NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 29. 1906.
Vrijdag 2 November
21e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Ziekte-verzekering.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J, DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02s.
UITGAVE DER FiRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Minister Veegens heeft 't ontwerp-
Kuyper in hoofdzaak overgenomen, zoodat
hij spoedig er mee bij de Kamer kan komen.
Gaat dit wetsontwerp er door, waar
zeker niemand aan twijfelt, dan zal Neder
land de vijfde zijn in de rij, die haar wet
geving met dit belangrijke stuk werk
verrijkt. Immers Duitsehland zag in 1883
een wet betreffende de verplichte ziekte
verzekering tot stand komen, Oostenrijk
in 1888, Hongarije in 1891, Luxemburg
in 1901.
Of er aan dit wetsontwerp nu juist zoo'n
groote behoefte bestaat?
De minister antwoordt bevestigend.
Immers het aantal van hen die zelfs
niet verzekerd zijn voor voorziening in
genees-, heel- en verloskandige hulp, is
nog veel te groot.
Slechts ongeveer een half miljoen per
sonen zijn bij eenig ziekenfonds verzekerd.
Bovendien is 't aantal dergenen die bij
ziekte of bevalling op een voldoende gelde
lijke uitkeering aanspraak hebben, betrek
kelijk gering. Slechts 200 duizend personen
zijn voor geldelijke schadeloosstelling ver
zekerd, en voor 't meerendeel hunner is
deze nog onvoldoende. Voorts schijnt de
wijze waarop aan de verzekerden de hun
verschuldigde schadeloosstelling wordt ver
leend, in vele gevallen tot klachten aan
leiding te geven, terwijl het ook bij de
zieken- en ondersteunings-fondsen veelal
aan een voldoend reserve-fonds blijkt te
ontbreken.
Over de vraag of de zedelijke verplich
ting tot een wettelijke te maken gerecht
vaardigd is,denktde ministergeruststellend.
Immers 't grootste gedeelte der verzekering
wordt door den werkman zeiven betaald.
Omtrent den inhoud wenschen ook wij
een en ander mee te deelen.
In hoofdstuk I (Van den verzekerings
plicht wordt bepaald dat de verzekering
zal omvatten de vaste werklieden die niet
voor een hooger bedrag dan f 1200 in de
bedrijfsbelasting zijn aangeslagen. In klei
nere gemeenten zal dit bedrag bij alge-
meenen maatregel van bestuur lager wor
den gesteld.
Onder vaste werklieden verstaat het
wetsontwerp hen die in een dienstbetrek
king zyn waarvan de duur ten minste zes
dagen is, onverschillig of die dagen achter
elkaar vallen. B.v. een arbeider die één dag
per week vast bjj een patroon in dienst is
(tuinman, schoonmaakster, e. d.) is wél ver-
zekeringsplichtig.
Gelijk reeds vroeger is meegedeeld zyn
ook de dienstboden in het ontwerp opge
nomen doch met de losse werklieden.
Nog wordt in dit hoofdstuk geregeld de
vraag wat onder ziekte verstaan wordt.
Art. 3 zegt daaromtrent„Onder ziekte
verstaat deze wet een storing van den ge
zondheidstoestand van lichaam of geest,
welke geneeskundige behandeling noodig
maakt".
Dus onder ziekte verstaat de wet ook de
storing van den gezondsheidstoestand die
gevolg is van ongeval, echter, volgens art.
2, slechts zoolang als de verplichting voor
de Rijksverzekeringsbank tot schadeloos
stelling nog niet is aangevangen. Het ont
werp tot wjjziging der ongevallenwet be
helst dat die verplichting zal aanvangen 9
weken nadat het ongeval, is gebeurd. De
gevolgen van het ongeval, zullen dus de
eerste 9 weken, voor rekening der ziekte
verzekering zfjn.
Dit laatste wordt als een goed middel
beschouwd om simulatie (zich ziek houden)
te beperken.
Hoofdstuk II behandelt de gezinsver
zekering.
Tegel yk met den verzekerde, is ook
zijn gezin verzekerd tegen ziekte en dat
ia dezelfde kas. Alleen dan als er in 't
gezin nog verzekeringsplichtige personen
zyn^b. v. kinderen boven de 16 jaar die
in dienst van andere werkgevers zijn dan
het hoofd van het gezin, mogen die elders
yerzekerd zijn.
Tot het gezin worden gerekend zij die
bij den verzekerde inwonen en den leef
tijd van 18 jaar nog niet bereikt hebben
dus ook de dienstboden, alsook ouders
e. d. die van het gezin deelmaken.
Hij die geen gezin heef;, betaalt toch
de premie voor de gezinsverzekering, en
ook wordt geen rekening gehouden met
de talrijkheid van het gezin,.
Zoodanige (laatstgenoemde) regeling
schijnt alleszins te verdedigen, zegt de
Memorie van Toelichting. In den regel
toch zal de verzekeringsplichtige reeds
op jeugdigen leeftijd aanvangen, wanneer
de plichtige nog niet gehuwd is, of al
thans nog slechts een klein gezin heeft.
Betaalt hij in die financieel gunstige om
standigheden een premie die iets hooger
is dan zijn verzekeringsrisico, zoo zal hij
daartegenover later, wanneer hij allicht
een groot gezin kan hebben te onder
houden, dat gezin tegen een matige premie
kunnen verzekeren. Dat voordeel zal niet
worden genoten door dengene die onge
huwd blijft, maar het staat vooraf van
niemand vast dat hij ongehuwd zal blijven
en later niet- een talrijk gezin zal moeten
onderhouden.
In verband met deze bepaling schrijft
artikel 17 voor dat de verzekeringsplich
tige gehouden is de namen, voornamen en
geboortedagen van elk der ingevolge zijner
verzekering bij dezelfde ziekenkas ver
zekerde personen, binnen 10 dagen na
dien, waarop hunne verzekering is aan
gevangen, schriftelijk aan de ziekenkas
mee te deelen.
Nog zij aangestipt dat deze medever
zekerden volgens art. 13 geen zieken- of
kraamgeld ontvangen. De schadeloosstel
ling strekt zich bij hen alleen uit tot de
onmiddellijke gevolgen van ziekte en be
valling.
1 November 1906.
Met leedwezen zullen velen onzer de
mededeeling vernomen hebben, dat de heer
J. H. Blum, de vroegere districts-school-
opziener in het district Middelburg, lid van
den Vlissingsehen gemeenteraad en ook
der Staten, het volgende jaar zijne woon
plaats, de gemeente Vlissingen, gaat ver
laten. De heer Blum heeft zich in den
betrekkelijk korten tijd dat hij hierwoonde,
de achting en het vertrouwen weten te
verwerven en te behouden van velen, èn
op Walcheren, èn daar buiten.
Was zijne welwillende houding tegen
over het bijzonder onderwijs voor sommi
gen een doorn in het oog, vooral voor hen,
die het openbaar onderwijs het onderwijs
noemen, te meer omdat de heer Blum zijne
waardeering van het bijzonder onderwijs
niet voor zichzelven hield, de voorstanders
van dit onderwijs hebben altijd in den heer
Blum een ambtenaar gezien, die met kennis
van zaken en zonder partijdigheid de wet
heeft trachten uit te voeren naar de be
doeling van de regeering, die hem tot dit
ambt had benoemd.
Daarenboven heeftde oud-schoolopziener
in verschillende colleges plaats gekregen
en liet zich niet onbetuigd waar het gold
de beoefening van christelijke barmhartig
heid. Betrekkelijk nog zoo kort is hij in de
Staten; er kon nog zooveel van hem worden
verwacht en door hem gededaan ook als
lid van den Raad van zijne woonplaats
Vlissingen.
Doch de heer Blum zal niet zonder
gewichtige redenen tot dit besluit gekomen
zijnwe hebben het daarom eenvoudig
te eerbiedigen.
De redactie van De Goesche Courant
houdt er in den laatsten tijd een rare
manier van bestrijding van den tegen
stander op na, Wel maakt zij het zich
niet druk met de verzorging van de eerste
bladzijde van haar blad, wat meer tot de
taak der redactie behoort principieele
artikelen moet men bij haar niet te veel
zoeken. Dat zou haar te zeer vermoeien
Zij soheldt en smaalt liever, dat gaat haar
gemakkelijker af en 't moet erkend
in dat vak is zij een bovenste beste.
Niet de taktiek van deD leeuw maar
die van het stekelvarken is de hare.
Zij prikkelt.
En dat doet zij niet bij voorkeur in
haar hoofdartikelen van dergelijke
dingen zal haar pen niet verslijten
maar in de rubriek „gemengde berichten".
Wanneer zij een bericht heeft geknipt
legt zij even de schaar neer en over
weegt of zij niet de eene of andere hate
lijkheid zeggen kan aan 't adres van den
tegenstander.
En zoo krijgt dan de lezer een heel
gewoon bericht te' slikken met aan het
slot een opmerking van de redactie.
Zoo schrijft zij nu weer onder het be
richt van de weigering der gereformeerde
kerk te Overtoom om geld door speelzucht
verkregen te aanvaarden, het volgende:
„Het hoofd der gereformeerden was
minder scrupuleusdie wilde nog wel
twintig jaren voor het rijk genieten van
de inkomsten uit de loterij".
Dergelijke fijne opmerkingen nu kan
men haast in elk nommer van dat gore
blad vinden.
De anti-revolutionairen worden nu ge
reformeerden genoemd De bedoeling is
doorzichtig. De menschen die in de Herv.
kerk ter kerk gaan moeten op staatkun
dig gebied van ons vervreemd worden,
van daar dat stelselmatig gebruik van
't woord „gereformeerden".
Daartoe moet in de nabetrachting over
den gemeenteraad o. a. de leugen dienst
doen als zou de heër Dekker zijn blijd
schap hebben uitgesproken dat ook de
gereformeerden eens een degelijk man
blijken te hebben en dat terwijl hij ge
sproken had van „de Chr. partijen".
Natuurlijk zullen wij den verderen on
zin in dat stekelige zinnetje van de Goesche
Courant niet ontleden.
Het „hoofd der gereformeerden", de
leider der anti-revolutionaire (staats)partij
is hier bedoeld, heeft ons geleerd voor
dergelijke fijne zetten als van de Goesche
eerbiedig op zij te gaan.
Maar tegen de valsche voorstelling ko
men wij op, dat de minister Kuyper heeft
„willen voor het rjjk genieten" (sic!) van
de inkomsten uit de loterij.
Wat in een coalitie-ministerie bereik
baar was, heeft hij tot bestrijding van de
loterij tot stand gebracht. Daardoor zijn
de loterij-advertenties met name uit de
Goesche Courant geweerd.
En ware hij nog vier jaar aangebleven
dan zouden ook de smerige Malthusiaansche
advertenties uit de Goesche Courant ge
veegd zijn.
Maar dat minister Kuyper de Staats
loterij aanhield om van zijn inkomsten te
genieten, of doen genieten, wat bedoelt
ze dat is een opzettelijk vervalschon
der waarheid, wat men van een onfat
soenlijk blad verwacht, maar waartegen
een fatsoenlijk lezer van dat blad, ook al
had hij nog zoo'n afkeer van de antirevolu
tionairen, in dat blad zelve behoorde op te
komen.
Te beginnen met 1907 zullen de open
bare scholen in de hoofdstad des rijks
ook onder geneeskundig toezicht gesteld
worden, m. a. w. er zullen schoolartsen aan
gesteld worden. Scherp trokken dhr. De
Vries en Fabius tegen de voordracht te
velde. Vooral deze laatste. Het genees
kundig toezicht op de scholen is een ver
derfelijk beginsel, dat niet minder wil dan
een deel der bevolking gratis te stellen
onder medisch toezicht. Consequent door
gaande zal men dienen te beginnen met
de kinderen, die nog niet op school zijn.
Daarenboven acht men, aanmatigend ge
noeg, de ouders niet in staat, hun eigen
kinderen op te voeden. De gratis over
heidszorg zal er toe leiden, om hier en
daar voorkomende onknnde en onverschil
ligheid, waarvan door den regel te groot
wordt opgegeven, te bevorderen en aan te
kweeken. Zoo onder meer sprak mr. Fabius
over het doel dezer voordracht, volgens
den Amsterdamschen wethouder van on
derwijs de vrucht van ervaring, verkregen
door waarneming.
Ondanks de principieele bestrijding der
beide heeren, ging de voordracht er door,
vooral ook toen de wethouder van het
armwezen als medicus het betoog van zijn
collega kwam steunen.
Zoo zal ook te Amsterdam de overheid
in dezen de taak van het huisgezin gaan
overnemen en behalve van schoolvoeding,
sehoolkleeding en schoolbaden, ook van
schoolartsen kunnen spreken.
Wellicht komen er spoedig nog vacantie-
koloniën van overheidswege bij, een lieve
lingsdenkbeeld, waarvoor men van zekere
zijde ook al propaganda begint te maken.
Het is maar te hopen, dat de vrije school
ook op deze punten vrij zal blijven van
overheidsbemoeiing.
Er gaan in Engeland stemmen op, om
de leerlingen der lagere scholen een ge
weer in handen te geven, om hen zoo
doende reeds vroegtijdig aan het gebruik
er van te wennen. Als ze later van school
zijn, zoo redeneeren de voorstanders van
dien maatregel, zullen ze zich des te ge
makkelijker bij een korps vrijwilligers of
eene sehietvereeniging aansluiten. Ze ken
nen dan alvast het gebruik van het geweer.
En militairisme in dien zin, gepaard gaande
met sport, alles onder behoorlijke tucht,
is een goed ding. Als die redeneering op
den duur maar goed uitkomt. Er is ook
hierin groot verschil tusschen theorie en
practijk.
GEMEENTERAAD.
Middelburg. (Vervolg Raadszitting.)
Gemeentebegrooting 1907. Uitgaven
Bij hoofdstuk XIV art. 12, subsidie aan
de vereeniging tot bevordering van het
vreemdelingenverkeer in Walcheren te
Middelburg f 300, en art. 13, subsidie aan
een of meer vereenigingen die zich ten doel
stellen de uitvoering der kinderwetten te
bevorderen, f 50, stelt de commissie van
financiën voor beide bedragen te doen ver
vallen
Burg. en weth. handhaven hun voorstel.
De heer Van Dunne zegt noode toege
stemd te hebben in het voorstel der com
missie. Na rijp beraad zal hij thans tegen
stemmen.
De heer Fruin zegt dat de commissie het
nut van den post beaamt, doch 't kan niet
lijden.
De heer Hurgronje zegt dat hij tegen zal
stemmen op grond dat deze vereeniging in
't belang der gemeente werkt. Vorige jaren
waren de gemeentefinanciën ook niet voor-
kleurig.
De heer Tak blijft er bij dat de financiën
het niet gedoogen.
De heer De Veer zal zich tegen elk sub
sidie verzetten, ook tegen dit; te meer daar
het hem niet is gebleken dat deze vereeni
ging het noodig heeft.
De heer Den Bouwmeester zegt dat door
de vermeerdering der inkomsten meer
vreemdelingen zijn getrokken. Dat de ver
eeniging het noodig heeft zal blijken uit de
bescheiden die zij over zal leggen.
De heer De Veer zegt dat het blijkt dat
hij verkeerd is ingelicht omtrent de feesten
die zij heeft gehouden, daar thans blfjkt
dat het uit eigen beurs is betaald, kan hij
medegaan met 't geven van subsidie, maar
dan een van f 100.
De heer Schorer ziet het algemeen be
lang niet in van deze vereeniging, want
door het drukke bezoek van vreemdelin
gen wordt geen algemeen belang gebaat,
slechts een klein deel van den winkelstand
heeft er profijt bij, de gemeentekas wordt
er niet mede gebaat, dus slechts een klein
deel is gebaat met dit bezoek, doch dit
is geen aigemeen belang. Waar men zoo
straks een post van f 300 heeft geweigerd
voor de heilgymnastiek aqht apr. zich niet
verantwoord voor dezen post te stem.men.
De voorzitter zegt dat de gemeentekas
wel degelyk is gebaat met het bezoek.
Hij wijst op het meerdere bezoek aan de
Oudheidskamer. Het voorstel der com
missie wordt in stemming gebracht, waarbij
de stemmen staken8 tegen 8.
De cemmissie van financiën stelt voor
de post van f50 voor de vereenigingen
„Zeeland" en tot „Steun" te schrappen.
De heer Schorer zet uiteen waarom de
commissie dit voorstel doet, dit is zijn
reden, dat die vereenigingen voortvloeien
uit de kinderwetten en daarom moet het
Rijk dit doen, maar niet de gemeente.
Als de gemeente zulke vereenigingen
subsidie geeft, dat neemt zij het werk
van het Rijk over en dat wil toch de
wetgever niet.
De commissie van Financiën trekt haar
voorstel in, waarop de post wordt ver
worpen met 12 tegen 4 stemmen.
Bij hoofdstuk XI art. 12 wordt deze
post f 90 verminderd. Hoofdstuk XIV
wordt aangenomen.
Inkomsten.
Bij Hoofdst. II art. 10 zegt de heei; Tak
dat het hem verwondert dat de aandeelen
der Ned. Handelsmaatschappij nog worden
gehouden. Wat doet de gemeente er mede
De heer Den Bouwmeester zegt dat de
aandeelen steeds stijgen.
De commissie van financiën stelt voor
deze post met f 150 te verhoogen, dit wordt
aangenomen met 12 tegen 4 stemmen.
De heer Tak zou willen dal B. en W.
vragen of het mogelijk is dat de Handels
maatschappij hier nog goederen inklaart,
dit wordt door B. en W. toegezegd. Nadat
antwoord is ontvangen, zal de heer Tak
op deze zaak terugkomen.
Bij Hfdst. 3 afd. 2 art. 1, gasfabriek,
f 141.912.20, vraagt de heer Van Dunne
inlichting omtrent den prijs der cokes hij
vindt die wat laag.
De heer Sprenger geeft inlichtingde
detail-prijs is hooger dan is uitgetrokken,
maar bij verkoop in 't groot is niet meer
te bedingen. Hooger ramen acht spr.
gevaarlijk.
De heer Ermerins zegt dat volgens
het verslag in 1904 de prijs was f 0,47 en
nu is die minder geraamd, dit vindt hij
te weinig geraamd, hij stelt voor de cokes
te ramen op f 0,50, dus deze met f2000
te verhoogen.
De heer Den Bouwmeeeter zegt dat er
thans is geraamd zooals het moet en zoo
goed mogelijk iedere cent die er meer op
de cokes wordt gedaan is hoogst gevaarlijk.
De heer Ermerins zegt dat de kolen-
prijzen steeds stijgen dus dit maakt de
cokesprijzen ook hooger.
De heer Sprenger zegt dat de hoogere
kolenprijzen niet van invloed zijn op de
cokesprijzen.
Het voorstel van den heer Ermerins
wordt verworpen met 12 tegen 4 stemmen.
Bij art. 2, Duinwaterleiding, zegt dhr.
Van Teylingen dat met ket oog op de be
zwaren de commissie haar voorstel tot al-
gemeene invoering van het meterstelsel
en in verband daarmee verhooging van
dezen post met f 12000, wegens de aan
gevoerde technische bezwaren, intrekt tot
later.
Bij hfdst. V afd. art. 3, geldleening ter
voorziening in de kosten van aanleg van
nieuwe werken voor de duinwaterleiding.
Memorie, stelt de heer Ermerins voor f 750
uit te trekken voor het bouwen van een
loodsje. Dit voorstel wordt verworpen met
11 tegen 5 stemmen.
Hoofdstuk VI. Inkomsten. De heer De
Veer vraagt of het niet mogelijk is om
de post Vreemdelingenverkeer over te
brengen naar Memorie, teneinde de be-
grootiDg te kunnen vaststellen.
Dit wordt niet gewenscht geacht.
De vaststelling der begrooting wordt
aangehouden tot een volgende vergade
ring, waarin eerst over den post Vreem
delingenverkeer moet worden beslist.
Daarna is aan de orde de herstemming
over liet voorstel-Ermerins, tot het uitgei