No. 24. 1906. NIEUWSBLAD YOOR ZEELAND. Zaterdag 27 October 21e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH Onschuld en Misdaad. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. X DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Gemengde Berichten. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers0,02s. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 26 October 1906. Het wetsontwerp tot reorganisatie van het korps mariniers is verworpen. Onder de tegenstemmers waren drie vryzinnig- democraten en een unie-liberaal. Deze laatste is de kapitein Thomson, zit ting hebbend voor Leeuwarden. Wij herinneren ons nog een kapitein die, jaren geleden, voor datzelfde district zitting had, liberale ministers van oorlogen marine bestookte, en met behulp van enkele geest verwanten en de rechterzijde menigen minister tuimelen deed. Zou de heer Thomson bestemd zijn dezen zyn grooten collega en voorganger, den heer De Boo van Aldewerelt te perpetueeren In ieder geval past het de vrijzinnige pers niet dezen „onafhankelyken volksver tegenwoordiger'' deswege aan te vallen. De Nieuwe Courant, hoffelijk, klaagt Meer en meer blijkt echter, dat juist onder die groepen der linkerzijde, waar ministe rieel zijn 't eerst of uitsluitend kon worden verwacht, zich elementen bevinden, die ongeneigd zijn hun inzichten naar die der Regeering te plooien. Misschien, ter wille van zuivering der politieke verhoudingen, verdient het toejuiching zeker is, dat het de positie van dit Kabinet te hachelijker maakt. Het Vaderland, meer vrijmoedig, gewaagt van speldeprikken en „minwaardig spel (der reohterzjjde), waaraan zich leden der linkerzijde niet (moesten) medeplichtig maken. Het kan zeer wel hun overtuiging zijn, dat een wetsontwerp als dit verwer pelijk is, maar hooger nog moet hun de overtuiging gelden dat de rechterzijde, optredende als zij gisteren deed, niet mag worden gesteund". Nu zijn wy het in 't afgetrokkene hier mee vrijwel eens. Doch niet de vrijzinnigen hebben het recht daarover captie te maken. Verdeel en heersch stond steeds in hun vaandel. En de dissentieerende vrienden in andere partijen zijn altijd door hen hooge- ljjk geprezen geworden. Beurtelings hebben J. C. Fabius, Huber, Beelaerts, Seret, Bronsveld, Van Weede, Lohman zelfs, Wintgens vooraldat 20 riUIlLETOlT. XVIII. EEN VRIENDELIJK ONTHAAL. Laura was zoo vrij geweest, gedurende dit onderhoud aan de deur te luisteren, terwijl zy slechts als toevallig in de gang verscheen, terwijl Tom en zijne zuster de breede trappen afkwamen. „Hoort eens", zeide zy fluisterend en zij knikte terwijl zy sprak, „gy moet naar mevrouw Richardson gaan, vlak tegenover de gevangenis zij is een brave vrouw en van haar zult gy alles aangaande Aleida vernemen. Maakt u niet bevreesd dat hare onschuld niet zal blijken". Tom zag het Fransche meisje met een doordringenden blik in het geslepen gelaat. „Ik zeg u dat alles aan het licht komen zal", ging Laura voort, terwijl zij haar vinger op den mond legde, waarna zij de deur voor hem opende. „Denkt er om, generaal Richardson, vlak tegenover de gevangenis'.', herhaalde zy, en nadat zij haar bedankt hadden, stonden Agnes en haar broeder alleen op den mar meren stoep. Terwijl wij hen geduldig van straat tot straat laten gaan, het hoofd bie dende aan den feilen wind, die juist begint tip co steken, en een oogenblik bevreesd voor een naderende regenbui, zullen wij een biik werpen in de gevangenis. De regen valt nu bij stroomen zwarte grauwe wolken bedekken de lucht, die gmteren nog in haar heerlijke blauwe kleur door de tralievensters te zien was. Aleida zit voor de tafel, die te haren dienste hier is gebracht; een doos met waterverf staat gan bare rechterhand, terwijl eenigo vellen ondervonden. En in de katholieke partij waren achtereenvolgens Bahlmann, Baff- mans, Kolkman en anderen de bovenste besten, wanneer methunhulp, bijvoorbeeld een Reglement van Orde kon worden afge stemd, onderwys-amendementen met een stem meerderheid werden verworpen, de rechtsche coalitie werd verbroken, 't volks petitionnement werd weerstaan, der liberale party steun werd geboden of de leerplicht wet werd gered. Wij zijn niet blind voor de eischen van het partijverband, wanneer een ministriëel leven er van afhangt. Maar wij komen op tegen dat meten met twee maten, hetwelk eenzelfde daad als verraad of als zelfstan digheid stempelt, al naargelang de delin quent uit het eigen partijverband liep, of uit dat van den tegenstander. Het gansche land ziet heden op Leiden gelyk in 1574. Daarom willen wij een kort verslag ge van van de hoogst gelukkige causerie gisteren avond door ds. Talma in een overvolle zaal gehouden ter aanbeveling van de candidatuur van dr. De Visser. Ds. Rudolph presideerde. Ds. Talma den katheder beklimmende werd daverend toegejuicht. Hij consta teerde dat wij (in staatkundigen zin) thans midden in een moeras zitten, dank zij 't gemodder van Boeman Borgesius. Het Vaderland van hedenavond heeft een fel artikel, waarin gezegd wordt dat er 4 jaar godsdiensthaat heeft gewoed. Dat is van de antithese zeggen zij. Maar die anti these, die er altijd geweest is, behoefde toch waarlyk geen aanleiding tot gods diensthaat te geven. Neen het eigenlijk ge heim van den strijd was, dat dr. Kuyper er uit moest. Daaram stelden de soc.-dem. Mendels, om straks bij de herstemming te kunnen zeggen nu Paul. Veel wil spr. van het ministerie niet zeggen,zijn taak is al moeilijk genoeg.Maar wel wil hij constateeren dat de politieke toestand door en door ziek is omdat wij een ministerie hebben dat op geen aan gesloten meerderheid steunt, doch er alleen zit bij de gratie van Kuyper-haat. De heer Marchant bestreed niet den papier op tafel verspreid liggen. Zij is met vollen ijver over haar werk gebogen, en bemerkt niet eens, dat de regen in dichte vlagen neervalt. Het gelaat, dat onder hare handen in schoonheid wint, is dat van me vrouw Richardsop. Zy is juist bezig de wangen een weinig rood te kleuren, en neemt nu de te sterke kleur weg. Ja, dat zyn haar vriendelijke oogen, haar laag voorhoofd, hare golvende haren met de scheiding in het midden en de over hare ooren gekamde doffen, haar by na kinderlijk mondje en hare heldere gelaatskleur. Aleida is voor haar werk met liefde vervuld, want zij glimlacht, zoo dikwijls zij er naar kijkt. Haar eigen wang is bleek, maar een stille tevredenheid ligt over haar gelaat ver spreid. Zij heeft, geheel verdiept in haar werk, haar ryken haardos naar achteren gestreken haar voorhoofd lijkt breeder en bleeker hare aderen blauwer, hetgeen aan haar uiterlijk een krachtiger uitdrukking geeft. Hoe zeer is 't voorkomen van hare kamer veranderd I Twee stoelen hunne kleur verraadt uit welke kamer in het huis van mevrouw Richardson zij afkomstig zyn. Twee of drie lieve schilderijtjes en papieren liggen hier en daar verspreid; de Bijbel ligt geopend in de vensterbank, een ruiker frissehe bloemen er naasthaar bed is nu voorzien van dekens, lakens en kussens, terwijl een strook van een grillig gekleurde Indische mat er voor ligt. Sedert den dag van hare groote en plot selinge blijdschap sedert den dag, waarop de hemel voor haar in nieuwe schoonheid prijkte en een nieuw licht in de cel van hare gevangenis was doorgedron gen, waarop alles haar in een andere ge daante voorkwam, was haar blik kalm, ge lukkig en bezield, spreker, maar de candidatuurDe Visser en ,deed aan 't slot een viezen persoonlijken aanval op dr. De Visser, dien hij zijn veranderd inzicht inzake saamwerking met de Roomsohen verweet, en voorts ver klaarde liever te stemmen op een Paul die niet politiek is dan op een De Visser die te politiek is. Hierop eindigde hij met de aanwezigen toe te roepen stemt Smis- saert, Paul of Mendels I Ds. Talma protesteerde tegen insinuaties als deze die ons politiek leven bederven. En aan 't slot dat gevoeld en luide toege juicht werd, sprak hij het failliet ligt in het slot der rede van mr. Marchant, waar hij zegtStemt een der vrijzinnige candi- daten" Paul, Smissaert of' Mendeis. De. de Visser sprak nog een krachtig persoonlijk woord, aan het slot waarvan hij protesteerde tegen de wijze waarop Het Vaderland zijn persoon is aangevallen. Het gaat, verklaart Spr. niet om personen, niet om een wijsgeerig of leer stellig stelselhet gaat hier alleen om de ontwikkeling van ons staatkundig leven op den Christelijken grondslag die voor drie eeuwen te Leiden is gelegd. Ds. Rudolph riep allen toe dr. De Visser „morgen zoo zwart te maken als Het Vaderlauit ixi'. heden deed". Te half 12 ging de saamgepakte inen- sehenmassa ordelijk uiteen. Nog een staaltje van botsing tussehen theorie en practijk. Op de vergadering van de atheïstische vereenigiDg He Dageraad sprak men op de scherpste wijze de veroordeeling van het christendom uit, en op eene vergadering van geëmancipeerde dames sprak men van zestig eeuwen van ellende over de vrouw gebracht door het bijbelverhaal van den zondeval. Hoe ze aan dat getal van zestig eeuwen komen Wel door de christelijke jaartelling. De theorie zegtbeschimpt, ondermijnt de christelijke grondslagen onzer maat schappij zooveel ge kunt. Maar 'toch zult ge er rekening meê moeten houden, zegt de praetijk. Niemand buiten God en haar eigen hartje wist, hoe begaafd Aleida Grayiynn was. Het liefdeloos karakter van hare tante en nicht was slechts in staat geweest om de begaafdheid van 't weesje aan te kweeken, de Heer had haar voor ai haar leed schade loos gesteld. In een klein koffertje, dat zij in hare kamer had achtergelaten, bevonden zich eenige stukken, die van hare rijke gaven getuigden, voorwerpen, geheiligd door nachtelyken arbeid en studie. Deze had Bella sedert de inhechtenisneming van hare nicht gevonden, en met van afgunst glooiende wangen gelezenzij was ver wonderd maar niet verheugd. Integendeel, ieder nieuw bewijs van het edel karakter van hare tegenstandster sneed haar als een mes door het hart, stak haar als een adder, en verpletterde haar als het ware met een ijzeren hand onder de grievendste ver nedering. Maar zie, Aleida is opgestaan, terwijl zij het papier een weinig van zich afhoudt een vroolijke glimlach, die als een zonne straal verwarmd, maakt haar aanminnig gelaat tot eene ware schoonheid. „O 1 hoe sprekend 1 Hoe verheugt my dat 1 Mijn leven lang zal ik het prijzen. Dierbaar afbeeldsel van haar, die ik lief heb, als gij eens wist hoe dierbaar gij mij zijtl Wel daar regent het waarlyk", voegde zij er bij, terwijl zij verwonderd opkeek, „ochl als ik die wolk eens kon schilderen 1 die dreigende grauwe wolken en die don kere daarginds. Die zilveren rand daar aan die eene, alsof de zon den storm met zijn gloeiend vuur geschilderd had hoe statig dry ven zij voorbij en stapelen zich op elkaar". Op dit oogenblik stapten Tom en Agnes uit een rijtuig, dat zij genomen hadden, toon de regenbui zwaarder werd en begaven Wy vestigen de aandacht op de adver tentie van mej. Neeltje Lokerse, die de volgende maand op Zuid-Beveland haar bekende lezingen komt houden in verband met de beweging tot opheffing van het verbod tot onderzoek naar het vaderschap, en in verband met de meer en meer toe nemende onzedelijkheid. Wij wekken onze lezers op dit goede plan van Neeltje Lokerse met een trouwe opkomst te steunen. Goes. Woensdagavond was de Bocht van Guinea alhier in rep en roer. De vrouw van J. C. van H. was bezig haren man op schandelijke wijze, ten aanhoore van honderden vrouwen, mannen en kin deren uit te schelden voor al wat gemeen is, o. a. zakkendief, enz. Gelukkig dat de man in normalen toestand verkeerde, daar in het tegenovergestelde geval ergerlijke feiten zouden zijn voorgevallen. Om alle gebeurlijkheden te voorkomen, vroeg hi.j voor dien nacht onderdak bij de politie, waaraan voldaan werd. Gisteren was de Bocht van Guinea alhier weder in rep en roer. De beruchte J. C. van H. verbrijzelde zes ruiten zijner woning, uithoofde zijne vrouw en dochter hein in huis hadden mishandeld. Zijn gelaat zit vol krabben, door deze mis handeling veroorzaakt. Ons bericht omtrent het spoorweg ongeval (zie ons no. van gister) is op één punt foutief, Het ongeluk was geen gevolg van verkeerden wisselstaod, maar van een samenloop van omstandigheden en het loopen op een anderen -wagon. Door den penningmeester der wijk verpleging in dank ontvangen uit het busje van de zuster f35,20. A.s. Maandag 29 Oct. te 8 uur ver gadert de Chr. Volksbond. In de week van 5 tot 10 Nov. zal de collecte plaats hebben. Uit het verslag van den secretaris den heer J. Donner blijkt dat 't tekort dit jaar f340,45 is zijnde f97 kleiner dan dat van 't vorige jaar. Jammer is dat het ledental vermindert. De Commissie be tuigt haar dank voor den ook in 1906 zich naar het huis van generaal Richardson. Agnes beefde van angst, dat zij op gelijke wijze als bij mevrouw Westerly ontvangen zou worden maar Tom beet zich zijn lip tot bloedens toe stuk, toen hij een blik naar de overzijde wierp op de zware steenen muren van de gevangenis. De dienstmaagd bracht hen in de zaal, waar mevrouw Richardson zat te naaien en de generaal als gewoonlijk zijn boek las, met zijn bril op, die met een blauw lintje was vastgebonden, dat zijn vrouw er voor gemak aan bevestigd had, en dat aardig afstak bij zijne witte haren. Mevrouw Richardson stond bij hun binnenkomen dadelyk op, en de generaal, die aan zijn lintje volstrekt niet dacht, trok het stuk, toen hij zyn bril voor zijn voor hoofd schoof. Agnes voelde zich gerust gesteld by den eersten oogopslag van dat vriendelijk gelaat, en nam plaats op een der bevallige stoeltjes dat voor haar neergezet werd. „Neef en nicht van Aleida I" riep mevr. Richardson uit, „ik ben inderdaad blijde dat ik u zie en nu zij ontstelde bij het zien van Toms droef gelaat. „Het is een treurige reis voor ons ge weest", zeide Tom met zachte stem. „Dat geloof ik gaarne", antwoordde mevrouw Richardson „dat zal het zeker welen een treurig geval, waarvoor gij komt. Dit is mijn man. Lieve, de neef van Aleida Grayiynn; en dit lieve meisje vroeg zij, terwijl zij Agnes' hand in de hare nam. „Mijne zuster, mevrouw". „En gij komt zeker om de arme Aleida te troostenmaar ik moet u zeggen, dat zij tevreden en gelukkig is". De generaal groette hen op zijne gewone hartelijke manier, en voegde er bij„Wat die jonge dame hierover betref .zij is eyen geboden steun, inzonderheid aan het Bur- gerlijk Armbestuur, de Pers, en het bestuur tot organisatie van de Soiree dat f26,10 afdroeg. De commissie voor Werkverschaf- fing heeft aan 37 personen in de winter- i maanden goed en nuttig werk verschaft. Zonder de matters werd er 938 dagen werk verschaft, van 7 Dec. tot 16 Maart. Voor verdere mededeelingen verwijzen wij naar het verslag. Het bestuur van den Chr. Volksbond bestaat nu uit de hoeren J. M. Kakebeeke (voorz.), J. de Hoogh (penningm.), J. Don ner (seer.), J. A. v. Heel, M. A. Stieger, M. H. Harinck en Joh. Pilaar. Waarde. De heer M. van Weele alhier, heeft in den afgeloopen zomer een zekere oppervlakte aardappelen doen besproeien. Het gevolg hiervan was, dat deze be sproeide aardappelen ongeveer 4 weken langer groen gestaan hebben, dan de niet besproeide en dus ook langer gegroeid hebben. De opbrengst der besproeide aard appelen was tegen 120 H L. per geniet of 25% meer dan de onbesproeide. Krabbendijke. Donderdagmiddag ver gaderde de gemeenteraad onder voorzit terschap van den burgemeester. Dhr. J. Butyn was met kennisgeving wegens fami lie-omstandigheden afwezig. Van de overi gen ontbraken er nog een tweetal zonder kennisgeving. Na de lezing der notulen werd o. a. medegedeeld dat mej. Scheele de benoeming als onderwijzeres heeft aan genomen en 1 October 1.1. in dienst trad, maar al spoedig ziek werd en vermoede lijk voor 1 of 2 maanden verlof zal moeten hebben. Werd besloten een geldleening %root 4000 gld. aan te gaan met het oog op de stormschade enz. aan de haven. Van dit bedrag zal voor 1906 reeds f 1200 noodig zijn. In verband met het vorige besluit werd de begrooting 1906 gewij zigd. Wijziging was ook noodig, omdat het in orde brengen der wegen f 400 ruim meer had gekost dan was begroot door het ongunstige najaar 1905. Een paar woningen op den Oostdijk, bewoond door Jacob Harthoorn en Wed. A.Koole werden onbewoonbaar verklaard en zullen binnen 6 maanden ontruimd moeten worden. onschuldig aan diefstal als ik". „Dank u, dank u, mijnheer 1" riep de dankbare Tom, terwijl een traan in zijn oog opwelde „het troost ons, u zoo te hooren spreken. Hoe is het haar mogelijk haar leed te dragen?" vroeg hij, zich tot mevrouw Richardson wendende. „Gij zult het met eigen oogen zien", hernam zij. „Ik ga dadelijk met u mede; wacht een oogenbliken zy ging heen om zich voor het bezoek in de gevangenis gereed te maken. „Ja, even onschuldig als ik zelfen zy zal vrijgepleit worden; de zaak zal grondig worden onderzocht; ik heb met den besten advocaat uit den omtrek gesproken, en ik zal hem uit mijn eigen zak betalen", zeide de generaal, snel sprekende. Tom stak hem de hand toe de generaal schudde die hartelijk en bij herhaling hij zag de tranen in de oogen van den jongen man, maar deed alsof hij ze niet zag en Agnes, het gevoelige meisje, zat in stilte te weenen, met haar zakdoek voor de oogen. „Ik ben gereed", zeide mevr. Richardson, die weder binnenkwam„de regen heeft opgehouden, maar ik denk, datwijnogmeer zullen kriigen. Wy zullen nu dadelyk naar den overkant gaan. Gij zult wijs doen, met in de gang te wachten, tot ik baar op uw bezoek heb voorbereid", ging zij voort, toen zij de gevangenisbinnengingen. Agnes hield zich aan haar broeder vast, dewijl haar een pijnlyk gevoel overviel; de gevan genis was zoo donker, de muren zoo dik en somber, en de weinige gevangenen, die zy zagen, zoo afzichtelijk van uiterlijk en klee- ding. Ook Tom beefde wat, toen zij de trap opgingenmevr. Richardson hoorde zich in 't voorbijgaan zachtjes bij haarnaamroepen maar zij hield niet stil. Wordt vqmlt/il

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1