NIEUWSBLAD
TOOR ZEELAND
No. 279. 1906.
Woensdag 29 Augustus
20e Jaargang.
HISTORISCH
SaitenlandsGii OierziebL
CHRISTELIJK-
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
DE JONGEWERWEST. ts Goes
P. D'HUU, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Beurtvaart voor het wereldverkeer.
IEDEREN WERKDAG DLS' AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
fiN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De zeekasteelen die voor de Indische
vaart, onverpoosd, de een na den ander
de Vlissingsche werf „De Schelde'' bezoe
ken en hare talrijke werklieden tot aller
lei bedrijf roepen, de tijding dat de stoom
schepen van de Maatschappij Zeeland van
draadlooze telegraphie zijn voorzien, en
het reuzenstoomschip dat dezer dagen zijn
eerste reis naar New-York deed, De Am
sterdam, in grootte en inrichting wed
ijverende met de stoomers van Engeland
en Duitschland op de Nieuwe Wereld
brengt ons wel de nationale figuur van
den beurtschipper voor den geest, die
vroeger onze binnenwateren bevolkte.
Hij heeft niet meer de beteekenis van
vroeger. Zijn positie is gedaald sinds hij
niet meer de passagiers vervoert, maar
zich tevreden stellen moet met het be
zorgen van pakjes en boodschappen, en
hem de vrachtvaart te water, omdat die
goedkooper is als per spoor, nog blyft
opgedragen.
Maar naast deze nationale type van den
beurtvaarder is een ander opgekomen en
heeft zich met zeldzaam succes ingeburgerd.
"Wat kostte het tot stand komen van
een stoomvaart tusschen Nederlanden zijne
koloniën niet een moeite en zorg, een
overleg en een tegenstand?
Wat. moest de Amerika-lijn met enkele
kleine vaartuigen de concurrentie tegen
de machtige lijnen aanvaarden?
Hoe zorgelijk begon onze maildienst op
Engeland
En nu?
Telt Nederland, naar groote en betee
kenis niet rijkelijk mee bij den wereld
handel
Nederland behoorde zeker niet onder
de eersten die de beurtvaart op de groote
wateren ter hand nam. Engeland ging
met zijn stoomvloot voor en ook Frank
rijk en Duitschland waren ons voor. De
Hollandsche driekleur deed maarsobermee.
Maar al kwamen we wat achteraan en
wel wat laat, we zijn er dan toch geko
men, en Nederland mag er nu trotsch op
zjjn dat, dank zij het kloek initiatief en
de doortastende energie van een klein
troepje mannen in onze koopsteden, vooral
in Rotterdam, de beurtvaart op de groote
wateren een machtig element begint te
worden in onzen handel en in ons bedrijf.
Die groote beurtvaart kon eerst door
de stoom tot ontwikkeling komen.
Beurtvaart kan, zoolang men zeilen moet,
niet bestaan, want de beurtvaarder, moet
ongerekend of er wacht is, de zee in en
op de snelste wijze zijne bestemming be
reiken en de vrachtvaarder wacht op la
ding, haast zich niet en wordt niet gejaagd.
De maildienst evenwel, zooals men tegen
woordig de beurvaart noemt, moet op ge
regelde lijden varen, en biedt in den vollen
zin des woords een vasten dienst aan.
De vaste weg overzee moedigt den handel
aan.
Maar ook de maildienst op onze koloniën
of Engeland, op West-Indië en Amerika
moet concurreeren met Engeland, Ham
burg en Antwerpen. Goede loopers, ge
rieflijke, weelderige inrichting zelfs, en
vlug laden en lossen zijn eischen waaraan
voldaan moet worden.
Om aan die zware eischen te voldoen
moest een opkomende lijn zich tot de re
geering wenden, die steun gaf in den vorm
van subsidie of postvervoer en dank zij
de uitstekende samenwerking tusschen
ondernemende reedors en een nationaal
gouvernement is onze beurtvaart over de
groote wateren dan ook in weinige jaren
tot een uitbreiding gekomen die ons
Vaderlandsch hart goed doet.
28 Augustus 1906.
Zoo breekt de geest van verzet zich
overal baan.
In ons laad gelukkig nog maar bij het
Weigeren van brood door een deel van het
leger, brood dat naar het oordeel van des
kundigen niet afkeurenswaardig was.
Maar in Rusland
De schrikkelijke tijdingen uit dat moord
hol waar men werkt met de afschuwelijkste
middelen van onzen tijd, zoo verwoestend
en vernielend, hebben onze lezers gisteren
opnieuw vernomen.
Waar gaat het heen?
Wat zal het einde zijn
Zoo vraagt men zich onwillekeurig af.
En het antwoord van allen, zonder onder
scheid is; dat gaat snel en zeker de revolutie
tegemoet, met een bloedbad zonder einde.
Met medelijden denken we aan zoovele
arme zielen, aan het 15-jarig kind van den
minister-president Stolipin gelijk, politiek
onschuldig.
Gods ontferming erbarme zich over deze
slachtoffers van de gruwelijkste wreedheid.
Wat is de sociale kwestie en vanwaar
komt zij
De sociale kwestie is de vrije concur
rentie met gewetenlooze hebzucht door
gedreven.
Vrije concurrentie van den sterkere tegen
den zwakkere, en die met gewetenloos
egoïsme en hardvochtigheid doorgevoerd,
moest lijden tot die tegenstellingen van
rijk en arm, van kapitalisten en arbeiders,
van brassende weelde en schreiende ar
moede die tegenwoordig overal wordt
aanschouwd.
De vrije concurrentie danken wij aan
de beginselen der Fransehe revolutie en
de gewetenloosheid eveneens.
De vrije concurrentie werd onder de leus
van vrijheid ingevoerd en wordt in het
vrijhandelstelsel onder de volken nog door
de liberalen verdedigd.
De gewetenloosheid, of anders gezegd,
de verharding des gewetens, is vrucht van
het „noch God, noch meester" der Fransehe
revolutionairen voortlevende in de hoog
geroemde vrijzinnigheid.
De vrije concurrentie werd ingevoerd
toen het aloude, hechte verband van gilden
zoowel als de geheele organische inrich
ting der maatschappij, werd omvergestoo-
ten onder voorwendsel dat men misstanden,
die ook werkelijk bestonden zou
opruimen. Men ruimde misstanden op
door een groote misstand, die alles omvatte,
in het aanzijn te roepen.
De (jeioetenloosheid werd ingevoerd toen
de geboden Gods en heel de Godsdienst
werd veracht, geen wet meer gold dan die
van menschelijke subjectieve willekeur en
het geweten geen anderen maatstaf mee
werd gegeven dan die van het eigen ik,
de zelfzucht zonder verantwoordelijkheid
aan een alwetend God.
Aldus vrije concurrentie en gewetenlooze
zelfzucht, beide vruchten van de onge
loofsbeginselen der Fransehe Revolutie.
Vruchten van de „groote revolutie"
zooals Thorbecke en op zijn voetspoor
zoovelen haar noemden.
De sociale kwestie alzoo vrucht in tweede
generatie van de ongeloofsbeginselen der
groote revolutie.
«s
„Een dienstbode gevraagd!'
Voortdurend treft het ons in verschil
lende bladen advertentiën te lezeD, waarin
een dienstbode gevraagd wordt. Nu eens
een flinke, eerlijke, trouwe of degelijke
dienstbode, die koken of wasschen of met
kinderen kan omgaan. Dienstboden voor
heele of halve dagen of voor nacht en dag.
Dienstboden van den Hervormden of eenig
anderen godsdienst. Allen natuurlijk van
goede getuigen voorzien. En wat ons niet
minder treft is, dat al zulke dienstboden ge
vraagd worden in de verschillende Kerk-
bode's.
Er schijnt dus gebrek aan dienstboden te
bestaan. Wij zeggen schijnt, want in de
werkelijkheid is bet zoo niet. Evenals de
duiven van de St. Laurenskerk te Rotter
dam in groote menigte komen aanvliegen
op het op 't groote kerkplein uitgestrooide
komen graan, de meisjeswaren ze maar zoo
oprecht als de duiven zich in menigte
op een advertentie aanbieden of bestormen
zij op den dag der uitgifte de bureaux van
de Kerkbode's en andere bladen om te zien
of er ook een dienstbode gevraagd wordt.
Er is dus geen gebrek aan dienstboden.
De oorzaak ligt dus elders. Wij meenen in
de strooming van onzen tijd. Een van de
kenmerken van die strooming isgroote
ontevredenheid en oppervlakkigheid. Men
wil wel dionen, maar liefst niet een ander,
wel zichzelf- Men wil dienen bijna uitslui
tend om geld en 't liefst veel geld te ver
dienen. Geld verdienen, niet om in de
noodige behoeften te voorzien, maar om
zich op te dirken en voor juffrouw of me
vrouw door te gaan. En daarvoor is zelfs
het hoogste loon niet voldoende. Vroeger,
toen de loonen lager waren, er meer trouw
werd gevonden en menigeen het zich ten
eer rekende een familie jarenlang te dienen
zorgden onze dienstboden voor een flink
gevulde linnenkast en degelijke klesding.
In het werk gekleed met jak en rok en muts
en witgeschuurde tripklompjes aandes
Zondags met een eenvoudige hoed en om
slagdoek. En het goed ging jaren mee.
Maar nu? Aan ondergoed wordt bijna niet
gedacht. Het geld wordt besteed aan prul
len. Om de haverklap een nieuwe hoed,
een nieuwe mantel, een nieuwe eeinture,
nieuwe handschoenen, kantjes voor dit en
lint voor dat, en wie weet wat meer. Een
horloge mag natuurlijk ook niet ontbreken,
teneinde het liefst om het kwartier te zien
hoe laat het is. Hoe maller de hoed, hoe
liever. Als men maar niet op een „dienst
bode" gelijkt.
Voor dat alles is geld, veel geld noodig,
en daarom worden de eischen der dienst
meisjes met den dag hooger. Ook met be
trekking tot hun „uitgaansdagen". Liefst
elke Zondag en een paar malen in de we6k.
En omdat niet iedere huismoeder aan alle
eischen en nukken der meisjes kan en wil
voldoen, blijft het een sukkelen met de
dienstboden.
Daar komt nog iets bij. De zucht om meer
te willen schijnen dan men werkelijk is,
doet bij menige dienstbode de begeerte ont
staan om de katoenen japon te verwisselen
voor bijv. het verpleegsters-costuum, of
van de keuken te verhuizen naar den win
kel. Winkeljuffrouw of vooral „cassière"
klinkt toch veel voornamerEn „zuster"
klinkt zoo lief in de ooren
Een trouwe dienstbode, een dienstbode
die al vele jaren bij dezelfde familie dient,
begint helaas een zeldzaamheid te worden.
Gelukkig, ze zijn er nog, al moet men ze
langzamerhand met een lantaarn gaan
zoeken. Voor zulke dienstboden hebben wij
respect. Ze zijn een sieraad in de maat
schappij en van veel grooter beteekenis en
waarde, dan die honderden stoethaspels,
die hun neus optrekken voor de wasch,
nauwelijks een aardappel kunnen schillen
of ook maar eenigszins behoorlijk kunnen
koken, het stof in de hoeken en gaten laten
zitten, een uur lang uitbly ven als ze een
boodschap moeten doen die een half uur
vereischt, en liever met buurmeisjes staan
te babbelen dan hun werk verrichten.
Niet ten onrechte spreekt men van de
dienstboden als van een noodzakelijk kwaad.
Wat is hieraan te doen Ziedaar een
vraag, die gemakkelijker gedaan dan be
antwoord is.
Toch is het goed er even by stil te staan.
Met klagen wordt de toestand niet beter.
Bedriegen wy ons niet, dan ligt de schuld
niet in de eerste plaats bij de dienstmeisjes,
maar bij de ouders, in een fout der opvoe
ding. Hinderen opvoeden is een moeilijk
werk en vereischt veel wijsheid. In huis
moet de grondslag gelegd worden voor het
volgend leven. Men wenne daarom de
kinderen aan huiselijkheid. De plaats van
vader en moeder is, na volbrachten arbeid,
het huis. Gaan vader en moeder veel uit, de
kinderen zullen spoedig hun voorbeeld
volgen. Men wenne de kinderen aan orde
en niet het minst aan een werkzaam leven.
Het is een slecht teeken als de kinderen
niet weten wat zij thuis zulleu doen. Men
geve de kinderen vooral een eenvoudige
opvoeding, en leere hen verstaan, dat
dienen gelukkig maakt. Menige jongeling
loopt hoog geboord en struikelt bijna over
zijn manchetten, terwijl vader in de werk
man skiel gekleed gaat, en menige huis
moeder die voor anderen wascht maakt van
haar dochter een opgeprikte kapel. Is het
wonder, dat zulke meisjes later niet het
minste begrip hebben van wat bet zeggen
wil een dienstbode te zijn. Moeders, zet uw
dochters aan het werk, leer Z6 de handen
uit de mouw steken. Dan worden zij bruik
bare en nuttige leden der maatschappij en
zij zullen er u later voor danken.
a.En dan: aan hoe menige vrouw des huizes
ontbreekt takt en wijsheid om haar dienst
bode te leiden. Met veel geduld, met veel
liefde kan zooveel terechtgebracht worden.
Ook hier geldt het „door den Geest geleid"
worden. (Ned.)
Rusland.
De Nieuwe Vrt. geeft de volgende be
schrijving van den aanslag van Zaterdag
in de villa van Stolipin. Even na drie kwam
een open landauer voor Stolipins datsje,
zomervillade drie personen stapten uit.
Twee hunner in burgerkleeding lieten den
derde, die het uniform aan had van een
officier der gendarmerie, voorgaan en men
trachtte binnen te komen zonder brieven
van toelating. Naast de vestibule of de
portierskamer bevond zich de antichambre,
die op het oogenblik der audiëntie geheel
gevuld was, daar achter was de receptie
zaal en weer verderop Stolipins kabinet
of werkkamer.
De lakeien weigerden den gendarme-
officier zonder bewijs toe te latendeze,
eerbiedig zijn hoofddeksel in de hand
houdende, trachtte den doorgang te for-
ceeren, waarbij de bom uit het militaire
hoofddeksel op den grond viel ongeveer
in den doorgang van de antichambre en
de vestibule.
Ontzaglijk was de uitwerking. De anti
chambre werd geheel vernield, de portiers
kamer of vestibule eveneens en de receptie
zaal gedeeltelijk. Het voorperron der villa
sloeg uiteen en het balkon van de tweede
verdieping sloeg naar beneden bijna de
geheele voorgevel meeslepende.
Stolipin is gered door de omstandigheid,
dat hij met twee adelsmaarschalken confe
reerde in zijn particulier kabinet. De ont
ploffing sloeg niettemin de deur die het
kabinet van de receptiezaal scheidde, uit
haar hengsels, en een inktkoker werd van
de tafel geslingerd, waardoor de premier
een lichte kwetsuur opliep.
Doodsbleek met nek en haren druipende
van inkt stortte Stolipin zich naar buiten
en'vroeg naar zijn vrouw en kinderen.
„Help, help, moet hij geroepen hebben,
redt mijn kinderen en zelf moet hij pogin
gen hebben aangewend om zijn kinderen
te redden.
Zij vielen met het balkon naar beneden
en werden onder het puin begraven.
Er ontstond een begin van brand, dat
echter spoedig gebluscht werd. Een soldaat
haalde het 15-jarig dochtertje van Stolipin
uit de bouwvallen, die, toen zij bekwam,
moet hebben gevraagd of zij droomde. Toen
zij echter zag, hoe verschrikkelijk haar
beenen vermorseld waren, barstte ze in
tranen uit. Het 3-jarig zoontje van den
premier bleek een ontwrichte heup te
hebben gekregen.
Maar onder de aanwezige gasten en
detectives was de verwoesting nog ver
schrikkelijker.
Het is onnoodig nog te zeggen, dat de
dooden en gewonden op de meest af
schuwelijke wijze zijn verminkt. Bij Stoli
pins dochtertje is besmetting geconsta
teerd door het gruis, dat in de wonden
is gedrongenhaar vader smeekte den
doktoren van een amputatie af te zien,
doch naar de laatste berichten zou zij reeds
zijn overleden.
De landauer, die voor de deur bleef
Wachten, werd door de ontploffing in
stukken geslagen, de koetsier, waarschijn
lijk ook een vermomde revolutionair, werd
op den bok gedood, alleen de paarden
bleven door een vreemd toeval onge
deerd. Het geteisterde landhuis zag
er allertreurigst uit, planken, balken
en allerhande afbraak lagen over den grond
verspreid, die met een laag gebroken glas
was overdekt. Brandweerlieden waren
bezig de puinhoopen op te ruimen. Pakken
linnengoed en kleederen, alle vuil en be
bloed, werden op vrachtwagens geladen.
Twee groote bloedplassen strekten zich
uit voor de plaats, waar eens de ingang
van de villa was. Verderop stond het in
stukken geslagen rijtuig met bloedvlekken
op de kussens en het houtwerk.
Het lijk van den hoofddader, dat door
soldaten bewaakt wordt, wijst op een leef
tijd van ongeveer 25 jaar. Hij droeg een
splinternieuwe gendarmerie-uniform, daar
onder een gewoon vest en zeer vuil linnen
goed. Men weet nog niet of de andere
terroristen allen gedood zijn, de gewonden
worden daarom scherp bewaakt en er is
last gegeven aan alle dokteren en apothekers
om een ieder aan de politie aan te geven,
die zich komt laten verbinden.
Het schijnt reeds uitgevorscht te zijn,
dat de daders uit Moskou naar Peters
burg zijn gekomen, dooh niet langs den
directen weg, den Nikolaaspoorweg,
maar over Warschau. Men vermoedt,
dat zij gedurende de reis het hebben
doen voorkomen of eenige politieke ge
vangenen werden vervoerd onder geleide
der gendarmerie. Zij namen hun intrek
in de Morskaja-straat en reden met hun
rijtuig eerst naar de Zomeropera alvorens
zich naar de staatsvilla te begeven, welk©
tot zomerverblijf dient voor de Russische
ministers-president.
Stolipin en zijn vrouw, die beiden on
gedeerd bleven, hebben hun intrek geno
men in hun winterverblijf, het Fontanka-
paleis te Petersburg.
Ook elders worden nog dagelijks de
helsche aanvallen beproefd en vermenig
vuldigd.
Te Bendzin in het gouvernement Pia-
trikof is een bom geworpen, die ontplofte
midden tusschen een politie-patrouille.
Twee agenten werden vermorzeld en tien
personen gewond. Gelijk te doen gebrui
kelijk is, schoten daarna de soldaten in
den blinde om zich heen, daardoor het
aantal slachtoffers met eèn twintigtal doo
den en gewonden vermeerderde.
Zelfs hebben er bij de manoeuvres te
Krasnoje Selo drie kogels langs het hoofd
van grootvorst Nikolaas gefloten. De groot
vorst maakte er een grap over en de ma
noeuvres werden niet onderbroken. Onder
dergelijke omstandigheden is het niet te
verwonderen dat de doodstraf voor mili
tairen is uitgebreid tot verschillende mis
daden, o.a. het mededeelen van gewichtige
dienststukken en documenten en het uit
leveren van kopiën daarvan.
Z u i d - A r i k a.
Men moet niet denken dat de Engelschen
in Zuid-Afrika doen kunnen wat zy wil
len ook al zijn in het wetgevend lichaam
van Kaapkolonie de progressisten (Engel
schen en hun handlangers) de baas. In
Transvaal vooral hebben zij het te kwaad
met de Randkoelies.
Te Fordsburg waar Zaterdag een groote
vergadering was belegd door de progres-
sivistische partij, hebben de leiders dier
organisatie een enorm échec geleden. Het
element Engelsche mijnwerkers was zeer
talrijk ter vergadering verschenen. Met
gefluit en gejouw werden de sprekers van
den avond tot zwijgen gebracht, waarna
met 2000 tegen 2 stemmen een motie
werd aangenomen, waarin werd aange
drongen op onmiddellijke repatriatie van
de Chineesche mijnkoelies.
Ook de woelingen te Kaapstad houden
aan. Zoo schryft men van daar aan de
Nieuwe Courant.
Het getal werkloozen is verbazend grGot
on schijnt nog too te nemen. Pr. imwm