No. 23. 1906. NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. Vrijdag 26 October 21e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH Buitenlandse!! Overzicht. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ. ie Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN BETER TOEZICHT. UIT DES PERS. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Naar mijn meening moeten gods dienst en politiek niet worden ver mengd, wanneer men onder gods dienst verstaat kerkelijk leven, cultus en al wat daarmede in verband staat. Het verband tusschen politiek en godsdienst ligt m.i. hierin, dat iemand, die God wil dienen, zulks doet in alle zaken, dus óók in zaken van Staat. En wat men ook moge zeggen, de vrijheid kan daardoor nimmer worden bedreigd. Er is geen grondslag voor de politiek, welke meer de beteekenis der persoonlijkheid doet uitkomen en die persoonlijkheid hooger eerbiedigt dan in de christelijke religie. TALMA. Bij de behandeling nu onlangs voorde Middelburgsche rechtbank van de zaak van den gewezen secretaris-ontvanger der gemeente Breskens, viel het ons op, hoe zoowel van de zijde van den ambtenaar van het openbaar Ministerie als van die van den verdediger met nadruk gewezen werd op het schier volslagen gebrek aan toezicht en eontroie, waardoor ae ver keerde handelingen van den beklaagde zoo'n langen tijd bedekt konden blijven. Ware er beter toezicht geweest, dan had den, zoo sprak genoemde ambtenaar, de malversatiën te Breskens niet zoo'n omvang kunnen nemen. Volgens beklaagde zou gedurende een tijdsverloop van zestien jaren nooit kas opname gedaan zijn. Een jaar of vier zoo ongeveer geleden is de gemeentekas nagezien en toen in orde bevonden. De man was op die plot selinge verschijning van controleurs voor bereid. Immers, eenigen tijd te voren was een ambtenaar der griffie te zijnentgeweest; doch de beklaagde secretaris-ontvanger was toen afwezig. Maar, zooals een Fransoh spreekwoord zegt„Un homme averti en vaut deux", d. i.is iemand te voren ver wittigd, dan past hij dubbel op. Zoo ook hier Bij het tweede bezoek was de ad ministratie in orde gemaakt. Beklaagde had eenige posten, te zamen een bedrag van 1200 gulden, eenvoudig niet geboekthet overige deel van het geld paste hij uit eigen middelen bij en klaar was kees, zooals men wel in het dagelijksohe leven zegtde administratie klopte. Dit alles wjjst op een misstand, die dringend verbetering behoeft. Niet gaarne zouden we beweren, dat de voormalige, eervol ontslagen secretaris-ontvanger van Breskens, nu beklaagd en door den rechter veroordeeld, gevallen is als slachtoffer van eene slechte contröle. Hier waren blijk baar andere, veelsoortige factoren in het spel. Wie zal ze alle weten en noemen. Maar dit is o. i. boven alle bedenking verhe-en, ware te Breskens beter toezicht geweest, de beklaagde zou allicht niet zoo ver gegaan zijn en de bewoners van het dorp, voorzoover zij nu in de treurige zaak betrokken zijn, waren nietdedupen van de geschiedenis geworden. Zonder echter in dezen als stuurman aan den wal te willen dienst doen, zouden we willen vragen, of beter toezicht niet mogelijk is. We geven direct toe, dat het in vele ge vallen hoogst moeilijk is bij hen, die gel den van gemeente of particuliere ver- eenigingen onder hunne berusting hebben, de gewenschte en noodige contróle uit te oefenen. Vooral, wanneer, zooals dikwijls het geval is, verschillende kassen door een en denzelfden titularis beheerd worden. Mijnheer A, om een voorbeeld te noemen, is gemeente- en ook kerkelijk ontvanger, secretaris penningmeester van dezen of genen polder, zoo niet van beide of wel licht van meerdere polders te gelijk daai-- enboven nog beheerder van andere fondsen of wel agent daarvan. Wat kan nu gebeu ren Mqnheer A wordt tegen morgen op geroepen voor de kerkelijke administratie, Romende week voor een der polders, veer tien dagen later voor eene andere admini stratie en zoo voort. Er is alzoo controle zou men zeggen. Doch geen voldoende. Immers, stel, mijnheer A heeft een tekort in de gemeentekas Dit is natuurlijk hem bekend, doch daarom behoeven zijne supé rieuren, die de kas komen opnemen, dit nog niet te weten. Wat heeft hij te doen Een voudig uit een der andere kassen bij te passen van te voren is hij, zooals meestal het geval is, van de komst der heeren ver wittigd, wat in de nu te contróleeren kas ontbeekt. En by de kasopname is er geen vuiltje aan de lucht. De heeren kun nen niet anders dan constateeren, dat de gemeentekas in orde is. Zoo zou men kunnen voortgaan. Om eenig resultaat te hebben zou men alle kassen van den heer A te gelijk moeten opnemen, wat echter door verschillende omstandigheden niet wel doenlijk is. Is het euvel dan niet te verhelpen, dat telkens malversatiën plaats vinden zooals te Breskens? Wellicht zou er een middel aan de hand gedaan kunnen worden, waar door men het kwaad in zijn begin zou kunnen stuiten, als het invoeren van het lokettenstelsel. In ieder geval zou het reeds eene schrede vooruit zijn in de goede richting, indien men van bevoegde zijde er voor waken kon, dat niet te veel functiën en baantjes, waar de titularissen met de finantiën in aanraking komen en veel geld onder hunne berusting hebben, in een en denzelfden persoon vereenigd worden. Preventieve maatregelen zijn ook maat regelen en hebben soms de schoonste resultaten. M F r a n k r ij k. Frankrijk heeft, een paar dagen maar, een ministrieele crisis gehad. Sarrien was wegens ziekte (of was het somwijlen omdat hy zich door Olemenceau niet in de soci alistische richting wilde laten dringen afgetreden en het heele kabinet was hem ^gevolgd. Doch Olemenceau hacLal spoedig van de heengeganen er zes weer opgepikt, en met groote slimheid kreeg hij 't nieuwe mini sterie terstond voor malkaar. Nog rooder dan zijn voorganger is 't in zyn saamstelling, wat van een driekwart socialist als Olemenceau wel te denken was. Het meest, natuurlijk, blinkt de radicaal- socialistische nuance uit. Twaalf van de zestien behooren óf tot de socialistische, öf tot de radicaal-socialistische religie, waar van de sectie „onafhankelijk socialisme" vertegenwoordigd wordt door Briand en Viviani. Er zijn drie zeer gematigde „bloc" ledenThomson, Barthou en Caillaux. Picquart is generaal en geen politicus. Het zal voor hem zelf en het land het beste zijn dat hij dat blijft. Het is dus wel een dui delijk uitgevoerde linksche wending, die Olemenceau het vorig ministerie heeft doen nemen. Niettemin zijn de ware Oombisten of te wel bloe-lieden allesbehalve tevreden, want geen der hunnen is aan het roer gekomen. Engeland. In het parlementsgebouw ta Londen hadden eergisternamiddag, tengevolge van een demonstratie van voorstanders van vrouwenkiesrecht woeste tooneelen plaats. Ongeveer 30 vrouwen waren doorgedron- gan tot de buitenste gaanderij, waar zij aan leden van het Lagerhuis verzoek- zoeksohriften opdrongen. Plotseling klom een der vrouwen op een sofa en begon met schelle stem een rede te houden. Dit was het teeken voor een woeste uitbarsting onder de andere vrouwed. Wild dooreen weerklonken de uitroepen„Stemrecht voor vrouwen 1 Vrijheid 1 Wij zijn sla- winned Wij geven niets om uw gevange nissen Van alle kanten stroomden par lementsleden toe om getuige te zijn van dit buitengewoon tooneel. Eindelijk kwam er een groote afdeeling Eolitie en er ontstond een woedende strijd. »e vrouwen moesten eet} voor qen, als hyena's vechtend, met geweld op de straat worden getrokken. Vele agenten werden de kleeren van het Ijjf gerukt. Buiten werden acht vrouwen in arrest genomen en naar een politiebureau gevoerd. Maar een menigte mensehen van vele duizenden personen, waaronder veel ge peupel, vergezelde deze escorte en nam ten slotte zoo'n dreigende houding aan, dat de chef der politie in allerijl een sterke politiemacht moet zenden om ern stige straatgevechten te verhinderen. Ook op het politie-bureau hielden de vrouwen redevoeringen. Tegen borgtocht werden zij ten slotte in vrijheid gesteld, maar maakten daarvan gebruik, om, vergezeld van reusachtige mensohen-massa's aan den oever der Theems een protest-vergadering te houden. Duitschland. De klaehteD over de buitengewoneduurte van het vleesch in Duitschland blijven aan houden, en minister Podbielsky blijft doof voor alle tot hem gerichte verzoeken om maatregelen te nemen voor een grooteren vleeschiüvoer. Te Keulen en andere plaatsen hebben de Kamera van Koophandel zich tot de regeeriDg gewend om intrekking te ver krijgen van de voor den invoer van lerend slachtvee geldende bepalingen, vooral voor de westelijke grens van het rijk aan de Nederlandsche zijde, en om den invoer van versch vleesch in bevroren toestand te bevorderen. Maar de aandrang zal wel uit het Parlement moeten komen. Marokko. Het loopt weer mis. Begin dezer week werd een door de regeering aangestookte aanval gericht op de stad Arzila door roovers, die den be stuurder der stad naar Tanger zonden. Mohammed-el-Torrès, in dezen optre dende als representant van het gezag des Sultans, heeft eindelijk zijn rol van lijdelijk toeschouwer laten varen. D. w. z. hij heeft zich tot Raissoeli gewend met het verzoek, toch tusschenbeide te willen komen. Een zonderling verzoek, wanneer men in aan merking neemt, dat Raissoeli zelf de roo- verhoofdman bij uitnemendheid is. Toch wordt het gezag van dezen mach tigen bandiet aangetast door den stam der Andjiras. Aan deze lieden was door Rais soeli verboden, in Tanger ter markt te komen, over welk verbod zij zich nu willen wreken. Vrij algemeen wordt aangenomen, dat Raissoeli een aanval van deze zijde heeft willen voorkomen door een aanval te bevelen op Arzila. Hij hoopt daardoor zijn prestige te vergrooten. Men maakt zich in de Fransche bezit ting over de woeligheid der Moorsehe stammen zeer ongerust en vreest dat na den Ramadan er een uitbarsting zal komen De spoorweg van Oian naar de Marok kaansehe grens heeft een groot deel van den wiüstgevenden karavaanhandel uit Tatilet tot zich getrokken es door deze mededinging bittere vijandschap gewekt bij allen die bij den karavaanhandel be trokken zijn. Joodsche en andere koop lieden, die hun zaak naar dezen omtrek van het eindstation hadden overgebracht, zijn gedwongen naar Tablet terug te kee- ren. Allen die op de nieuwe markt te Tigig kwamen, zijn uitgeplunderd, opdat zij zouden begrijpen te moeten kiezen tusschen de Fransehen en de Mooren. De Maraboets van Tablet gaan de stammen rond om hun te beduiden, dat de Koran eiken handel met de ongeloovigen ver biedt. Anti-Fransohe vlugblaadjes worden verspreid, die in het Arabisch gedrukt zijn. Zoo wordt een quaestie, die oor spronkelijk zuiver economisch was, lang zamerhand een politieke en godsdienst twist. j De Arabieren van Doei Menia, ten getale van ongeveer 20,000, die 8000 tot 10,000 goedgewapende ruiters in het veld kunnen brengen, hebben zich nu bij de staromen van Tablet aangesloten,Jhetgeen ongerust heid wekt in geheel zuidelijk Ovan, Te Boe Denib, het middelput van de Moham- medaansehe ontevredenheid, prediken de Maraboets den „heiligen oorlog" en worden levensmiddelen opgestapeld. Sedert eenige maanden gaan gezanten uit Tafilet de dorpen van den Opper-Atlas rond om de inlanders tegen Frankrijk op te stokeD. In den laatsten tijd zijn pogingen van dezen aard ook aangewend bij de Beniguils, die tot dusver Frankrijk vriend schappelijk gezind waren. Meer en meer wordt het geloof verbreid, dat Boe Amara, het rebellenhoofd, zich na den Ramadan aan het hoofd zal stellen van alIeMohamme- danen. Inmiddels melden de laatste berichten dat de toestand te Arzilla nog is verergerd. Alle miltaire posten zijn versterkt. Zuid-Amerika. Sinds een tiental jaren reeds trekt hel grootsehe technische werk, om de twee aan elkaar grenzende staten Argentinië en Chili met elkaar te verbinden door een spoorweglijn over de Cordilleras, de aan dacht van deskundigen en leeken. Wan neer die verbinding tot stand zal zijn ge komen, dan zijn in het Zuiden twee we reldzeeën, de Groote Oceaan en de Atlan tische Ocoaan, door een doorloopende spoorlijn verbonden en wordt o. a. de reis van Europa naar Valparaiso twee duizend K.M. bekort. Van zijn vrienden moet men het hebben. De schrijver van „de losse opstellen'' in I)e Tijd neemt onder bovenstaand op schrift het jongste artikel van V. D. onder handen, dat in Winschoter, Arnhemsohe en Middelburgsche Courant en andere bladen stond en in dubbelzinnige taal poogde het ministerie-De Meester te ver heerlijken. Het artikel is zoo ad rem dat wij niet nalaten kunnen dat heelemaal over te nemen. „De hemel beware my voor mijne vrien den", mag Minister De Meester wel u, et zyn collega's zuchten, zoo dikwijls zij hun ver dediging zien toevertrouwd aan onhandige dagblad-artikelen, als hetwelk mij heden schrijfstof levert. Bedoelde artikelen zijn niet zeldzaam in de oud- en nieuw-liberale pers, welke zooveel goeden wil aan den dag legt om het door de zomerverkiezing van het vorige jaar geproduceerde Ministerie te loven, maar wier goeden wil ten spijt zoo weinig loffelijks te ontdekken valt. Met het gevolg, dat de ministerieele gezichten soms op pijnlijke wijze geraakt worden door de wierookvaten, hun met de beste bedoelingen, maar wat wild door vrien denhanden toegezwaaid. In de Arnh. Cour. en de Middelb. Cour. onderteekende V. D die het journalistieke voorrecht bezit, beide ongelijke bladen geregeld van volkomen gelijke denkbeel den te bedienen, een groot-sprekerij op het Kabinet-De Meester, welke door een kwaad-sprekery over het Kabinet-Kuyper volgenderwys werd ingeleid „Eén goed ding moest elke zedelijke op lossing van de jongste crisis ons brengen den uittocht van de clericalen uit het re- geeringskasteel. Hoe erg ook de nieuwe bezetting zou worden, erger dan de oude kon ze slecht zijn. Gelukkig, de nieuwe burchtheeren hebben niet alleen de ver dienste, dat ze lang niet zoo erg, ze hebben de groote deugd, dat ze veel beter zyn dan hun voorgangers. Dè,t nu nog eens nadrukkelijk op te merken, is niet van zoo groote overbodigheid als oppervlakkig wel wil schijnen". Men moet vooral deze inleiding lang zaam savoureeren, om te oordeelen over den fijn-politieken smaak, waarmee het geheele artikel werd toebereid. Eerst bij nauwkeurige beschouwing erlangt de beeld rijke taal het vereischte relief. De schrijver, die zich hardnekkig tot laak heeft gesteld met dezelfde hand, waarmee hij den in ongenade gevallen Kuyper c. s. zwart maakt, het geestver wante ministerie blank te scharen, wil boven allen twijfel vastgezet hebben dit: erger dan de politiek der antithese kon de pacificatie-politiek stellig niet uitvallen schromelijker dan de „groote theoloog en politisch pseudo-kolossue", kon de„ handige en scherpzinnige'' minister De Meester 's lands zaken niet in de war sturen, onder dr. Kuyper is het uiterste eener verwaande en verdwaasde politiek bereikt. Elke ver andering moest dus wezen een verbetering, een uitredding, een middel des behouds. Een "dit nu nog eens nadrukkelijk op te merken", nietwaar, „is niet van zoo groote overbodigheid als oppervlakkig wel wil schijnen". Wanneer men als een axioma aanneemt, wat de schrijver in Arnh. en Middelb. Crt. daartoe verklaart, dan kan men,van hieruit, licht tot een gunstigen staat van 't Kabinet- De Meester redeneeren. Elke politiek zonder antithese is dan altijd winst. Toeh zullen de ministerieelen er een zweetje aan hebben, om de beteekenis en werkzaamheid van dit Kabinet tegenover die van het Kabinet-Kuyper omhoog te halen. Vooreerst omdat bij het jongste éehee van den Minister van Koloniën bleek het opnieuw deze regeering in hachelijke oogenblikken slechts op ééne groep kan rekenen van de meerderheid, waaruit zij haar leden recrateerde.Voorts wijl een prin- eipieele politiek ten eenenmale ontbreekt, evenals elke praestatie van zekere betee kenis. Eindelijk omdat het gebeurde met de commissie tot Grondwetsherziening, het verlof aan den minister van Waterstaat en diens onverantwoordelijke toast te Valparaiso, de eenzijdigheid in zake be noemingen, de springpolitiek van den Minister van Financiën, het zacht ge sproken zonderling beleid der titula rissen van Oorlog en Marine, de duister heid en de stelselloosheid in de wetgevende plannen, ons dubbel doen betreuren de heehte, prineipieele samenstelling van het vorig Kabinet,zijn program enregeerbeleid. Wie de kunst verstaat, half geduide bedoelingen voluit te raden en tusschen de regels door te lezen van een kritiek, als pas door liberale bladen werd uitge oefend op de koloniale „ongelukkige cam pagne" der vorige week, die de N. Crt. nogeens deed herinneren „dat de huidige politieke constellatie zich overmaat van fijngevoeligheid niet kan veroorloven", of wie de zure gezichten heeft bespied, waar mee vrijzinnige redacteuren zieb destijds uitlieten over de als sucade zoo slappe maatregelen, die den sucade-accijns moesten verlioogen, over de onlangs aangekondigde opcentjes,de marinebegrooting enz., voor hem kan het geen geheim wezen, dat de ministrieele pers even verlegen zit met haar Kabinet, als het Kabinet met zijn pers. „Dat nu nog eens nadrukkelijk op te merken" inderdaad, „het is niet van zoo groote overbodigheid als oppervlakkig wel wil schijnen". Maar wij behoeven deze „nadrukkelijke opmerking", welke nog altijd is „verre van overbodig" zoo ver terug niet te zoeken. Zij ligt dichter bij de band. En wij kunnen het evenzeer laten om naar de gedachte van V. D. in Middelb. en Arnh. Ct. aan „een kerkelijk opsteller" citaten te vragen, die „de gebreken en zwakheden van dit Kabinet in het licht stellen". Daar hebben liberale scribenten al genoeg inkt voor ver bruikt. Zou men willen gelooven, dat V. D.-zelf het afbrekend werkje heeft verricht, waarvoor hij de handlangers- diensten van „een kerkelijk opsteller" af wil huichelen F Als ministerieel tegen wil en dank vleit hij de gunst af voor zijn ministerie, als anti-Kuyperiaan uit den bloede veegt hij de voortreffelijkheden bijeen, waarop het Kabinet-De Meester moet tronen boven het gehate, het in zijn val nog met smaad woorden nageworpen „christelijk jeelame- minislerie". Maar hetzij V. D. Rpreekt uit liberaliseerende coalitie-liefde, of diep iq

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1