?oer.
MIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
istatHe!
Vrijdag 24 Augustus
20e Jaargang.
Meii pvraaji
GHRISTELIJK-
HIST0RISGH
No. 275. 1906.
ienstbode
BVRO - 1
I, Middelburg.
1TEN
n scheuren,
OP
3 HIT,
OP
OP
paard
ÖP
raars,
igersknecht
ïknecht
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
Koloniale Finaneieele Politiek.
S, J. DE J0NGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
t samengesteld
teeds de beste
dieren zuiver
e tegenwoordig
van zeer veel
I
tiaren, in de ge-
de voormalige
pacht bij C.
net Dinsdag 28
antore van den
3- o e s.
ERBURG, Wol-
die een LAM
dezelve terug
g der onkosten
N, Fort (Vlis-
k. en een Kalf-
A. DE WITTE,
srke).
!RS e r o o s-
K. DE WIJZE,
gevorderd
in terstond werk
Zaamslag.
)er
RD, Oude Vlis-
trg.
d
I. GELUK, S e-
nwoordige tegen
eel buitenshuis,
1.
ER—Heijkam.
Groote Markt.
Iiaagd een flinke,
8TBODE tegen
G.
er G, aan het
IW te Goes.
hiermede was de
De schutters kon-
ens op het stad-
at geweken was,
ichutters, die we
en bewusten Vrij-
iet hadden kunnen
jn 8sten Augustus
elf ure ter zelfder
wijze.2)
le nu de rust in de
Zeelands hoofd-
n H. K. Hoogheid,
onmiddellijk aan
voorafgaande, ge-
vlagen versierde
vele punten schit-
en Abdij toren of
en, van de Oranje-
■ootste deel harei'
>n zijn Debora"3)
n en boven het
verwarring, waar-
prijs gegeven, de
ijheid onder Prins
leven.
Juli i787-
,n zekere zijde he]
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02s.
Een waardige tegenhanger van 't eerste
wetsontwerp van Minister Veegensishet
Ontwerp van Minister Fock tot „nadere
„wijziging en aanvulling van de wet houdende
„vaststelling tarieven van in-, uit- en doorvoer
„in Ned.-Indië."
Vele en gegronde bezwaren zijn reeds
in de Af deelingen der Kamer tegen deze
wetgevende proeve van onzen Minister van
Koloniën ingebracht.
De bezwaren gelden allereerst de tech
nische gebreken, die op „zekere zorgeloos
heid bij de samenstelling van dit Ontwerp
„wijzen".
Om eens enkele voorbeelden te noemen.
In 't Ontwerp wordt een onderscheiding
gemaakt tusschen //grof" en „ander" aarde
werk.
Soortgelijke onderscheiding kwam ook
voor in 't Ontwerp van Minister Harte.
Naar aanleiding daarvan werd toen de vraag
gedaan, aan welk kenmerk deze beide
soorten van aardewerk kunnen worden ge
kend, en hoe ze van elkander kunnen onder
scheiden worden. Op deze vraag werd toen
't antwoord gegeven, dat „de artikelen, die
„naar spraakgebruik grof zijn te noemen,
„in den regel zijn te herkennen aan de min-
der zorgvuldige wijze der verpakking".
Heel duidelijk was dit merkteeken zeker
niet.
Maar voor Indië kan 't in 't geheel geen
dienst doen, omdat alle aardewerk, dat naar
Indië wordt verscheept, hetzij dan „grof"
of „ander" aardewerk, zeker op de aller
zorgvuldigste wijze zal worden ingepakt.
Toch komt dezelfde onderscheiding van
„grof" en „ander" aardewerk in 't Ontwerp
Fock voor, alsof over deze onderscheiding
naar aanleiding van 't Ontwerp-Harte niets
ware gezegden met hetgeen toen is ver
handeld, is thans volstrekt geen rekening
gehouden.
Inderdaad, niet ten onrechte is van zor
geloosheid bij de samenstelling van dit
Ontwerp gesproken.
Volgens 't Ontwerp zal 't tarief van den
wijn berekend worden bij de «100 fles
schen".
Maar welke flesschen zijn hier bedoeld
Halve flesschen, heele flesschen of mag-
numflesschen
't Ontwerp zegt 't niet.
Ziedaar een proefje van 't wetgevend
vermogen van een hoogst bekwaam vrij
zinnig Minister
Bovendien doet dit Ontwerp allerlei ge
wichtige vragen rijzen.
Volgens de Memorie van Toelichting
wordt 't Ontwerp-Fock beheerscht door de
grondgedachte dal „eene verhooging der
n invoerrechten, waarbij rekening wordt ge-
i, houden met de belangen der inlandsche
iibevolkingin 't bijzonder met het minver-
nmogend deel der bevolking, aanbeveling
//verdient als maatregelwelke uitsluitend
//versterking der Indische geldmiddelen be-
iioogt".
In deze grondgedachte van 't Ontwerp
wordt alzoo een onderscheiding gemaakt
tusschen de inlandsohe bevolking, die over
't algemeen als minvermogend wordt ge
acht en de Europeanen, die allen als min
of meer vermogend worden gedacht.
Maar is deze onderscheiding juist P
Dat de inlandsche bevolking over het
gemeen genomen minvermogend is, kan
zeer zeker worden toegegeven. Maaris 'l
wel juist gedacht, dat alle Europeanen
over 't geheel genomen min of meer ver
mogend zijn P En wordt niet in Indië
i/steeds talrijker de groep van Europe
anen, die in beseheiden, soms bekrompen
„levensomstandigheden verkeeren
Van meer beteekenis is de vraag, of
't heele Ontwerp wel noodig was P
In de laatste tijden is toch de hoop
levendig geworden, dat door de verbetering
van de Indische middelen belastingver-
hooging vooralsnog kon worden uitgesteld.
Bovendien ware uit een krachtiger be
strijding van de smokkelarij nog heel wat
te halen. Waarom dan met 't voorstellen
van een ontwerp als 't onderhavige niet
nog wat gewacht
Maar de hoofdvraag, die bij dit ontwerp
moet worden gedaan, is wel deze Waarom
is bij de poging tot versterking der Indische
middelen juist de keuze gevallen op de ver
hooging der invoerrechten en waarom heeft
ook deze Minister daarmede feitelijk den
weg van 't protectionisme betreden
Merkwaardig
't Ministerie, dat is voortgekomen uit
den strijd tegen 't protectionisme, kent
voorshands nog geen anderen weg, dan die
ook door 't vorig Kabinet is bewandeld.
Minister de Meester benoemde een Staats
commissie om een zoodanige herziening
van de tariefwet te ontwerpen, waardoor
de inkomsten der schatkist zouden wor
den vermeerderd. Minister Fock dient
een ontwerp in, dat ook de Indische mid
delen door verhooging der invoerrechten
zoekt te versterken.
Blijkt hieruit niet zonneklaar, dat heel
de felle bestrijding van de finantieele
politiek van 't vorig Kabinet één groote
leugencampagne is geweest
Natuurlijk wordt hiertegen opgemerkt,
dat, ziet u, 't Ontwerp-Harte een protec
tionistisch karakter, zegge een protectio
nistisch karakter, droeg maar dat 't te
genwoordig Ontwerp-Fock zuiver fiscaal
is getint.
't Mocht wat
In toepassing op de Ontwerpen-Harte en
Fock zijn de termen protectionistisch en
fiscaal enkel woordenen niets meer.
't Ontwerp-Harte kan even goed fiscaal
als protectionistisch, 't Ontwerp-Fock
evengoed protectionistisch als fiscaal wor
den genoemd.
In 't Voorloopig Verslag op 't Ontwerp-
Harte werd als kenmerk van 't protectio
nistisch karakter van dit Ontwerp aan
gegeven, dat in dit Ontwerp goederen
waren opgenomen, waarvan de invoer zóó
gering was, dat eene raming van de op
brengst niet kon worden gegeven.
Zeer juist
Maar precies 'tzelfde kenmerk wordt ook
aangetroffen in 't Ontwerp-Fock. Op pho-
tographie-artikelen wordt een recht van
6 van de waarde voorgesteld. De ver
moedelijke opbrengst van dit recht wordt
pro memorie geraamd. De opbrengst van
eenige dranken, die niet afzonderlijk zijn
genoemd, zal niet meer zijn dan f 350. Toch
zijn deze artikelen in dit, immers fiscaal,
Ontwerp opgenomen.
In hetzelfde Voorloopig Verslag op het
Ontwerp-Harte werd als ander kenmerk
van 't protectionistisch karakter van dit
Ontwerp aangegeven, dat een verschillend
recht naar gelang van den grond van bewer
king iverd voorgesteld.
Precies 'tzelfde wordt wederom in het
Ontwerp-Fock gevonden, gelijk blijkt uit
de regeling voor bier (op fust en getapt),
voor koper (ruw en opgemaakt), voor lood
(ruw en bewerkt). En nu zijn deze laatste
regelingen wel uit de bestaande tariefwet
overgenomen. Maar wilde Minister Fock
zijn naam als vrijhandelaar handhaven, dan
moest deze protectionistische zuurdeesem
door hem voor 't minst in dit Ontwerp z\jn
uitgezuiverd.
Uit dit alles bljjkt u derhalve overdui
delijk, dat aan 't Ontwerp-Fock evenmin
een zekere mate van protectionisme kan
worden ontzegd als aan 't vroeger Ontwerp
van Minister Harte.
En welk protectionisme wordt door Mi
nister Fock in zijn Ontwerp voorgedragen
Dit is allermerkwaardigst I
'tZal u blijken.
In 't Ontwerp-Fock worden zijden en
fluweelen stoffen op 't oude tarief gelaten.
Waarschijnlijk met 't, oog op de minver
mogende Javanen 1 Voor andere manu
facturen wordt evenwel een hooger tarief
voorgesteld.
Maar wat is nu 't merkwaardige
De manufacturen, waarvoor een hooger
tarief wordt voorgesteld, komen in hoofd
zaak uit Nederland. De zijden en fluweelen
stpffep, waarvoor het oude tarief blijft ge-
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
handhaafd, worden vooral uit Duitschland
ingevoerd.
Maar dit is al een zeer eigenaardige
protectieDe Duitsche industrie wordt
boven de Nederlandsche beschermd
Inderdaad, ook dit Ontwerp doet de
vraag der verbazing rijzen: Wat hebben
we tegenwoordig toch voor een Kabinet
Voor de zoo noodige bescherming van
de Nederlandsche industrie wordt niets
gedaan. Dit zou strijden met de vrijhan
delspolitiek van dit Kabinet. Feitelijk
beschermt 't daardoor evenwel debuiten-
landsche industrie. De vrijhandel laat
onze grenzen open oor de buitenlandsche
arbeidsproducten. Middelerwijl sluit het
buitenland zijn grenzen voor de producten
van onze industrie. Op die manier be
schermt de vrijhandel de buitenlandsche
nijverheid feitelijk in niet geringe mate.
Onze industrie heeft echter nog een
enorm afzetgebied over in onze Oost.
Maar zie, daar komt nu de vrijhandelaar
Fock met een ontwerp tot wijziging en
aanvulling van de wet, houdende vast
stelling van tarieven van in-, uit- en door
voer in Ned.-Indië. Een ontwerp, dat
beslist protectionistisch is getintmaar dat
een protectionisme huidigi, waarvan Harte
zeker niet zou willen weten; een averechtsch
protectionisme, dat 't buitenland boven 't
eigen vaderland beschermt.
Kan 't ergerlijker?
Inderdaad, dit ontwerp is een waardige
pendant van den beroemden eersteling
van minister Veegens.
't Zijn beide een paar schitterende proef
jes van 't wetgevend vermogen van dit
vrijzinnig Kabinet.
Een paar proefjes, die ons hartelijk doen
verlangen, dat we spoedig althans van
dit Kabinet worden verlost.
(Rotterdammer).
23 Augustus 1906.
Hieronder volgt het antwoord van De
Standaard op het z.g. antwoord van Het
Handelsblad
Geen antwoord.
Waar, wanneer en onder welke bewoor
dingen heeft het Ministerie-Kuyper het
Nederlandsche volk gesplitst in christenen
en paganisten
Deze vraag werd door ons tot de redactie
van het Handelsblad gericht, omdat zij
alweer met dat leuterpraatje was gekomen.
En het antwoord
Och, we hebben van de redactie zelve
geen antwoord ontvangenslechts een
beroep op Mr. Levy's pamflet „Hetclericale
gevaar".
Ook Mr. Levy strooide verleden jaar,
evenals zoovele andere „voorlichters" der
vrijzinnigheid, het praatje rond van de
christenen en de paganisten. En omeenigen
schijn van grond voor dat gebazel te geven,
haalde „de man van het dreigement" deze
woorden aan uit de rede van Minister
Kuyper 13 Dec. 1904
„Nu wil ik gaarne erkennen, dat wanneer ik
een voorstelling moet geven, schadelijk voor de
linkerzijde, ik dan spreken moet van „paganisten"
terwijl omgekeerd de heeren, wanneer zij van
ons een schadelijke voorstelling willen geven,
spreken van „kerkelijken" of „clericalen". Het
is en blijft zoo geheel dezelfde tegenstelling tus
schen de moderne en de christelijke levensop
vatting, alleen wat scherper uitgedrukt. En wat
heb ik nu anders gedaan in mijn eerste rede dan,
waar alles pais en vreê was, de pais en vreê niet
te verstoren, door ook voor de tegenstanders den
mooien term te gebruiken Daarom sprak ik niet
van paganistische maar van moderne
levensbeschouwing".
En 't Handelsblad, niets anders hebbende
om ons te antwoorden, haalt nu die woorden
aan.
Iedereen, die ze leest, zal vanzelf dadelijk
moeten toegeven, dat Minister Kuyper in
die woorden juist niet de tegenstelling tus
schen Nederlanders en Nederlanders met
Christenen en paganisten heeft aangeduid.
Even te voren had zelfs Minister Kuyper
gezegd (bl. 607, tweede kolom) „Zoo heb ik
„ook, om alle scherpte aan het debat te
„ontnemen, het woord «paganisme" niet
„gebezigd, omdat het mij bleek, dat dit
„woord hinderde. Ik heb toen de woorden
„moderne levensbeschouwing" gebruikt.
Bovendien, het praatje van Links over
de paganisten gaat veel verder. Voorge
steld werd het, alsof Dr. Kuyper ieder, die
't niet met hem eens was, in den hoek der
paganisten plaatste. Waaruit dan moest
volgen, dat Dr. Bronsveld, die 'tin het
geheel niet met Dr. Kuyper kon vinden,
een paganist zou zijneveneens enkele
voormannen van de Friesch-Christelijk-
historischen, die toen in vele dingen van
den Premier afweken.
Tot zulk gebazel kwam men, om het
Ministerie verdacht te makenom de
onnoozelen in de war te brengen, ten einde
op deze manier het regeerkasteel te ver
overen; iets waarvoor niet eens zeer vele
ODnoozelen noodig waren.
Wat blijkt nu
Dat het Handelsblad geen antwoord weet
te geven op onze vraag.
Alleen maar een beroep op Mr. Levy,
wiens uitspattingen der fantasie overbe
kend zijn. Want de woorden, door dien
propagandist uit Dr. Kuypers rede aan
gehaald, toonen juist aan, dat deze de
qualificatie „paganist" op voorstanders van
de moderne levensbeschouwing afkeurde.
Hoeveel te meer waar het gold anders
denkenden in politieis, die niet de moderne
levensbeschouwing voorstaan.
Wanneer zal er nu toch eindelijk eens
een vrijzinnige opstaan om het Prof. Hol-
werda na te zeggen, dat ook tegenover den
tegenstander waarheid plicht is
De concurrentie van het christelijk onder
wijs met de openbare school begint, ten
gevolge van de gewijzigde schoolwet steeds
grootere afmetingen aan te nemen.
Overal in ons land worden christelijke
scholen gebouwd en geopend.
Zoo vonden we heden in de dagbladen
weder het bericht van het openen van drie
scholen in Friesland.
Van eene, die te Lioessens, stond het
bericht er bij dat op de openbare school
slechts 20 kinderen bleven.
Zoo blijkt al duidelijker hoe de natie
aan de openbare school gehecht was, altijd
in den zin van vastgehecht.
Voor zoover ons bekend is zijn we in
Zeeland gelukkig vrij van pandjes-huizen.
De enkele huizen van verkoop met recht
tot weder-inkoop, die de banken van lee
ning opgevolgd zijn, hebben, na een moei
zaam bestaan, het bijltje er bij neergelegd.
En voorzoover deze hebben bestaan
zullen ze hun clientèle toch wel niet onder
onze kringen gevonden hebben.
Het is dan ook alleen voor de curiositeit
dat we meedeelen, dat de Kamerleden Bos
en De Klerk, bij de laatste begrooting
aandrongen op wettelijk toezicht, en de
noodzakelijkheid daarvan betoogden, ook
door vermelding van de woekerwinst door
die pandjeshuizen berekend.
Over 't algemeen neemt men in die huizen
4 cent per maand van iederen gulden, dus
48% 's jaars en voor gedeelten van guldens
evenzeer 4 cent per maand.
Niet om onze lezers te waarschuwen voor
een dergelijke klimopplant die rondom den
boom van ons maatschappelijk leven groeit,
maar om onze lezers een kijkje te geven op
wat er omgaat in ons maatschappelijk leven
strekke deze mededeeling.
Tot welke schunnige praetijken de sooi-
aal democratie in het buitenland de toe
vlucht neemt om propaganda te maken,
bewijst de Zwitsersche briefschrijver van
De Nieuwe Courant, die het zelf gezien heeft.
Bij de jongste relletjes te Zurich, aldus
schrijft hij, werden als heilssoldaten ge-
kleede mannetjes tusschen de militairen
gejaagd die heel devoot het (keurig nage
maakte) orgaan van het heilsleger ventten,
waar //uitdrukkelijk op den titel vermeld
staat" ;,Friedensglocke"j doch dat in den
tekst doorzaaid was met opruiingen tegen
de regeering en het leger. Ook moest be
slag gelegd worden op boekjes waar ook
alweer «uitdrukkelijk op den titel ver
meld" stond «Leven van onzen lieven
Heere Jezus", en die niet anders waren
dan een handleiding om bommen te fabri-
ceeren.
De mededeeling geschiedt leuk
in antwoord op een uitval van Het Volk die
dezen schrijver beschuldigt het dagblad
van den verbannen socialist Hauth opzet
telijk anarchist te hebben gescholden,
terwijl „uitdrukkelijk op den titel staat
vermeld" dat zijn blad het orgaan is der
sociaal-democratische party.
De gelegenheid was werkelijk te schoon
om Het Volk te laten zien hoe weinig men
bij de sociaal-demoeraten of hun verwanten
aan kan op dat „uitdrukkelijk op den titel
vermeld".
In Nederland zijn dergelijke praktijken
gelukkignog niet in de hoofden
opgekomen. Maar het anarchistisch
avontuur van 1903 heeft toch doen zien
dat men aan die zijde wat durft
Wat blijven, ondanks de zegeningen van
Christendom en Beschaving, van Kerk en
School, vele menschen toch nog met bijge
loof behept. Wij hebben er eens een staaltje
van bijgewoond in Den Haag, waar een
oude vrouw in huis gelokt werd om een zoo
genaamd behekst krank kind te zegenen,
en waaraan wij menschen zagen meedoen,
van wie men 't niet zou verwacht hebben.
Nu heeft volgens de Leeuwarder weer iets
dergelijks te Sneek plaats gehad. Daar had
zekere Antje, dochter van vrouw Z., een
ziek kind en ging om raad bij den „duivel
banner" te Leeuwarden, welke bevestigde
wat de ouders en de grootmoeder reeds
hadden vermoed, het kind was „betsjoend".
Wie 't gedaan had Ja, de „duivelbanner"
kende haar niet, maar 't was 'n oude vrouw,
die een manken zoon had. Met deze weten
schap zou men de „tsjoenster" zeker wel
kunnen vinden. En een zeker middel om
zich niet te kunnen vergissen, was het vol
gende Men moest in den Bijbel een Hoofd
stuk van het Evangelie van Johannes op
slaan en daarboven een kruissleutel laten
draaien. Daarbij moest men den naam van
de persoon, die men verdacht de tsjoenster
te zijn, al maar door noemen. Bleef de
sleutel dan doordraaien, dan was het zeker,
dat men de rechte had gevonden.
Nu woont in de nabijheid van de familie
bovengenoemd, de 75-jarige Annetta Oos-
terwerf, wed. Visser, en deze weduwe heeft
een manken zoon. Het was dus niet te ver
wonderen, dat de verdenking van de bijge-
loovige menschen, van wie hier sprake is,
op Annette viel. In den laten avond van 17
Juni vervoegden de moeder van het zieke
kind zich met haar zuster bij Wietske
Tammenga om een Bijbel te leen. Ze kreeg
dién en Wietske ging op het verhaal, waar
voor het boek bestemd was, mee naar de
woning, waar het zieke kind was. Daar was
de geheele familie Z. bijeen. De Bijbel werd
opengeslagen bij Johannes I en een sleutel
daarboven in draaiende beweging gebracht
volgens Wietske had dit plaats op eeu
vinger, volgens een anderen getuige aau
een touwtje.
Natuurlijk bleef de sleutel eenigen tijd
in draaiende beweging, en daar tijdens die
beweging geen andere naam werd geroepen
dan Annette, Annette, Annette.... stond
het vast, dat deze de tsjoenster Was.
Annette, die van geen kwaad af wist,
sliep reeds lang, toen dit plaats had. Om
streeks halftwaalf werd ze gewekt door
haar zoon men had aan het raam getikt.
De oude vrouw stond op.en.... vond buiten
voor de deur de wed. Z. Deze deelde haar
mede, dat haar kleinkind ziek was en
vroeg haar hulp. Niets kwaads ver
moedende, ging Annette mee. En toen
begon het zaakje van voren af. Weer
draaide de sleutel en hield niet op bij het
herhaald roepen van Annette. De deuren
waren vooraf zorgvuldig geslolen; de sleu
telgaten waren met papier dicht gemaakt,