NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 263. 1906. Vrijdag 10 Augustus 20e Jaargang. HISTORISCH CHRISTELIJK- A. Huson E. v. d Meer; O. v. d. Putte. Maatschappij en Christendom. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK I Wed. S. j. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN VLISSIK OEN. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02®. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Voor de stemming op 16 Augustus a. s. voor drie leden van den Gemeenteraad bevelen wij mede aan in distriet II de heeren en en in district III den heer ii. Het Christendom stelt eischen aan de maatschappij. En de maatschappij heeft op haar beurt het recht te vorderen dat 't christendom zich reddend en opbouwend in haar doe gelden. Wilde de maatschappij zich van het christendom verre houden, zij zou er haar eigen roeping mede miskennen, namelijk om niet alleen de stoffelijke dingen te zoeken, maar ook en vooral de hoogere. Tot haar komt steeds met vernieuwden ernst de eischZoekt eerst het koninkrijk Gods en Zijne gerechtigheid, en alle andere dingen zullen u toegeworpen worden. In onze dagen is Rijkdom het ideaal waarnaar zij streeft. Rijkdom is voor haar "Welvaart. Doch zij bedriegt zich. Zij on dervindt 't trouwens zelve want de maat schappij j8 rijk) en daarbij diep ellendig. Hoe rijmt zich dat? Vermeerdering van producten is met vrucht nagestreefd, en toch hoevele hongerigen blijven er te voeden over Steeds meerdere machines worden in het werk gesteld, steeds meerdere nijvere handen gevorderd, ook van vrouwen en kinderenEn toch welk een tegenstel lingen. Machines kan men vernieuwen, doch versleten menschenkracht niet. Er is aftakeling en achteruitgang onder de menschen. Er is een tyd geweest dat in Engeland 30 procent der jongelingen voorden krijgs dienst moesten worden afgekeurd. Later heeft men zich meer op de verzorging des lichaams toegelegd. Sport en allerlei lichaamsoefeningen zouden de krachten stalen. De (hygiëne) gezondheidsleer werd te baat genomen, om den mensch een ge zonde ziel in een gezond lichaam te be zorgen. Dat heeft verbetering gebracht naar den uitwendigen mensch, doch de verstandelijke ontwikkeling is op laag peil gebleven. En toen men eindelijk ook de verstandelijke ontwikkeling ter hand nam, zoodat tal van verstandige jongelui uit alle rangen en standen, geleerd en volleerd in alle mogelijke kunst en weten schap, de maatschappij werden ingezon den, hoe treurig bleek het toen met de geestelijke belangen gesteldAchteruit gang, vooral op zedelijk gebied, valt aan alle zijden te constateeren. Daaruit is ten slotte ontevredenheid ontstaan, en men zocht niet naar de ware oorzaken. En de tevredenheid, die over den werk man komen zou, wanneer men maar voor goed_/>nderwijs, meerdere ontspanning, betere loonregeling en dergelijke op zich self goede dingen zorgde, bleef achter. Alles omdat men vergat dat welvaart iets anders is dan rijkdom; en dat de mensch nog iets meer is dan onkel een stoffelijk lichaam. Op den rijkdom heeft, althans in ge slachten, nooit zegen gerust. Zelden blij ven de door één fabrikant opeengestapelde schatten tot in het derde geslacht be waard. Menige zoon verbraste of ver luierde de rijdommen die hij van zijn vader geërfd had. Menig kapitaal ging na de verdeeling onder velen, voor die velen, voor goed verloren. En ook hierin gaat de christen niet vrij uit, die maar al te aeer, met vertreding van Christus' gebod, let j tijgt andersom luidt, mh schatten op de aarde vergadert, waar ze de mot en de roest verteert en de dieven door graven en stelen, en zich niet toelegt op de verwerving van schatten in den hemel. Dat wreekt zich maar al te zeer. Hoe geheel anders zou het er in de wereld uitzien, wanneer alle christenen, door icoord en wandelaan de maatschappij dit woord van den Heiland, in al zijn heilig heid en majesteit hadden voorgehouden Wat tal van Christenen hebben onge veer niets over voor de zaak van Gods Koninkrijk 1 Hoe menig predikant en Chr. onder wijzer tobt met zijn groot gezin armelijk het leven door, ten gevolge van schrale traktementen Hoe menig schoolbestuur worstelt jaarlijks met tekorten Hoe menig werkman en arbeider ontvangt niet naar verdienste het loon op zijn arbeid 1 Hoe menige onbetaalde rekening van winkelier en kruidenier schreit niet naar den hemel tot den Heere ZebaothEn dat alles omdat zoovele Christenen onrechtmatig de hand op de beurs houden Hoe menig kerkgebouw wordt bouw vallig Hoe menig schoollokaal staat daar met zjjn armelijke wanden en onsierlijke meubelen met zijn eigen figuur verlegen, omdat de rijke Christen in de eigen om geving weigert aan zijn opbouw en onder houd naar vermogen mee te deelenHoe menige arbeid in het Konindrijk Gods wordt al klagende en zuchtende verricht, omdat geen hulp geboden wordt door hen die voorgaan moesten in den strijddie wel allerlei voor eigen genot en gemak missen kunnen, en den minder met goe deren gezagenden broeder laten voort- werken met halve kracht Neen, ook in onzen tyd blijft het waar „Hoe bezwaarlijk zullen zij die goederen hebben, ingaan in het Koninkrijk der Hemelen. Het is lichter dat een kemel ga door het oog eener naald, dan dat een rijke in het Koninkrijk Gods ingaat". Indien de Christenen, die tot de Maat schappij behooren, niet voorgaan met zich zelf te geven, dan zal de Maatschappij vooreerst wel niet met het Christendom als met een zuurdeeg doortrokken worden En indien de Maatschappij niet luistert naar de regelen des Christendoms, zal zij het zichzelve te wijten hebben, wanneer zij in den kreetBrood en Spelen straks ondergaat. In het woord Maatschappij ligt het heer lijke woord maatschap, dat is gemeenschap opgesloten. Maats moeten het zyn, waaruit de maatschappij bestaat. Maats die samen leven, naast elkander strijden den gemeen- schappelijken strijd om het bestaan, voor het recht, tot Gods eereNaast elkaar, voor elkaar, in gemeenschap met elkaar. Niet alleen omdat de een den ander noodig heeftmaar ook en bovenal wijl dit de ordi nantie Gods is, reeds op de eerste blad zijde van onzen Bijbel geteekend. Dat is de oplossing van de sociale quaestie. En dat komt het Christendom de Maat schappij leeren. Niet het Christendom van wie zich terugtrekt uit den strijd, of wei gert van het zijne te geven naar vermogen dat zyn de vertegenwoordigers van het Christendom niet I maar het Christen dom van den Christus en Zijne Apostelen, die uitgingen om te dienen, waar positie en kennis hen tot heerschen schenen te hebben bestemd I Dat Christendom vindt gelukkig nog duizenden belijders en beoefenaars in onze in zoo menig opzicht verachterende twin tigste eeuw. Dat Christendom is leven, en doet levenen draagt de profetie in zich van de vervulling der nooden onzer Maat schappij. Die vervulling is de last maar ook het voorrecht van de sociale quaestie. Da. Talma heeft eens gezegdalleen in een Christelijke maatschappij kan zulk een quaestie bestaan, omdat het Christen dom het ideaal verhoogd heeft. Bij de heidenen was arbeid niet anders <jan een wroeten van de laagste deelen in den grond, opdat de hoogere deelen ge legenheid zouden hebben om niets te doen, dan alleen wat philosofeeren Het Christendom predikt den mensch een hooger doel. Zijn bestemming ligt in den hemel. Dat is de wortel onzer samen leving, en tegelijk hare kracht. Vroeger was de stelregel algemeen Ieder voor zich en God voor alleD. Maar naar dien regel is de maatschappij een rattennest, waar iedere rat voor zich grijpt wat maar te grijpen is. De kracht der maatschappij moet schuilen in maatschap pelijke gemeetischap. Waar die ontbreekt gevoelt men dat er eene breuk is. Wat was eertijds 't gevolg van het onbeperkte egoisme Dat de slavenhouders van Ame rika het Christelijk Engeland met recht voor de voeten konden werpen onze slaven hebben het beter dan uwe vrije werklieden. En toch, niettegenstaande deze vlijmende terechtwijzing heeft men met het stelsel nog niet gebroken. Men heeft alleen nog maar eenige inperking toegepast. Men be gint niet met den oorsprong van het kwaad. De kracht der maatschappij ligt niet in het egoisme, maar in de samenwerking. Zij zal leven, niet door het dry vend be ginsel van eigenbelang, maar door het kweeken van gemeenschapsgevoel. Van dat gemeenschapsgevoel, hetwelk door dat sehoone woord solidariteit, met zyn grondvorm van solied en hecht aan eengesmeed vertolkt wordt. Slot volgt. 9 Augustus 1906. In ons hoofdartikel van gisteren wezen wij met een enkel woord op de gevaarvolle verschijning van het Christelijk Socialisme. Kenmerk van het Chr. Socialisme was in het Buitenland niet dat het den Christus als den Zone Gods loochent. Stocker behoort tot de meest positieve belijders des Heerenen De Mun (in ons hoofdartikel staat foutievelijk De Man behoorde tot de vroomste Katholieken. In ons land echter is het Christelijk Socialisme nog gevaarvoller dan de Soci aal-democratie. De Christen-Socialisten in ons land zijn altegaar moderne predikanten met hun aanhang; de mannen van „De Blijde Wereld", die met de S. D. A. P. alleen hierin verschillen dat zij de Marxistische leer van het historisch materialisme ver werpen. Christen-Socialisten heeten zy zich. Maar ontchristende Socialisten ware betere be naming voor deze geleerden die van den Christus der Schriften niets weten willen, en in Hem hoogstens een voorlooper van hun Socialisme zien. Bij deze Christelijke Socialisten is het bijvoegelijk naamwoord al lang door het zelfstandig naamwoord opgegeten. („Son substantif a dévoré son adjectif Vraag hun maar eens of zij instemmen met antwoord 32 van onzen Heidelberger Maar waarom wordt gij een Christen genaamd? Omdat ik door den geloove een lidmaat Christi en alzoo Zijner zalving deelachtig benopdat ik Zijn naam bekenne, en mljzelven tot een levend dankoffer hem offere, en met een vrije en goede consciëntie in dit leven tegen de zonde en den duivel strijde en hiernamaals met hem in eeuwig heid over alle schepselen regeere. Van dit soort Christenen zyn deze Christen-socialisten niet. Van welk soort dan? Het antwoord gaf zekere ds.'Bruins, uit Knype, op de jaarvergadering te HeerenveeD, toen hij aansluiting aan de S. D. A. P. aanbeval, de sociaal-democratie de verwezenlijking der sociale beginselen van het Christendom noemde, en de leus aanhiefNaast het Kruis de Roode flag Met het Christendom gelijk de Christus, het vleesch geworden Woord, van zyne Gemeente eischt, heeft dit Christen-Socia- lisme niets gemeen. Dat u niemand verleide _Ook het Modernisme heeft tijdelijk door zijn sehoone woorden gezegevierd. V De heer Spiekman, het Rotterdamsche gemeenteraadslid, die openlijk tot overtre ding van een overheidsverbod optocht met muziek op Zondagaanmaande en dit verzet met zoo groot succes, tot zelfs onder bescherming van de politie, wist te organiseeren, is over ons protest tegen deze collectieve wetsschennis niet besi te spreken, al schijnt zijn woord bezig voort te eten als de kanker. Hij toch schrijft De Zeeuw noemt het een «misdrijf". En spreekt hierbij zelfs van «deugd" en «ondeugd". 't Is te belachelijk om het ernstig te nemen Het openlijk uitlokken van een proces verbaal wegens overtreding eener wet die vrijwel alle practische beteekenis heeft verloren, ten einde daarmee het beëinden van dezen onmogelijken toestand te verhaasten, zou een «misdrijf" zijn Je wordt gewoonweg misselijk van het braaf- heidsvertoon dezer fijnen, wier socialistenhaat zoo ongelegen is, dat ze zich tot de meest dwaze uitvallen laten verleiden Intusschen kan het thans die bladen bekend zijn, dat onze misdaad reeds navolging heeft gevonden. Zondagvoormiddag heeft de af- deeling Rotterdam van den Bakkersgezellen- bond weer een optocht gehouden met muziek. Zondag a.s. zal de muziekvereeniging«Exeisior" eveneens een optocht houden en 19 Augustus zal de kiesrechtmeeting plaats hebben, onge twijfeld öök met muziek. De anti-revolutionaire bladen hebben groot gelijk, dat ze er erg op tegen hebben, want op die manier komt er van den Engelschen Zondag nooit wat terecht 1 Maar ze moeten met hun verontwaardiging maar wat zuinig zijn, want ze zullen deze nog wel heel wat moeten gebruiken Met de overneming van zijn antwoord meenen wij te kunnen volstaan. Met een partij, bij welke deugd en ondeugd stui vertje gewisseld hebben, is debat nu een maal niet gemakkelijk. Wij constateeren er echter bij en daarom hel meest was het ons nu te doen dat in geen enkel vrijzinnig blad voor zoover wij weten tegen het bedrijf dezer sooiaal-democratische wetsovertre ders is opgekomen en deze derhalve aan die zijde stilzwijgend is goedgekeurd. Onzerzijds is altijd gehoorzaamheid aan de wet gepredikt, eerbied ook voor lastige, ons niet-sympathieke, berispelijke, ver ouderde wetten. De Zondagswet is een verouderde wet. Doch zoolang zij er is, moet zij worden nageleefd. Dit is de antirevolutionaire opvatting. Eene waarbij Gezag en Vrijheid gelijkelijk wèl varenen waartegen een natie niet ongestraft zondigen zal. De normale weg. Onlange werd gezegd, dat verschillende predikanten van het Ned. Herv. Kerk genootschap gaarne in dienst van de Gereformeerde Kerken zouden overgaan. Als het bericht op goede inlichting ge baseerd is, zal de juistheid er van zich vermoedelijk weldra bevestigen. Voor zoover die predikanten werkzaam zyn op plaatsen, waar de Synodale orga nisatie nog onaangetast bestaat, door het ter zijde zetten van die organisatie voor de gemeenteen waar dit reeds geschied is, door het zich vervoegen van die predikanten bj den kerkeraad der Gereformeerde Kerk. Zoo zal zich van zelf de ernst der over tuiging toonen. Ook hier geldt het woord des Apostels! „de goede werken zijn te voren openbaar en waar het anders mede gelegen is, die kunnen niet verborgen worden (I Tim. 526). En alle Gereformeerden zullen zich in dat niet verborgen blijven verheugen. Immers is toch hun bedoelen de vrij making van het geheel, al kan die niet verwezenlijkt worden dan langs den weg van een breken met de organisatie door de gemeenten ieder voor zich. Als met de Roomsche organisatie in de 16 eeuw. Ja, daar het geheel bedoeld wordt, moet voortdurenii beproefd worden dan prikkel tot plichtsbetrachting in de conscientiën te drijven. Men mag het kwaad niet laten zitten, alleen omdat men er direct voor zich zelf weinig last meer van heeft. (Rott.) D. P. D. FABIÜS. Nederlandsche industrie. De Brusselsche Briefschrijver der N. Tilb. Ct. verteld Voor een paar dagen was ik in eene groote inrichting en daarin vond ik eene machine gemaakt te Dongen. Ik kon bijna mijne oogen niet gelooven, maar het stond met groote letters erop. Dat gaf me te denken Waarom toch legt men zich in Nederland niet meer toe op industrie De wagens eener Haarlemsche fabriek heb ik in Brazilië zien rijden, eene piano van eene Arnhemsche firma vond ik 200 uren in het binnenland van Vene zuela, een rijmachien door een Rus gekocht, in eene naar ik meen Overijselsche fabriek gemaakt kwam ik verleden jaar in 't Ertsgebergte tegen. Dus men kan Waarom zich niet meer op industrie toe gelegd Verkiezingsbeloften en Regeeringsont- werpen, dat zyn er twee. Nederland ondervindt het met zijn inge trokken Arbeidswet, zijn uitgestelde Pen- sioneeringswet, zyn ongewenschte Tarief- verhoogingen. Frankrijk kan er ook van meepraten. In ons Buitenlandsch Overzicht vestig den wij er reeds vroeger de aandacht op. Thans weer bereidde het nieuwe radico- socialistische kabinet den arbeiders een nieuwe teleurstelling. Er zon een wet komen op de ondersteu ning van oude lieden en gebrekkigen. Goed, zy kwam er. Maar welk een wet! Slechts 5 francs per maand zal de uit- keering bedragen. Algemeene verontwaardiging. Jaurès, boos, beschuldigde de regeering van onmenechelykheid. Glemenceau, de journalist, die vroeger in zijn blad met de millioenen gooide of zy geen geld kostten, doch nu als minister mee in de rijksregeering zit, vroeg aarzelend aan zijn collega van financiën, Poincaré, of er niet wat bij kon. Doch deze antwoordde dat een kleine verhooging den belastingbetalers op een hoogere uitgaaf van 40 miljoen francs zou te staan komen. En daar was geen aanko men aan. De ouden van dagen in Frankrijk, met een onbezorgde toekomst gepaaid, zullen 't voorloopig met een bijdrage van 7'/a cent daags moeten doen. Beloven en doen. Mirabean had wel gelijk een „jacobin ministro" en een „ministre jacobin" is niet hetzelfde. Wat in goed Hollandsch zeggen wil een radicaal, die in dorpsherbergen schreeuwt hoe het wezen moet, wordt als hy zelf het heft in handen krygt, op het kantje af schriel en conservatief. Wat mogelijk wel verstandig en prijzens waardig is, maarDan had hy nooit zoo hard moeten schreeuwen. Overigens kan niet ontkend worden dat de minister Clemenceau een practisoh man is. Practisch, cynisch, of zooals gij 't noemen wilt, is wel het volgende. De Fransche regeering heeft door de wet tot financieels scheiding van kerk en staat het recht gekregen de scholen van de ver schillende Roomsch-Christelyke congre gaties te doen sluiten. Waar 't niet goedschiks ging, heeft zy met geweld die gebouwen doen ontruimen en onteigenen. Ongeveer gelijktijdig wist zy er een andere wet door te krygen, namelijk op onderstand voor ouden van dagen, gelijk Wii hierboven reeds meldden. En wat doet nu Clemenceau? Hy h§eft, h&elpmtwh, dje fcejdë wetfqQ .c

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1