Uit de Tweede Kamer. Kerknieuws, Gemengde Berichten. als Six, wekken onaangename herinne- riugeu op. Een dergelijk coalitie-ministerie, met oud-liberale anli-olericalen type Van HoutenTydeman, een paar conservatie ven. een enkelen verwaaiden vrij-antirevo- lutionair en een paar Roomschen zou den principieelen strijd voor langen tijd onmogelijk maken, de coalitie misschien voor goed breken, het oud-liberalisine ounoodig versterken, en groote hervor mingen, voorloopig alihans, tegenhouden. Daarom moet de taktiek der beide uitersten in de linksohe partijen, door de rechtscbe partijen worden weerstaan. Bij een verhouding van 51 tegen 49, ook al werd die binnen enkele weken iets gunstiger voor de rechterzijde, zou tooh geen krachtig ministerie van rechts mogelijk zijn. Daarom komt 'tons voor beter te zijn dat wij 't met dit zwakke ministerie van links doen. Hierin gaan wij met Het Huisgezin ac- aoord. Maar haar tweede opmerking over de Pretorianen moeten wij tegenspreken. Wij achten het zeer tegen het landsbe lang om de hoolii-ollieieren, inspecteurs en dergelijke, bij de verschillende wapens van hun post te dringen en te doen ver vangen door hen die den minister steunen willen bij de uitvoering van plannen die deze deskundigen schadelijk voor de lands- defensie achten. Want zulk heengaan of heen laten gaan, gelyk de minister doet, is geen staking of dienstweigering, maar een uit den weg treden voor gevaren, de verantwoordelijk heid voor wier opkomen men niet behoeft te dragen, nadat men er te vergeefs tegen heeft gewaarschuwd. Mannen als Smeding die uit beginsel heengaan, die 't betreuren dat een minister van oorlog de garnizoenen ontbloot, de oefeningstijden verkort, de weerbaarheid des lands verzwakt en de handhaving van orde en gezag in gevaar brengt, moeten niet bejegend worden met een handgebaar van laat-ze-maar-oprukken;-voor-hen-'n-ander. Vaderlandsliefde zit ons in 't bloed. En, wy mogen arm wezen en klein, voor onze landsverdediging voelen wij, dewijl wij op onze nationale onafhankelijkheid prijs stellen. En wanneer nu de minister van oorlog, na eerst de bezuinigingswoede der vrij zinnig-democraten te hebben belachen, ten laatste voor hun aandrang zwicht, en be zuinigingen voorstelt, die niet zijn in 's lands belang volgens deze deskundigen de landsverdediging achterstelt voor de politiek, en wat de meerderheid des volks dierbaar is, overgeeft aan een handjevol anti-militairisten, dan hopen wij dat van anti-revolutionaire zijde hiertegen ernstig zal geprotesteerd worden. Wij hopen dat de vraag door dhr. Lohman gister gedaan, 't preludium hiervan zal zijn. Wij hebben 't optreden van het libe ralisme nooit in 's lands belang gevonden. Wat de vrijzinnig-democraten du al jaren bezig zijn tegen de landsverdediging te fulmineeren achten wij zelfs gevaarlijk. Nederland moet geen militair land wor den, daar is 't te klein voor. Maar bet is nog groot genoeg om zijn landsverdedi ging niet tot een bespotting te maken, en de deskundigen die geacht mogen worden 't beter te weten dan de Lieftinks en Alarchants en Troelstra's en De Klerks, in eere te houden. Dat er nog steeds gebrek blijft bestaan aan onderwijzend personeel voor de chris telijke school moge het heden verschenen nommer van de School met den Bijbel om leeren. In dat blad vinden we niet minder dan 53 aanvragen om onderwijzers. De Goesche Courant vertelt haren lezers dat Trimeter Kuyper als zijnde theoloog, een slecht wettenmakend minister is ge weest. Adres de drankwet. De Goesche vergist zich. Die wet is in het rechtsgeleerd vakblad Unitas een goed stuk werk zonder juridische flaters ge noemd. De lager-onderwijswet was ook niet kwaad, immers het openbare onderwijs in den lande ging er 6 ton aan Rijksbijdra gen mee vooruit, en de openbare onder wijzers zijn wat blij met hun opneming in de peDsioen-regeling. Maar van slechte wettenmakers gespro ken de leerplichtwet van Goeman Bor- gesius is tweemaal omgewerkt moeten worden voor zy in de Tweede Kamer kwam, en is, ook volgens liberale des kundigen, nog een pruts De ongevallen wet van Lely moest ook gewijzigd, eer zij openbare behandeling waardig ge keurd werd, en bleek zelfs toen nog zoo slecht, dat, wegens de afgewezen verbete ringen door dr. Kuyper aandebandgedaan, zij door de toenmaals liberale Eerste Kamer verworpen werd. Het wettenmakend vermogen der minis ters nit het tegenwoordig kabinet schijnt ook niet schitterend. Men kenthetgetobbel van minister Veegens om zijn eerste wetje pasklaar te krygenen de twee verwor pen wetjes van de ministers Stuart en Fock, vooral het laatste, bleken zoo weinig in den haak dat zelfs van hun geestverwan ten ze hielpen verwerpen. Niet dat wij dit schande vinden. Wetten makers zijn door alle eeuwen en onder alle partijen dun gezaaid. Zelfs Thorbecke leverde meest copy- werk. Maar waarom dan dat gesmaal op den theoloog" Alen leze liever wat de liberale prof Greven van het van dien theoloog inge trokken wetsontwerp Ouderdoms- en In validiteitsverzekering zegt en lette goed op welke ontvangst het Ouderdomsont- werp van minister Veegens, zoo het ooit ingediend wordt, wordt bereid. Het figuur van den theoloog Kuyper is, bij dat van de juristen Borgesius, Veegens en Fock vergeleken, nog zoo kwaad niet. W\j hebben gisteren in ons Buitenlandsch Overzicht reeds geprotesteerd tegen de godslasterlijke woorden door den socialis- tischen minister van arbeid Viviani onder toejuiching van liberalen, radicalen en socialisten, van welke laatsten toch ten slotte nog 18 tegen de aanplakking zijner rede stemden l in het Fransche parle ment gesproken. De gewraakte woorden zijn echter nog erger gebleken. Sprekende over den armen arbeider die wacht op ouderdomspensioen sprak hij „Wij hebben tegen dien man gezegd dat er achter de wolken waarheen hy zijn droe vige blikken wendt, slechts hemelsche her senschimmen toeven en met een heerlijk gebaar hebben wy daar in den hemel lichten uitgedaan, die niet weer uit zullen gaan. Wat zullen wij hem teruggeven, nu wij hem den hemel hebben leegggehaald Ook de rede van den minister van eere- dienst, Briand, socialist, die verklaarde vrij denker te zyn, en 't een daad van reactie noemde met Rome weer de banden aan te knoopen, werd Links luide toegejuicht, en met 376 tegen 98 voor aanplakking aan gewezen. Welker heerlijkheid is in hunne schande! Nieuws is 't niet dat het atheïsme in Frankrijk durft. Renan heeft in 1856 al even boud ge sproken. En Zola was alevenonbeschaamd. Maar de ministers waren altijd voorzich tiger, kennende de plaats waar zij stonden. In Frankrijk is men er blijkbaar nu over heen. Die vuil is dat hij nog vuil worde, zegt de Schrift. Het is de consekwentie eener vrijzin nigheid die voor den arbeider den hemel heeft leeggehaald, en nu niet weet met hem waar naar toe Aan het slot van een hoogst belangrijk feuilleton in de Nieuwe Courant over «de geschiedenis eener liefde van Napoleon I" (bedoeld is zijn ongeoorloofde betrekking tot Marguerite Bellislewordt verhaald dat Lou lou (Napoleon IV volgens de Bonapartisten van onzen tijd, een zoon van Napoleon III) in 1878 in 't geheim is ver loofd geweest met de achterkleindochter van Napoleon I en genoemde Marguerithe. Uit de ongeoorloofde betrekking tus- schen Napoleon IV (die in Znid-Afrika door kaffers werd afgemaakt) met deze Engelsche schrijfster Charlotte Watkins- Kelly moet een maand na 's prinsen dood een zoon geboren zyn, wiens gelaat zuiver het Napoleontische type vertoonde. Deze zoon Na| oleon Louis Watkins Kelly kwam op het instituut Hudson te Barry, en moet nog heden, ondersteund door vermogende Franschen, te Blackheath wonen. Mijne heeren, maakt het kort, maakt het kort, ziedaar de zachte vermaning, waarmede de voorzitter de heeren tegemoet kwam by de behandeling der Indische begrooting. Geen overbodige waarschu wing, te meer, daar de Kamer vóór Kerst dag nog veel moet afdoen. De heer Brum- melkamp is de eerstespreker. Hij bespreekt het opium-vraagstuk en wil kort en goed een algemeen verbod van invoer en ge bruik, zooals Keuchenius weleer bepleitte, desnoods gebonden aan een fatalen termijn. Want, zoo zei dhr. Brummelkamp, opium verstompt de rede, ook het christelijk bewustzijn en vernietigt wat de christe lijke zending tracht op te bouwen. Het is bepaald een volkskanker. Na deze ontboezeming kwam dhr. Pier- son aan het woord. Hij prees 's Ministers beleid, vooral ten aanzien van 't inlandsch onderwys eD ook op het gebied van den landbouw, gaf hoog op van 's Ministers oprechtheid en eerlijkheid in zake de finantieele politiek. De minister ziet de zaken juist in, en beoordeelt ze ook juist niet te donker en ook niet te licht. Tevens waarschuwt Z.Exc.voor optimisme. En dit is goed, waar de uitgaven ver meerderen en men op duurzame verster king van inkomsten bedacht dient te zyn. Gaarne zou de af ge vaardige van Gorinchem zien, dat alle uitgaven, productieve en improductieve, door de inkomsten gedekt werden. Daarom, wil men de Indische financiën versterken, dan geen leeningen sluiten. In dezen is de grootste zorg noodig, want in de laatste tien jaren zijn de finan ciën bepaald achteiuit gegaan, al zyn ze voor dit jaar niet ongunstig te noemen. Daarna kwam dhr. Van Kol, de Indische Specialiteit bij uitnemendheid. Hij was ditmaal nog al wel te spreken, al had hij ook bezwaren te over. Zijn geheele be schouwing kwam hierop neer, dat op Nederland, als koloniale mogendheid, het woord van toepassing was«Gewogen, maar te licht bevonden". Er wordt wel eens een enkele goede maatregel in Indië toegepast, als b. v. de toelating van inlan ders tot de bestuurstaak en tet het officiers- korps, maar overigens blijft het een ellendige boel in Indië, het land zoo mild door de natuur Jjevoorrecht, dat alles zou moeten medewerken om welvaart te ver spreiden, maar in plaats daarvan heer- schen ellende en armoede. En nu komen de klachten van dhr. Van Kol op het gebied van landbouw, nijverheid, en am bachten. Wat kolnt er van irrigatieplannen terechtwat wordt er gedaan in 't belang van den veeteelt vau den inlander Wat voor het ambachtsonderwijsP Op het gebied van het reoht is er nog steeds wauorde. Het strafstelsel is alles behalve deugdelijk, zelfs komt nog dwangarbeid voor, mis handeling van koelies is aan de orde van den dag gebleven, ondanks de vele klach ten, en de preventieve heohtenis werkt nog altijd drukkend. En wat komt er van bescherming der mijnarbeiders terecht Totaal niets. De geneeskundige dienst laat ook veel te wensohen over. Lepra-bestrij ding, beteugeling van volksziekten, ver schaffen van verloskundige hulp, de re- geering doet er niet aan. Altemaal beloften, maar geen vervulling. In plaats van dit alles vindt men in Indië een autocratische regeering, decentralisatie, teleurstelling op allerlei gebied. Ziedaar het treurlied van den heer Van Kol. Toch ziet deze afge vaardigde nog hier en daar een gouden stipje of streepje aan den rand van de donkere zwarte wolk. Zoo noemt hij deze begrooting de beste uit de laatste tien jaren en ziet hij met genoegen, dat deze Minister een eersten stap gezet heeft op den weg ten goede door de toelating van de inlanders tot de regeeringstaak. Maar overigens is het volgens dhr. Van Kol met ludië niet veel zaaks, nog altijd is het een ellendige boel. Voorts vraagt dhr. Van Kol eenige nadere inlichtingen omtrent de expeditie naar Bali, by name, of het waar is, dat het geschil met den vorst van Bali door eene rechterlijke beslissing had kunnen en moeten worden beëindigd. Dhr. Bogaardt zag den finantieelen toe stand van Indië vrij rooskleurig in. De aohteruitgang van de Indische wei- waart zit volgens dhr. Bogaardt in de verkeerde politiek, welke gevolgd wordt tegenover den Islam. Men steunt den Mohamedaanschen gods dienst, in plaats van dien te bestryden. En toch die godsdienst is beslist na- deelig voor de bevolking. Ze wordt er door verzwakt en terneergedrukt. Op den duur loopt het op den ondergang der be volking uit. Alleen krachtige bevordering van de zending van regeeringswege, ge paard met controle tegenover den Islam kan op den duur Indië voor ondergang behoeden. Met deze beschouwing was dhr. van Bylandt, die ook tegen het opium stelsel te velde trok, het eens. Vrijdagmorgen gaven de heeren De Waal Malefijt en Van Deventer hunne finaucieele beschouwingen ten beste. Bei den meenen dat, ondanks de niet tegen vallende begrooting, in het vervolg de grootste omzichtigheid dient betracht te worden, daar er geene evenredigheid is tussohen de vermeerdering van inkomsten en uitgaven. Vermeerdering van inkomsten blijft het wachtwoord. Zoo beveelt öhr. Malefijt een petroleumbelasting aan, als mede de handhaving van wat nog goeds is in de gouvernementoultures. En dhr. Van Deventer, toestemmende dat de finantieele toestand gunstiger is dan wel een paar jaren geleden, doet evenzeer uitkomen, dat er tooh reden is voor be zorgdheid. Bij de inkomsten-vermeerdering is het al geen goud, wat er blinkt. En is er al eenige vermeerdering, bij eenigen tak van dienst, dan stijgen ook de uitgaven o. a. bij de pandhuizen, verpaohte middelen en opiumregie. Daarbij is de balans wel wat geflatteerd. Vandaar een waar schuwing van dezen afgevaardigde tegen verhooging van uitgaven. Daartegenover was dhr. van Karnebeek bijzonder optimistisch gestemd. Hij is wars van zulke pessimistische beschou wingen. Ze komen zoo zelden uit. Eu nu vooral is er geen reden toe. De be grooting, ze moge geen juist beeld van den werkelijken toestand vertoonen, ze bewijst toch, dat er van geene „inzinking" op Java sprake is, waarvan men vroeger den mond vol had en die 40 millioen vorderde. Na den middag hadden de hee ren Thomson, geholpen door dhr. De Stuers, het over de gruwelen in Atjeh en Boni. De eerste noemde het in de laatste jaren gevolgde Atjehstelsel noodeloos wreed verbittering in plaats van verbetering aan brengend. En dhr. De Stuers sprak van «de gruwelen in naam van het gepaten teerde Van Heutsz-pacifioatiestelsel'' ge pleegd. Eu voorts had dhr. De Stuers het over de onbetrouwbare gegevens van 't Koloniale Verslag. Wel worden daarin geen onwaar heden aangetroffen, maar de volle waarheid is toch wat anders. Uit zijn ambtenaars- loopbaaD, nu reeds een kwarteeuw, weethy daarvan mee te praten. Ook critiseerde spreker scherp de Boni-expeditie. Ze begon zoo klein ze zou immers spoedig afge- loopen zyn doch wat is er uit ontstaan Eigenlijk een janboel ten koste van veel bloed. Met geweld heeft men zich inge drongen in streken, bij inlanders, die nooit een Hollander gezien hebben, ingedrongen met een geweer in de vuist, nota bene, om ons gezag te handhaven zoo het heet, een denkbeeldig gezag alzoo. V oorts werden de regeering het was Vrijdag twee vragen gedaan. Vooreerst een, door dhr. Thompson, naar de bevorde ring bij keuze van zekeren luitenant, die 'n schyn van bevoorrechting boven anderen door zekere willekeur, had gewekt. De Minister maakte zich van de vraag af door op te merken, dat er nog geen bevordering heeft plaats gehad. De vraag was minstens voorbarig, en daarom het antwoord eens deels ad rem. Vervolgens vroeg dbr. Lohman eenige nadere inlichtingen over het aanvragen van ontslag door generaal Smeding, inspec teur der cavalerie, verzocht naar men meende, omdat hij zich niet langer ver eenigen kon met de maatregelen in betrek king tot de legerorganisatie. De Minister gaf dhr. Lohman te kennen, dat om der gelijke reden de generaal onislag heeft aangevraagd. De beslissing over dit ontslag kan de Minister niet uitstellen tot na de behandeling der begrooting, want generaal Smeding zou gaarne pensioen hebben. En voor Z.Éxc. bestaat niet de minste reden, om te trachten den generaal op zyn besluit te doen terugkomen. Zuid Bevelandsche Brieven. V. Deze week was voor de arbeiders, niet het minst voor de veldarbeiders, een goede week, want èu op de vergad. van Patri monium én op die van den Chr Werkmans bond in Zeeland werden hun belangen in het by zonder besproken. Ook de Zuid-Be velandsche briefschrijver wil by gelegenheid over deze zaken zyn gevoelen zeggen. Gelukkig kunnen we getuigen, dat hoe veel misstand er ook hier moge wezen, de toestanden toch beter zyn dan in Gelder land, den Haarlemmermeer of Groningen. De vergadoring van den Chr. W. B. te Goes was aardig goed bezocht. In hoeverre schrijver dezes daarop ook invloed ten goede heeft uitgeoefend, zal wel moeilijk zyn uit te maken. Toch ben ik blij, dat ik in mijn derden brief daarover heb geschre ven en tot bezoek heb aangemaand. Van zulke vergaderingen kan zooveel kracht ten goede uitgaan, niet het minst als mannen als dr. De Visser en ds. Roscam Abbing zich voor deze zaak willen geven. Dat dhr. Kooijmau als musicus ook wat voor de zaak over had, maakte de verg. voor allen vanzelf dubbel aangenaam. Dat vele predikanten deze vergadering bijwoonden is ook een verblijdend ver schijnsel vooral op de dorpen kan hun voorlichting zoo moeilijk worden gemist en kan onder hun leiding zooveel goeds tot stand gebracht en zooveel kwaads be streden worden. Van Zuid-Beveland waren een 10-tal plaatsen vertegenwoordigd, dat is bijna de helft. Zuid-Beveland maakte dus een goed figuur. Maar waai om konden er ook geen afgev. zijn van 's-Heereuhoek, 's-Graven- polder, Baarland('), 's-Heer-Arendskerke, Wolfaartsdijk, Kapelle, Biezelinge.Wemel- dinge, Schore, Kruiningen, Krabbendijke en Ierseke Op vele van die plaatsen zijn werkliedenvereenigingen, die óf op zich zelf staan, óf ook zijn aangesloten bij den Zeeuwsohen Werkliedenbond. Het Nederlandsch Werkliedenverbond telt er zelfs een van onder zijn leden. Maar welk een kracht gaat er van uit op het terrein van den arbeid van Zuid- Beveland? Als naar mijn wensch in mijn tweeden brief uitgesproken de afdeelingen van den Chr. Nat. Werkmansbond op Zuid-Beveland dezen winter nogmaals in Goes samenkomen, dan is het te hopen, dat ook vele van de laatstgenoemde plaat sen vertegenwoordigd zullen zijn. Van de nu gehouden vergadering kan in dezen heel wat invloed ten goede uitgaan. Op hetgeen ik in mijn vorigen brief schreef over den dankdag wil ik nog even terugkomen en wel Baar aanleiding van het ingezonden stuk van dhr. Q. T. en het onderschrift der redactie. Bij de Roomschen valt allerheiligen altijd op 1 November en dan staat alle werk stil. Ook bij ons kan de eerste Woensdag in November dus best alles stilstaan, dat beu ik met dhr. T. eens, maar ik wees in mijn vorigen brief juist op het gewensohte om den dankdag te houden na de inzameling Tan alle produkten van het veld en dat niet om het werk, maar om het eigenaar dige van den dankdag voor het gewas Ook komt het mij heel goed voor op bid- en dankdag „De Zeeuw" niet te doen verschijnen en wel om deze redenen, dat dan degenen, die het wenschen met de gemeente Gods kunnen opgaan om Hem te danken als den gever van alle goeds en degenen die aan De Zeeuw verbonden zijnde die dagen hun kerk gesloten vin den, die mogen by de vrije dagen op de christelijke feestdagen die twee nog wel toe hebben. Me dunkt daar zal geen enkel abonné, ook zelfs in Zeeuwsch Vlaanderen bezwaar tegen hebben. Juist dat men in Zeeuwsch Vlaanderen een anderen dag als dankdag heeft vind ik niet goed. Voor geheel Zeeland en voor alle verschillende kerkgemeenschappen denzelfden dankdag en dan na afloop van alle inzameling van den akker, daar moet m. i. voor een volgend jaar heen gestuurd worden. Als men doet, zooals dhr. Q. T., dat men zich uitspreekt, komt deze zaak wel in orde. Nu nog iets over ods christelijk onder wijs en daartoe wil ik een kleine dertig In ons verslag was abusievelijk Baarland en Wolfertsdijk verzuimd op te nemen, schoon beide vertegenwoordigd waren 's-Heerenhoek en Sluis zijn slapende of opgeheven volgens het verslag van den secretaris, v. aaruit wij ook slechts konden aanstippen. De afdeelingen zijn Middelburg, Goes, Hans- weert, Eikerzee, Biggekerke, O.-ei W.-Souburg, Neuzen, Kloetinge, Vlissingen, C idzand, Wil- helminadoip, 'tZand, Breskens, Wissekerke, Oudelande, Rilland-Bath, Veere, Nisse, Hoede- kenskerke, Koudekerke, Wolphaa; tsdijk, Baar land, Borsselen, Kortgene, Zierikzvs en Katten- dijke. Rgp, jaar teruggaan. Bij het groote volks- petitionncment hebben er ook op Zuid- Beveland velen zioh voor het christelijk onderwijs uitgesproken en nu wil ik eens wijzen op hetgeen we daarop afgaande hier op Zuid-Beveland nog te wachten hebben en ik begin daartoe in het Oosten om zoo met de zon mee de verschillende plaatsen te bespreken. Eerst dan Rilland- Bath;200 personen teekenden het petitionne ment en gaven 156 kinderen op. De kerke- raad van Bath en Rilland van de Ned. Herv. kerk eu die van de Christelijk Geref. kerk zouden ook hun adressen en toch heeft Rilland-Bath nog geen christelijke school, hoewel men afgaande op deze oijfers en de vermeerdering der bevolking bij gelijke keuze lusscheu openbare en christe lijke school hier op een of meer scholen met gezamenlijk 200 kinderen zou mogeu rekenen. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Rottum R. H. v. d. Molen, cand. te Ooslwold te HindeDpen O. Norel, cand. te Harlingen te i Waal J. Ravesloot cand. te Harderwijk. Aangenomen naar IJselmuiden door N. C. Bakker te Poortvliet,die voor Bergschen- hoek (toez bedankte. Bedankt voor Wieringerwaard door J. L. v. Apeldoorn, cand. te Helpman. Goes. In de Vrijdagavond gehouden stemming door het kieskollege voor leden van den kerkeraad wegens periodieke af treding is als ouderling herkozen dhr. M. D. Dekker en gekozen in de plaats van dhr. C. Snoep die wegens hoogen leeftijd niet meer in aanmerking wenschte te ko men, dbr. J. de Kruijter, thans diaken. Herkozen werd tot diaben dhr. H. P. v. d. Heil, en gekozen in de plaats van dhr. F. J. Boone, aftr., dhr. 1. Wessel. Geref Kerken. Aangenomen naar Knijpe door K. v. d. Veen, cand. te Watergraafsmeer. Onze Aliddelburgsche Corresp. schrijft Onder de takken van bedrijf die zieh ten onzent, ziender oog, ontwikkelen be hoort het kweeken en verzorgen van pluimvee. De enkele exemplaren die Donderdags in den vroegen morgen aan den toegang tot eene afspanuiDg of op de sloep van een winkelier in de LaDgeviele een plaatsje tot verkoop vonden, zijn nu vele honder den op de Pottenmarkt geworden. De kevi's en de platte hoendermanden met levende bewoners missen nooit hun plaats, en de eierhandel is zeer levendig. De actie in de vogelenwereld loonde den arbeid van de mensohenwereld, en door veredeling van ras, zorgzamen oppas en doelmatig voeder is nu de kippeusta) op menig landbouwbedrijf niet meer een toegift maar een bron van inkomst. Van bijloopers zijn de geveerde medeinwoners gevvaajdeerde huisgenooten geworden, aan welke een zorgende hand en een extra- uitgave goed besteed blijkt. Gruis en koude aardappelen maakten plaats voor ochtend voer en beenderenmeel, en het vroegere in 't onopgemerkte levende pluimgedierte heeft nu een hem toeko mende plaats in den burgerlijken, of liever in den dierlijken stand. Aan die actie ontleende de driedaagsche tentoonstelling haar aanzien en haar luister. Wat rijke verscheidenheid 1 Wat een massa Van het miniatuur-vogelt je op het podium, tot de kolossale ganzen en kal koenen in den tuin, van de talloozo soorten van duiven tot de hanen voor welks aangekondigde prijs men 'n paardje koopen kan (er zijn exemplaren die f 250 genoteerd zijn) het is een wereld van vederen en pluimen. En een wereld waarby niet alleen één onzer zintuigen te gast gaat. Niet alleen het gezicht krijgt zyn deel maar ook het gehoor. Op het uur dat de tentoonstelling ge opend is, is 't gekraai der vele hanen reeds vervaarlijk, wat moet dat wel zijn als de morgen komt 1 En bij het gezicht en het gehoor blijft ook onze reuk niet werkeloos. Ook dat zintuig bevindt zich in ongewone omgeving. Of het nu juist te gast gaat durven we naar waarheid niet zeggen. Behalve veel pluims was er ook veel hairs. Ook al exemplaren voorbeschikt voor een tentoonstelling. Liefhebbers genoten er van den rijkdom der Schepping en practische menschen konden er hun voordeel zoeken. Zoo beantwoordde deze driedaagsche tentoonstelling uitstekend aan haar doel. Men sehryft ons uit Middelburg Op het oogenblik dat wij bezig zijn dit te schrijven, is de Woensdag geopende Ten toonstelling van Pluimvee, Konijnen enz weer zoo bijna gesloten. Ze was niet dra verschenen, of ging zoo ras weer henen. Maar ondanks dit kort en vluchtig be staan, was ze eene attractie voor velen. Da Tentoonstelling mag evenals deHuisvlyt- en Zilver-tentoonstelling als goed geslaagd beschouwd worden. De regelings-commis- sie, niet het minst de ijverige secretaris penningmeester, dir. Worst, heeft eer van haar werk. Er was veel moois, veel vreemde, veel schitterends te zien en te bewonderen, voor vakmannen zoowel als voor amateurs. Volgens een deskundige moeten or nog weinig tentoonstellingen van dien aard in ons land zyn gehouden, waar alles zoo goej ingericht was. Er: ecu ander verklaard^

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 2