor den geest, dien zij had doorgebracht in dit ver trek, toen met groote weelde gestoffeerd, en Bella, in haar volle pracht, gekleed in rijke satijnen kleederen en opgesmukt met de versierselen, die hare moeder haar zoo gaarne zag dragen, zooals zij daar als eene koningin te midden van het gezelschap zat. En die morgen, die afschuwelijke morgen van den dag, dat zij daar verjaagd was, kwam haar opnieuw voor den geesten met, hem alle tooneelen, die daarop gevolgd waren, toen zij in haar mijmeren plotseling gestoord werd door de komst van mevrouw Westerly. Als zij reeds zóó veranderd was hare trotsehe houding verdwenen, hare eens zoo fiere gestalte gebukthare don kere haren door diepe droefenis vergrijsd, hos zou Bella er dan wel moeten uitzien Zij naderde Aleida en trachtte te spreken, maar in plaats daarvan barstte zij in tranen uit, en wendde het !\oofd af. Dg Witt begaf voortduring plicht, en uw Bestuur is van raeening, dat wij onder deze omstandig heden ons nog niet druk behoeven te maken over de formuleering van uitslui tingen bij een kiesrecht, waaromtrent eerst na afloop van bovengenoemde, uit den aard der zaak veel tijd vorderende campagne een voorstel kan worden ge daan. De Regeering heeft toegezegd het blanco-artikel zóó tijdig aan de orde te stellen, dat daarover vóór de volgende periodieke verkiezingen in beide Kamers der Staten-Generaal eene beslissing kon worden genomen. Vóór dien tijd zal ze trachten tal van nuttige zaken, maar bo venal groote sociale hervormingen tot stand te brengen. Of ze daarin zal slagen Dat zal eensdeels afhangen van eigen beleid, anderdeels van den steun, dien ze in en buiten de Staten-Generaal zal ontvangen". Spreker vereenigt zieh voorts met de financiëele ontwerpen der regeering, spreekt zijn vrees uit voor mislukking der saamwerkiDg met de rechterzijde, dringt op nauwe aaneensluiting aan en waar schuwt de vrijzinnige pers, waar critiek geboden is, voorzichtig te zijn, met het oog op de statenverkiezingen waarvan hij een voor de vrijzinnigen gelukkigen uit slag verwacht. De rede werd warm toe gejuicht. Leiden behoeft «iet te ontmoe digen, al „heeft die verkiezing ons ook geleerd, dat wij nog altijd moeten bedacht zijn op tegenstanders, die zich het mono polie van christelijkheid toeëigenen maar desniettemin voor ongeoorloofde middelen, zelfs voor leugens, niet terug deinzen om aan de clericale candidaten de zege te verschaffen". Mr. Goeman Borgesius is toch een onver beterlijke en onbetaalbare whip. Ge kunt hem geen Staatsman in hoogeren zin noemen. Hij is geen conducteur op een tram met rails van vast beginsel. Als con ducteur op een Autobus snijdt hij dwars de heirstraat langs en over. Een zwaaien en slingeren met het log gevaarte, waar ge uw hoofd bij vasthoudt. Met een echt Staatsman als Hoofd conducteur achter zieh zou hij mirakelen doen. Nu haalt zijn miraculeus behendig gemanoeuvreer op den duur niets uit. Er zitten logischer geesten zich naar de andere zijde van de zaalook Aleida weende. Het duurde eenige oogen- blikken eer de verootmoedigde vrouw zich genoegzaam hersteld had om te kunnen spreken, en ook toen zeide zij slechts „Volg my". Aleida volgde stilzwijgend, de breede trappen op, door de gang boven en naar de voorkamer, die het vertrek van Bella was. Hoe veranderd zag er dit eens zoo prachtig vertrek uitDe blinden sloten allen zonne schijn buitende zware gordijnen waren neergelaten en hielden alles in een duister schemerlicht; en daar, door tal van kussens ondersteund, lag Bella; haar oogen glin sterden door een onnatuurlijk vuur, en haar geheele houding gaf aan haar ontzenuwd uiterlijk het aanschijn van een doode. „Hier is Aleida, lieve", zeide mevrouw Westerly op vriendelijken toon. Het zieke meisje keerde zich om, en staarde Aleida, die niet wist wat te zeggen, met begeerige oogen aan. Daarna keerde zij, met bevende lippen en oogen vol tranen, het hoofd plotseling naar den muur. „Bella, Bella", riep Aleida uit, „keer u niet van mij af;" en zich teederlyk over het bleeke gelaat heen bukkend, kuste zy haar op het voorhoofd, terwijl zij hare oogen sloot, om hare tranen te weerhouden. „Hoe is het mogelijk fluisterde Bella, terwyl zij zieh opnieuw omkeerde. „Wat mogelijk, lieve?" „Dat gij mij met zooveel liefde behandelt daar ik u zoo verongelijkt heb." „Lieve Bella, spreek daar niet meer over, bid ik u." '<lot volgt).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1