NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 283, 1906. Maandag 3 September 20e Jaargang. HISTORISGH CHRISTELIJK- VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. X DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Verzekering tegen Werkloosheid, JDJE1 -VOS. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA SN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. II. (Slot). De verzekering tegen werkloosheid kan zyn een vrijwillige en een verplichte. Een voorbeeld van verplichte hebben wij nog niet gezien maar wel een voor beeld van flink opgezette overheidshulp. Hiertoe gaf de ryksregeering van Noor wegen dezer dagen het sein, door de tot stand brenging eener wet nopens de werk loosheid-verzekering, welker hoofdinhoud zich aldus laat samenvatten Het rijk verbindt zich aan bestaande of op te richten werkloosheidfondsen een 4e deel terug te betalen der bedragen door deze fondsen voor werkloozan-onderstand besteed, op voorwaarde dat de fondsen en hun statuten aan zekere eisehen voldoen. De leden moeten door premiebetaling ten minste de helft der inkomsten van het fonds opbrengen, en alvorens uitkeeriiig te erlan gen, tenminste gedurende 26 weken premie hebben betaald. De uitkeering mag niet hooger zijn dan een gemiddeld dagloon ter plaatse van bet fonds bedraagt, en aan een zelfden verzekerde mag in een kalenderjaar niet meer dan 90 dagen worden uitbetaald. De werklooze die uitkeering verlangt, moet kunnen aantoonen, dat hij, indien ter plaatse zoodanige instelling gevestigd is, zich bij de arbeidsbeurs om werk heeft aan gemeld. Voorts is hij verplicht den arbeid dien het bestuur van het fonds passend voor liem acht, te aanvaarden. De uitkeering wordt slechts bij werkloos heid buiten eigen schuld betaald, onder welk begrip werkstakingen en uitsluitingen niet vallen. Yakvereenigingen, die 'n werkloosheid fonds oprichten, moeten de administratie daarvan van die der vereenigingen geschei den houden. De gelden van 't fonds mogen nimmer voor andere doeleinden gebruikt worden dan voor werkloosheid-verzekering doch zjjn dan ook gevrijwaard voor beslag door schuldeischers der vereeniging of der verzekerden. Een vakvereeniging, die een werkloos heidsfonds vestigt, is, om aanspraak op staatssubsidie te bezitten, verplicht alle vakgenooten tot het fonds toe te laten, ook al zijn zij by de vereeniging overigens niet aangesloten. Van de subsidies door den staat betaald, wordt het twee derde ge deelte verhaald op de gemeente (resp. ge meenten), waar de verzekerde gedurende de laatste vijf jaren zes maanden of langer gewoond heeft. Is zoodanig domicilie van onderstand niet vast te stellen, dan valt het subsidie geheel ten laste van den staat. De gemeentebesturen, die den verbin dingsschakel tusschen de fondsen en den staat vormen, hebben verschillende ver plichtingen en bevoegdheden nopens het toezicht op de fondsen. De wet geldt slechts FEUILLETON. Wat de wolf alleen door zyne sterkte uit richt, dat en nog veel meer brengt de vos door zijne slimheid te weeg. Een strijd met honden en herders te zoeken, een kudde aan te grypen, het aas voort te slepen, zooals de wolf dat doet is niet de aard van den vos, maar daarom leeft hij ook in meerdere veiligheid dan deze. Hij spreidt, als men het zoo zeggen mag, meer geest dan moed en arbeid ten toonzijne hulpbronnen schijnen slechts in hem zeiven te liggen, en dat zyn degene, die, zooals men weet, het minste in den steek laten. Fijn, omzichtig, vindingrijk, verstandig, zelfs van 't taaiste geduld, verandert hij zijn toestand naar omstandigheden altijd heeft hij nog hulp middelen en streken in reserve, welke hij voortreffelyk tot 't laatste oogen blik weet te bewaren. Hoewel even zoo volhardend in't loopen en byna nog sneller dan de wolf,ver laat hy zich toch niet alleen op de snelheid van zijne vlucht, maar weet zich ook te be veiligen door den aanleg van zyne schuil- bij wijze van proefneming, tot einde 1911. Gelijktijdig met deze wöt is, met gelijken geldigheidsduur, een wet tot stand ge bracht nopens de bestrijding der werkloos heid door middel van openbare arbeids beurzen. In elke, bij koninklijk besluit aan te wijzen gemeente moet van overheidswege een arbeidsbeurs gevestigd worden. Het bestuur daarvan moet gevoerd worden door een, voor gelijke deelen uit werkgevers en arbeiders bestaande commissie, die gepre sideerd wordt door een onpartijdig voor zitter, d.w.z. iemand die ter plaatse noch als patroon noch als arbeider werkzaam is. De kosten der arbeidsbeurzen moeten in het algemeen door de gemeentebesturen wor den gedragen. In kleinere gemeenten, met minder dan 30,000 inwoners, draagt de staat 1/10 (bij gemeenten met 25,000 tot 30,000 inwoners) tot 7/10 (bij gemeenten met nog geen 3000 inwoners) van de kosten der arbeidsbeurs. Bij voorkomende arbeidsgeschillen be perkt de beurs haar werkzaamheid tot de vaststelling en openbaarmaking van de oor zaken en den omvang van het conflict. Ons schijnt hier van overheidswege de zaak flink en van den rechten kant aan gepakt eerst 't particulier initiatief, eerst de vakvereeniging, eerst de werkman zelf, en dan de overheid bijspringen. Maar een goed voorbeeld van aanpakken en organiseeren aan de zijde der werklieden vinden wij in het optreden der vakvereeni- gingen te Gent. De ervaring te Basel heeft geleerd, dat er op het gebied der werkloozen-verzekering alleen iets te verwachten is van de geor ganiseerde werklieden. Gent heeft deze ondervinding bevestigd en het bewijs ge leverd, dat, zal er iets onder de thans bestaande maatschappelijke verhoudingen gedaan kunnen worden tegen deschadelijke gevolgen der werkloosheid, dit alleen mogelijk zijn zal door steun aan de vak- vereenigingen. Een eerste vereischte voor doelmatige bestrijding van de werkloosheid is dat men zekerheid hebbe alleen werkloozen te helpen. Er is op dat gebied zooveel misleiding en veinzerij mogelijk. Men noemt dat simu latie. Dat wil zeggen men houdt zich maar zoo. Men geeft zich uit voor werkloos, terwijl men 't niet was. Men tracht werk loos te worden, om daardoor gemakkelijk zonder werken aan den kost te komen. Het is er al mee als met de ongevallen verzekering. Men loopt veel harder naar den dokter en blijft veel spoediger en langer thuis dan toen de ongevallenwet nog niet werkte. Een eontröle, dat wil zeggen, ons ver gewissen of alles wel zuivere koffie is met die werkloosheid van hen die zich als werkloos aangeven, is ook zeer moeilijk. plaats, welke zeer bekwaam is ingericht Gelijk echter het bezit van of het gebrek aan eene vaste woning reeds onder de men- schen een groot onderscheid maakt met be trekking tot den trap hunner geestelijke ontwikkeling, zoo ook in nog hoogeren graad in de dierenwereld. Reeds de voor stelling van eene woonplaats doet eene zeldzame opmerkzaamheid van het dier op zichzelven vermoeden. De keuze van die plaats, vervolgens het overleggen de woning geschikt in te richten, haren ingang te ver bergen; dat alles zijn juist zoovele teekenen van eene hoogere begaafdheid. De vos is met begaafdheid uitgerust en hij weet met zijne talenten te woekeren. Hij zet zich neer aan den rand van het bosch in de nabij heid der dorpen on weiden, waar nog het hanengekraai en het gezang der vogels reikt. Zoo geniet hij reeds van verre en in de voorstelling zijn geliefste buit. Doch sluw wacht hy zijn tyd af, verbergt zijn oogmerk, en als dan niemand eenig ver moeden heeft, sluipt hy voort, breekt in, en doet een aanval op het slapend gedierte. Slechts zelden doet hij ijdele pogingen en djkwy Is keert hy een derde en vjsde maal, Het is ook niet zoo heel gemakk dijk uit te maken wat werkloosheid is. Er is wij merkten het reeds op groot verschil tusschen werkloosheid en werkeloosheid. Werkloos is bijvoorbeeld niet de hulpbe hoevende, de geheel onbekwame, de gees telijk of lichamelijk zwakke, de oude van dagen, de invalide, de gedemoraliseerde, die zonder werk is. Bij hen toch is het niet het gebrek aan werk, hetwelk de werkloos heid veroorzaakt, het is veel meer het gebrek aan zedelijke of lichamelijke kracht, en daarom kunnen zij buiten beschouwing gelaten worden. Werkloos is ook niet de opzettelijke lediglooper, de Maandagliouder, de slen teraar die den neus optrekt voor hem aan geboden arbeid, ofschoon hij dien best verrichten kan. Maar werkloos is de arbeider, welke geregeld werken kan en wil, die gemiddeld bekwaam en van gemiddelde sterkte en van normaal gedrag is, doch die door omstandigheden onafhankelijk van eigen wil tijdelijk van werk verstoken is. Die omstandigheden kunnen zijn b.v. opheffing of inkrimping van het bedrijf, invoering van verbeterde machines, tijde lijke slapte in eenigen tak van nijverheid, ongunstige weersgesteldheid, onevenredige toeneming der plaatselijke arbeidersbevol king, verlies van betrekking door ziekte of ongeval, verlies van betrekking door ver vulling van den militieplicht. Het is zeer te betreuren dat ook door deze laatste omstandigheid somwijlen nog vlijtige werkkrachten werkloos worden, maar het is zoo. Wij noemen het ontslag geven door een patroon aan een jongeling omdat hij voor vier weken in dienst moet, een laagheid. Maar nu is het juist de laak der vak- vereenigingen om te zorgen dat zulk een werklooze elders geplaatst wordt. Zijn er werkloozen die door eigen schuld buiten werk geraakten, ook dit is te onderzoeken. Het is in ieder geval de taak der vakvereenigingen. Daarom is het nood zakelijk dat deze zoo sterk en omvangrijk mogelijk zijn. Van dit laatste is dan ook juist de goede werking van het bovenge noemde Gentsche stelsel afhankelijk. Te Gent was de commissie uit den gemeenteraad om in deze quaestie op te treden met de goede organisatie der vak vereenigingen krachtig geholpen. Volgens dit stelsel dan treedt de vak vereeniging op den voorgrond. Zij zorgt i voor een flinke kas. Ieder vak zorgt voor 1 zijn eigen (vak)man. De verschillende vakken worden uit elkander gehouden. In dit opzicht wijkt dit stelsel dus prin- cipieel af vaD de stelsels te Bern, Keulen en Basel. De vakvereeniging is 't eenige orgaan belast met administratie en controle, ook van de gemeente-gelden, die n.l. door ja nog meermalen terug, tot dat de aan brekende Mag of de bewegingen in huis hem toonen, dat het tyd is, zich voor dit maal tevreden te stellen en heen te gaan, om nimmer terug te keeren. Niet minder zijn de verwoestingen, welke hij onder de vogels aanricht. Reeds in den vroegen morgenstond komt hij met zijn bezoek den vogelaar voor, sleept de in strikken gevan gen snippen, lijsters, enz. weg verbergt ze op verscheidene plaatsen in het mos, onder de struiken, in de spleten, in den grond, waar hij ze voortreffelijk weet weer te vinden, 6n keert dan zoo dikwyls tot die strikken en lymgarden terug, tot dat hij ze geheel geledigd heeft of de tusschenkomst van den jager hem stoort. Ook op jonge hazen en konijntjes maakt hy jacht, spoort de nesten der kwartels en korhoenders op, en vreet de moeders j met de eieren op. Zoo verdelgt hij eene ontzettende menigte klein wild, en is daar- j door den jager op zijne jachttochten zeer j in den weg, in tegenstelling met den wolf, die den boer schade doet. Do vos heeft even scherpe zintuigen als de wolf, een nog fijneren reuk en een l de gemeente als subsidie worden toegekend aan die vakvereenigingen, welke zelve de bestrijding der nadeelige gevolgen van werkloosheid ter hand hebben genomen, maar wier hulpverleening niet toereikend blijkt te zijn. De vakvereeniging is derhalve de tusschenpersoon tusschen de gemeente die de subsidie geeft en den werklooze ten wiens behoeve die subsidie verleend wordt. Eu bij 't vervullen dier taak bewijst zij groote diensten. Zij controleert den duur der werkloosheid onderzoekt naar haar oorzaken betaalt de werkloozen uit; voert de administratie, een en ander natuurlijk alles bijreglementgeregeld. Beheeren admi nistratie geschieden op kosten der gemeente, die de uitkeering aan de werkloozen maandelijks met een zeker, door de vak vereeniging vast te stellen bedrag verhoogt. Het hangt af van het aantal werkloozen die geholpen moeten worden. De vak vereenigingen die aan qet fonds deelnemen, moeten een register bijhouden, dat ten allen tijde ter inzage ligt van de raadscommissie. Het surplus van de gemeente wordt niet uitbetaald voor een werklooze die zeker werk geweigerd heeft, niettegenstaande hij er voor geschikt was. Men zint dat de regeling gelijk de Noor- sche regeering die trof', op dit Gentsche stelsel is gebaseerd. Dit stelsel biedt dan ook de meeste voor- deelen. De voordeelen van dit stelsel springen in het oogde gelijke risico's zijn bijeen gebracht de controle is het meest secuur, doordat de vereenigingskassen er eveneens ten nauwste bij betrokken zijn en de ver eenigingen beter dan eenig ander lichaam voor de eontröle kunnen zorgen de ad ministratie is het eenvoudigst, daar ze geheel steunt op de administratie der vak vereenigingen en ten slotte kan ook door de vereenigingen geen fraude gepleegd worden, daar alleen betaald wordt door de gemeente in verhouding van wal werke lijk is uitgegeven door de vereeniging. Bij ieder ander systeem vervallen deze voordeelen. De resultaten zijn dan ook schitterend. De deelneming is algemeen en de gemeente betaalt veel minder dan Bern, Keulen of Basel. Te Gent betaalden in 1902 de ver zekerden zelf ruim 70 pCt. der totale uit keering, terwijl dit te Bern, Keulen en Basel slechts i3 pCt. en 25 pCt. was. Natuurlijk is er in kleine plaatsen geen denken aan, dit stelsel in te voeren. Zelfs in Middelburg en Vlissingen zou het nog bezwaarlijk gaan, hetzij wegens gebrek aan werklieden öf wegens gebleken overbodig heid van den maatregel. In groote steden ware 't echter te pro- beeren. Natuurlijk zal het particulier initiatief nog volkomener stemorgaan. De wolf laat niets hooren dan zijn afschuwelijk gehuil de vos daarentegen blaft, keft, en heeft ook een treurigen toon, gelijk aan het geschreeuw van den pauw, gelijk hij over het geheel de verschillende stemming, waarin hij zich bevindt, ook door verschil lende tonen kan uitdrukken, als de begeerte, het morren, den lust en de smart. Het geschreeuw van de laatste stoot hij slechts uit in het oogenblik, waarin hij door het schot eene wonde ontvangt, en een lid hem verbrijzeld wordt, maar nooit bij eene andere verwonding, zoodat hij zich, even als de wolf, met stokslagen laat dooden, zonder te klagen, echter niet zonder tot den laatsten ademtocht toe moedig om zich heen te bijten. Zijn beet is gevaarlijk en men is genoodzaakt zich van een ijzer of stok te bedienen, om hem af te weren. Het keffen van den vos is een soort van geblaf, welke zich in gelijkmatige, afge- brokene tonen laat hooren, en doorgaans met een sterken, hoogeren aan het pauwen- i geschreeuw gelijken toon sluit. In dan winter, vooral zoolang er sneeuw of ijs is, houdt hij niet op zijne stem te laten hooren; van den werkman, zijn „self-help" krachtig moeten optreden. Daartoe is samenwerking van alle werk- liedenvereenigingen noodig. Zij zouden, dit doende, der maatschappij een dienst be wijzen. Immers daardoor zou weer een sociaal vraagstuk van het terrein der politiek op dat van het sociale leven worden terug gebracht. En als zij dan daarbij ook voeling hiel den met wat door andere vereenigingen en bonden tot stand wordt gebrachtabi allen beseften dat het hier geldt een ge it teenschappelijken arbeid, die slechts door samenwerking van alle elementen in de maatschappij kan worden verricht dan zou, heel wat beter dan door wetgeving en werkstaking, het Jot van allen worden verbeterd, en heel wat beter dan thans het wangedrocht der sociaal-demooratie worden bestreden. In dezen zijn wij het eens met De Ne derlander, die naar aanleiding van een op stel van den heer J. Bruinwold Riedel eenige jaren geleden schreef Het groote ongeluk van onzen tegen- woordigen tijd is dat men van de sociale quaesties politieke quaesties maakt. Men doet dit tengevolge van het drijven der sociaal-democraten, die onzen arbeiders trachten diets te maken, datde economische toestanden van een volk geheel of groo- tendeels afhangen van den wetgever,-va dat zij, de heeren socialisten nl., hadden zij maar het gezag in handen de wereld wel eventjes in orde zouden brengen. Hoe dieper deze gedachten in het volk doordringen, hoe grooter de verbittering wordt van hen, die het meest onder den gedrukten toestand lijden. Het meest, zeggen wij; want er is bijkans geen stand, die daaronder niet in meerdere of mindere mate lijdt. Het gevolg hiervan is dan verder, dat men uitkomst zoekt bij verandering van staatsinstellingen. Het helpt niet, of men dezulken er al op wijst, dat de toestand overal ongeveer dezelfde is zoowel onder de monarchie als onder de republiek onder de werking van het algemeen als onder die van het beperkte kiesrecht onder een aristocratisch als onder een democratisch bestuuronder het stelsel van protectie als onder dat van vrijhandel. De sociaal democraten dragen dan ook wel zorg, aan het volk duidelijk, althans wijs te maken, dat wezenlijke verbetering slechts mogelijk is onder hun socialistisch bestuur, en dat geene enkele der bestaande regeeringsvormen en geen enkele wet of grondwet deugt. Hoe hun beheer er zal uitzien, dat zullen wij, zeggen zij, later wel ervaren men moet niet al te nieuws gierig zijn Naar onze innige overtuiging is er geen in den zomer daarentegen is hij bijna altijd stom. Dit is ook het jaargetijde, waarin hy zijne haren verliest, die door allengs nieuw aangroeiende weer worden vergoed. Daarom is het vel in den zomer minder geacht, terwijl daarentegen hetwintervel zeer goede pelsen levert. Het vleeseh van den vos is niet zoo slecht, als dat van den wolfhonden en zelf menschen eten het, vooral in den herfst, als het door de druiven recht zacht is ge worden. Zijn slaap is diep en zwaar, zoodat men dan slaper gemakkelijk naderen kan, zonder hem wakker te maken. Daarby legt de vos zich cirkelvormig neer, evenals de hond rust hij echter alleen uit, dan strekt hij de achterpooten uit en blijft uitgestrekt op den grond liggen. Dit is ook de positie, in welke hij de vogels langs de heggen be loert zoodra echter deze hem zien, heffen zij een kort signaal geschrei aan en geven door veelvuldige herhaling hunnen afschuw van hem te kennen. Ja, lijsters en andere vogels vervolgen hem, op de boomen hup pelend met dit eigenaardig geschreeuw wel twee tot driehonderd schreden ver. o -

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1