NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 277, 1906 Maandag 27 Augustus 20e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISGH ~r Wat ons wacht VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JQNGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN In den vreemde gaan IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 15 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. De vrijzinnige pers is in de laatste dagen niet weinig gebeten op ons hoofdorgaan, dat in een paar artikelen, zeer terecht tegen een mogelijke verflauwing der grenzen heeft gewaarschuwd. Wat is er toch in die artikelen gezegd, dat men dadelijk in het vrijzinnige kamp zoo ongerust is geworden Och, niets nieuws. De Standaard heeft eens op de verschijnselen, die 't bij uitstek vrijzinnige Frankrijk in de laatste jaren te zien geeft, gewezen. Zij heeft doen zien, hoe de radicale vrij zinnigheid aldaar tegenover alle positieve Christendom staat. En dit waarlijk niet zonder reden. Zoo schreef nog niet lang geleden een Franschman „Al is het waar, dat de beginselen, de onsterf lijke beginselen van de vrije gedachte, vrijheid van discussie ook met de Catholieken onder stellen, zoo hebben deze toch onzerzijds op geen enkele eerzame bejegening aanspraak. Men gaat niet redeneeren met de pest, met èën brand die uitsloeg, met een ondier. Men maakt het pestgift onschadelijk, men giet water op de vlam, men trapt een ondier dood. Het Christendom heeft sinds 15 eeuwen de wereld vergiftigd. In niets mag men zich geneeren, om zich van deze melaatschheid te ontdoenmet hand schoenen oefent men geen bederfwerenden invloed uit. Een geestelijke, door het schandelijke van zijn bedrijf, leeft buiten de gewone wet van solidariteit. Tegen hem is alles geoorloofd, want de be schaving is tegenover hem tot rechtmatige zelf verdediging verplicht. Zij heeft hem niet te sparen, noch deernis met hem te gevoelen. Hij is de dolle hond, dien ieder voorbijganger verplicht is dood te slaan, opdat riTTILLETOJST. Voor vele jaren het was in den zomer van 1861 woonde ik voor den tijd van zes maanden in het zeer kleine Drentsche gehucht Schoonloo, gemeente Rolde. Veer tien boerenhoeven en de schaapherders woning, niet verre van de 0 zoo primitieve gehuchtschool, ziedaar alles, wat er aan ge bouwen te beleven viel. Armoede was er niet, maar wie er rijk waren, bezaten be halve hun huis en akker, wel acht of tien koeien en twee paarden. Er was geen bakker en er was geen slager. Zelfs geen kruide nierswinkel. De kleermaker van Grolloo, een goed half uur dichter bij Rolde, kwam met zijne beide knechts bij de boeren aan huis om er, in daghuur, hunne oude kleeren op te knappen en de nieuwe te maken. Eens per dag voeteerde de postbode, op zijn weg naar Schoonoord, het gehucht Schoonloo voorbij, om er de courant en een paar brieven af te geven, en daarmee eindigde het ver keer met de buitenwereld. Een riviertje of eene kleine beek stroomde er niethet ge hucht had naar alle hemelstreken heideveld maar lag zelf in het midden van aardappel-, rogge- en boekweitakkers, die in den loop der jaren op de heidevelden veroverd waren door harden arbeid en intensieve bemes ting. Een half uur gaans ten Westen van het gehucht, door het heideveld van de bouwakkera gescheiden, stroomde eene kleine beek en waren een paar slooten ge graven. Natuur en kunst vereenigd om eene soort van weideland te voorschijn te roepen hetwelk dienst deed om heel den Sehoon- loosohen veestapel te voeden. Dat weide land noemden de menschen hun „koestuk". Daarheen brachten ze hun vee, en dan had den de knapen en meisjes, die de koeien brachten en haalden, meteen gelegenheid Om te zien, dat er op aarde ook stroomend water is. In 't gehucht kende men geen ander water dan den regenval, en het ijs koude vooht, dat uit de diepe putten bij de boerenhoeven niet werd opgepompt, maar^ met emmers aan een langen ketting omt_ hoog gehaald. Dageüjksche gebaurtem. van gewicht was i*et uitgaan en thuis- j hij de menschen niet bijte en de kudde niet vergiftige. Uitsluiting, uitbanning, levenslange gevange nisstraf, galeistraf en cachot, alles is tegen hem geoorloold. Wat zeg ik, men mag hem muilbanden en ophangen, want, hoe leelijk de doodstraf ook zij, voor hem, dien giftmenger, is ze niet te leelijk. De eerbied voor het menschelijk leven valt weg, als men staat tegenover zulk een gees telijke, die zich zelf buiten de menschheid sluit". Duidelijker kon zeker de haat tegen het Christendom niet worden uitgesproken. En uit het gebruik van het woord Chris tendom door dien Franschen schrijver, blijkt klaar als de dag, dat hij, niet al te eng van blik, zich niet uitsluitend tot het Catholi- cisme beperkt. Trouwens, een ander Franschman schrijft dan ook even fel tegen het Protestantisme Lang heeft men zich ingebeeld, dat het Protestantisme de vrijmaking van den menschelijken geest was maar niets is minder waar. Het Protestantisme, dat gebleken is op politiek gebied even onnut of gevaarlijk voor de goede zeden, en vijandig staat tegenover het vrije onderzoek, kan thans niet meer zijn dan een kogel van slavernij die men meesleept, of een mom van huichelarij, waarachter men zich verbergt". «Volstrekt niet alleen het Catholicisme, maar heel het Christendom is gelijk aan een afge- leefden vogel, die op sterven ligt, en dien men nog even doet opleven door toevoer van luchtmaar van oogenblik tot oogenblik wordt de ademhaling flauwer, en hij klapt met de hangende vleugels als voorteeken van het einde van den dood". En nu zal men allicht zeggen ja, zoo is het in Erankrijk. Maar in Nederland schreef reeds langen tijd geleden de bekende vrijzinnige Willem Kloos in zijn boek Veertien jaren komen van de schapen, die onder de hoede van een kousen-breienden herder en zijn waakhond 's morgens de heide opgingen en 's avonds weer huiswaarts keerden. Het was ééne groote kudde want de weer wijze herder en kundige schapenarts had des ochtends maar op den kop van zijn herders staf te fluiten en alle deuren der Schoonloo- sche schaapsstallen werden geopend, zoo dat „de witgewolde zee" als èen begeerige kudde zich vereenigde ter knabbelende wandeling op de geurige heide. Maar nu heb ik ook heel de Schoonloosche wereld in teekening gebrachtwant meer was er niet. In deze beperkte omgeviDg leefden de menschen met hunne kleine begeerten en voorouderlijke tevredenheid. Geen der kinderen in de school, zelfs geen der groo- tere jongens en meisjes, die nog ooit een schip had gezien, zelfs geen turfpraam. Wie zooveel van de wereld wilde weten om de begrippen „varen" en „rijden" uit elkaar te houden, die moest minstens eene reis naar Assen doen om het daar langs den weg der aanschouwing te gaan onder vinden. En Assen was drie uren ver men kwam er zoo licht niet toe, daarheen te gaan. Van een zeventiental schoolkin deren van zes tot zestien jaar was er geen enkele, die nog ooit zoo'n verre reis had gedaan. Ik heb er de menschen op aan gezien, hoe 't mogelijk was, dat ze het geloof aan eene wereld buiten Schoonloo nog bewaarden in hun gehuchtelijk leven. Ik heb verbaasd opgekeken, toen ik er een man op leeftijd leerde kennen, die verre van zijne familie in den vreemde had geleefd, vele, vele jaren. Nu was hij te Schoonloo teruggekeerd, nog niet zoo lang geledenen hij had er zich een huis ge bouwd en hij deed aan ontginning van den heidegrondea hij was de vriend en vraagbaak van velenIk wil hem j-t-. ■- ru .1--, j"aar op uitsluitend negatieve gronden iie;vuiife„ Kabinet' bestreden, en stilzwijgend toezagen, boe de kiezers door de propagandisten werden misleid. Twee sprekende feiten bewijzen dit. Vooreerst het vraagstuk der ouderdom- en invaliditeits-verzekering. Wie van onze lezers herinnert zich nietj hoe in sommige organen en door schier alle propagandisten van Links ge tornd werd tegen de leeftijdsgrens van 70 jaren het ontwerp-Kuyperhoe de Roodhuyzens „O, dat vervloekte,dat ergerlijke Christendom! Wij meenden er eindelijk voor goed van verlost te zijn 1" Voorts herinnere men zich het vrijzin nige dreigement van 1904 „Als wij weer de macht hebben, zullen wij, hoe ge nu ook triumfeert, u wel vinden". Wat in Frankrijk tegenwoordig wordt gezien, is hier daarom niet geheel onmoge lijk. Reeds rekende Dr. Van Raai te, zooals onze lezers weten, uit, dat over 7 jaren het met de Christelijke partijen hier te lande voor goed gedaan zal zijn en dat dan voor goed het radicale werk kan beginnen. „Wij laten daarom", schreef De Stan daard, „eer het te laat is, onze waarschu wende stem hooren". En inderdaad, het gevaar is niet geheel denkbeeldig. Frankrijk geeft ons in veel les en voorbeeld. Men versta ons wel. Geheel gaan wij met ons hoofdorgaan accoord, wanneer het schrijft „Het komt niet in ons op, onze Liberalen te verdenken, dat ze op alles wat de straks aangehaalde Fransche schrijvers willen, ja en amen zullen zeggen". Allereerst is de fanatieke haat tegen het Christendom bij hot Fransche volk veel dieper geworteld dan men bij den kalmen gemoedsaard van den deftigen liberaal of zelfs vrijzinnig-democraat kan veronderstellen. Ten tweede blijft er nog altoos op onzen Nederlandschen bodem een groot onderscheid tusschen woorden en daden. Zelfs het socialisme en anarchisme van de daad schijnt hier te lande nog niet tot krachtige openbaring te kunnen komen. Ons volkskarakter sehijnt er zich minder toe te leenen. wat hij zooal antwoordde op mijn nieuws gierig gevraag. Hij was als jongen tot het inzicht gekomen, dat zijn vader wel ge noeg kon nalaten om zijn ouderen broer Albert aan een gedoe te helpen en een eigen huishouden te beginnenmaar dat er dan niet veel zou overblijven om ook hem een bestaan te bezorgen. Toen hij 15 jaar was, ging hij uit Schoonloo. In Assen wist hij een schipper te vinden, die hem als knechtje mee aan boord nam. De reis ging de Zuiderzee over, heel naar Amsterdam. Daar was hem de lust, om nog verder de wereld te zien, te machtig geworden en hij had kans gezien bij een Noorman op een schip te komen en hij had vele reizen naai Christiania gedaan, want de kapitein had altijd ladingen bal ken en delen voor Amsterdam en Pur- merend. Drie jaren had hij onder de Noren een best leven gehad. Hij leerde hen verstaan en met hen spreken. Hij Hij kon niets dan goeds van hen vertel len. Schipbreuk had hij nooit geleden. Het was hem voor den wind gegaan. Maar hij wou nog meer van de wereld zien, en was op een üostindievaarder terecht ge komen. Hij was dikwijls te Batavia ge weest en te Soerabaiahij was overal gezond, en vond het leven aan boord heer lijk. Ook had hij goed geld oververdiend, en dat kwam hem nu uitstekend te pas voor zijn huis en zijne landontginning. Zoo placht Bart Peeks maar door te vertellen, altijd in den optimistischen toon, gelijk rustende zwervelingen doen, die na eene niet gemakkelijke jeugd zich zekere welvaart in het leven veroverden. Er was maar ééne vraag, waarop hij altijd het ant woord moest schuldig blijven..Hij kon mij niet zeggen, hoe hij er eigenlijk toe ge komen was, of wat de aanleiding kon ge weest zijn, dat die lust om in den vreemde te gaan bij hem was ontstaan. En hij wist i-^ijar-top-ijokomen was Weer resp. 7,85.50 en 1,26.40 H. Een onverdeelc Va ia I -dijken tiendrechten de groote en kleine Warmoespot 3/e in den 6en blok van den Willem Adriaanpolder5/0 in den 2en blek van den Willem Adriaan polder, En 4/s in den 4en blok v. d. Frede- nkspolder. 'sHeerenhoek, 10 uur bH'CJaras door not, y. Oleef het erfpaehtsrecht tot Maar drieërlei staat vast. Vooreerst, dat het ongeloof, de brutale verwerping van God en Zijn Woord, de haat tegen het positieve Christendom, onder een groot deel van ons volk, dat door de Openbare school van allen gods dienst is vervreemd, de laatste tientallen van jaren op schrikbarende wjjze is toe genomen. Ten andere, dat er ook in het ongeloof en in de haat tegen het Christendom eèn ontwikkeling, een voortgaand proces valt op te merken, waardoor het onmogelijk valt te profiteeren, waartoe verwerpers van God en Zijn Woord kunnen vervallen. Terwijl ten slotte ook ons kalm, beza digd volk van Nederland zijn oogenblik- ken van kortstondige razernij en fanatieke geloofshaat heeft gekend, tijden, waarin het niet bij woorden bleef, maar daden den hartstocht der ziel onbeteugeld open baarden. En daarom is de ernstige waarschuwing van De Standaard gepast; gepast ook, dat die waarschuwing tijdig ter harte wordt genomen. Maar die waarschuwing nu is juist een doorn in het oog van de vrijzinnige pers. Mag ons volk soms niet weten, hoever het ongeloof en de haat tegen het posi tieve Christendom zich reeds hebben ont wikkeld Of speculeert dit blad wellicht op on derlinge verdeeldheid der Christelijke par tijen, zoodat zulke ernstige waarschuwende stemmen, die onwillekeurig tot eenheid manen, haar niet bijzonder welkom zijn Verdeel en heersch is een taktiek, die reeds meer dan eenmaal met goed gevolg is toegepast. Hoe dit zij, het gewraakte artikel van de Standaard zij ons een spoorslag in de kwam het andere, en nu ben ik weer hier terug Het geval van Bart Peeks is mij nog dikwijls in de gedachten gekomen, in later jaren. Telkens als het gebeurt, dat jonge lieden in hun geboortedorp, of laat mij liever zeggenin ons kleine vaderland, geen raad weten met hunne toekomst en geen kans zien om voor het heden eene betrekking te vinden, die wat belooft ook voor morgen, komt mij zijn naam weer te binnen. Zoo was het ook dezer dagen. Bij de Nederlandsohe post en telegraphie waren onlangs 24 plaatsen als klerk te vergeven. En hoeveel jonge menschen van 18 a 22 jaar denkt men wel dat er waren, die zich in Den Haag aan een ver gelijkend examen kwamen onderwerpen, om in die betrekking een levensdoel te zoeken. Ik heb mij laten vertellen van ongeveer driehonderd. Driehonderd jonge lui van 18 a 22 jaar wilden klerk worden bij den post- en telegraafdienst, en maar 24 konden er geplaatst worden. Er waren dus ruim 250 teleurgestelden, dat is ruim tienmaal zooveel als gelukkigen. Maar Bart Peeks was niet onder de teleurgestelden die was al vóór een jaar of vier vijf in den vreemde gegaan om er aan den kost te komen. Het ergsie was, dat velen can- didaten de mededeeling werd thuis ge zonden „Gij hebt wel voldaan voor den dienst, maar er is geene plaats meer voor u". Inderdaad is er dus een overcompleet van jonge menschen ten onzent, die kennis en geschiktheid hebben voor het postvak, maar die toch werden teruggewezen. Een paar weken later waservergelijkend examen aan het Ministerie van Koloniën. De Minister vraagde sehrijyers voor zijn Departement en die zouden op een aan vangssalaris van f300, zegge driehonderd gulden per jaar, den ambtelijken diensl jeginnen. Er waren, zoo zei men mij, Jacobué; z. v. Josias-fCiibsJietr"2-reenJ_ Kooman Marinus, z.v Machiel Bredouw en Pauiina Bal. Overleden: Jan Oudeman, 58 j., echtg. v. Cornelia Hoebeke Jan Sohou- weuaar, 74 j., echtg. v. Apolonia van Dalen - Willem Gijssel, 70 j„ wednr, v. KlaziDa van Dee; Maria GerardusJo hanna, 6 mad., d. v. Gerard Lodewijk eerste plaats te zoeken naar wat vereent, en niet waar wat scheidt. Da Costa zong reeds in zijn tijd toe nadering eischt Gods orde en dezer tijden nood, en wat is sinds het verscheiden van dezen Christen-dichter de strijd niet ver scherpt en de macht des vijands toege nomen. Zonder nauwe aaneensluiting ontkomen wij aan onzen politieken ondergang niet. Op dien ondergang is het thans toegelegd. En daarom dringen wij in onze provincie waar hel booze particularisme nog wel eens de vos is, die den wijngaard van onze Christelijke actie bederft, op aaneen sluiting, ter wille van ons levensbehoud, aan. Reeds nu hoopt de Vrijzinnige pers, dat de „anti-liberale" meerderheid in de Eerste Kamer in een minderheid zal wor den omgezet. 25 Augustus 1906. Provinciale Stoombootdienst op de Wes- terschelde. Staat van vertraging in den treinenloop te Vlissingen van Vrijdag 17 Augustus tot en met Donderdag 23 Augustus 1906. 18 Aug. Trein 3,16 aangekomen 3,28 20 11,44 12,10 20 8,16 4,- 21 11,44 12,13 21 3,16 3,35 22 11,44 12, Geen van deze alle had aansluiting. In verband met onze opmerkingen be treffende de quaestie Calvijn-Servet, door de Goesche Courant, zij 't ook wel wat een zijdig, opgehaald, deelen wij nog mede, dat een nieuwe levensbeschrijving van Calvijn is verschenen van de hand van dr. Bossert levensonderhoud te verdienen. Wellicht is hij ergens aan boord van een schip als matroos of stuurman, ik weet het nietwant hij pakt van alles aan, iederen eerlijken arbeid, die hem brood geeft en een toekomst. Zoo zou ik kunnen voortgaan met mijne mededeelingen bij andere takken van dienst en telkens zou het blijken, dat er inder daad te veel jongelui thuis blijven hun keren naar een aanstelling,"die echter niet komtnaar eene benoeming, die echter op zich wachten laat. Teleurstelling voor hen en voor hunne ouders. Juist in de jaren, dat jonge mensehen tintelen van lust om iets te doen te hebben, zijn er velen, die in gedwongen niets-doen zieke- neurig worden van verveling. Kan daar geen verandering in komen Zijn er geen gelegenheden elders in de wereld om aan den slag te komen Klerken voor de post en telegraphie en schrijvers aan Koloniën doen examen in de drie moderne talen licht zullen zij er zooveel van kennen, dat ze in den vreemde ten minste na eenige maanden zich een beefje gemakkelijk kun nen bewegen. Indien er zelfs in een ge hucht als Schoonloo, in zulk een verborgen uithoek der wereld, een jongen te vinden was, die in den vreemde zijn levensonder houd vond en nog wat overhield om in den naherfst zijns levens op zijn dorp zich een huis te bouwen wat reden is er te meenen, dat er ook niet tot zelfs in Am sterdam jongelui zijn, die o zoo' gaarne elders op aarde hun snoer zouden willen uitleggen Als ze maar wisten hoe en waar men hun de gelegenheid schonk van honk te gaaD. „Oost West, thuis bestis een heerlijk woord maar het moet niet dienen om een jongeman tegen te gaan in zijn lust om elders een bestaan te vinden, indien hij hier tweemaal, driemaal tot de teleurgestelden behoort. Hij zal wel uil Oost of West thuiskomen, zoodra hij de middelen bezit om in eigen land een huis te bo-ittsn. ZtSSJ&a In den vreemde gaanmoet, voorat lOnder jongelui van den kleinen burger- \and, meer aangemoedigd worden. Er 'tien heusch nog klerken voor den post- I telegraafdienst en schrijvers aan Kolo- b. genoegjoverbltjven. fW. r, d. D,]

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1